ORGAAN VOOR DE GEMEENTE VELSEN No. 340. Woensdag 12 Februari 1919. 4e Jaargang Officiëel. Centrale keuken VELSEN. II inu. Maandag 17 Febr. Snijboonen Woensdag 19 Febr.Koolrapen Zaterdag 22 Febr.Groentensoep 15 «ent per 'portie. In de snijboonen en koolrapen zal ook boter worden verwerkt. De verkoop der bons geschiedt: Maandag voor Woensdag. Woensdag voor Zaterdag. Vrijdag voor Maandag Levensmiddelenbedrijf Velsen Gedurende de week van Vrijdag 14 Febr. tot en met Donderdag 20 Febr. is verkrijgbaar opbon No.459 V, pond Regeeringsvisch. 460 1 Kgr. Uien 10 ct. per K.gr. 461 7$ pond suiker. 462 3 ons Capucjjners 54 ct. per K.G. 463 U/s ons oude Ed. kaas 16 ct. per ons. 464 1 ons Rijst. 465 1 pakje puddingpoeder a 14 7, ct. 466 2 ons huishoudjam. 241_17» K.G. Kleiaardappelen, h B ct. 242 27, K.G. Veenaardappelen, 57, ct. Op de Melkkaart v na. ben C 1 blauw t.m. bon C 7 blauw 7io L- Melk h 2 cent: v.m. bon C 1 Rood t.m. bon C 7 Rood Vi« L. Taptemelk of Karne melk a 771 cent per Liter, bon C 43 Rood 7» K-G- geconden seerde Taptemelk a 80 cent. Zoolang de' voorraad strekt. Thee- en Koffiekaart bon 47 is geldig van 16 t.m. 23 Febr. voor 7» ons Koffie. Boter- en vetkaart bon 3, 3e tijd vak is geldig van lOFeb.tm, 18 Feb. met bijlevering van bon 458 uit het bonboekje. Broodkaart 86e week is geldig van 15 Febr. t.m. 23 Febr. A igemeene Bekendmaking. Inneming van Rijkswapenen van verlofgangers. 1. Ingevolge aanschrijving van den Minister van Oorlog van 31 Jan. 1919, IV Af I. Lett. IJ lömoeten de verlofgangers van de militie, de landweer, den landstorm en van het reservepersoneeJ, rijkswapenen onder hunne berusting hebbende, df-ze wapenen inleveren. 2. De rijkswapenen met toebe- hoorec, welka moeten worden inge leverd, zijn geweer, karabijn, bajonet, bajonet schede en -drager, geweerriem, monddeksel, karabijnriem, rijks- revoiver met foudraal, voor zoover genoemde voorwerpen tot de uit rusting van den verlofganger be- hoorende koipoiaals en minderen moeten ook de overige tot hunne uitrusting behoorende blanke wa penen inleveren. 3. De inlevering heeft plaats ten overstaan van de militaire overheid in tet gymnastieklokaal van school H t6 V eiseroord op de volgende dagen en uren le. voor de verlofgangers van de militie op Maandag 17 Februari a.s. van des voormiddags 9—12 uur voor hen wier namen aanvangen mot de letters A tot en met L en van des namiddags 2—4 uur voor hen wier namen aanvangen met de letters M tot en met Z. 2o. voor do verlofgangers van de Landweer, den Landstorm en het Reservepersoneel, op Dinsdag 18 Februari a.s. des voormiddags van 9—12 uur voor hen wier namen aanvangen met de letters A t/m L an van des namiddags 2 4 uur voor hen wier namefi aanvangen met de letters M t/m Z. 4. De verlofgangers zijn verplicht behoudens ernstige verhindering op de aangegeven tijdstippen hunne wapenen in te leveren en zullen, zoo mogelijk, daarbij hun zak boekje mede brengen. De in levering kan desgewenscht in bur- gerkleeding geschieden. 5. Zij, die op bovengenoemde dagen hunne wapens niet inleveren, zullen in een garnizoen onder de wapenen worden geroepen, omdat alsnog te doen. Blijkt daarbij, dat zij, zonder geldige reden, geen ge volg geven aan de algemeenen op roep, dan zullen zij worden gestraft en gedurende dien straftijd in dienst worden gehouden. 