OFFICIEEL RAADSVERSLAG GRATIS bijvoegsel v|d IJMUIDER COURANT der gemeente VELSEN. 7e Zitting 1919. RAADSVERGADERING OP DINSDAG 4 MAART 1919, DES AVONDS VU UUR TEN STADHUIZE. Voorzitter Mr. Dr. H. Ver Loren van Themaat, Burgemeester. Aanwezig de heerenF. P. vermeulen en W. landeweerd, wethouders; R. Brink, B. G. Schuitenmaker, W. Blom, F. c. J. Netscher, J. Hoogeland, P. Bosman, J. Sluiters, J. P. Handgraaf, D. F. G. Schilling, J. A. Dalmeijer, H. Vooren J. van der Steen en M. Uytendaal. Twee vacaturen. 1. INGEKOMEN STUKKEN EN MEDEDEELINGEN. Ingekomen zijn de volgende stukken a. brieven van Gedeputeerde Staten betreffende ter goed keuring ingezonden raadsbesluiten Voor kennisgeving aangenomen. b. berichten der aanneming en niet-aanneming van benoe mingen Als voren. c. als voren van het Kon. Nationaal Steuncomité en van de vereeniging van Nederlandsche Gemeenten inzake bijdrage in de steunverleening aan gedemobiliseerden Als voren. d. een adres van de vereeniging van ambtenaren in dienst der gemeente Velsen, afdeeling van het Nationaal Verbond van gemeente-ambtenaren in Nederland, om invoering van den vrijen Zaterdagmiddag In handen van Burgemeester en Wethouders om prae-advies. e. als voren van de afdeeling Velsen van den Nederland- schen Bond van werklieden in openbare diensten en be drijven inzake het verleenen van terugwerkende kracht aan de periodieke verhoogingen van sommige werklieden Alsvoren. een schrijven van het bestuur van den gemeentelijken woningraad, waarbij wordt verzocht, bij de berekening van den erfpachtscanon de kosten van bestrating en rioleering vast te stellen naar de prijzen van 1914; Als voren. g. een advies van hetzelfde bestuur, om gunstig te beschikken op het verzoek van de opzichters bij den woningbouw inzake toekenning van een duurtetoeslag Als voren. h. als voren van de commissie voor gas en water inzake beheer van het eventueel te stichten gemeentelijk electri- citeitsbedrijf Burgemeester en Wethouders deelen mede dat zij hét niet gewenscht achten van den gemeenteraad thans eene beginsel verklaring te vragen ten aanzien van het beheer van het even- ueei te stichten electriciteitsbedrijf. Zonder hoofdelijke stemming vereenigt de raad zich met die zienswijze. een verzoek van M. Vader om eervol ontslag als leeraar aan de burgeravondschool ingaande 1 April 1019. Zonder hoofdelijke stemming wordt het gevraagd ontslag verleend. j. een adres van G. Vreeman, aannemer van de Patrimonium huizen inzake de uitbetaling der termijnen. In handen van Burgemeester en Wethouders om prae-advies. k. een schrijven van de leden D. F. C. Schilling, F. C. J. Netscher en J. P. Handgraaf van den volgenden inhoud: Ondergeteekenden, leden van Uwen raad, verzoeken beleefd in de raadszitting van hedenavond de volgende vraag te mogen stellen: „Zijn er reeds woningen van de woningbouwvereni ging „Velsen" te Wijkeroog en IJmuiden gereed tot be woning en zoo ja, kunnen Burgemeester en Wethouders dan mededeelen waarom niet tot bewoning wordt over gegaan." De beantwoording van deze vraag wordt tot aan het einde :r agenda verschoven. MEDEDEELINGEN. Burgemeester en Wethouders deelen den gemeenteraad mede a. dat blijkens de bij de stukken gevoegde bescheiden, maatregelen zijn genomen ter voorkoming van vlektyphus in deze gemeente, waarvan de kosten zijn begroot op f 100.