N.V. DRUKKERIJ SINJEWEL OFFICIEEL RAADSVERSLAO GRATIS bijvoegsel v|d IJMUIDER COURANT der gemeente VELSEN. Vervolg 30e Zitting 1918. De heer SCHILLINGIk dank den raad voor zijne toestem ming tot het houden mijner interpellatie. In de vorige raadszitting, waar ik afwezig was, is op een minder goede manier critiek uitgeoefend op de menschen, die besloten te staken. Ik was er, zooals gezegd, toen niet, anders zou ik geprotesteerd hebben. Er is gesproken van sabotage, wat geheel ten onrechte geschiedde, omdat de bakkers al langen tijd met verlies werkten. In April is eene circulaire van den Minister verschenen waarin o.a. staat, dat de meelprijs van 8 op 6 gulden gesteld kon worden en de Burgemeesters gemachtigd werden in verbinding te treden met de bakkers over de winstmarge. Ik meen te weten, dat de circulaire door het hoofd van het Levensmiddelenbedrijf naast zich is neergelegd. Er is tenminste niet met de bakkers geconfereerd, met het gevolg, dat ze steeds f8 betaalden, terwijl de burgemeester al lang de bevoegdheid had lager te gaan. In Amsterdam betaalt men al reeds sedert 17 Juli 1917 f4.50 'per 100 Kilo. Ik wil nu niet spreken van sabotage door den burgemeester, want misschien heeft hij aan de zaak niet zijne volle aandacht geschonken. Later zijn verschillende correspondenties gevoerd. Eerst wil ik constateeren, dat de patroons verliezen. We kunnen dat constateeren dat in de coöperatie, waar zuiver boek gehouden wordt, de kostprijs was van 11 Aug.—7 Sept. 1918 f4.30 8 Sept.—2 Oct. 1918 -5.47 6 Oct. 2 Nov. 1918 -7.11 per 100 Kilo. Niemand werkt voor zijn pleizier en ik kan het dus billijken, dat men nu zegt„ik bedank om met verlies te werken". Men behoeft niet te zeggen, dat er winst op het wittebrood valt te behalen. Dat is onmogelijk. Die winst is te klein of er wordt op verloren. Als men ziet, dat in Heemskerk al lang de meelprijs lager is dan hier, dan loopt het de spuigaten uit. De Minister erkende zelf, dat IJmuiden en Heerlen de duurste plaatsen waren. Ik geloof, dat wij ook als Amsterdam den prijs op f4.50 kunnen stellen. Van den burgemeester is een telegram naar den Minister ge gaan, om den prijs op f6.50 te mogen stellen. Dit is een teeken, dat men zich met de bakkers in verbinding wil stellen. Het antwoord van de regeering was, dat het voorstel tot ver laging tot f 6.50 ter goedkeuring aan den Minister zal worden overgelegd. Nota bene, 25 April is dit verzoek al ingezonden. Op het verzoek tot f 4.50 te verlagen werd weigerend beslist, omdat de twee gulden verlaging niet mag worden overschreden. Hoe doet Amsterdam het dan (Spr. leest het schrijven verder voor.) Met de lagere prijzen kunnen de bakkers niet uitof de omzet al wat grooter wordt, geeft niets. Ze kunnen het verlies niet goed maken door de grootere hoeveelheid. Als men nu direct had ingegrepen, had men van al die poes pas af geweest. De Minister heeft het plan de boel spoedig normaal te laten loopen, dit wil zeggen de menschen den kost prijs te laten betalen. Ik geloof niet, dat van de ministerieële toezegging veel terecht zal komen, dank zij de burgervechtjassen en uitspanners. Wanneer de bakkers staken, weet ik niet hoe het moet gaan met de burgerij. Natuurlijk niet met die wat opsloegen maar met de groote meerderheid, die niets heeft. Ik betwijfel of de menschen het wel eens zullen zijn met de akelige maatregelen van de regeering en het hoofd der distributie in Velsen. Ik zal dadelijk een voorstel indienen om den prijs tot f 4.50 te verlagen en te overwegen of het mogelijk