ORGAAN VOOR DE GEMEENTE VELSEN
De huisbewaarster
No. 394
Zaterdag 23 Augustug 1919
4@ Jaargang
Tan den Wachttoren.
FEUILLETON.
^^TTfranggBfiaaweaa^^ mrmni Mtrtiwraiwm vr i 'ii iiimmhbi
TWEEDE BLAD
Geen schoolreisjes dezen
zomer.
Wat zullen onze kinderen eene
veel genoegelijker herinneringen aan
hun schooltijd hebben dan v?ij
ouderen. Onze scholen waren echte
hokken zonder eenige versiering of
gezelligheid. Er hingen niets dan
een paar kleine, vuile platen met
tafreelen uit de vaderlandsehe his
torie aan de kale witte wanden.
Bloemen en openslaande ramen
waren onbekend. We zaten met
z'n vieren in een lange bank en
zochten het ons daarin zoo gemak
kelijk mogelijk te maken, door op
elkaar te leunen en te hangen.
Onze leerboekjes waren saai zonder
de leuke plaatjes, de aardige ver
haaltjes uit het kinderleven van
tegenwoordig. Alle leermiddelen
zjjn later zooveel genoegelijker en
kinderlijker geworden. Een school
feest was een hocge uitzondering
als meester vijf en twintig of veer
tig jaar met zijn vrouw of de school
getrouwd was, vierden we bij cho
colade en koek en optochten en
spelletje feestmaar menig ge üaekt
trok de woestijn hunner schooljaren
door, zonder deze kleine oase aan
te doen. Tegenwoordig hebben de
meeste scholen eens in het jaar een
groet feest. Schoolreisjes waren in
onzen tijd totaal onbekend. Meester
had ons immers alleen uit de boeken
en niet uit het leven te onderrichten
en men zou het een bedenkelijke
nieuwigheid gevonden hebben,
indien hij met zijn klasse eens een
wandeling naar buiten gemaakt
had, om de verschillende soorten
bocmen of granen te leeren kennen
Onze ouders en voorouders moesten
van zulke nieuwsrwetsche fratsen
niets hebben en het kwam bij de
meeste meesters ook niet op, dat
men zijn leerlingen het best het
onderscheid tussthen elk en beuk,
each en populier, tarwe en haver,
gerst en rogge kan leeren, door hun
deze beomen en gewassen te laten
zien.
Wij z$ a nu een weiaig praciischer
geworden. Be onderwijzers trekken
er met hun klassen op uit, em hun
hei en bosch, zee en rivier, sluizen
eu havens, kerken en museums te
doen zien. De schoolreisjes zijn niet
alleen leerzaam maar ook buiten
gewoon prettig. Zonder bord en
lessenaar is meester ean h iel ander
manhij laat zooveel vrijheid als
orde en veiligheid maar eesigszins
toelaten. Hjj heeft evenveel pret
als de kinderen en speelt met hen
als een oudere broer. Eg vertelt
en verklaart aan een stuk door, maar
zonder schooltoon, zonder een ver
manend: Lat je wel op? en een be
straffend: Zit nou toch stil! Hij eet
met de kinderen en het is verwon
derlijk, hoe een gezamelijke maaltijd
de vertrouwelijkheid in de hand
werkt.
Al weken en maanden van te voren
worden plannen gemaaktmet de
oudere leerlingen wordt soms een
groote reis gemaakt en de aardrijks
kundeles wekt bijzonder veel belang
stelling, omdat ze meermalen met
de reis in verband wordt gebracht.