— per week. De heer BRINK vraagt welke maatregelen zijn getroffen. De VOORZITTER antwoordt, dat op de scholen de kinderen met luizen ontsmet zijn en verder allen, die onder verdenking staan besmetting op te leveren, gereinigd en ontsmet worden in de Rijksziekenbarak. De heer VERMEULEN: Ter zijner tijd zullen we om een be paald crediet komen, nu moest worden aangepakt zonder dat we wisten hoeveel het kostte. De VOORZITTERWe kregen een schrijven van den heer Verzijlberg, die een onderhoud had met drie leden van de ge zondheidscommissie. Deze deed het voorstel de schoolkinderen te ontsmetten en toezicht op de volkslogementen te houden, waarvoor eene zuster moest worden aangesteld, omdat men moest rekenen met de waarschijnlijkheid, dat peisonen in obser vatie moesten worden genomen. De kosten werden op honderd gulden per week begroot. Verder kan ik mededeelen, dat we Duitsche barakken kunnen krijgen tegen 3500 gulden per stuk. Den directeur van Open bare Werken hebben we naar Wolfheze en Hattem gezonden om ze te keuren. Het beste is eens een paar van deze barakken aan te schaffen, waarom we den'raad daartoe machtiging vragen. De heer BOSMAN wil wachten tot men weet hoe deze barak ken zijn. Is het mogelijk, dat de burgemeester in overleg treedt met het Departement van Oorlog? Er zijn hier reeds barakken leeg, één is al aan het Roode Kruis gegeven voor hospitaal. De VOORZITTER zegt toe, dat ook wel te willen probeeren. De heer SCHILLING: Dan mag men wel opletten, dat de verwekkers van de vlektyphus niet met de barakken medekomen. Naar ik hoor worden alle kinderen onderzocht, geschiedt dat ook op school A? De VOORZITTER antwoordt bevestigend. De heer SCHUITENMAKER: Er is alles voor Uw voorstel te zeggen. De oorlog is weliswaar over doch we kunnen wel weer epidemie's verwachten. Wat de heer Bosman voorstelde is heel goed te informeeren doch we kunnen ook uw plan over wegen. Willen B. en W. de barakken bij aankoop eenigszins gezellig inrichten? Zonder hoofdelijke stemming krijgen Burgemeester en Wet houders machtiging twee barakken aan te schaffen als ze goed zijn. b. dat ter uitvoering van art. 24a der Algemeene Politiever ordening, vastgesteld den 28 Januari j.l. nachtlijsten voor de registratie van logeergasten zullen worden ingevoerd. De uitgaaf daarvoor komt ten laste van volgno. 124 der be grooting voor 1919, „kosten van het secretariaat van po litie en verdere politie- en justitieuitgaven". Bedoelde post zal hierdoor vermoedelijk worden over schreden. De heer BRINK vraagt welke bedoeling deze kwestie over het logies heeft. De VOORZITTER het betreft eene rijksregeling inzake het toezicht op de vreemdelingen. De heer BOSMAN vraagt hoe er nu verschil van meening kan bestaan tusschen den commissaris en het secretarie over de boeking der kosten, de wet wijst dat toch aan. De VOORZITTER: De zaak is deze, dat de commissaris ge looft dat de kosten onder de secretarieuitgaven behooren en wij meenen dat die bij de politieuitgaven behooren. Zonder hoofdelijke stemming vereenigt de raad zich met de zienswijze van het college. c. dat Mr. Dr. W. P. Vis, advocaat en procureur te Haarlem zich op uitnoodiging van hun college bereid heeft ver klaard, de gemeente ir voorkomende gevallen van advies te dienen. d. dat bij de stukken is gevoegd een afschrift van het Kon. Besluit van 16 Januari 1919 no. 55, waarbij het aan de gemeente Velsen ingevolge Koninklijk Besluit van 19 Juni 1917 no. 34 verleende voorschot uit 's Rijks kas nader wordt bepaald op ƒ1,615.000, teneinde deze gemeente in staat te stellen een voorschot van gelijk bedrag te ver leenen aan de Roomsch Katholieke Woningbouwvereni ging in de gemeente Velsen ten behoeve van de stichting van arbeiderswoningen alhier. Hieraan kan nog worden ontleend: 1. dat inplaats van 303, thans 306 woningen zullen worden gebouwd 2. dat de buitengewone rentevoetbijdrage zal zijn hoogstens 2422,50; 3 dat de buitengewone materiaalprijzenbijdrage ten hoogste ƒ25656.18 zal bedragen. Als voren. e. dat voor het inhalen van den achterstand bij de admini stratie van het bedrijf openbare werken als gevolg van ziekte van personeel, zullen worden aangesteld voor den tijd van 3 maanden twee tijdelijke schrijvers tegen eene maximum-belooning van f 80.per maand met 8°/0 duur tetoeslag, te betalen uit den post „jaarwedden" van de bedrijfsbegrootlng dienst 1918, waarop nog beschikbaar is een bedrag van 550.