is met terugwer kende kracht, zooals in Amsterdam geschiedde. De VOORZITTER: Op 25 April heeft de raad besloten den prijs te verlagen tot f6.50; het denkbeeld, dat ik zooiets per soonlijk kan doen, is onjuist. Het hangt van de beslissing van den minister af. Opnieuw is daarna verlaging gevraagd. Toen het antwoord uitbleef is getelegrafeerd, daarop is een brief van den minister gekomen. Vervolgens is door den heer Vermeulen als loco-burgemeester telegrafisch gevraagd, waarop het ant woord kwam dat tot f6.50 verlaagd kon worden, maar niet minder. De bakkers hebben een organisatie, laaf men zich dus tot de regeering wenden. De heer SCHILLING: Ik begrijp niet dat die zaak zoo lang getraineerd heeft. De minister stond verlaging met f 2 toe twee van acht is zes, waarom is de prijs toen op f 6.50 gesteld? Is er wel voeling met de bakkers gehouden en eene winstmarge berekend Ik betwijfel dat. De toenmalige minister gaf bevoegd heid tot overleg met de bakkers, dat is hier niet geschied. De VOORZITTER: Ik ben niet zelfstandig tot verlaging be voegd. die moet door den minister worden beslist, In April is door den raad tot verlaging beslist, eerst nu is daarop antwoord gekomen. De heer VERMEULENEr is veel overleg gepleegd. Door de bakkers is genoegen genomen met f 6.50 om den gezellen f 3 meer te geven. Als men nu tot f 4.50 verlaagt komt dat verschil op rekening van de gemeente alleen, dat kost f 100 per dag of f 700 per week. De heer VOORENDe verlaging van den meelprijs is eene lange lijdensgeschiedenis, niet alleen in Velsen, doch in den geheelen lande. Aanvankelijk nam het verlies voor de bakkers niet zulke groote afmetingen aan, doch later kwamen die met het bruinbrood. In 1915 kon men normaal kolen krijgen. De minister heeft dadelijk een ander standpunt ingenomen door voor verschillende plaatsen andere prijzen vast te stellen. Op het bruinbrood moest te veel bijgelegd worden, zoodoende kon geen loonsverhooging worden gegeven. Later is de meel prijs tot f6.50 verlaagd, het eerst in Amsterdam, toen in den Haag, Rotterdam en Haarlem, met terugwerkende kracht tot Juli 1917. De bakkersgezellen kregen daar toen eene loonsver hooging, tot ontstemming in andere plaatsen. In Januari 1918 is eene groote meeting te Amsterdam gehouden in Bellevue, welke zoo druk bezocht was dat duizenden bleven buiten staan. Ook van het graanbureau en van den minister waren vertegenwoordigers aanwezig. Eene commissie werd aangewezen om een onderzoek in te stellen, dat is zeker voor Velsen nog niet afgeloopen. In April kwam de circulaire, dat de tot f8 verlaagde prijs met f 2 kon worden verminderd. De bakkers staken toen hier ook de koppen bijelkander met het gevolg dat overleg is ge komen en er besloten werd om te trachten te verkrijgen dat met terugwerkende kracht tot 16 Augustus 1917 verlaging van den prijs tot f 6.50 werd toegestaan. De minister vond goed tot fó.— De periodieke broodkaarten waren tot voor kort niet zoo lang als nu. Thans is men in vier weken één week loon meer kwijt, de kolenprijs liep hard in de hoogte, het hout kost zestig gulden per ton. Zoo moesten en moeten de bakkers werken. Het crediet komt in de penarie, men krijgt wel een week voorschot maar ik wil open kaart spelen het geld is weg. Het is met de anderen ook misschien net als met mij. De bakkers vragen nu maar de helft van het beschikbare meel omdat hun kapitaal op is. De bakkers plegen geen sabotage maar kunnen niet betalen, daarom gaat de staking morgen in. Als de minister maar meer voortgang gemaakt had, de bakkers kunnen nu niet meer. Ik geloof, dat de hoofdschuld in den Haag ligt. De heer Schilling toonde met cijfers de verliezen aan. Men kan nu niet zeggen, dat de bakkers halsstarrig zijn als ze nu het bedrijf stopzetten. Uit honderd kilo meel komt 137 kilo brood, de prijs is vastgezet per honderd kilo met een bruto marge van f 19.