is thans gereed
Bezoekt daarom onze magazijnen
L. TH. NAARDING Co.
Orflofs ?80Ffsad slalm ii k Me Icgilscbi ei Iiril«fe§ Mn,
JAC. VAN LIEHOP
f2.50
Dames- en Kinderhemden
„Au Bon MarchéKanaalstraat 74.
Sgsdtlsdrulisrkes
Nationale Bankvereeniging
Onze YoorjaarscoHectie
Wij hebben in alle prijzen ongetwijfeld wat U verlangt I
I
FHBHHHHnrani
M. BOSMA Wzn. - IJMUIDEN
LANGE VEERSTRAAT
HAARLEM.
CENTRAAL EXPEDITIE BUREAU
CENTRAAL KLEEDINGMAGAZIJN
Ruime uitgebreide keuze in HEEREN-
JONGEHEEREN- KIN DERCOSTUUMS
IT naar de NIEUWSTE Modellen.
NBrsMrpisjivtl
sluit ALLE VERZEKERINGEN voor
Expeditie naar Binnen, en Buitenland,
Telefoonnummers 456na 5 uurHaarlem 3268.
Bestelt bfl Uw kruidenier eens een pakje THEE E BRAN DSM A
Uw huisgenooten zullen die ongetwijfeld heel lekker vinden.
Buitendien zult ge ondervinden dat de prijs, in verhouding
tot de kwaliteit, zéér matig is (f 7,80, f 2.50 p. pond).
IJmaiidsn, Breasaspstr&at 10, Tal. 114
Inklaring, Bit-klaring, Expeditie H. S. M.
PRINS HENDRIKSTRAAT 3-5
Groote voorr&ad Hoeden, Petten, Dassen,
Overhemden, Boorden, Bretels, enz. enz.
Prima bewerking Spoedige levering
Vervormen en Garnecren
I Het adres voor a!ïe
Kapitaal en Reserve f7.500.000.
li#
Kantoor te IJMUIDEN: SLUISPLEIN 28
Telefoonnummers: 350 en 417
Aanbevelend,
4 pCt. rente per jaar
Spaarbankboekjes ten Kantore verkrijgbaar
FEUILLETON.
11.
Onzin, je tweede hypotheek is
Meneer, de Luzy, U bent altijd
vriendeljjk geweest voor den een
Ze liet hsthalfieege kopje staan en
snelde hem na.
Ze zweeg.
A^nranÜebezorger
Keeren- en Kinderkleeding
e
FAAM"
I
Mevrouw.
Zo is o.a. verkrijgbaar bijW. Heimich, W. de Jonge,
R. Kofman, Wed. H. van Leeuwen en Wed. C. v. d. Made.
Voor KLEEDING IN Jk. JL. R IVÏ T
Aar-bevelend,
IS
Willemsplein
m
L -. 7 *V tt - 'f y f? v.
door E. WELLNITZ.
Hongerige wintervogels hupten,
z&chtgeluidgevend, heen en weer.
Kom, zei de Luzy tosn en beiden
girg n zonder spreken weg uit den
kriug vau vrede, die door niets meer
v8ixtoord kan worden.
Lat is nu de reden, zei de bs-
zLtsr van Lucfé/ilie, na een pauze
weer vervallend ia zij a gewone
maniar van spreken, waarom ik niet
veel sympathie voel voor de hesren
militairen. Noeh een van hen, nosh
iemand, wiens stand of familie met
die vervloekte geschiedenis samen
hangt, zal de hand uitsteken naar
mrja kind!
Het zou ze siechfc bekomen 1
Ik geloof nitt dat er veel reden
s om U bezorgd te maken, meneer
u:; Luzy, zei Arnold met zijn ge
wone rustige vriendelijkheid. Be
hüören (.fficleren gaan dezer dagen
weer weg.
Het zal U echter nog onbekend
zijt dat ik er over denk te ver
trekken.
5e Luzy keerde zich snel om.