— De heer BOSMAN vraagt of het al bekend is hoe lang de tijdelijke werkkrachten zullen blijven. De VOORZITTER. Zeer kort want we zijn gehouden aan den begrootingspost. Als die bereikt is moeten we ontslaan. De heer VERMEULEN: Deze tijdelijke werkkrachten zijn genomen om het boekjaar 1918 bij te werken. Het nieuwe werk van 1919 zijn we met eigen krachten begonnen, Als dus het werk van 1918 afgewerkt is, worden de menschen ontslagen. Op de begrooting van 1918 is overgehouden doordat de vroeger goedgekeurde tijdelijke werkkracht later dan bedoeld in dienst trad. Voor kennisgeving aangenomen. f. dat in gemeenteblad no. 34 van 1919 is opgenomen de nieuwe loonregeling voor de werklieden. g. dat een verzoek van den Bond van gedemobiliseerden is ingekomen om werkverschaffing, De heer BRINK vraagt welke stappen Burgemeester en Wet houders zullen doen. De VOORZITTER: het adres in handen der raadscommissie siellen. Het is U bekend, dat deze zich bezig houdt met het hakken der boomen en het maken van een rijwielpad. De heer SCHILLING: ik wil ook wat zeggen over dit adres omdat anders wellicht verwachtingen worden gewekt, die niet bewaarheid kunnen worden. De menschen vragen productieve arbeid, doch van de kosten daarvoor krijgen we niets van het steuncomité terug. Ik ben dus huiverig voor inwilliging van het verzoek tenzij wij 75% van het Koninklijk Nationaal Steuncomité terugkrijgen. Indertijd heb ben we veel moeite gehad om 75% te krijgen toen er hout gehakt werd, omdat dit productieve arbeid genoemd werd. De ervarin gen met de werkverschaffing zijn van dien aard, dat de kosten geheel op de gemeente drukken. Er kan dus van inwilliging niet veel komen. Ik voel veel voor de menschen doch meen daarop te moeten wijzen. Het adres is trouwens niet geheel juist, waarin gesproken wordt van werkeloosheid door den dienstplicht. Ze hebben juist werk gekregen door den dienstplicht terwijl andere collega's werkeloos liepen. We hebben weer last met het Koninklijk Nationaal Steuncomi té; men schijnt in den Haag te denken dat men hier met oplich ters te doen heeftIk hoop dat men in den Haag beter inzicht zou hebben in den zaak. In verschillende gemeenten wordt de steun verhoogd maar hier eerder verlaagd. Ik verzoek het gemeentebestuur daartegen stelling te nemen om den gedemobiliseerden steun te verleenen. Dat is voor hen geen schande, de oorlog is daarvan de schuld. De VOORZITTERWe hebben alle moeite gedaan om eene bijdrage te krijgen voor den speeltuin; we kregen echter de toezegging dat 75% gegeven zou worden van het verschil in kosten, die we nu maakten en die volgens eene eventueele aan besteding. De heer NETSCHER: Mag ik even mededeelen dat de wer keloosheid vermeerdert, in de afgeloopen week is het aantal tot 300 gestegen. In handen van Burgemeester en Wethouders om prae-advies. 