— Voor het bruinbrood ontvangt men f 18.Voor niemendal is het meel dus nog te duur. Nu vraagt men verlaging tot f 4.50 met loonsverhooging van f 3 voor de gezellen. Ook dezen staken morgen in overleg met hunne organisaties. In Egmond-Binnen is de prijs f 5.50, hier f 6.50, misschien is de levensstandaard daar hooger. Op verzoek van de bakkers hebben de gezellen besloten de staking ook twee dagen uit te stellen, dus op morgen gaat die in en is niet meer te herroepen. Uitgemaakt moet nu maar worden wie de schuld heeft, de minister of het Rijksgraanbureau, De kolen zijn slecht, we kunnen de vuren niet goed meer aanhouden en hout is veel te duur. Men wil niet meer bijleggen of leenenhet is geen dwingpartij, de gezellen staan schouder aan schouder met de patroons. De heer BRINK zegt te meenen, dat al tot verhooging der Ioonen van de gezellen besloten werd, toen de prijs werd ver laagd tot f 6.50 De heer VOOREN: De verlaging is door den minister pas goedgekeurd en er werd terugwerkende kracht aan verleend tot Maart. Het is niet billijk, dat de regeering ons opdroeg gel den uit te betalen en die nu niet terugbetaalt. Toen met de staking gedreigd werd, kwam pas antwoord. De heer BRINK Als ik goed gehoord heb, is het besluit in Mei genomen. Is toen eerst in September aan den Minister om goedkeuring verzocht? De VOORZITTER Neen, dadelijk. De heer BRINKDat onderwerp is ook in de levensmidde lencommissie geweest, daar werd tot inwilliging van het verzoek geadviseerd. Het is hier dus geen schuld van de gemeente. De heer SCHILLINGIk hoop dat de actie der bakkers navolging zal vinden in den lande. Naar ik geloof ligt de schuld niet hier in Velsen. Doch als wij eerder een besluit genomen hadden, zou de beslissing van den Minister wel gekomen zijn. Als Amsterdam daartoe besliste zal men de zekerheid wel heb ben gehad dat het geld zou worden terugbetaald. Wij moeten er toe overgaan tot verlaging te beslissen opdat we morgen niet zonder brood zitten. De heer VERMEULENIk wil er op wijzen dat hier in Vel sen alles gedaan is om de zaak ordelijk te behandelen. Toen U weg was, belde de heer Handgraaf mij op over de calculatie der bakkers. Ze zouden genoegen nemen met eene verlaging tot f 4.50 per honderd kilo, ik heb de rekening van den heer Handgr.aaf vóór mij gehad. We zonden toen onmiddellijk een telegram weg. Van den heer Vooren heb ik gehoord wat er te bakken is. Ik heb ge zegd f100 per dag zou het ons kosten, maar meen nu f118 per dag. Kunnen wij dat betalen Bij de regeering is zekere drang geweest om de gemeenten te laten medebetalen. Lang zamerhand is een afschuifsysteem ontstaan. Wanneer nu hier beslist wordt, dat de gemeente het geld bijlegt vindt de regeering dat best. Als de bakkers staken, laat ons dan morgen een tele gram aan den Minister zenden„de bakkers alhier staken". Ik wil de bezwaren van de bakkers niet gering achten. Als de cijfers juist zijn kunnen de bakkers het geld er niet bijleggen, maar wij kunnen het er ook niet bijleggen. Het zou ons nu f 43.000 per jaar kosten en als de regeering mededraagt slechts f 4.300. De heer NETSCHERHet zal U misschien verwonderen als ik het zeg, maar men moet nu eens niet vragen