ORGAAN VOOR DE GEMEENTE VELSEN Ei Familie phiÉnis Jïo. 448. Zaterdag 28 Februari 1920 5e Jaargang TWEEDE BLAD Gemeenteraad. Vergadering van 24 Februari 1920. Vervolg. De Voorzitter zegt dat nog ingekomen is een adres vaa de Ccëp. Badinrichting te IJmuiden met verzoek om subsidie. Dit wordt in handen van B. en W. gesteld. De heer Dalmeijer vraagt bet in handea van de Commissie voor de wassehert) te stellen. Nog zijn ingekomen verzoeken van J. Bontenbal te Velseroordom benoemd te wordei tot makelaar en van de Vereeniging van Gas- fabrikanten in Nederland over de gaspolitiek. Deze worden in banden van B. en W. gesteld. B. en W. doelen het volgende mede Dat B. en W. naar aanleiding van de in den raad gemaakte op merkingen hebben onderzocht of het den drukker van het raadsver- slag, volgens contract, opgemaakt naar de redactie die door den raad is vastgesteld, verboden is, de voor het publiek bestemde exemplaren van het verslag te voorzien van het hoofd van de Keanemer Editie der Oprechte Hasrlemsche Courant. Zij zijn tot de overtuiging gekomen, dat de overeenkomst geen verbod hieromtrent inhoudt. B. en W. hebben daarom aan den drukker medegedeeld, dat tegeu de wijze van uitgaaf ge an bezwaar be staat, mits in bet bijblad geen ad- vertentiên worden opgenomen; De beer Langendijk zegtzieb hierover te verwonderen. Dit is niet de bedoeling indertgd van den raad geweest. Spreker stelt voor nu wel een bepaling in het contract op te nemen, dat er geen naam van een blad op bet verslag mag staan. De beer Schilling vindt dit kleine politiek en gelooft dat dit alleen gaat tegen den soc. dem. drukker Mollevanger. Ais er de naam van een R.K. orgaan op stond, ge looft spreker dat d8 beer Langen dijk er niet over vallen zcu. 'De heer Vermeulen zegt dat hjj geen bezwaar heeft tegen den naam Kennemer Editie, maar de bedoeling van den raad indertijd is anders geweest. De beer Netseher stelt voor bier den tgd niet aan te verknoeien. De discussie wordt gesloten. Dat in de raadsvergadering van 23 Deeember 1919 aan de orde werd gesteld een voorstel van B. en W, om over te gaan tot de gewone jaarljjkseha benoeming van vaccina- teurs; in verband met den in de vergadering uitgesproken wenseta, de kostelooze inenting door den gemeentelijke geneeskundige te doen geschieden, werd bet voorstel aan gehouden. B. en W. blijven echter van mee ning, dat deze ambtenaar met het oog op den omvang der werkzaam heden, die hem reeds zijn opge dragen, niet met bedoelde taak kan worden belast. Zij stellen daarom voor, evenals ten vorige jaren afzonderlijke vac- cinateurs te benoemen en wel ge durende 1920 in daafdeeling Sant poort A. de Groot Lz., in de afdeelin- gen Velsen en Velseroord P. C. de Weerdt, ia de afdeeliBg Wijkeroog P. A. Barentsen. in da afdeeling IJmuiden R. F. X. Rutten. De beer Heslinga is er niet voor nu al vaccinateurs te benoe men, terwijl de instructie van den gemeentelijke geneeskundige nog moet worden vastgesteld. De Voorzitter is bet daar mede eens. Alleen wilden we haast maken met bet oog op een mogelijke epidemie. De benoemingen worden nog aan gebonden. Dat bet B. eu W. bg nader inzien niet wenscbelijk voorkomt, instem ming te betuigen met bet adres van den gemeenteraad van Smal- lingerlana inzake wijziging der wet van 24 Mei 1897 (Stbl. no. 156), om dat, gelijk het bestuur der ver eeniging van NederlandscieQemeen- ten in bare „mededeelingen" terecht zegt, wanneer van de zijde van eeme of meer gemeenten bij speciaal adres uitsluitend naar voren wordt gebraeht de wensehelgkheid van voorziening in een bepaald punt van zeer beperkte strekking, te weinig aandacht wordt gegeven a&n- en althans door de gemeente zelve de aandacht kan worden afgeleid van bet groote vraagstuk der leni ging van de gemeentelijke financiëele moeilijkheden, voorzoover het Rijk daartoe geroepen is. Zij sfcellen dan ook voor, op het verzoek om adhaesiebetuiging niet in te gaan. Goedgevonden. Dat bjj Koninklijk besluit