22e Zitting.
NOTULEN.
g. drie leden der commissie inzake broodgewicht.
OPENBARE VERGADERING VAN DEN GEMEENTERAAD
OP DINSDAG 2 SEPTEMBER 1919 DES AVONDS 7'/2 UUR
TEN GEMEENTEHUIZE,
VoorzitterMr. Dr. H. Verloren van Themaat.
Aanwezig alle leden t. w.Mevr. beers-kerrebijn en de
heerenk. H. tusenius, J. E. sluiters, J. dalmeijer, D. F.
G. Schilling, w. Davidson, R. Brink, F. C. J. Netscher,
Dr. H. heslinga, J. v. d. steen, G. P. langendijk, J. P.
Handgraaf, J. P. Nijssen, C. P. v. d. Does, F. P. Vermeu
len, J. C. Dunnebier en W. Landeweert.
De door den secretaris gelezen notulen worden zonder op
merking goedgekeurd.
AGENDA.
1. INSTALLATIE VAN DE LEDEN.
De VOORZITTER verzocht den leden zich van hunne zetels
te verheffen en te bevestigen door eed of belofte, dat zij door
geene toezeggingen of beloften het lidmaatschap van den raad
hebben verkregen. Allen voldoen hier aan.
Hetzelfde geschiedt met betrekking tot de belofte, dat de ge
kozene de grondwet en de wetten des lands zullen helpen hand
haven en zullen medewerken tot den bloei der gemeente.
Nadat aan de voorgeschreven formaliteiten is voldaan neemt
de Voorzitter het woord en zegt ongeveer het volgende
Nu gij allen uwe belofte of eed hebt afgelegd, dat gij de
belangen der gemeente zult voorstaan meen ik niet te mogen
nalaten even te memoreeren, dat die vier rampspoedige oorlogs
jaren zware bressen geschoten hebben in onze oude Velsensche—
IJmuidensche veste, waardoor mij dikwijls de bekommering om
het hart geslagen is. Meermalen heb ik gedacht, dat Velsen zoo
terneergeslagen zou zijn, dat zij niet meer kon opkomen. Maar
al hebben velen met mij gedacht, dat de gaten in de veste niet
meer te herstellen waren, toch geloof ik dat het zal gelukken de
gemeente weer te doen bloeien.
Vermoedelijk zal nog dit jaar een einde aan mijn burge
meesterschap komen, ik hoop dat dit nog een zegenrijk jaar
moge zijn.
Naar ik vernomen heb is door verschillende partijen een ge
meenschappelijk program ontworpen, waarop onderwijs het voor
naamste punt vormt. Dit vind ik zeer gelukkig gekozen.
We moeten zeer zuinig zijn en één ding staat vastvan welke
partij gij ook zijt, we moeten gezamenlijk de middelen trachten
te verschaffen vóór we verder gaan en ik hoop, dat we niet
den boom zullen vellen, waarvan de vruchten aan ons nage
slacht moeten komen. Eén ding waarvoor we geld mogen
en moeten uitgeven is het onderwijs, want dit is de beste beleg
ging van ons kapitaal. Waar de strijd tusschen de volkeren
gaat om de individuen meen ik, dat wij Nederlanders het beste
onderwijs moeten hebben om te kunnen blijven vooruitkomen.
Ik hoop op Uw aller samenwerking in het belang der gemeente
Velsen, bij voorbaat dank ik U voor uwe medewerking.
2. BENOEMING VAN:
a. twee wethouders.
Als gevolg van de ontbinding van den raad hielden de heeren
W. Landeweert en F. P. Vermeulen heden op wethouder te zijn.
Voortaan zullen de wethouders worden gekozen voor vier
jaren en tegelijk aftreden.
In de commissie van stemopneming worden benoemd de hee
ren Netscher, Heslinga en van der Steen.
Eerste stemming
Uitgebracht worden 17 stemmen, waarvan 9 op den heer
Landeweert en 8 op den heer Dunnebier, zoodat eerstgenoemde
gekozen is.
De VOORZITTER vraagt den heer Landeweert of hij de
benoeming aanneemt.
De heer LANDEWEERTDe gemeentewet geeft het recht om die
beslissing 24 uur in beraad te houden, doch daarvan zal ik geen
gebruik maken en direct beslissen. Toch is hierbij iets, dat
opgemerkt dient te worden.
