OFFICIEEL RAADSVERSLAQ
GRATIS bijvoegsel v|d IJMUIDER COURANT
der gemeente VELSEN.
19e Zitting.
OPENBARE VERGADERING VAN DEN GEMEENTE
RAAD OP DINSDAG 12 AUOUSTUS 1919, DES AVONDS
7UUR TEN GEMEENTEHUIZE.
Voorzitterde heer F. P. Vermeulen, Wethouder.
Aanwezig de heeren: W. lande weert, wethouderR. brink,
b. G. Schuitenmaker, F. C. j. Netscher, P. Bosman, j. Slui
ters, J. P. Handgraaf, D. F. G. Schilling, J. van der Steen,
p. uytendaal, H. Vooren, en J. Hoogeland.
Afwezig de heer J. A. Dalmeijer.
Drie vacaturen.
NOTULEN.
De door den Secretaris voorgelezen notulen worden onveranderd
goedgekeurd.
OFFICIEEL VERSLAG.
De heer BOSMAN merkt op dat op blz. 374 in den tienden
regel van onderen het woordje „niet" is uitgevallen, zoodat
gelezen moet worden
„dat de omstandigheden sedert niet veranderd zijn".
De heer SCHILLING vestigt er de aandacht op dat op blz. 383
gesproken wordt van de verkiezing van twee leden der school
commissie, hetgeen „schouwcommissie" moet zijn.
De heer NETSCHER zegt, dat op blz. 369 door elkaar ge
haspeld is wat hij zeide. Spreker zal daarin berusten met de
opmerking dat het verslag niet geheel juist is.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten de veranderingen
te doen aanbrengen.
AGENDA:
1. INGEKOMEN STUKKEN EN MEDEDEELINGEN.
Ingekomen zijn de volgende stukken:
a. brieven van Gedeputeerde Staten omtrent ter goedkeuring
ingezonden raadsbesluiten.
Voor kennisgeving aangenomen.
b. berichten der aannemingen van benoemingen,
Als voren.
c. mededeelingen inzake schenkingen voor de historische ver
zameling, gedaan door
D. de Ridder te IJmuiden, C. H. B. Lonbar Petri te Santpoort,
H. C. van Heyst Dzn. te Velsen, Mevr. L. Poort—van Ingen
te Santpoort.
Als voren.
d. een bericht van den Commissaris der Koningin dat aan den
burgemeester op zijn daartoe gedaan verzoek verlof is ver
leend zich van 31 Juli tot 25 Augustus a.s. buiten de ge
meente op te houden.
Als voren.
e. eene circulaire van Gedeputeerde Staten omtrent de beëediging
van raadsleden voor het geval de burgemeester, voorzitter
van den raad, niet in de raadsvergadering aanwezig kan zijn
Als voren.
f. een bericht van den Voorzitter der Finantieele Commissie
dat deze Commissie geene besluiten heeft kunnen nemen
wegens onvoltalligheid harer vergadering.
De heer NETSCHER: Als men geene convocatie krijgt is he
moeilijk ter vergadering te verschijnen. Ik doe een beroep op
het geheugen van den raad, die zich zal herinneren dat de
Burgemeester zeide, dat de Dinsdagen tusschen de raadszittingen
voor de vergadering der Finantieele Commissie waren bestemd.
Daarop heb ik gerekend, doch de vergadering werd veertien
dagen geleden niet uitgeschreven, daarom heb ik over den vol
genden Dinsdag beschikt. Omdat de voorzitter dus zijn woord
niet had gehouden was de vergadering onvoltallig.
De VOORZITTER zegt toe dit punt met den Burgemeester
te zullen bespreken.
Als voren.
g. een schrijven van het tijdelijk hoofd van den Gemeentelijken
Vleeschkeuringsdienst betreffende de besprekingen over
zijne bezoldiging.
Als voren.
h. eene mededeeling van de Kon. Ned. Automobielclub, dat
zij bereid is eene bijdrage te verleenen in de kosten, die
zouden kunnen voortvloeien uit de wegruiming van belem
meringen voor het snelvervoer.