naar de finan tien doch rekening houden met de magen der menschen. We kunnen niet zonder brood. Ik weet nog niet hoe de motie van den heer Schilling luidt, maar Iaat ons zevenhonderd gulden voor één week vaststellen en inmiddels opnieuw bij de regeering aandringen op eene be slissing. De volgende week kunnen we dan wel opnieuw be slissen, maar we kunnen niet zonder brood. De heer SCHILLINGDe rekening van de coöperatie, die absoluut eene juiste boekhouding heeft, wil ik gaarne voorleggen. Vele bakkers hebben die boekhouding ook, maar niet allen. Deze rekening kan door een accountant worden onderzocht. (Spr. geeft nog eenige cijfers). Als nu blijkt, dat de prijs der grondstoffen tot f4.50 zou moeten worden gereduceerd, moet het kunnen onverschillig van waar het geld komt. Men moet niet vergeten, dat een hoop arbeiders zonder iets in huis zitten, als die drie dagen zonder brood zitten gaat het niet goed. Als ik in hetzelfde geval verkeer laat ik mij dat ook niet welgevallen. De heer VERMEULENDe heer Schilling komt tot het resul taat van een verlies van f 7. Als men het meel voor niets kreeg zou men nog te kort komen. Om alvast voor ééne week toe lage te geven kan ik wel goedkeuren. Indien het voor blijvend was, zou de regeering het zeker wel goed vinden. De heer VOOREN: Voor het eerst zie ik nu de cijfers van de Dageraad en bemerk nu in de vlugte, dat na September de brandstoffen zoo verbazend gestegen zijn, deze nekken in hoofd zaak de bakkers. Nu kan de raad vanavond besluiten om een crediet voor een week vast te stellen, maar ik ben wel bakker doch geen bakkersvereeniging. Ik weet dus niet wat die na deze vergadering zal beslissen. Of ze morgen wel aan het werk willen gaan zonder te weten of ze het in het beste vertrouwen aan het Rijk voorgeschotene zullen terug krijgen Ze moeten hun geld terug hebben, ze zitten in de schulden. Ze kunnen niet eens hun meel betalen. De protestvergadering in het vorig jaar zou de zaak al aan den minister voorleggen. De heer SCHUITENMAKER: Tot mijn schrik meen ik te moeten bemerken, dat de bakkers morgen misschien toch niet zullen bakken, terwijl de schuld bij de regeering ligt en de raad nu wellicht de motie Schilling aanneemt, daardoor zijn goede wil toonend. Als de bakkers dat aanbod niet aannemen zal de burgerij zich dit later herinneren. De heer VERMEULEN: Als de bakkers de overtuiging hebben dat het gemeentebestuur alles bij de regeering wil doen om de misere af te wenden, geloof ik dat de zaak niet zoo scherp zal komen te staan. Als van gemeentewege de redelijke weg be wandeld wordt, geloof ik dat de bakkers niet zullen tegenwerken. De heer BOSMAN verklaart het eens te zijn met den heer Vermeulen. De bakkers ageeren niet tegen den raad doch tegen de regeering. De VOORZITTER: De heer Schilling diende een motie in, doch wat doen we met een motie? We hebben geen bevoegd heid den prijs te verlagen. De heer VERMEULEN meent dat deze motie wordt gedekt door dit voorstel van den heer Nelscher. De VOORZITTER leest de motie voor. Deze luidt als volgt: De raad der gemeente Velsen, in vergadering bijeen op 3 December 1918; gehoord de besprekingen omtrent de meelprijzen voor de bakkers welke van dien aard zijn, dat de bakkers met verlies moeten werken althans geen winstmarge maken spreekt als zijne meening uit, dat de prijzen voor de grond stoffen tot het vervaardigen van bruinbrood, direct dienen te worden vastgesteld op f 4.50 per honderd K. G. en verder te overwegen of het mogelijk is, met 90 °/0 toeslag van het rijk, dit