Op grond van onze congresbesluiten heeft onze Sociaal-
Democratische-Arbeiderspartij de wethoudersverkiezingen ingeluid.
Wij zonden daarom aan de verschillende partijen een ontwerp-
program als basis waarop door onze fractie een wethouderszetel
kon worden aanvaard. Buiten onze fractie waren er nog zes
leden die het program onderschreven, zij het dan ook onder
restrictie hetgeen geen bezwaar was. Omdat ik geloof dat buiten
de negen leden, die hun stem op mij uitbrachten, er nog wel
één is die ons program zal onderschrijven meen ik de benoeming
wel te mogen aannemen..
De heer TUSENIUS stelt er prijs op te verklaren dat hij niet
op den heer Landeweert stemde ofschoon hij het beloofd had,
omdat spreker dacht dat deze stemming anders zou gaan.
Tweede stemming:
Uitgebracht worden 17 stemmen waarvan op den heer Dunnebier
9 en op den heer Sluiters 8 stemmen, zoodat eerstgenoemde is
gekozen.
Op de gebruikelijke vraag van den VOORZITTER of de
gekozene de benoeming aanneemt antwoordt de heer DUNNE
BIER, dat hij niet weet of hij voor zijn taak berekend zal zijn,
doch het wel te willen probeeren, zoodat hij de benoeming
aanvaard.
De VOORZITTER verzoekt de beide wethouders aan de be
stuurstafel te willen plaats nemen en spreekt de hoop uit dat
hij met hen in het college prettig zal samenwerken. Tot zijn
spijt heeft de heer Vermeulen spreker verzocht geen woorden
aan zijn wethouderschap te willen wijden, zoodoende moet
spreker dit dus nalaten.
b. een tijdelijk wethouder.
Uitgebracht 17 stemmen, waarvan 9 op den heer Netscher,
6 op den heer Handgraaf en 2 op den heer Tusenius, zoodat
eerstgenoemde is gekozen.
De heer NETSCHER verklaart de benoeming te willen aan
vaarden.
De heer SCHILLINGDe wethouderskeuze heeft nu plaats
gehad, hoewel alle leden hebben gezworen de belangen der
gemeente op de beste wijze te zullen behartigen hebben ze die
belofte met de voeten getreden. Die eed noem ik dus een leugen,
we zitten op het oogenblik in een berooide gemeente waarvan
vooral openbare werken een kostbaar bedrijf isaan het hoofd
daarvan hebben we dus een man van ijzer en staal noodig. Ik
waarschuw dus nu reeds voor een debacle, evenals wij die bij
het Levensmiddelenbedrijf gehad hebben.
De wethouder zegt dat hij het wil probeeren. Is dat niet een
al te gewaagde stap We hebben menschen in ons midden die
berekend zijn voor hun taak. De linksche partijen, waarbij de
heer van der Steen inbegrepen, wilden iemand naar voren brengen,
die ook van de Christelijk Historische Partij maar voor het werk
berekend is.
Nu wil ik niet persoonlijk zijn tegenover den heer Dunnebier
doch acht het toch onverantwoordelijk. Hij is naar voren ge
schoven door den afgetreden wethouder, die niemand anders
wilde hebben.
Nu wil ik niet zeggen dat de heer Vermeulen met opzet de
zaken in de war liet Ioopen doch hij had gebrek aan tijd, maar
de heer Dunnebier zal voor de debacle komen te staan, want
hij weet geen tittel of jota van het bedrijf Openbare Werken.
Mij is ter oore gekomen dat door den vorigen wethouder is
gezegd dat de nieuwe desnoods iederen avond met de porte
feuille bij hem mocht komen om onderricht, doch het betreft
hier toch geen schooltje.
Als wij partijdig hadden willen zijn hadden we den heer Net
scher wel kunnen kiezen, doch dat wilden we niet. De heer
Landeweert alleen is capabel om de zaken voor elkander te
houden in het college. De heer Netscher is geen partijgenoot
van mij maar toch wil ik zeggen dat hij daar op zijn plaats zou
zijn geweest.
De eerste daad van den Economischen Bond was al een daad
van wanbeleid.