Ga je verkoopen? vroeg hjj
verrast.
Ik moet wel. De spaarkas in D.
miukt het noodzakelijk omdat de
hypotheek haar geea voldoende
zekerheid meer geeft.
zekerheid genoeg, een goed als
L'iffiba, kom nouEr zal wel da
e»a of ander de zaken verkeerd
hebben voorgesteld.
Dat geloof ik ook, maar er is nu
niets meer aan te doen. In ket
ergste geval wil Grandet met me
onderhandelen.
En je moeder?
Arnold haalde de schouders op.
Als je moét, is er niets meer te
veranderen.
Ook aan het leven niet
Wat is het leven voer mij Ik
vraag er niet meer nsar. Dat is
het eenige wat ik graag verliezen
zou en ook wat ik t06h houden
moet, ket kale, na&kte leven zonder
geiuk.
Da morgen belichtte met valen
schijn hat bleeke gezicht en de
rustige oogen, die draoaierig voor
zich uitkekeu.
De sprekende trekken van de
Luzy kregen een vreemie uitdruk
king, zijn blik gleed scherp ever
den jongema», alsof hij z(jn diepste
voelen wilde peilen en werd toen
een bijzonder weeke uitdrukking.
Ik zal naar de spaarkas rjjden
en de lui mija meaning over de
zaak zeggen, Het inzicht van een
ervaren man als ik, zal toch nog
wel wat te beteekenen heiben.
Dat moet U Dist doen, meneer
de Luzy, zei Arnold levendig.
Niet Wat heb je er tegen
De jonge man richtte zich op en
ondanks zijn kleine gestalte lag in
zijn houding iets dat eerbied af
dwong, toen hij antwoordde
zamen jonger, hjj is erUdankbaar
voor en zal ieder bewijs van wel
willendheid, dat U hem verdei-
geven wilt, als iets buitengeweonB
ia zijn gedachten bewaren. Maar
ik moet U verzoeken, van heden
af mijn aangelegenheden met rust
te laten, U daarmee niet te ba-
moeien, ook niet met de vriende
lijkste bedoeling. U zult wel be
grijpen waarom niet.
Arnold, riep de Lu-y, en strekte
de hand naar hem uit, zoo was 't
niet gemeend, jongen
Maar bij was al ia de struik3s
verdwenen.
HOOFDSTUK VIII.
Ook voor Rose brak de morges
aan. Za zat bij het venster, met
wjjd-open oogen staardo ze in den
komenden dag. O verai verspreid iag
haar tooi vaa den vorige» avond,
er brandde nog een licht, dat met
veel moeite vocht tegen het daglicht.
Builen in de sneeuw gingen de
mensehen naar hun werk, zooals
alle dagen ging de wereld z|jn go
woeea g&ig, maar in den borst
vau hot jonge meisje, daar waar
haar warme hanJem zich tegen haar
kloppend hart drukten, was een
nieuw leven begonnen, dat niet meer
te stuiten was, ook ai zou leed
alleen er het gevolg van zijn.
Ze stoad op, ze had een gevoel
dat zij nog nooit gekend had. Ze
zag haar vader door den tuin komen,
by motst dus al vroeg uitgeweest
zijn. Zgn gang was vermoeid, wat
slepend, hg had het hoofd voorover
gebogen.
Wat beteekende dat? Uit zijn
humeur, ruw kende zij htm wel en
ze koa goed met hem omgaan ais
bij boo3 wasnog nooit had zij
gt merkt dat hij beirotfd zijn koa.
Vlug wasehte zij haar roode ooges
met koud water en ging naar beneden.