van 14 Januari 1920 no. 26, waarvan een afschrift bij de stukken is gevoegd, is uitgemaakt dat voor andere ver gaderingen dan die van dei raad, aan raadsleden geen presentiegeld mag worden toegekend. Vóór het bekend worden van dit besluit, was naar aanleiding van het raadsbesluit van 28 December 1919 eene 8e suppletoire begrooting opgemaakt waarbij de toekenning van presentiegeld voor het bijwonen van commissievergaderingen zou worden geregeld. Daar deze suppletoire begrooting thans zeker niet door Gedeputeerde Staten zal worden goedgekeurd, stellen burgemeester en wethouders den gemeenteraad voorde vaststel ling daarvan achterwege te laten en het bovenbedoelde raadsbesluit in te trekken. ♦Dat ter kennisneming voor deleden btj de stukken zgn gevoegd a. een rapport van den directeur van den reiniging- en ontsmettings- dienst betreffende de afmaking van één der gemeentepaarden, dat aan een ongeneeselijke ziekte lijdends was b. een overzicht, ingezonden door denzeifde, betreffende de besmette lijke ziekten voorgekomen gedurende het jaar 1919 e. een rapport van den directeur der waterleiding met betrekking tot da plaats gehad hebbende re- genatie van de ontmangsnin gs-filters. Bat de Minister van Waterstaat het volgende heeft bericht. „Naar aanleiding vaa uw neveu- aaugehaald schrijven heb ik de eer u mede te deelen, dat nabg elk der aanlegplaatsen van het stcom- pontveer te Velsen van Rijkswege een privaatgebouwtje zal worden op gericht,waarbij,overeenkomstig uwe aan den Hoofdingenieur-Directeur van den Rijkswaterstaat in de direc tie Noord-Holland gedane toezegging, de waterspoeling en het onderhoud vanwege de gemeente Velsen en voor hare rekening zal behooren te geschieden" De heer Netseher zegt dat B. en W. wel eea adres naar den Hoofd-Ingenieur-Directeur mogen verzenden, met verzoek de tegen woordige wachtlokaaltj es rein te houden. Nu laat dit alles te wensehen over, het is er voor een fatsoenlijk menscb niet is uit te houden. De heer Vermeulen verzoekt den Voorzitter te vragen om vol doende verlichting in deze wacht lokalen en tevers van de privaat gebouwtjes. De beer Dunnebier zegt dat bier aan voldaan zal worden. B. en W. stellen den gemeenteraad voor bedoelde toezegging goed te keuren. Dat zich do vraag beeft voorgedaan of de keurmeester K. Hollander nog wel in de termen valt voor de toe kenning van tegemoetkoming is de woningbuur. Deze ambtenaar is op 8 Mei 1919 weduwnaar geworden. Hij betfc eea kind van ruim V, jaar te verzorgen, dat niet te Velsen verblijft, doch met het oog op den jeugdigen leeftgd verpleegd wordt in eene inrichting te Rotterdam. Naar den letter der verordering beeft de betrokkene geen recht op de te gemoetkoming, omdat bet kind niét bij hem inwoont. Het is echter zeker niet de bedoeling geweest, in dergelijke gevallen de vergoeding te doen ophouden. Teneinde evenwei voor het ver volg stagnatie in de uitbetaling te voorkomen, stellen B. en W. den gemeeteraad voor, in de salaris- verorderiug (gemeenteblad so. 96 van 1919) voor de woorden „één of mser inwonende mindo?jarige kin deren hebben," te lezen„één of meer minderjarige kinderen ten hunne lasten hebben." Goedgtkenrd. Dat de Kantonrechter te Haarlem, op 2 Januari 1.1. vonnis wijzende in de procedure van deze gemeente contra da Wed. Assies inzake terug vordering van een cape, de minder jarige Caecilia Assies in hare vor dering niet ontvankelijk heeft ver klaard en aan de weduwe Assies barer oisch als onbewezen heeft ontzegd met veroordeeiing der ei- scheresse in de proceskosten. Op deze zaak had betrekking het raads besluit van 27 Juni 1919 no. 2. In behandeling komt het rapport der Ziekenbuiseommissiö en van een adres der Maria-sticbting om finan- ciëelen steun voor den bouw van een ziekenhuis. De heer Nijssen zegt dat het hem bevreemdt dat nu alles op 't program wordt gezet, terwtjl het toch alleen gaat over het verzoek der Maria-sticbting. Da Voorzitter: Neen, bet rap port der