Nationale Bankvereeniging
ALLE BANKZAKEN
UITVERKOOP SCHOENEN
i FilEI - Keizer IbÉÉil 9 - 111
A. i. MEESTERS
Pracht-Sorteermg
OPGEMAAKTE LEDIKANTJES3
Electro-Installatie-Bureau
Door de lage Markenkoers
Gereedmaken van Recepten
Luxe Bakkerij - Pr. Steinstr. 15
J odenkoeken
KAPOK BEDDEN
M. 6. VAN PRAAG,
Een Fiiiii phlÉi
Kantoor IJmuideii Sluïsplefn 28 Telef* 350 en 417
w
Satijn en Satinet Wiegdekens
Wollen Wiegdekens
w
SPRUIJT's FILIAAL
14mulder Apotheek - Koningsplein
Homoeopathische Geneesmiddelen
Artikelen voor ziekenverpleging, Chemisch onderzoek
Zwarte en Bruine Heerenschoenen
Boxcall, Chroom, etc. tegen f10 50 per paar
Damesschoenen f 12.50
ZIET DE ETALAGE
Willem Barendzstr. 12
TELEFOON 286
P5
w
KJ
5j O» ^OTIFCS-ESIfc, s
PP
KOPER-, LOOD- en ZINKWERKEN
M. BOSMA Wzn. - IJMUIDEN
sluit ALLE VERZEKERINGEN voor
36 NEPTUN USSTEAAT 36
Telefoon no. 18.
2 Pers. gevuld met prima Java kapok
voor f 38.
Veii. Prins Hendrikstraat 17-19.
VelseroordKalverstraat E 46-48.
FEUILLETON.
Kapitaal en Reserven f 7.500.000.
Yanaf heden groote PRIJSVERMINDERING
van. prima ®C3JEi[öE5Bi-WEO,I5Z
Prima houtgepende Engelsche Jachtschoenen f 13.
SCHILDER El SSEHfLBSES
H
)-H
H
Aanbevelend,
PQ
PRINS HENDRIKSTRAAT.
TROMPSTRAAT 1 9--2 1
ÏELSEROORD TILEFBOS 831
Aanbevelend, ZIJLMANS Co.
Aeswrantiebezorger
kwamen wij heden in het bezit
van een groote zending-
Uitgebreide sorteering - Prachtvolle moderne Kleuren
Ongekende lage Pr ij zen
Worden achter niet cp zicht ggegevsm
Telefoonnummers 450na 5 norHaarlem 326S.
(van Dr. WILLMAR SCHWABE, Leipzigin origineele verpakking),
Patentgeneesmiddelen
Minerale wateren
Verbandstoffen
PROBEERT U mijn OVERHEERLIJKE
sa 4 Cen t.
Aanbevelend,
door E. WELLN1TZ.
10.
Kent U me zooweinig, meneer de
Luzy? vroeg Arnold, terwijl hij den
ouden heer tegemoet ging. Komt U
maar 's zien, wat voor een haagje ik
ge3«hoten heb. De Luzy ging er met
Arnold heen, en het gezicht van den
eerste klaarde op toen hij den dooden
vos zag liggen.
Maar als ik vragen mag, ging
Arnold voort, hoe komt U op dezen
tijd huiten?
Oude mensehen hebben soms won
derlijke grillen en ze kannen niet
slapen, als ze koude voeten hebbes.
Er is een vreeselijke koude vloer
daar in de zaal. Je kust geen
warme voeten krijgen als je niet
eerst een farm eind geloopen hebt.
Ik zal er niet vaak meer komen, als
Rose eenmaal getrouwd ie.
De Tumar zweeg.
Ik wenseh nu dikwijls, ging de
oude voort, en zijn stem had een
eigenaardig luiden, staalharden kiank
dat het meisje gauw naar mgn
wenseh onder dak is. Want een Lui
tenant, zoo'n hongerlijder heeft niet
bij me aan te komen, Ik wil het kind
goed verzorgd zieD, in ieder opzicht
een garantie hebban voor haar toe
komst.
Meneer de Bertézy leeft, voor
zoover ik weet, in goede omstandig
heden, merkte Arnold op.