6. Aangezien het ten strengste verboden is, rijksraunitie in het bezit te hebben, moeten zij, die in het bezit daarvau mochten zijn, die munit e op bovenstaande tijdstippen mede inleveren. Nalatigheid in deze stelt hen aan zeer strenge bestraf- fiog bloot. Veisen, 10 Febr. 1919. De burgemeester van Velsen, H. VER LOREN VAN THEMAAT. Van den Wachttoren. Meerderen en minderen. Meerderen en minderen zien ge woonlijk in elkander vijanden, tegen over wien men voordurend op zijn hoede moet zijn. Zij geven zich gewoonlijk niet zooals ze zijn. De meerdere is vooral beducht, dat zijn meerderheid schade zal loopeD de mindere moet beleefd en gehoor zaam zijn, maar in zijn hart is hij doorloopend knorrig en opstandig tegen de meerderen. Vooral in het leger laat de verhoudiDg tusschen meerderen en minderen te wenschen over. De officieren klagen over de jongens en hun verkeerden geest en do soldaten raken niet uitge praat over de dienstklopper!) en willekeur der officieren. Kolonel Fabius heeft voor een vergadering in den Haag, bijgewoond door vijf ministers, vele hoofdoffi cieren en ambtenaren over de her vorming van .het leger gesproken. Hij gelooft niet aan den volkercn- vrede, is overtuigd, dat het leger er ook in de toekomst zal blijven en dat de oorlog evenals een storm op zijn tijd terugkomt. Hij voor spelde daarom het uitbreken van een grootoa oorlog in 1947. In het Duitsche volk zijn toch urkrachten waardoor het over 10 jaar niet meer zoo deemoedig zal zijn als nu. Niemand wil een oorlog, is daarvan voorstander, maar de zelf zucht leidt telkens weer tot oor logen. Een volkerenbond kan dit niet keeren, want deze berust op tractaten en waarom zuilen die in de toekomst van meer kracht zijn, dan ze tot dusver zijn gewees' Kolonel Fabius is het dan ook niet eens met hen, die de beste legerher- vormirg de legerafschaffing vinden. Hij acht echter voor de kracht van het leger niet alleen een goede be- wapetiog maar ook een goeden geest noodzakelijk. Hij wees een aantal tekortkomingen der meer deren in hun gedrag tegenover de min dereu aan. De officieren zien to wei nig in, dat do milicien van tegenwoor dig een ander wezen is dan die van dertig jaar geledeD. De voorschriften zijn goed. De mindere moet met zachtheid en mensch Levendheid worden behandeldhet gezag moet vaderlijk zijn. Doch de officieren kennen gewoonweg de manschappen niet; ze kven niet met hen mee en bezitten daardoor ook hun ver trouwen niet. Tegen het antimilitairisme plaatst men schildwachten voor de ver gaderzalen, opdat er geon soldaten binnen zullen gaan. Beter is het echter, dat de officieren dergelijke vergaderingen bezoeken en het anti- miiitarisme bestrijden. Men be- schouwe en behandele den milicien niet als een huurling, die voor wat geld gekocht is. Da milicien wordt voor een hoog doel, het vaderland afgestaan en de officieren hebben groote verplichting jegens hem. Hij mo8t niet als een Sinterklaaspabje van de eene hand in de andere hand gegeven worden, maar de kapitein moet zich in verbinding stellen met de ouders en hen over hun jongen op de hoogte houden, Vooral de jonge officier moet zijn eigön persoon wegdenken en steeds inzien, dat de hem betoonde eerbied zij a rang maar niet zijn persoon geldt, De band tusschen meerderen en minderen kan niet gelegd worden, als de officier zoo gauw mogelijk de kazerne verlaat, wanneer de exercities atgeloopen zijn. De offi cieren moet6a geen sigaar opsteken als aan de minderen het rooken verboden is. De tucht lijdt geen schade door volledig rechtsherstel. Men moet den mindere gelijk geven, als hij gelijk heeft. Ook mag een mindere nooit meer straf opgelegd worden, dan hij voor het feit, dat hij bedreef, verdient. Het is beter honderdmaal niet te straffen dan eenmaal onschuldig. Ook de man uit het volk voelt onrecht diep en vergeet dit niet. Bij critiek op meer deren zoeken déze naar het korreltje goud, dat daarin wellicht verborgen zit. Deze gedaehte sprak kolonel Fabius uit en ze ademen zeker een anderen geest, dan menige officier tegenover zijn minderen betracht. Het verblijf in de kazerne en de heele militaire dienst zou zeker veel dragelijker zijn en fr zouden veel minder onaangenaamheden voor komen, indien alle meerderen door dien geest bezield waren. Met opgewektheid en toewijding zullen echter de meeste soldaten ook dan niet dienen. Ze hebben immers het gevoel, dat ze doelloos of voor een slecht doel uit het burgerleven