Aangehouden tot de begrooting voor 1920.
i. een schrijven van K. Visser, architect te IJmuiden, omtrent
het rapport van de commissie van onderzoek inzake den
woningbouw.
Aangehouden tot de volgende vergadering.
een ongezegeld verzoek van J. L. Blokland c.s. te IJmuiden
inzake reiniging van de Jacob van Heemskerkstraat.
Voor kennisgeving aangenomen.
k. eene mededeeling van de onderafdeeling „Gemeentewerk
lieden" van de afdeeling Velsen van den Nederlandschen
Bond van Werklieden in Openbare Diensten en Bedrijven
dat zij bij adres dd. 3 Januari jongstleden om invoering
van het georganiseerd overleg hebben verzocht
De VOORZITTER: Dit adres van 3 Januari is behandeld met
de andere adressen over het werkliedenreglement.
De heer BRINKDat is niet geheel juist, dit ging over het
georganiseerd overleg. Schijnbaar is dit adres blijven liggen,
zoodat ook de wethouder Landeweert daarvan niets wist. Het is
wel meer gebeurd dat adressen lang bleven liggen.
De heer LANDEWEERTHet adres had bij de stukken ge
legen, dus moet ik rectificeeren wat ik in de vorige zitting zeide.
Als voren.
een bericht van Mevr. Erdinan—Evelein, houdende mede
deeling van haar bedanken voor de benoeming tot lid van
de commissie van plaatselijk schooltoezicht
Als voren.
m. een verzoek van Mevr. J. E. Dalmeyer—Luyken om ontslag
als lid der levensmiddelencommissie.
Het ontslag wordt eervol verleend.
n. als voren van de N.V. „De Plaatwellerij" om herziening
van het genomen besluit inzake restitutie van stortingen
wegens meerverbruik van gas.
In handen van Burgemeester en Wethouders om prae-advies.
o. als voren van het hoofdbestuur en van het bestuur der
afdeeling Velsen van den Algemeenen Nederlandschen Bond
van Politiepersoneel om verhooging der salarissen van de
politiebeambten.
Als voren.
p. als voren van de afdeeling Velsen van het Nationaal Verbond
van gemeenteambtenaren om deugdelijke herziening der
r.
s.
salarisregeling voor de ambtenaren, in afwachting waarvan
een voorschot wordt gevraagd.
Als voren.
q. als voren van de onderafdeeling „gemeentewerklieden" der
afdeeling Velsen van den Nederlandschen Bond van werk
lieden in openbare diensten en bedrijven, waarbij wordt
gevraagd aan de werklieden een belangrijk bedrag ineens
uit te keeren.
Als voren.
als voren van F. Grabijn, benoemd gemeente-geneeskundige,
inhoudende het verzoek den titel te mogen voeren van
„Directeur van den gemeentelijken geneeskundigen dienst".
Als voren.
een adres van den Algemeenen Bond van politiepersoneel
in Nederland inzake wijziging van zijn adres vermeld onder o.
Als voren.
als voren van P. en J. Bleeker om grond in erfpacht voor
den bouw van woningen en verstrekking van hypotheek.
Als voren.
een bericht van den Commissaris der Koningin dat aan
P. Blok eervol ontslag is verleend als buitengewoon veld
wachter.
Voor kennisgeving aangenomen,
v. van de afdeeling Noord-Holland van den Nederlandschen
Bond van Gemeente-Ambtenaren inzake de jaarwedden van
Burgemeesters, Secretarissen en Ontvangers.
Dit punt zal behandeld worden bij de circulaire van Gedepu
teerde Staten.
MEDEDEELINGEN.
Door Burgemeester en Wethouders wordt aan den raad mede
gedeeld:
le. dat bij de benoeming van den gemeente-geneeskundige
niet is bepaald, wanneer de titularis in functie zal treden.
Burgemeester en Wethouders stellen voor den datum van
indiensttreding te bepalen op 1 October a.s.
De heer SLUITERS: Alle contracten met de geneeskundigen
loopen tot 1 Januari, als deze hier nu met ingang van 1 October
wordt benoemd vraag ik mij af: wat moet hij die drie maanden
doen? Het is dus beter hem tegen 1 Januari te benoemen.