Ziekenhuiseommissie komt ook ter sprake. De heer Nijssen verdedigt de toekenning van subsidie aan de Maria-stiehting. Dit zal ons f5000 per jaar kosten. Wanneer wg zelf een ziekenhuis stichten, zal dit zeker f800,000 kosten en de jaar- ljjksche kosten tegen 5 prccant zullen dan f 40,000 zjjn. De Maria-stichting wil niet langer op een beslissing wachten, zij heeft reeds 21/, jaar gewacht. De höer Vermeulen wil aan ieder zijn stem laten, spreker zelf is voor de inwilliging van het ver zoek der Maria-stichting, omdat een gemeente zit kenknis te groote offers van ons zal vragen. Maar wjj zjjn aan de Maria stichting verplicht een besluit te nemsn. Mevr. Boers zegt dat de leden van den Economiseben Bond tegen hun innerlijke overtuiging voor bet verzoek van de Maria-stichting zullen stemmen, omdat de kosten van een gemeente-ziekenhuis te zwaar znllen drukken, zelfs bij een uitkeering van het Rijk van 50 prosent, vooral waar de machine van den staat zoo langzaam werkt. De heer Landeweert zegt niet voor het verzoek van de Maria- stichting te zullen stemmen. Spreker is nog altjjd voor het stichten van een gemeente ziekenhuis, omdat hjj is tegen versnippering van bet ziekenhuiswezen. Man noemt de financiën voor de gemeente een bezwaar. En spreker erkent dat we thans een moeilijken tijd doormaken. Maar we hebben wel eens meer een crisis door gemaakt, ai. zal deze wellicht wat langer duren. Spreker gelooft echter niet dat de kosten voor de gemeente den eersten tijd zoo zwaar zullen zijn, dat zs niet te dragen zjjn. Spreker is er nog steeds voor dat besloten wordt te trachten geschikte grond te koopen en plannen voor een gemeente-ziekenhuis te maken en eerst te beginnen met barakken- bouw. De beer Netseher zou alleen een beslissing willen nemen, wan neer vooraf beslist wordt dat de gemeente de beschikking krjjgt over een aantal bedden. Be beer Davidson zal tegen de subsidie aan de Maria-stichting stemme». Spreker wijst er op dat in de Maria-stichting te Haarlem niet altoos nauwgezet rekening wordt gehouden met de beginselen van niet-Katboliekeu. Spreker weet daar voorbeelden van. De heer Dunnebier zegt voor de subsidie te zjjn, maar er heeft zich door de houding van het Rijk een nieuw element voorgedaan. Wellicht dat de Maria-stichting dan het geheele bedrag van f5000 niet noodig zal hebben. De heeren Sluiters en Dal ai eg er: Noul De beer Vermeulen verdedigt nogmaals de toekenning der subsidie. Als men van andere zjjde komt om subsidie, zal spreker daar ook vóór stemmen. Maar de vrienden van de Biaeonessenhuizea hebben niet een koetje kunnen vinden, dat vet genoeg gemaakt kon woidea om wat melk te geven, kGme» zij echter nog eens en komen ook de soc. democraten, dan zal spreker er vóór stemmen. De heer Schilling: Dat zou ik nog wel eens willen zien! Beheer Vermeulen wijst op den huidigen finacciëelen toestand. Deze is benauwend en wanneer zal het weer gaan in de stijgende ltjn? Niemand die er iets van weet. De heer Sluiters zegt nog geen duimbreed van zijn vroeger siand- punt veranderd te zijn. Spreker is na bet onderhoud met Dr. Aldershr ff nog in zijn meening versterkt. Hg is overtuigd dat ai» we beginnen met te subsidiëeron particuliere niekeninrichtingen, wij op dien weg zullen voortgaan. Siraks zal het subsidie Biet voldoende zijn en we znllen er weer wat bijdoen. En als anderen komen, zullen we ie ook wat geve» zoo zullen rve wat kleine ziekenhuizen krijgen, waarvan er geen één deugt. We geven dan alie3 uit banden, spreker gdoolt dat dit i iet mag. We moeten één groot ziekenhuis krijgen met de 'meest bekwame doktoren. Spreker meent dat we deze dure taak niet uit banden mogen geven. De heeF Heslinga zegt dat dit voor hem eea zeer moeilijke beslis sing is. Als medicus toch is hij overtuigd dat hier een ziekenhuis noodig is. Het voornaamste is echter niet dat b.v. 5 bedden beschikbaar wor den gesteld, maar of de geneesheeren over alle nieuwe hulpmiddelen zul len kunnen beschikken. Daarom