De heer VERMEULEN: Het is niet gebruikelijk op een wijze
als dat op dezen avond geschiedt na een wethoudersverkiezing
te spreken, meestal wordt de vorm bewaard; bij een vorigen
keer werd nog gewacht tot de begrooting, ik kan dus niet zeg
gen dat we er op zijn vooruitgaan.
Iets wil ik tegen den heer Schilling zeggen, al 19 jaar heb
ik hier de raadszittingen medegemaakt en altijd heb ik gehoord
dat nieuwbenoemden huiverig waren hun taak te aanvaarden en
op bescheiden wijze over zichzelf spraken. Om dat nu als ar
gument te gebruiken als iemand bescheiden optreedt is geen
wijze van debatteeren.
De heer Schilling zegt, en dan is het natuurlijk zoo, dat deze
wethouder door mij is naar voren geschoven en aan mijne hand
medeloopt; ik kan zeggen dat het niet zoo is. Door den heer
Dunnebier zelf is gevraagd of er niet een oplossing was om
hem voor deze benoeming te vrijwaren, omdat ik deze plaats
zou verlaten was het voor mij juist moeilijk om mij daarmede
bezig te houden. Ik kan mij niet anders begrijpen dat als een
nieuwe wethouder de taak van zijn voorganger overneemt, hij
eene loyale medewerking krijgt, die heb ik hem beloofd.
In mijn gemoed is in het geheel geen gevoel van bitterheid
opgekomen omdat hij mijn plaats heeft ingenomen. We hebben
niet te doen met een kind, want hij kan zijn eigen weg wel
gaan, ik heb nog nooit iemand gebonden en zal dat ook
nimmer doen aan een partijverband.
De heer Schilling zegt tenslotte: wij hebben getoond ons niet
door partijzucht te laten beinvloeden en hebben op Sluiters
gestemd, maar alleen de heer Netscher zou alleen in het belang
der gemeente zijn geweest. Dus zouden de heeren alleen door
op den heer Sluiters te stemmen niet in het belang der gemeente
gehandeld hebben.
Hiermede wil ik eindigen en ik hoop dat we in het laatste
jaar van Uw burgemeesterschap tot zaken zullen komen.
c. vijf leden der commissie van bijstand in het beheer der
Openbare Werken.
Gekozen de heeren Dalmeijer met 17, Handgraaf met 17,
Sluiters met 17, van der Steen met 9 en Netscher met 9 stem
men tegen 8 op den heer Tusenius, 7 op den heer Vermeulen
en 1 op den heer Brink.
De gekozenen nemen de benoeming aan.
d. vijf leden der commissie voor gas en water.
Gekozen de heeren Heslinga met 17, Sluiters met 17, Nijssen
met 16, Tusenius met 9 en Davidson met 9 stemmen tegen 8
op den heer Dalmeijer, 8 op den heer Schilling en 1 op den
heer Handgraaf.
Als voren.
e. vier leden der commissie van bijstand voor de financiën.
Gekozen Mevr. Beers met 17 en de heeren Brink met 16, Hand
graaf met 9 en Netscher met 9 stemmen tegen 8 op den heer
Heslinga, 7 op den heer Langendijk, 1 op den heer Vermeulen
en 1 op den heer Tusenius.
Ais voren.
drie leden en twee plaatsvervangende leden van de reclame
commissie inzake vergunningsrecht.
Als leden werden gèkozen de heeren Brink met 17, Netscher
met 16 en Heslinga met 9 stemmen tegen 7 op den heer van
der Does, 1 op den heer Handgraaf en 1 op den heer Sluiters.
Als voren.
Als plaatsvervangende leden werden gekozen de heeren van
der Does met 11 en Langendijk met 9 stemmen tegen 7 op den
heer Sluiters, 6 op den heer van der Steen en 1 op den heer
Vermeulen.
Als voren.
Gekozen de heeren Sluiters met 16, Brink met 9 en van der
Steen met 9 stemmen tegen 8 op Mevr. Beers, 8 op den heer
Dalmeijer en 1 op den heer Tusenius.
Als voren.
h. drie leden der commissie voor de winkelsluiting.