Bat kan wei, er zijn ook officieren,
die zelf vermogen hebbeü, maar de
stand staat me niet aan. Ieder beoor
deelt ch wereld naar zijn eigen erva
ringen en de mijne waren niet zoo
aangen asm, niet bepaald geschikt om
me veel vertrouwen in te boezemen
voor dingen als trouwen, geloof ik,
of om den stand te leeren waardeeren
die onder een glanzende oppervlakte
donkere afgronden verbergt. Ik heb
droevige dingen beirefd, Arnold en
wil mijn kiad voor iets dergelijks
bewaren.
Be jonge man keek vragend naar
hem op. Het schoot kem te binnen
dat zgn vader officier geweest was
en de mogelijkheid dat de twist tus-
sc'ien de twee families samenhing
met de Lczy's droevige ervaringen,
deed zich aan hem voor.
Als je den vos hier wilt laten en
mij een eindweegs wilt vergezellen,
zal ik je verder vertellen over de ge
beurtenissen die mijn leven een be
slissende richting gaven, die de over
tuiging in me wakker riepe», dat
liefde en trouw ons geen steun geven
in de stormen des levens, maar alleen
het zuivere materieels, de goede en
vaste plaats, die wij inde maatschap
pij innemen. En van die betrekking
is de voornaamste steun; het geld.
Eea gek, die dat te gering schat.
Ik waardeer ten zeerste de eer, die
U mij bewijst, dcormij een|dergeiyke
geschiedenis te wiilen vertellen, zei
Arnold, die begreep dat deze mede
deelzaamheid niet toevallig was maar
er op berekend was, hun verhouding
tot elkander in de toekomst te
bepalen.
Ik weet niet, begon de Luzy, of
iemand je ooit verteld heeft van mijn
gestorven brcer. Er zijn veel jaren
overheen gegaan, sedert hij begraven
werd, sindsdien zijn menschen geko
men en gegaan en misschien is
Treptow de eenige, die zich hem goed
herinnert. Het oog vergeet zoo licht
wat ervoor verschijnt en weer ver
dwijnt, maar het hart—het hart ver
geet niet, Het was mijn eenige broer,
mijn tweeliagsbroer. Ik heb nooit
gehad, wat men een vriend roemt,
my» karakter was van mijn jeugd af
gesloten. Waarom zouden vreemden
mij hun vertrouwen schenken? Maar
bij kende me! Zgn warm hart om
ringde mij met liefde, zijn vrooïijke
natuur trok mij binnen den zonnen-
kring, die hem omgaf, Nooit heb ik
in mijn later leven tegenover iemand
man noch vrouw, gestaan als tegen
over hem. We kenden volkomen ge
meenschap der goederen en een on
beperkt vertrouwen. Men spreekt
over den innigen band, die het huwe
lijk legt, maar dat verdwijnt geheel
voor het gevoel, dat ons samen hield;
voor men getrouwd was, kreeg men
een verschillende opvoeding, hebbsn
we indrukken ontvangen, die niet
meer kunnen uitgewlseht worden en
die later ook altijd weer hun recht
laten gelden. Maar wij hadden alles
hetzelfde hy bleef even steken
ja alles herhaalde hij dof.
Hjj sloeg metzija stok teg6n de
struiken, dat de sneeuw met zacht
gerucht van de takken viel. Be ge
dachten schenen hem te overweldi
gen. Maar plotseling herstelde
zich en ging voort met vertellen.
Het eerste, wat zich tusschen ons
plaatste, zei hij kort, rauw en hard,
was natuuriyk een vrouw, een meisje
dat in de buutt wooode en ze bezat
inhooge mato de bekoring, die som
migevrouwen geven, zonder dat ze
eens mooi zijn te noemen. Ik was al
gauw niet meer de eerste ia het hart
van mijn broer, een ander had daar
mjin plaa's veroverd, ik bleef aileee.
Ai beeilacg had hij de gewoonte
's avonds op den raad van mijn bed
te korcen zitten, en me tevsitellen
wat fey ir n r ijk beleefd had, waar
mee zjjn ?edacbt»n zieh bezig hiel
den Hij had het een heelen tijd niet
meer gedaan. Eens toen ik al was
ingeslapen, ontwaakte ik, doordat ik
hem dicht bij my voelde.
Ben jij 't Charles riep ik ver
baast.