gehaald zijo. Ze be schouwen hun diecsstijd als een verloren deel van hun leven. Ze zijn zich niet bewust van heilige verplichtingen, door hen met de uniform op zich genomen. Achter dit alles kan gebrek aan gemeen schapszin schuilen, maar ook een edeler gevoel, afkeer van den oorlog en alles, wat daarmee samengaat. Met hart en ziel zullen maar weinigen soldaat wordendat maakt ook de beste reorganisatie van het leger niet van hen. Het zelfbeschikkingsrecht voor buitenlandsch gebruik. Wanneer alle staten, die thans te Versailles de lakens uitdeelen, eens ernst maakten met het zelf beschikkingsrecht, zou de wereld er dra geheel anders uitzien. Zoo heerscht Engeland nog steeds over de vroegere Z,-Afr. boerenrepu blieken, waaraan zelfstandigheid verleend zou moeten worden naar dat recht. De verschillende staten, die de Z.-Afr. Unie onder Engelsche vlag vormen, hebben met geld eD met mannen Engeland in den oorlog bijgestaan. Thans echter eischen de Hollandsehe Afrikanen, de oor spronkelijke bevolking van Trans vaal en Oranje-Vrijstaat herstel. Ze zijn indertijd geannexeerd door Engeland en wenschen thans weer zichzelf te zija. De eerste minister der Unie, Botha, blijft een dubbel- zinnigen rol spelen. Hij is afge vaardigd naar Versailles, maar wil van een herstel der republieken niet weten. Eens vocht hij tegen de Engelsche vlag, nu houdt hfl haar hoog. Engeland is van plan, de Z.-Afr. Unie alleen voor Britsehe emigranten open te stellen; werk- loozen en oudgedienden zullen daar slaan. het Engelsche element moeten versterken. Het heet, dat niet minder dan 100000 militaire teringlijders naar Z -Afr. zullen vertrekken. Voor hen is het gezonde, droge klimaat zeer gunstig, maar de bevolkiDg vreest, dat hun land zoo tot een haard gemaakt wordt „vir die tering pes". De nationalisten, die streven naar een vrijj en eigen vaderland hebben besloten afgevaar digden naar Versailles te zenden, om daar een beroep te doen voor hun volk op het zeir beschikkings recht. Engeland kan moeilijk zeg gen, dat dit recht voor binnenlandsch gebruik niet deugt; het schijnt nu deze afgevaardigden, waartoe De Wet behoort, te zullen weren, door passen te weigeren. Ts Versailles moeten de grond slagen eener nieuwe wereld worden gelegddie nieuwe wereld dreigt echter veel op de oude te zullen gelijken, want men praat wel veel over een nieuwen stijl, maar bouwt toch weer op de oude wijze. De sshtju en het wezen kloppen niet met elkanderin den strijd tusschen recht en het eigen belang zal de laatste macht wel de sterkste blij ken. Gemeenteraad. Vergadering op Dinsdag 11 Feb.1919. Voorzitter de Burgemeester. Aanwez'g alle leden. Twee vacatures. De Voorzitter doet mededeeling van de ingekomen stukken. Eene mededeeling van den Com mandant van de Stelling Amsterdam, dat de inkwartiering te IJmuiden niet kan worden opgeheven Als voren van den directeur van het Provinciaal Electriciteitsbedrijf vau Noordholland dat de straatver lichting in de afdeeling Santpoort en Jan Gijsenvaart met ingang van 22 Jan. jl. tot 12 uur blijft branden; Een klacht van L. Dijker te Vel sen over het gedrag van den tij de- lijken technissh-ambtenaar bij open bare werken P. J. de Clippel als huurder van de woning Wijkerstraat- weg no. 86 Een verzoek van de afdeeling Velsen van den Ned. bond van werklieden in openbare diensten en bediijven om verstrekking van een paar schoenen voer het jaar 1918 aan den plantsoenarbeider B. Ver hoef; Een adres van J. Bos en A. de Wit resp. directeur der gemeente waterleiding en directeur van het gemeentelijk gasbedrijf, omtrent de regeling hunner bezoldiging. Betreffende de klacht van den heer Dijker zegt de heer Netscher geen bezwaar te hebben om deze voor kennisgeving aan te nemen, doch spreker vindt het toch vreemd dat hier buitenlanders in dienst worden genomen, terwijl.zooveel Hollanders zonder werk loopen. Wat dezen