is spreker voor ketgeen de heer Ver meulen wilde, dat over de voor waarden nog eens werd gesproken. De heer N ij s s e n is hier wel voor, maar wil dan eerst een prineipiëele beslissing nemen. Als de raad af- wijzend beschikt, hebben we niet meer over voorwaarden te onder handelen. De heer Hand graaf zegt dat men na voorwaarden wil stellen, die wel eexs moeilik vervuld kan nen worden. Menzon instrumenten kunnen willen hebben, waarvan de FEUILLETON. door E. WELLNITZ. Meneer de Tumar ik heb een paar bruintjes voor U, zonder ge breken en goedkoop. Nee dankjewel, antwoordde Arnold lachend, op 't oogenblik hebik geen geld om paarden te koopen. Geld, riep de handelaar, zich wringend als onder hevige p{jn. Alsof daarvan ook maar sprake is. Geld heb ik niet noodig. 't is enkel uit beleefdheid. Wanneer ik meneer de Tamar met dat paard zie rjjden, dan denk ik iederen keer zoo'n aardige man zoo'n goeie man, een man naar wien alle vrouwen graag kijken en die rijdt nou met zoo'n ^uden knol. Ja, ja, laat maar, zei de jongen man lachend, ieder roeit met de riemen die hjj heeft Hg keek op en bemerkte dat de oogen van de Luzy op hem gericht waren vlug liep hg naar den ouden toe. Neem tenminste dat rgpaard.ze1 de Luzy haastig, je kan ja zoo niet meer vertoonen. Het ka» niet. Wat ik heb liggen, is juist genoeg om de tot nieuwjaar loopend e renten te betalea, en het geld dat ik vandaag van Desmoulins beur, moet ook meteen weer uit gegeven worden. Ik kan ternauwer nood de looacn betalen. Js, 't zgn slechte tijden voor den landoouwer, mompelde de oude heer een beetje verlegen. Kom even bier bij het raam. Als ik je het geld eens voorschoot, Arnold. Ik heb me vandaag waar aebtig geërgerd san je paard. Meneer de Luzy, zei da jonge man, geen geseüeuK kan me meer genoegen doen dan dit bewijs van vertrouwen. Maar ik kan het niet aannemen. Laten wij er dan maar niet meer over spreken, zei de oude en ging de deur uit. Arnold keek hem bedroefd nq| en gicg toen naar de dames. Het Kerstbal was hit onderwerp van gesprek. Dus vijftien dames, die dansen, riep Suze Treptow, op haar vingers tellend. Rose de Luzy, Edith, Lamond en haar onbekende vriendin, verder de lieve molenaarster... Maar Suusje, vermaande haar moeder, hoe dikwijls moet ik je verzoeken de menscben te noemen bij den naam die bun toekomt! Mevronw Lamond sprak de hoop nit, dat Edith zieh nooit schuldig zcu maken aan dergelijke grapjes. Neen, die is daar veel te zoet voor! riep Rose lachend, dus niet de lieve molenaarster, maar Bertha Grandet, dan vier van jelui. Wat de»k je wel Rose, viel me vrouw Treptow haar in de rede, we komen niet met al de kinderen. Waarom niet, er zullen genoeg heeren zijn. Kom tel inplaats van de dames liever de heeren eeaB op. Goed. Eerst Treptow, cotillon juffrouw Lamond. Niet zoo onbescheiden als ik vragen mag, zei de blonde jurist lachend. Ze is erg vrij, erg vrfj, berispte mevrouw Lamond, men kan wel zien dat ze van haar eerste jeugd af geen moeder heeft gehad. Dat valt bij de heeren in den smaak, antwoordde mevrouw Trep tow, goed opgevoede meisjes doen voor baar onder. De jengd had intusschen verder verteld: Arnold de Tnmar, de jonge dokter, de drie studeerende zonen van mevrouw Odillae. Verder niemand? Meneer Grandet, twee loens van den advocaat Mirandolle, de zoon van den rechter en de jonge in genieur, die de rg sluit. Verder niemand? er uit met je geheimen, riep Suae. De jonge Treptow stond op e» ging naar een zijdeur. Heere», riep hg, 't oogenblik lQkt me gunstig om met de dames ken nis te maken. Emil, verschijn. Mag ik zoo vrij wezen de dames voor te stellen mijD vriend luitenant Tremors en mijn neef luitenant de Bertézy. Beiden zullen wanneer U er tenminste niets op tegen kebt, deelnemen aan het Kerstbal. Wat maakt zoo'n luitenant effect! fluisterde Arnold Suze Treptow toe. Toch niet bg iedereen, antwoord de zg met een koket lachje. Alleen bg zekere dames die gi- boden rondsturen, om een zoo ge lukkige