De VOORZITTER: De meening van B. en W. is dat de
nieuw benoemde van te .voren aangesteld wordt om zich in te
werken en den dienst der verschillende heeren over te nemen
want hij moet over verschillende dingen nog overleg plegen.
Het is dus beter het zoo in te richten dat wij met 1 januari
het volle profijt van zijne diensten hebben.
Het voorstel wordt z. h. s. aangenomen.
2e. dat in gemeenteblad no. 184 van 1919 is vermeld het
oordeel van burgemeester en wethouders nopens een tot hun
college gericht verzoek van het lid D. F. G. Schilling inzake
aanvulling der algemeene politieverordening.
De VOORZITTER: Volgens de meening van het college is
het beter deze zaak aan te houden tot de burgemeester, die hoofd
der politie is, terug komt. Kan de heer Schilling daarmede
accoord gaan?
De heer SCHILLING: Daarmede kan ik mij moeilijk vereeni
gen, want de burgemeester komt eerst 25 Augustus terug en
dan is de reistijd zoowat voorbij. Er is al reeds proces-verbaal
opgemaakt tegen een verlofhouder, die trouwens al gedagvaard
is; het is gebeurd dat kinderen bij regen uit eene zaak
geweerd werden.
Burgemeester en Wethouders zeggen dat het moeilijk uit te
maken is wat onder geleide moet worden verstaan maar ik vind
het niet zoo moeielijk, de verlofhouders moeten daarop dan zelf
maar toezien. Ik zie niet in waarom nu geene stemming over
het voorstel mogelijk is en men zoo angstvallig moet vasthouden
aan de verordening.
De heer SLUITERS: Indertijd heb ik al op die moeielijkheid
gewezen, toen is door den burgemeester en naar ik meen ook
door U gezegd dat de politie wel tactisch zou optreden en zoo
hoog zou staan dat ze in bepaalde gevallen kinderen zou toe
laten Ik kan mij nu best indenken dat de heer Schilling er iets
voor voelt de verordening te veranderen, ik zal daar ook voor
stemmen.
De VOORZITTER: Het ware mij aangenamer geweest als de
heeren met de behandeling gewacht hadden tot de burgemeester
terug was, deze is beter in de verordening ingewerkt. Spr. citeert
het betrekkelijk artikel uit de verordening en zegt dan: dit is
speciaal gemaakt ter bescherming van kinderen, men moet de
macht hebben te voorkomen dat kinderen dikwijls tegen den
zin der ouders ergens worden medegenomen. Caféhouders, die
gunstig bekend staan, kunnen ontheffing der bepaling vragen,
welke meestal wordt toegestaan.
Ik voor mij blijf op het toen ingenomen standpunt staan, dat
niemand der politie in staat is te beoordeelen of zeker geleide
in voorkomende gevallen een behoorlijk geleide is.
De heer BOSMAN: Het is niet zoo eenvoudig als U daar
zegt. U zeide dat caféhouders eene vergunning kunnen aanvra
gen doch als men ergens wegens regen moet schuilen kan men
wel eens komen bij iemand, die geen vergunning aangevraagd
heeft, moeten de burgers daarvan de dupe worden? Het schijnt
niet zoo gemakkelijk te zijn, want de heer Schilling zal niet
zonder grond deze verandering aanvragen.
De VOORZITTER: Aan geen enkelen caféhouder is de ge
vraagde vergunning geweigerd. Trouwens we moeten niet zeg
gen: hoe staat de burgerij daartegenover, doch hoe staat de
overheid daartegenover? In dezen tijd is dat van veel belang.
De heer BOSMAN: Het komt mij voor dat U de zaak ver
keerd opvateen spreekwoord zegt, dat de middelen dikwijls
erger zijn dan de kwaal, dat kon hier ook wel eens het geval zijn.
De heer SCHUITENMAKER: Het komt mij ook meer of min
voor dat het hier betreft eene ontzetting uit de ouderlijke macht.
Veronderstel eens, men wandelt met zijn kinderen, die ergens
behoefte aan hebben, dan loopt het er over heen als men geen
gebruik mag maken van de openbare gelegenheden.