2. BEHANDELING VAN HET RAPPORT DER SALARIS COMMISSIE EN VAN VERSCHILLENDE ADRESSEN EN VOORSTELLEN BETREFFENDE DE REGELING DER BEZOLDIGING VAN DE AMBTENAREN. De VOORZITTER: Het standpunt van Burgemeester en Wet houders is, dat we meenden dat het salaris als door de com missie voorgesteld te hoog was. We gelooven dat een arbeider zijn loon waard is, dus ook een ambtenaar, maar we meenden niet hooger te mogen gaan dan een ambtenaar werkelijk waard is. We verkeeren hier in eene ongunstige finantieele positie^ We deden daarom een tusschenvoorstel en hebben zoo goed mogelijk getracht de salarissen bij de politie in vergelijking met anderen te brengen. Bij de onderwijzers stelden wij voor de salarisregeling vol gens het ontwerp-de Visser te volgen. Hierdoor komen de kos ten geheel voor rekening van het Rijk. Volgens de meerderheid uit het college zijn de eindsalarissen voor de gehuwden ver slechterd. Dit is onze principieele kwestie: Vasthouden opdat het Rijk alles betaalt. De actie van de onderwijzers moet dus gaan tegen de rijksregeling. We meenden eerst het voorstel te moeten aan houden doch achten nu aansluiting aan de wet-de Visser beter. De heer SCHUITENMAKER: Hebben Burgemeester en Wet houders de 50% toeslag op alle salarissen van het Rijk in oogen- schouw genomen? Ik heb gelezen, dat het Rijk 50% op de salarissen van 1918 wil toeleggen met een minimum van f 400 en een maximum van f 1000,— De VOORZITTER: Dat is alleen voor de rijksambtenaren. De heer SCHUITENMAKER: Het Rijk erkent dat 50ver hooging absoluut noodig is, dan mogen wij voor onze ambte naren niet achterblijven. De VOORZITTER: We hebben al eens verhoogd. De heer SCHUITENMAKER: Dat deden wij ook, de salaris- regeling-Stork kan daarbij buiten beschouwing blijven. Waar Burgemeester en Wethouders beneden de voorstellen van de salariscommissie gaan, houd ik mij het recht voor be houdens enkele uitzonderingen voor de voorstellen der salaris commissie te stemmen. De heer VERMEULEN; Burgemeester en Wethouders konden zich moeilijk stellen op het standpunt van den heer Schuitenmaker want het Rijk was altijd een stuk achter bij de gemeenten. Om die redenen solliciteeren in den laatsten tijd vele rijksambtenaren naar gemeentebetrekkingen. De heer BRINK: Het college keek bij de onderwijzerssalarissen toch wel naar wat het Rijk deed. Dezen hebben aan het ontwerp- de Visser nietsde Kamer kan daarin nog wijziging brengen en dan moeten ook wij weer veranderen. Ik geloof dat de meerderheid uit den raad meent de salarissen te moeten vaststellen onafscheidelijk van het wetsontwerp. Zij kan daarmede een voorbeeld voor andere gemeenten en het Rijk stellen. Met het voorstel van Burgemeester en Wethouders kan ik mij dus niet vereenigingen, wel behoudens enkele uitzon deringen met dat der salariscommissie. Ook niet met het voorstel van Burgemeester en Wethouders inzake de ambtenaren. Ik voel veel voor het verzoek van den ambtenaarsbond doch durf er niet aan omdat de arbeiders (het grootste contingent der burgerij) de kosten moeten opbrengen. Later zal ik dus bij gunstiger omstandigheden daarop terugkomen. Enkele kleine voorstellen heb ik gehandhaafd voor zoover de commissie die niet behandelde, maar in het algemeen kan ik mij neerleggen bij de voorstellen der salariscommissie, De heer BOSMAN: Voor de salariscommissie was het lang geen gemakkelijke taak om met voorstellen te komen, De raad sprak zich uit voor grondige verbetering der salarissen van de ambtenaren en onderwijzers doch we moesten rekening houden met den financieelen toestand onzer gemeente. Ik heb den indruk gekregen d it de ambtenaren tijdens de behandeling adresseerden om nog meer verbetering te krijgenik wil er voor waarschuwen dat deze adressen wel eens niet serieus door den raad kunnen worden opgenomen. In hooger rangen scheelde het soms 400 gulden, dat gaat mij te,ver. Behoudens kleine aanvullingen en verbeteringen is er geen critiek