gebeurtenis als de aaikomst van een kletterende sabel aan de wereld bekend te maken. O, die Rose. Om dat meteen te vertellenIk deed het omdat ik wist, dat zg zich ervoor interresseerde. Ik ben er heusch niet zoo big mee, wg hebben maar last van zoo'n bezoek, twee gasten gedurende al den feesttgd en 't geeft zooveel werk. Voor U? vroeg Arnold met een lachje. Zeker. Denkt U dat wg niet^ te doen hebben? Mama is erg streng. Moeder is precies, verbeterde iemand achter hen; de oude de Luzy had ongemerkt diehtbg hen gestaan. Arnold sprong op. Je komt juist van pas, dacht hg. Meneer de Luzy twee vrienden vaa me, die voor 't eerst in deze streken te gast zgn, zouden graag aan U worden voor gesteld. Het zgn luitenant Tremors en lnitenant de Bertézy. Ik heb ban gezegd, dat Luctéville het meest gastvrije buis uit de omgeving is. Niet dat ik wist, beste Arnold. Niet dat ik wist. Maar daar je de heeren als jouw vrienden beschouwt, zullen ze mg welkom zgn. Het zgn militairen is 't niet? Lnitenant bg de infanterie, garni zoen Briairês, zei de Bertézy. Ik heb er geen verstand van, vertel dat maar aan den majoor, die het landweerbataljon comman deert. Wat mg betreft, 't gaat mg met militairen als David met de kinderen Ammous. Hg boog even en verliet het ver trek door een zgdeur. Hoe ging het met de kinderen Ammous f vroeg luitenant de Ber- téay verbaasd. Ik heb niet veel in het oude testement gelezen, maar ik geloof niet dat David veel voor »e voelde. Weet niemand der aanwezigen ons hieromtrent in te lichten? We zonden eerst mosten weten, waar we moeten zoeken, merkte iemand op. Ik stel voor de zaak te laten rusten, zei mevrouw MalherbeB. Mevrouw Lamond stemde daarmee in en zoo praatte men er niet meer oven* maar ieder nam zich in stilte voor, thuis het bedoelde eens op te zoeken. Kom, kinderen, we moeten in- koopen gaan doen, zei mevronw Treptow terwgi ze opstond, vergeten jelui niets. Ga je mee Alex of bigf je hier. De zoon besloot tot het laatste Rose stond ook op. Het niet er niet naar nit of Uw vader ons wilde animeeren, onze opwachting bg hem te maken, zei de Bertézy terneer geslagen. Rose lachte ondeugend. Zoo, bent U na al bang voor hem? vroeg ze. En ik En U? Stelt U zieh eens voor, wat voor een moedige ziel er in mg moet wonen, ze liep ondertussehen weg es zei nog zacht over haar schouder heen: Ik ben niet bang. Allerliefst! mompelde de officier haar nakgkend. HOOFDSTUK IV. Ga je met ons mee, vroeg Rose in '6 voorbggaan aan Arnold. Suze zoekt je, ze schijnt 't te verwachten. Nu niet, antwoordde bg, ik zie daar juist het sehurkengenieht van Desmoulins, bg mag me niet ont gaan. De bewuste handelaar was mager, had zwart haar, een loerenden blik in de eogen; hg stond juist over een tafeltje gebogen en was bezig een som in goud en papier nit te tellen. Grandet seheen het te ont vangen, want hg zat met het hoofd in de handen voor het geld en keek oplettend hoe de hoopjes grooter werden. Er tussehen door maakte hg een enkele opmerking. Diehtbg stond de jonge Malherbes met een paar pachters, ook de oude van Luetdville was weer binnengekomen. Als deze zaak ten einde is, kom Ik zeker aan de beurt? vroeg Arnold, terwgi hg achter het groepje ging staan. Op Desmoulins' gezicht kwam een uitdrukking van groote ver wondering.. Daar is-ie waarachtig, riep hg op tafel slaand, matr meneer de Tnmar, waarom «wam U niet op tgd? Ik kon niet veronderstellen, dat ik U zoe laat nog zon treffen. Ja, nu is 't voorbg, hier is Uw geld en 't is nu het eigendom van meneer Grandet. Arnold werd doodsbleek. Je weet Desmoulins, dit ik op schrift heb, dat 't geld vandaag betaald zon worden. Om tien nnr, meneer de Tumar, en ik heb getuigen dat ik er op tgd was. 'tls nn elf uur. Ik heb geen verplichting meer om mgn woord te houden, als U er zelf niet meer moeite voor doet. Daarin zal 't gerecht uitspraak doen. Wordt vervolgd. IJMUIDER COURANT

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1920 | | pagina 5