De uitvoerende macht moet toch ook eens leeren de bepalin
gen goed toe te passen; wanneer er bepaald eene aanleiding
bestaat om kinderen te weren dan is het uitstekend om een
procesverbaal op te maken. Laat het dagelijksch bestuur de
politie een wenk geven niet naar willekeur te handelen.
De heer SCHILLING: We schijnen hier grootscheeps te
willen doen evenals te Amsterdam of Rotterdam. Men heeft
hier een melksalon op het oog waar het indertijd niet zoo gun
stig toeging, doch sedert verbeterd is.
De inlichtingen gaan over het hoofd der politie, dan hangt
men van diens welwillendheid af. Laten we het aan de ouders
overlaten waar ze met hun kinderen willen ingaan.
De heer NETSCHERBij mij is geen enkele tapper geweest
om over deze zaak te spreken dus ben ik niet beinvloed als ik
zeg, dat ik niet zoo warm vóór het voorstel kan voelen. Als
een melksalonhouder geene kinderen mag toelaten is het zijn
eigen schuld, met het vervullen van een kleine formaliteit krijj
iedere fatsoenlijke tapper eene toestemming.
Nu praat men van ingrijpen in de ouderlijke macht doch
partijgenooten van den heer Schilling hebben wel meer mee
gewerkt aan wetten, die ingrepen in de ouderlijke macht, b.v. tij
leerplichtwet en de wet op de beperking van de kinderarbeijf
Ik geloof niet dat we verkeerd doen hier een kleine bep«]
king te behouden.
De VOORZITTER: Het staat niet alleen aan de beslissiil
van den burgemeester doch aan die van het geheele colleg
De heer SCHILLING: Op wiens advies?
De VOORZITTER: Van den commissaris, ik roep den he
Landeweert tot getuigen dat diens adviezen steeds zeer seriellj
zijn. Het is geene verordening, die ingaat tegen de ouders
de kinderen doch tegen de tappers, die de moeite niet will|
doen om eene kleine formaliteit te vervullen.
De heer SCHUITENMAKER: Worden de ouders en de ki||
deren verwijderd?
De VOORZITTER: Daarop kan ik geen antwoord geve
ik wil het den burgemeester wel vragen. Er staat niet in
verordening dat de politie de bevoegdheid heeft tot verwijderin|
De heer SCHILLING: Als Burgemeester en Wethouders
vergunning niet geven, tot wien moet de betreffende persod
zich dan wenden voor beroep? Men wordt op die wijze in el
en goeden naam aangetast.
De VOORZITTER: Men kan zich dan tot éénder raadsled^
wenden, die dan een interpellatie kan houden.
De heer SCHILLING: Hier krijg ik dan een klap in het gezici|
want ik heb het opgenomen voor een melksalonhouder.
heer Schuitenmaker vraagt of de menschen verwijderd worde]
Neen, maar ze worden niet toegelaten want de caiéhoud]
is bang voor een boete. Het is al gebeurd dat de mensch{
in den regen bleven staan.
De VOORZITTER: De heer Schilling krijgt geen klap
het gezicht want hij komt niet op voor één persoon doch ov|
de geheele linie.
Het voorstel van den heer Schilling wordt in stemming
bracht en verworpen met 7 tegen 6 stemmen.
Vóór de heeren: Brink, Schilling, Sluiters, Vooren, Bosm^
en van der Steen.
Tegen de heeren Vermeulen, Landeweert, Hoogeland, Netsche
Schuitenmaker, Uijtendaal en Handgraaf.
3. in antwoord op de daaromtrent door den heer Netsch.\
in de raadsvergadering van 7 Januari j.l. gestelde vraaj
dat uit de voorhanden zijnde gegevens niet kan wordt
beoordeeld of de firmanten der firma Wessane Laan str^
rechtelijk vervolgbaar zijn terzake van het feit dat zij zoudf
hebben nagelaten voor voldoende reiniging der grondstoffe
ten behoeve van de broodbereiding zorg te dragen. Zuil
zou alleen te beoordeelen zijn na een ingesteld politieonde
zoek, hetwelk thans, ongeveer tien maanden nadat het eve]
tueel strafbaar feit is gepleegd, niet meer mogelijk is.