Gekozen de heeren Brink met 16, Sluiters met 16 en van der
Steen met 15 stemmen tegen 1 op den heer Tusenius, 1 op
den heer van der Does en 1 ongeldig.
Als voren.
i. drie leden der commissie betreffende onderzoek inzake op
richting van een gemeentelijk wasscherijbedrijf.
Gekozen Mevr. Beers met 9 en de heeren Dalmeijer met 17
en van Does met 15 stemmen tegen 7 op den heer Tusenius,
1 op den heer Heslinga en 1 op den heer Sluiters.
Als voren.
j. drie leden der commissie van onderzoek inzake woningbouw.
De heeren Dalmeijer, Netscher en van der Steen worden met
16 stemmen herkozen; 1 stem was ongeldig.
Als voren.
k. leden der schouwcommissien.
a. zuidelijk deel der gemeente.
Herkozen de heeren Sluiters en Handgraaf met resp. 15 en
14 stemmen, terwijl op den heer Nijssen 1 stem uitgebracht
werd en 1 biljet van onwaarde was.
Als voren.
b. middendeel der gemeente.
1. Bij eerste stemming werd geene meerderheid verkregen,
zoodat eene nieuwe vrije stemming noodig was. Uitge
bracht werden op de heeren Brink 10, Langendijk 4, van
der Does 6, Tusenius 4, Vermeulen 1 en Schilling 7 stemmen,
zoodat alleen eerstgenoemde gekozen is.
Als voren.
Bij eene herstemming wordt gekozen de heer Schilling met
7 stemmen, tegen 4 op den heer van der Does, 3 van on
waarde en 3 blanco.
Als voren.
c. noordelijk deel der gemeente.
Gekozen de heeren Langendijk met 17 en Davidson met
10 stemmen tegen 4 op den heer Nijssen, 2 op den heer
Schilling en 1 op den heer Heslinga.
Als voren.
1. INGEKOMEN STUKKEN EN MEDEDEELINGEN.
Ingekomen zijn de volgende stukken:
a. eene dankbetuiging van de commissie van vakonderw 's,
ingesteld door den Algemeenen Nederlandschen Politiebor.j
voor de haar toegezegde subsidie.
Voor kennisgeving aangenomen.
b. een verzoek van Velsen's Ziekenfonds om subsidie voor 1919,
De heer DAVIDSON zegt het gewenscht te achten dat hel
advies zoo spoedig mogelijk komt.
Naar Burgemeester en Wethouders om prae-advies.
c. een adres van C. C. Godijn—Smit, verloskundige te Santpoort,
om verhooging van de haar toegekende subsidie en verleening
van toeslag.
Als voren.
d. als voren van de weduwe J. Th. Wessel—Boon om ver
hooging harer bezoldiging voor het schoonhouden van het
politiebureau te IJmuiden.
Als voren.
f. als voren van J. Goedhart inzake het schouwen van de
slooten.
De heer SLUITERS: Er is nu eene nieuwe commissie, het
beste is dus de klacht in handen dezer nieuwe commissie te
stellen.
De heer NIJSSENIk vind het een groot belang voor land
en tuinbouw dat de wateren op diepte gehouden worden, want
ik weet dat als men des winters overlast van water heeft men
des zomers geen vruchtbaar land kan hebben. De beek langs
den Rijksstraatweg is gewoon een greppel; er zijn menschen,
die des winters niet op het land kunnen werken wegens het water,
daarom wensch ik dus een ernstig onderzoek van de klacht.
Als voren.
4. HERZIENING DER JAARWEDDEN VAN DEN BURGE
MEESTER, DEN SECRETARIS EN DEN ONTVANGER.
De behandeling van dit punt en de beide volgende punten
werd in de vorige vergadering aangehouden.
Zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
5. IDEM DER JAARWEDDEN VAN DE WETHOUDERS.
De heer SCHILLING: Op gevaar af dat ik weer eene ver
maning krijg dat ik niet welvoegelijk ben wil ik hierover toch
spreken.
Met eenige bevreemding heb ik dit raadsstuk ontvangen, niet
omdat ik eene verhooging van het salaris van de wethouders
overdadig vind, want als we eischen stellen dat iemand zijne
volle werkkracht geeft moeten wij ook eene goede betaling
geven. Ik weet echter niet waarom eene verhooging op 1 Januari
moet ingaan als ik zie dat in eene vorige vergadering gestemd werd
tegen het voorstel tot het geven van eene toelage van f 100.