ambtenaar betreft, spreker is van meening dat een onderzoek naar zijn geestelijke ver mogens had dienen te worden inge steld en vindt het ongewenseht dat hij in dienst der gemeente bljjft. De heer Bosman is ook van deze meening. De hear Vermeulen zegt dat B. en W. deze klachten moeten on derschrjjven. Maar 't gaat niet aan een ambtenaar om 't geen hij in zijn vrijen tijd doet, dadelijk te ont slaan. B. en W. hebben den man ernstig gewaarschuwd zich beter te gedragen. De heer Schilling zegt dat iedereen bang voor hem is, ook de andere ambtenaren. Spreker ge looft ook dat het beter is dezen persoon los te laten. De heer Brink vindt het optre den ook onaangenaam, doch het gaat niet aan hem daarom te ont- Het voorstel van B. en W. om de klacht voor kennisgeving aan te ne men wordt aangenomen met 11—3 stemmen. Tegen de heeren Schui tenmaker, Bosman en Uijtendaa], De heer Netscher zegt dat de Commissie voor Werkverschaffing verzoekt om hoornen te mogen kap pen. Spreker ondersteunt dit verzoek ten zeerste. Vroeger waren er reeds twee voorstellen tot werkverschaf fing, nl. het pad langs het Noord zeekanaal en egaliseeren van het speelterrein. Tot dusver is daar echter niets van vernomen. Er zjjn nu echter veel werkloozen, bij de arbeidsbeurs zijn er 280 ingeschre ven. Er is ook braDdstcffennood. Spreker heeft vernomen dat de heer Delcourt hoornen beschikbaar stelt. Laat men spoed met deze zaak maken. De Voorzitter zegt dit toe. De heer Vermeulen zegt dat men met het pad lafigs het Kanaal dadelijk beginnen kan. Over het speelterrein is langdurig gecorre spondeerd en nog geen beslissing. Wij kunnen nog eens telegrafeeren. De heer Handgraaf stelt voor den Dood- of Nieuwe weg op te knappen. De heer Vermeulen wil dit eerst nog eens onderzoeken. Da Voorzitter zegt dat de Fin. Commissie bericht zond, dat hij nog geen advies over het rapport der salaris-commissie kon uitbren gen. Waar ook B. en W. nog advies moeten uitbrengen, stellen zij voor dit punt aan te houden. De heer Blom kan zich daar mede verc enigen, doch wil dan de salarisregeling der onderwijzers daaruit lichten en die hedenavond behandelen. De Voorzitter is daartegen. Men kent het advies van B. en W. nog niet. De heer B 0 s m a n wil het rapport wol behandelen. Als men aanhou den wil, dan ook de onderwijzers, omdat we hiervoor een rijksregeling krijgen. De heer Netscher zegt, dat in de Fin. Commissie nog niet over de ambtenaarssalarissen gesproken is. Doch als men aanhouden wil, dan geldt hier gelijke monniken, gelijke kappen. De héér Vermeulen wil de zaak ook seriecs behandelen. Dit voorstel kost f80.000, wat gekapi taliseerd beteekent, dat de gemeente een schuld van anderhalf m .lioen gulden op zich neemt. De onder wijzers zullen zeker niet te kort komen. De heer Schuitenmaker betreurt, dat B, en W. zoo weinig opschieten met deze zaak. Laten wjj de onderwijzerssalarissen nu behandelen, een volgende maal kun nen B. en W. nog wel niet klaar zijn. De heer Landeweerd zegt, dat de salarisverhooging der onder wijzers een zaak van propagandis tische strekking is. Wjj kunnen de salarissen verhoogen, maar volgens de wet de Visser zullen deze na 1 Januari 1919 geen rechtskracht hebben. Wij spreken met de ver- hooging uit onze meening, dat dit den onderwijzers toekomt. De heer Vermeulen zegt,dat de raad geen propagandistisch karak ter heeft. Als wij hooger gaan dan de wet de Visser, snijdt dit aan den eenen kant den Minister, maar ook ons, omdat de ambtenaren met de door ons gestelde verhooging rekening zullen houden. De Voorzitter vindt deze wjjze van doen ook ongezond. Als wij een rijksregeling krjjgen, moe ten wij daar niet boven gaan en zeker niet om de propaganda der onderwijzers tegenover de regeering te steunen. Dat is niet in 't belang der ge meente. IJMUIDER COURANT

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1919 | | pagina 1