van terugwerkende kracht te doen zijn vanaf 1 Maart 1918. De heer SCHILLING Ik wil er aan toevoegen, dat met terug werkende kracht wordt bedoeld dat van gemeentewege onder zocht wordt of verlies geleden is. Dan zal de regeering wel over de brug komen en een toeslag van 90°/0 bijdragen. De VOORZITTER leest daarna het voorstel van den heer Netscher voor, hetwelk den volgenden inhoud heeft De Raad besluit voor den tijd van een week, aan de bakkers in de gemeente het verschil van den tegenwoordigen meelprijs tot f 4.50 per 100 K. G. te vergoeden. Ik ben geen deskundige in bakkerszaken en kan absoluut niet beoordeelen of hunne becijferingen juist zijn. We kunnen den toestand uitvoerig uiteenzetten doch ik meen dat de bakkers zich beter tot de regeering kunnen wenden. Ik ben het met den heer Schilling eens, het geeft veel misere. Maar het gaat niet tegen onze gemeente alleen, het is dus beter eene actie in den geheelen lande te voeren. Als de menschen morgen geen brood krijgen is dat gevaar lijk misschien met gevolgen, die de bakkers en wij niet gaarne willen. De heer VAN TUYLLU zegt dat de bakkers zich recht streeks tot de regeering moeten wenden, maar dat is niet juist. U als hoofd der gemeente is tusschenpersoon, indien de bakkers grieven hebben wenden ze zich natuurlijk tot U. Als ze naar de regeering gaan vraagt men daar naar Uwe meening. De VOORZITTERDie is bekend. De heer VERMEULEN: Ik wil niet spreken over de agitatie want ik kan mij voorstellen dat men na al het schrijven en wrijven nu het bedrijf stopzet en krasse maatregelen neemt. Ik geloof dat de bakkers na ons besluit ons wel een week willen helpen. Dan moet de zaak, maar eens toegelicht worden bij den minister en bij het Rijksbureau. Als Amsterdam de toeslag krijgt, moeten wij dien ook hebben. Ik ben dus voor het crediet. De heer BRINK: Als het gemeentebestuur heengaat geloof ik dat het beste is vertegenwoordigers van de bakkers mede te nemen. De heer VERMEULEN: Neen, die komen voor hun eigen belang en wij voor die van de gemeente. De heer VOOREN: Wat de cijfers betreft, in den Haag is eene zelfde actie gevoerd. Daar is besloten eene commissie te benoemen, bestaande uit een regeeringspersoon, een bakker en een gezel. Van de regeering was toen de tegenwoordige minister aangewezen. Met hun drieën kwamen ze tot de conclusie, dat er geld bij moest als de prijs niet tot f 4.50 teruggebracht werd. Het standpunt was, dat de wittebroodeters het verlies op het bruinbrood moesten betalen. We kwamen tot dezelfde cijfers als de Dageraad, dus die zijn juist. De heer Schuitenmaker heeft mij verkeerd begrepen, ik ben wel bakker maar niet de vereeniging. De kwestie is niet over één week verlaging tot f 4.50, maar de terugwerkende kracht tot 30 Maart 1918. Als de raad op zich neemt dat te doen wat de regeering moest doen, zal de staking worden op geheven. Anders niet. De heer BRINK Eén vraag nog aan de heer Vooren, is U van meening dat de raad moet betalen wat voor rekening van regeering is Dan wil ik er nog eens over slapen. Men heeft ook wel klachten over de bakkers, men moet ons dus niet het mes op den keel zetten. De heer VERMEULEN vraagt er nu af te laten wat niet tot de zaak kan dienen. De heer SCHILLING trekt zijne motie in, waarna het voor stel van den heer Netscher zonder hoofdelijke stemming wordt aangenomen. Om tien uur wordt de vergadering verdaagd tot Dinsdag 10 December des avonds 7'/2 uur. v-yv y mV;VuV VISITEKAARTE

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1918 | | pagina 4