Het verwondert mij dit voorstel van den burgemeester te zien;
van den burgemeester, die er altijd tegen op ziet een greep in
de kas te doen, verbaast mij dit ten zeerste. Als we aan het
voorstel een terugwerkende kracht van drie maanden geven zou
het nog kunnen, doch wat U nu voorstelt zou ik eene slordige
behandeling willen noemen. Tegen de terugwerkende kracht zal
ik dus zeker stemmen.
Ik doe het voorstel om het geheele voorstel aan te houden
tot de begrooting.
De VOORZITTER: Mijn bedoeling, bij het voorstel over de
toelage, met de woorden „slordige behandeling" was alleen het
niet behandelen door de finantiëele commissie. We hebben aan
verhoogingen altijd terugwerkende kracht gegeven.
Het voorstel van den heer Schillingom het punt tot de
begrooting aan te houden, wordt verworpen met 11 tegen
5 stemmen, die der leden Van der Steen, Dalmeijer, Sluiters,
Davidson en Schilling.
De heeren Landeweert en Vermeulen bleven buiten stemming.
De heer VERMEULEN vraagt splitsing van het voorstel, n.l.
de verhooging en de terugwerkende kracht apart.
De heer TUSENIUS ondersteunt dit voorstel.
Het le gedeelte, de verhooging, werd aangenomen met 11
tegen 4 stemmen (der leden Van der Steen, Dalmeijer, Sluiters
en Schilling).
De heeren Dunnebier en Landeweert onthouden zich van
stemming.
Het 2e gedeelte, de terugwerkende kracht, werd verworpen
met 9 tegen 6 stemmen (der leden Helsinga, Netscher, Beerr—
Kerrebijn, Van der Does, Tusenius en Davidson). Ditmaal ont
hielden de heeren Vermeulen en Landeweert zich van stemming.
Zonder hoofdelijke stemming werd besloten de verhooging
heden te doen ingaan.
6. VASTSTELLING EENER VERORDENING REGELENDE
DE PENSIONNEER1NG DER WETHOUDERS.
De heer DALMEIJER: Met het principe kunnen we ons
allemaal, geloof ik, wel vereenigen maar zooals de verordening
ons hier wordt voorgelegd zou ik eenige veranderingen wel
gewenscht achten. Zooals die hier ligt geeft ze de mogelijkhe d
doch niet de zekerheid op pensioen. Spreker citeert de artikelen
1 en 2.
De VOORZITTER verklaart geen bezwaar te hebben tegen
schrapping der woorden „door den gemeenteraad".
De heer DALMEIJER: Dan nog de voorwaarden waarop
pensioen zal worden toegekend, daartusschen moet allemaal „ol"
staan.
De VOORZITTER gelooft niet, dat iemand dat er uit lezen zal.
De heer DALMEIJER vraagt of een wethouder op 65 jarigen
feeftijd gepensionneerd moet worden; is dat niet de bedoeling dan
moet het beter omschreven worden.
Zoo zijn er meer gewenschte redactiewijzigingen, welke spr. noemt.
Afgescheiden van de vfaag of ik met de bedoeling der ver
ordening kan accoord gaan meen ik dat de redactie ingrijpend
moet worden veranderd.
Er is nog een andere vraag: stel een wethouder is bijna 12
jaar wethouder en hij komt dan te overlijden, dan begaan wij,
als wij alleen een pensionneering van wethouders in uitzicht stellen
een fout door weduwen en/of weezen te kort te doen.
Men mag er op rekenen dat de wethouders steeds meer hun
tijd aan de gemeente zullen geven en daardoor andere inkomsten
moeten verwaarloozen.
Nu had ik gedacht dat U uit een meer nabije gemeente de
verordening als voorbeeld zou nemen en ik zou het wenschelijk
achten dat het college de redactie eerst beter onder de oogen
zou zien.
Ik zal tegen de terugwerkende kracht van het voorstel stem
men waar we hier met iets nieuws beginnen en ook voor an
dere salarissen niet eene terugwerkende kracht werd noodig geacht.
Wordt vervolgd.