op de voorstellen der commissie uit den raad gekomen. Die van Burgemeester en Wethouders vallen mij niet tegen omdat ze niet zooveel schelen. Wat de heer Schuitenmaker zegt over de 50% is mijn inziens zeer goed beantwoord door den heer Vermeulen. Het Rijk komt altijd achteraan, De heer SCHILLING Wat de salarieerlng van de politie aangaat, m. i. is er een tegenstrijdigheid in het voorstel op blz. 5 omtrent het medetellen der dienstjaren terwijl men die in art. 3 op blz. 7 niet wil medetellen voor de hoofdagenten. Ik wensch op te merken dat de agenten van den opsporingsdienst en de bij zondere diensten gewone agenten zijn, het schijnt dat men nu weer een tusschenrang wil scheppen. De verschillende bepalin gen zijn tegenstrijdig voor hoofdagenten en veldwachters. Een agent met twee jaren dienst komt meteen op het maximum als hij agent voor bijzondere diensten wordt. Indien men de dienstjaren voor hoofdagenten niet medetelt dan moet men dat ook niet doen voor agenten van den bijzonderen dienst. Als de veldwachters hoofdagent worden zou ik het toejuichen als hun vorige diensttijd medetelt. Ze waren reeds lang hier voor de hoofdagenten werden aangesteld. Voor veldwachter tellen de dienstjaren als marchaussee niet mede, wel voor gewone agenten. Ik stel daarom voor de hoofdagenten ex-veldwachters de dienstjaren als zoodanig te laten medetellen. De VOORZITTERIn sommige opzichten zit er wel eene onbillijkheid in deze zaak. Veldwachters van elders zullen niet solliciteeren voor agent doch wel voor agent van den bijzon deren dienst wegens de hoogere salarieering. De menschen met vele dienstjaren in andere plaatsen zijn soms veel waard, maar solliciteeren dikwijls niet. De heer NETSCHER Ik wil alleen zeggen hoe ik tegenover deze voorstellen sta. Over verschillende amendementen kan ik mijn stem voorbehouden, voor het overige weet ik het wel. Voor de raadsleden is het zeer moeielijk thans hun stem uit te brengen omdat niet gemakkelijk is te zeggen wat een behoor lijk loon is. Toen de vorige raadscommissie met voorstellen kwam was de zaak tamelijk gemakkelijk, er was nog een soort waardemeter om de salarissen te bepalen. Toen zeide ik al dat men wellicht binnen heel kort de salarissen moest herzien. Deze tijd is nu aangebroken, niemand kan evenwel voorstellen hoe het in de naaste toekomst op de arbeidsmarkt zal zijn. Men grijpt nu in de duisternis, wellicht zijn de nu voorgestelde sala rissen over eenigen tijd weer onvoldoende. Dertig gulden van thans moeten over een paar jaar misschien al vijf en dertig of veertig gulden worden. Met het oog op die omstandigheden meen ik dat we niet te karig moeten zijn, anders, voorzie ik dat we het volgende jaar weer eene salariscommissie moeten samen stellen en vele vergaderingen moeten hebben. Ik geloof, dat de voorstellen der salariscommissie het beste kunnen worden aangenomen, deze zijn eenigermate een waarborg dat we in de naaste toekomst niet behoeven te verhoogen. Dit is mijn motief om daaraan mijn stem te geven. De heer BLOM In de eerste plaats wil ik eene opheldering aan den heer Schilling geven over de categorien bij de politie. De commissie hield zich aan de vraag der agentenvereeniging om eene uniforme regeling. Deze verzocht het maximum van ééne groep het minium van de opvolgende groep te doen zijn we wisten dat er van de hoofdagenten veldwachters waren geweest. We stonden op het standpunt dat Burgemeester en Wethou ders of de commissaris de fout hadden gemaakt den agenten voor den bizonderen dienst een bizondere titel te geven. Wordt vervolgd.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1919 | | pagina 6