Men reist naar Arnhem of Bergen,
naar Zuidlaren of Terschelling; het
gemeentebestuur subsidieert soms
zulke reisjes, gewoonljjk sparen de
kinderen er een jaar voor. De kos
ten vallen mee. Be kinderen behoe
ven niet in een eerste-rangshotel
te logeeren maar vinden het juist
echt, om met elkaar in een groote
zaal op veldbedden te slapen en
het menu behoeft niet naar den
smaak van Lyculles te zija. Be
meeste kinderen vinden een bord
rjj-it met bessensap en soep meteen
paar balletjes, waarin meer beschuit
dan vleeseh zit- al parad ij skosfc. Boven
dien ueemt ieder een ongelooflijke
hoeveelheid boterhammen mee, die
meestal geen tijd hebben, om oud
bakken te worden want reizen maakt
hongerig. De reiskosten zijn ook
niet hoog; men reist op een gezel-
s«hapkaart...of neen zoo was het in
den goeden ouden tijd. Be spoor
wegmaatschappijen zijn met snel-
treinvaait de duurtebeweging ge
volgd. De directies hebben de tarie
ven sterk verhoogdmen heelt voor
veel geld ook het genoegen, om gezel
lig te reizen. De treinen zijn stamp
vol. Vaeantiekaarten zijn afgeschaft.
Kiiometerkaarten kosten f 9, straks
zelfs f 10 en die som is voor een
sehoolreiziger te groot. Maar tot
overmaat van ramp zijn nu ook nog
de gezelschapskaarten afgeschaft. Is
het om gebrek aan plaatsruimte?
Maar straks wordt de dieast toch
weer aanzienlijk uitgebreid. Is het
om de dure kolen en hooga ioonen,
dat de directies alie gelegenheid tot
goedkoop reizen hebben afgeschaft?
Maar het gevolg is, dat er minder ge
reisd zal worden. Vergeten de direc
ties tegenwoordig niet, dat goedkoops
tarieven niet voor het publiek, maar
ook voor de maatschappijen dikwijls
het VQordeeligst is? We begrijpen
dit besluit niet. Een groot aantal kin
deren wordt erdoor teleurgesteld. Zou
de minister hieraan niets kunnea
doenhij is toeh zoowat toeziende
voogd over de directies. De mceite,
de groote schoolreizen gaan dezen
zomer ever; de kinderen zullen het
dichter bij huis moeten zoeken. Za
zullen ook daar wel eenprettigeu dag
hebben, maar toch niet zooveel ge
nieten en ieeres als op de reizen naar
een groote stad of aaaere provincie.
Volkszang
Hoeveel menschan zijn er, die
meer dan een paar regels, hoogstens
een couplet van een lied kennen,
de rest lallen ze maar mee ea dat
hindert niet, want we schreeuwen
toch meer dan we zingen en het is
een uitzondering, waaneer men de
woorden van een samenzan g verstaat.
En wat wordt gezongen door het
publiek? Revue- en kermismopjes.
Bat straatliedjes straatliedjes zjjn,
bewijst al genoeg, hoe slecht nog
onze volkszang is. In Buitschland
kan men de menigte op een feest
en een wandeling een goed lied
mooi hooren zingen. Daar hoort
men op straat liedjes, die men bjj
ons op een muziekavondje uit een
of ander Liedersehatz door een
meisje met een goede stem kan
hooren zingen. Er zjjn pogingen
gedaan om den volkszang te ver
beteren het Nut gaf een goeden
bundel volksliederen uit; een straat
orgel heeft ons land afgereisd met
een paar mooie middeleeuwsehe
zangen, om ze er bij het volk is
te krijgen. Maar het heeft nog weinig
gehaat. Wij hebben voortreffelijke
koren, w&arnaar men met genoegen
luistert, maar de volkszang is leeljjk
geschreeuw en anöeis niet.
Zal de school daarin verbetering-
kunnen brengers Het is merk
waardig, dat de kinderen de school
liedjes zoo weinig buiten school
zingen. Zoodra ze eens wat met
elkaar gaan zingen, is het gewoon
lijk een of ander raar moppie. Op
het Congres gewijd aan de opvoe
ding van de jeugd boven den leer
plichtigen leeftijd heeft Mej. Marie
Berdenis van Beriekorn gesproken
over de taak der school in dienst
van de volkszang.