Ja ik, antwoordde hij, ik wou je
iets zeggen, Je weet wel, dat van
daag het woord gesproken is, dat
mijn heele leven verandert. OHenri
God wl), dat we zoo'n lief, zacht we
zen tot ons nemen, om zelf beter,
sterker en meer volkomen te worden.
Tusschen jou en my verandert dat
niets, daaraan kan 't niets verande
ren! Neen, het verandert niets, zei
ik. Hy gaf me een hand.
Watbenjekoud,zeihy nog, je hebt
toch niets.
Neen, antwoordde ik, dat is de
koude lucht die doorhetraam binnen
komt. En hy ging het sluiten.
Ik was een man en wist te over
winnen. Niet op die koude manier,
die alles in zichzelf doet opsluiten
vyandig tegenover de wereld is
neen, vreemd geluk, werd het rnyne
en de nieuwe lente, die ik beleefde,
leek me heel gelukkig, omdat zij
ook vol smart was. Maar het zou
niet lang duren.
Hoa zal ik ik je dat uitleggen?
Be Luzy verzette zich uit alle
macht, tegen de sterk opwellende
herinneringen.
Ze was een heel ger oelige natuur,
vatbaar voor iederen nieuwen in
druk, die ze kreeghaar oogen
lichtten op bij iedere bloem, die
's nachts ontkken was; het leven
leek haar eea groote schatkamer;
waarin haar kinderhanden steeds
naar nieuwe kleinodiöa zochten.
Op een goeden d»g kwam een
vriend ons brzoeken, een officier, de
naam doet niets terzake. Met hun
drieën maakte zij een rytoert, waar-
by de vriend een ongeluk kreeg aan
zyn linkerhand, doordat hg het
meisje bewaard had voor een ge
vaarlijke struikeling. Toen ze thuis
kwamen, zag mijn broeder er be
stoven uit, terwyi hij anders altyd
heel netjes op zyn kleeren was.
Wat zie jy er uit? vroeg ik ver
wonderd-
Och dat doet er niet toe. Ik zag
nu ook hoe zijn gezicht anders was
geworden, het zag er grauw uiten
leek vol plekken.
God, wat heb je.
Niets of teminste weinig alleen
dat ik hem, hy noemde den vriend,
morgen overhoop denk te schieten.
Ik vroeg niet waarom.
Heb je bedacht dat hij invalide is,
vroeg ik alleen.
Zyn rechterhand is gezond.
Ik sprak vergeefsch met hem, ik
vroeg vergeefsch, of hij niet wou
gaan ruste», 's Morgens vond ik
hem nog op dezefde plaats, neen,
niet op de zelfde! HQ lag op den
grond geknield, had het hoofd en
de in wanhoop gewrongen handen
in mijn dekens gedrukt en vcc'at
zich los van dat, wat zya jong
vrooiyk hart geloofd en gehoopt had.
En de dag kwam.
De reekterhsnd was wel gezond
Kom, zeide de oude de Luzy
geheimzinnig en trok Arnold voort,
Ze waren dicht bg het dorp.
Vlak voor hen verrezen de don
kere muren van het keihof. Zr
gingen door het hek.
De zachte morgenwind blies de
sneeuw van de cypressen, ze ruisch
ten zacht als tot een welkom. On
der de witte sneeuwvacht, die hier
en daar onderbroken werd door ver
dorde struiken, schenen alle graven
het zelfden, geen onderscheid meer
tusschen de dooden.
De Luzy vond vlak naast den
muur wat hy zochteen yzeren
hekwerk scheidde het familiegraf van
de Luzy van de overige af, het
lag onder een esch, die haar kale,
bladerlooze takken tegen den hemel
hief.
Be Luzy stond sprakeloos en vouwde
eerbiedig zyn handen. Arnold volgde
zya voorbeeld, het was hem alsof
bij hier iets ten grave moest dragen,
Een plechtige stilte heerschte.
Was het een gebed, een belofte,
die de stomme lippea van den ouden
eenzamen man spraken? Waarom
legde hy, als ter bekrachtiging als by
den eed, de hand op het verwelkte
loof en de sneeuw, die over dea
dooden lagen?
Wordt vervolgd.
Hoeren ZeEfstrikkers
I