Goeden, morgen Papa, w^t zegt U
ervan, dat ik al op ben
Hij knikte met zijn hoofd,
't Is.goad, zy bg zacht,
Haar bevende vingers zetten do
kopjes recht, het zacht gerit kei van
het porce gn klonk in de morgen
stilte. Haar vaders blik rustte scherp
sa doordringend op baar, ze sloeg
haar oogen noer ze voelde tranen
komen en het bloed bonsde achter
haar slapen, maar zij btdwongzich
en cm het gesprek op onverschillige
dingen te brengen zri ze wat angst g
met gedwosgen vrooiykheid
't was was gisteren eehto prettig
vond U ook niet Papa?
Neen, zei hg alleen en nam het
kopje aan, dat zij hem gaf, je beeft
Rosel
En na een oogenblik zwijgenJg
bent dus wel tevreden met den dag
van gisteren?
Ik heb geen enkelen dans overge
slagen, er waren zooveel dansers,
als hier zelden voorkomt.
Is dat da hoofdzaak vcor je
Natuurlijk, Papa ik ben nog joeg
Toch niet zoo heel jong, je bent
b|jna negentien.
Hij droak haastig zgn kopje leeg.
Als je klaar bent kom dan in
mjjn kamer, ik moet met je praten
kind. Hij ging meteen de kamer uit.
Zeg mg wat U te zeggen hebt,
papa vroeg zy doodsbleek maar
rustig.. Hy was in een fauteuil gaan
zitten, die bij de schrijftafel stond,
zg ging naast hem staan en legde
haar hacd op het houtsnijwerk van
de tafel.
Wat is het? vroeg ze nog eens.
Hy keek feeer ernstig aan.
Je moet trouwen, Rose, zei hy,
ik heb gisteren Grandet je hand
beloof!.
Onder de cotillon.
Ja.
Er kraakte iets. Een deel van de
houtfiguren was gebroken.
Pardon, zei Rose, ik ben zoo on
voorzichtig.
Jammer, zei da Luzy en bekeek
nauwkeurig de gebroken versiering.
Ik hield deze tafel altgd in eere
omdat ze van Charles iö geweest.
Rose je weet wat de gestorvene
voor me was, jy zal zijn nagedach
tenis toch ook altijd eeren
Rose sprak niet, ze perste haar
lippen samen, haar handen hicgen
hingen slap ne6r.
Om Godswil vader,
Wat, kind?
't kan niet waar wezen. Bat kan
ja niet willen. Je hebt toch altjjd
van me gehouden?
Ze viel op haar knit ën en verberg
haar gezicht in de handen.
Papa, het zou mtjn dood wezen,
ik wil grsag bij U biy ven, altijd en
van niemand anders heoren, die U
niet lijden mag, maar die Grandet
o, die kan ik nooit 1
Wie dan vroeg de Luzy zacht
nauweiyks te verstaan.
Hij legde zgri arm om haar heen
en voelde hoe zij beefde.
Wie daa, Rose de luitenant?
Neen, Papa, U maakt zich onnoo-
dig bezorgd, hij is me onverschillig.
Arnold
Niet hardop maar vibreerend gleed
het woordje door do kamer, gevolgd
dcor een diepe beteekenisvolle
stilte.
Hard en zwaar klonken eindeiyk
de woorden van den ouden man.
Denk niet meer aa» hem, hij zal
hier niet meer komen.
Wat heeft U hem gedaan
Rose was opgesproDgea. De angst
van het begir, het verlegen kleuren
bg 't toegeven van wat haar vader
vroeg, alles was plotseling verdwe
nen, haar bleek gezicht leek neg
smaller dan gewoonlijk, de oogen
nog grooter, vlammend van gloed,
zoo stond ze rechtop voor de Lu?y,
niet langer het gehoorzame kind,
maar een tegenstander uit eigen
vleeseh en bloed.
De Luzy ademde zwaar. Eindeiyk
kwam dan toch dat, waatop hy
zoo lang had gewachttrots, tegen
stand en strijd.
De oude kracht kwam in hem
terug, die tegenover Arnold hem
begeven had.
Hy stoid ook op als tot heftige»
strijd.
Ik heb hem het verleden verteld,
En?
Hy begreep me.
Wordt vervolgd.