Zij noemden den tijd, waarin
volkszang niets anders was dan een
barbaarsch en ruw geschreeuw zon
der verheffing en uitdrukking, nog
h et zoo lang achter ons. Zij had
zich gerust sterker uit kunnen druk
ken, Wij zitten nog midden in dien
tijd. Wfl mag men zeggen, dat er
op de scholen meer aaa zasg ge-
d?au en beter gezongen wordt dan
vroeger. De schooizang is niet veel
beter geweest, zeide Mej, Berdenis
van Beriekom, dan eemgszins ge
lijkmatig straatgt schreeuw. Maar
hierin is veel verbetering gekomen.
Men begrjjpt, ast geen langdurige
theoretische opleiding noodig is, om
muzikaal zingen te verkrijgen. Leer
lingen met eohigszins goede stem
men en matig gehoor kunnen wel
leeren zingen, als men hun de stem
ming van het lied maar weet te doen
gevoelen. Het frissche gemoed der
jeugd neigt bij eenige leiding vanzelf
tot het werkelijk sshoone. Volgens
deze deskundige komt het, vooral aan
op duidelijke en zuivere uitspraak en
gevoel, voor hetgeen er gezongen
wordt. Voordoen is beter dan theorie.
Geen droge oefeningen maar een
serie melodeiën van opklimmende
moeilijkheden. Die opvatting huldigt
ook de yolkszanger Hullebrosck.
Men kan niet van alle onderwijzers
en onderwijzeressen verlasgen, dat
zij kunnen zingen en muzikaal
genoeg zjjn cm zangles te geven.
Men zou voor zang ec-n bijzondere
acte kunnen instellen en het onder
wijs aan speciaal aangestelden
kunnen opdragen. Iedere lagere
school moest ten minste een onder
wijzeres voor zangles hebben. Wast
het zangonderwijs voor jongere
kinderen drage men bij voorkeur
aan een vrouw op. De regeering
geefc door geldelijken steun blijk
het belang van goeden volkszang
en behoorlijk zangonderwijs te
erkennen.
Hat blijft bjj ons echter de vraag,
of men door goed zangonderwijs
der schooljeugd den leélijken straat
zang zal verbannen. Er schijnt
bij de menigte onder ons weinig
zanglust maar veel schreeuwlust
te zijn. Zelden of nooit hoort men
een gezelschap van wandelaars in
kalme, vredige stemming genoegeljjfc
zingeD. Zjj babbelenen lachen maar
zingen niet. Stijgt de vreugde echter
ten top, verkeert men bepaald in
jooisiemmisg, daa gaat men brullen.
Hoe harder, hoe mooier! Sommige
menseben zingen alleen, als ze
halfdronken vau pret zjjn of wer
kelijk te diep in het glaasje zagen.
Het is een kwestie van gebrek aan
beschaving en van gewoonte. Voor
treffelijk werk doen de volkszangers,
die zich op straat laten hooren en
tevens op straat leeren zingen.
Postkantoor Velsen.
Onbestelbare brieven en brief
kaarten van welke de afzenders
onbekend zijn.
Terug ontvangen in de le helft
der maand Aug. 1919.
1. Wed. Althuis Amsterdam
2. A. P. M. v. Brabaod 's Hage
3. Burgemeester Velsen
4. S. de Groot Velseroord
5. Grient Amsterdam
Briefkaarten (Binnenland)
6. G. Abbenhuis Nijmegen
7. Anteutwut Haarlem
8. A. Boshoff Amsterdam
9. Bosman Utrecht
10. Funke Haag
11. G. G. Jasobsz Alten
12. idem Vijzelstraat?
13. Griet Jansen Veiserbosch
14. N. Kottmeijer Arasterdam
15. idem idem.
16. C. Kwantes Harderwijk
17. Rika Poll Amsterdam.
18. J. Thjjssen Velsen
19. Onbekend Onbekend
20. idem idem
41
Hjj heefc veel praatje, inaar hij
kan niets does, wees dus gerust.