De heer BOSMAN: Veel wil ik hierover niet zeggen doch
dat het mij bevreemdt, dat een zaak die door de autoriteiten
vastgesteld geene aanleiding was voor de rechterlijke macht oi
daar haar neus in te steken. Het publiek is niet veilig bij
rechterlijke macht.
De heer NETSCHER: Ik had gedacht dat deze zaak al b|
graven was doch zie nu dat het college in Augustus nog ar
woord geeft. Op 7 Januari al vroeg ik of het mogelijk was teg^
de firma Wessane Laan op te treden, eene dergelijke juridisct
zaak had dadelijk moeten worden onderzocht door den recht
kundigen adviseur der gemeente maar eerst op 15 Juli liep
naar den Commissaris, die er niets mede te maken hadnu
ik niet sarcastisch zijn anders zou ik zeggen dat het den schi]
heeft dat het hoofd van politie in deze Gemeente met opzet
zaak heeft laten rusten.
De VOORZITTER: U begrijpt dat het onaangenaam voor h|
college is, nu de Burgemeester afwezig is, over diens beleid
spreken. Ik ben geen jurist, doch meen toch ook wel dat
klacht bij den Commissaris van Politie thuisbehoorde, wel be
ik het met U eens dat de behandeling der zaak lang duurd]
Voor kennisgeving aangenomen.
4. dat Burgemeester en Wethouders de huur van het houté
gebouwtje, bestemd voor gymnastiekonderwijs te Santpooij
met een jaar verlengd.
5. dat bij de stukken is gevoegd de correspondentie met de
Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen inzalj
de bezoldiging van de onderwijzers. De Minister heeft
antwoord op de daaromtrent gestelde vragen het volgenc
bericht
„Ik heb de eer U mede te deelen, dat de in uitzie]
gestelde nieuwe rangschikking van de gemeente in klasse
moet geschieden door wijziging van de lijst behoorende F
het bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 191
(Staatsblad no. 541), welke nog niet is tot stand gekome]
Aangezien het ontwerp der op 4 Maart 1919 door de
Raad uwer gemeente vastgestelde salarisverordening blijkef
Uw nevensvermeld schrijven op 22 December 1918 door
Raadscommissie aan Burgemeester en Wethouders is vooj
gelegd, is met betrekking tot die verordening het derde li|
van artikel XI der wet van 14 Juli 1919 (Staatsblad no. 49!
van toepassing. De in Uw nevensvermeld schrijven in c
tweede plaats gestelde vraag*), wordt dus door mij bevesi
gend beantwoord."
Gevraagd was of in deze gemeente de jaarwedden van c
onderwijzers kunnen worden vastgesteld op de bedrage voo
gesteld door de raadscommissie den 22 December 1918).
Als voren.
6. dat de behandeling van het rapport der commiss
van onderzoek inzake woningbouw en de daaromtrent ingi
komen nota van inlichtingen van den wethouder van openbat
werken, in verband met het verlof van den burgemeeste
niet op de agenda van deze vergadering is geplaatst. H<
is de bedoeling dit punt aan de orde te stellen op 2 September a.
Om dezelfde reden zou ook niet op de agenda geplaati
worden de voorstellen van de leden R. Brink en D. F. C
Schilling inzake wijziging van de verordening op de heffin
van den hoofdelijken omslag en aanvulling van de verordt
ning regelende de invordering der belasting op de openbat
vermakelijkheden. Op verzoek van deze heeren is het voorstt
alsnog op de agenda geplaatst onder 12a.
De heer NETSCHER: Mij persoonlijk kan het niet zoozet
schelen of de zaak van den woningbouw tot 2 September wore
aangehouden, doch de zaak hoort nog bij den ouden raad thuii
Nu zullen de nieuwe leden moeten beslissen over eene zaak u
den ouden raad namens den heer Dalmeijer doe ik het verzoe
de zaak alsnog te behandelen in eene in deze maand te houde
vergadering.