Lauce gevoelde zich na diea brief
alsof er een looden last van zgn
schouder werd genomen. Zijn vader
was dus blijkbaar van plan zi$h te
verdedigen en waarschijnlijk zou
Jagara's plan ia duigen vallen en
Lauee bewonderde zijn vader om
de manier, waarop bjj ook nu weer
zich gedroeg.
Haastig schreef hij, dat hij gaarne
om acht uur zou komen ea verliet
opgeruimd zijn kantoor om te diaee
ren. Tegen half acht begaf hij zish
naar Boomsbu-y tsaar zija vader,
't Was eea koude wiateravond en
Lauce stipte fiak door oca zija
ledematen wat beweging te geven.
Toen hij aanbelde aan 't groote
huis van zija vader, voelde hjj zch
geheel rustig ea West koa niet
nalaten hem een compliment te
maken over zijn gezond uiterlijk.
Ja, ik voel me plezierfg, Wost,
antwoordde Lauce jongensachtig en
hoe gaat 't met mjjn vader?
West schudde 't grijze hoofd.
Ik vrees dat u 't slecht treft,
Lauce, zei hjj, mijnheer is niet ge
makkelijk vanavond en u zult uw
goede humeur wel noodig hehbeu.
Ik zal mijn best doen, hooi-, ant
woordde;- Lauee, mijn vader heeft
wel een beetje vrooiijkheid noodig.
Op dat moment ging de deur van
do bibliotheek open on verscheen
Mauw op aeu drempel. Ben j|j daar,
Lauce? vroeg hij op zgn gewone,
norsche manier.
Ja, vader, ik kom juist binnen,
antwoordde zijn zoon,
West, Mauw keek zijn knecht
aaa, als dia twee bezoekers komen,
waarover ik je sprak, laat ze dan
bij me als Ik bel, een voor een. Je
west wel wie eerst,
We3t boog. Ik zal er voor zorges,
mjjuhseer, antwoordde bij en ver
dween.
Mauw wees Lauce een stoei aan.
Ga zitten en maak 't je gemak
kelijk, zei hij.
Verbaasd ging Lauce zitten, hij
was zeer veiwonderd, dat zjja vader
zoo vrieudeiyk met hem sprak.
't Doet me plezier, dat je zoo goed
op tijd bent gekomen, nu kunnen
wij alles bespreken voor da twee
bezoekers komer.
Wie zijn dat, vader?
Gïtuigen, die me kunnen ver
dedigen.
Mouw leunde terug in den grooten
armstoel en een oogenblik was 't
stil in 't groote vertrek.
Allereerst wil ik je danken voor
de hulp die je me bewast-, Lauce,
sprak Mauw toen weer.
Lauce kon niet goed begrijpen of
dit alles sarcastisch of ernstig
bedoeld was.
Ik begrijp u niet goed, zei hg
verbaasd.
Jagard vertelde me, datje weigert
te gelooven dat ik schuldig ben,
Lauce en dat je ma door alles heen
verdedigt ea daar feea ik je dank
voor verschuldigd.
Ik zal onder alle omstandigheden
alljjd uw partjj opnemen, vader,
antwoordde Lauce. U is en bljjft
mijn vader,
Juist, ik merk, dat er meer in je
zit dan ik dacht en daarom wfl ik
ma aau ook tegenover jon verdedigen
en je alles zeggen, omdat ik vind,
dat ik dat saar jou manier van
handelen verplicht ben.
Lausa voelde zish niet op zijn ge
mak bij deze woorden, 't was iets
zoo geheel nieuw, zija harden vader
zulke dingen te hooren zeggen.
Vertel je wat er gebeurd is nadat
ik je 't laatste gezien heb, vroeg
Mauw toen.
Lauce gaf een beknopt mogeljjk
verslag.
Ik ging naar mevrouw Pinder
om haar te vertellen wat ik met U,
Jagard en Word besproken had,
begon Lauee, evengoed als Ik vaa
Uw onschuld overtuigd ben, beu ik
dat van mevrouw Pinder ea ik houd
haar dus vaa alles op de hoogte.
Natuurlijk, zei Mauw, er is ook
geen enkele reden om haar niet
alles te zeggen.
Mevrouw Pinder gaf mg dea raad
naar Jagard te gaan, hernam Lauce
om uit te vissehen wat zjj a plannen
waren.
En heb ja Jagard gesproken?
Ja, gisteren, zooals ik U sehreef
en ik geloof, dat 't noodig is zich
zeer voor dien mau in acht te nemen.
Wil hjj met Offin gaan spreken?
Ja hjj wil hem inliehten omtrent
Uw afwezigheid dien nacht, omtrent
Uw geldgebrek...hij wil du3 alles
vertellen, onderbrak Mauw hem
met de hand onder h8t hoofd, weet
je ook ook wanneer hg naar Offia
gaat.
Neen, dat vertelde hij me niet.
Er bestaat natuurljjk de kaus,
dat hij 't niet dadelijk doet, ant
woordde Mauw in gedachten en dat
't alleen een soort dreigement is.
In ieder geval heb ik nu tjjd mijn
verdediging klaar te maken.
Ja, antwoordde Lauce.
Jagard baseert zijn hesshuldiging
op het feit dat 't mes van mjj is
eu dat ik dien nacht niet thuis was,
vervolgde Mauw zakelijk.
Ja vader en ook, dat U in geld
gebrek verkeert, voegde Lauce er
aan toe.
O, wat dat betreft kan ik je gerust
stellen, antwoordde Mauw rustig,
dank zjj een gelukkige speculatie
van de laatste dagen ben ik er weer
boven. Dit heeft natuurlek niets te
maken met Jagarö's besehuldiging,
maar daar kan ik me op andere
wijze tegen verdedigen.
Eerst wat het mes betreft. Ik
informeerde op kantoor of Watson
het ook aan een van de klerken
heeft laten zien. Ik ondervroeg hen
en hoorde van een van hen, dezelfde
die je vanavond zult zien, dat de
ongeluksvogel zalf 't mee heeft mee
genomen naar The Fuss. Hoe de
moordenaar 't echter te pakken heeft
kunnen krijgen is mij een raadsel.
Hier gekomen aarzelde Mauw.
Nu moet ik je iets zeggen, wat
zeer pjjaljjk is, zei hij toen met 'n
ongewone zachtheid in zjjn stem.
Zegt U 't dan niet, vader, ant
woordde Lauce, die zag welk een
moeite het zijn vader kestte.
Neen, ik moet 't doen, was 't
antwoord, 't is noodig voor mjjn
verdediging.
Ik heb nooit beweerd dat ik vol
maakt was, dus...
Op dit moment ging de deur
open en verscheen een net-gekleede
jongeman op den drempel, die zeer
zenuwachtig scheen te zjjn.
West noemde een naam, Mr. Ralph
Hope, en verdween weer.
De man trad naar voren en ging
zenuwachtig op de hem aangeboden
stoel zitten.
Mauw stelde hem voor.
Mr. Hope, mjjn zoon, zei hjj met
een handbeweging.
Mr. Hope, vervolgde hij toen tot
Lauce, zal je vertellen, wat hjj weet
van 't mes.
Hope, die in 't geheel niet op
-zgn gemak was, bloosde als een jong
meisje en knikte verlegen.
Ik heb Luke Watson heel goed
gekend, begon hjj verlegen, ik was
zijn vriend en van die geschiedenis
van 't mes weet ik dit. Luke Wat
son was in mr. Mauw's kamer om
hem te spreken. Een paar oogen-
blikken later kwam hij weer bjj me
terag en scheen door iets van Btnur
te zjjn gebracht.
Dien avond gingen wjj samen naar
't een of ander theater, maar hjj was
nog steeds zoo afwezig, dat ik hem
ten slotte vroeg of hjj misschien
ruzie met den baas had gehad.
(Werdt vervolgd).
JMUIDER COURANT
Brieven (Binnenland)
U hebt zeker plezier iu uw leven,
zeide de oude jkueeht, Lauce liefde
vol aanziend eu leidde hem naar
de bibliotheek.