onzer magazijnen naar
hoek Beurspassage
Electro-Installatie-Bureau
Lood- en Zlikvirk, Gas-10 Waterleiding.
Gereedmaken van Recepten
van al onze voorradige goederen legen extra prijzen.
hebben w|j de prjjzen met 25j0 tot 50 j0 verlaagd en raden onze geachte clientèle ten
zeerste aan van deze gelegenheid te proflteeren, daar thans de geheele collectie compleet is.
bij D.TaokcS&Zn.
SPAAR- en VOORSCHOTBANK
„BOASS"
IJ muider Apotheek - Koningsplein
Homoeopathische Geneesmiddelen
SD
Hccrcn Aannemers.
Artikelen voor ziekenverpleging, Chemisch onderzoek
Nieuwendijk 154-156-158, Amsterdam
KOPER-, LOOD- en ZINKWERKEN
-• i;-
-:-s
TROMPSTRAAT 1 9-2 1
VELSEOORD TELEFOON S8I
Aanbevelend,
ZIJLMANS Co.
Vraag prijsopgaaf voor
PresKrugerstraat 10.
Coöperatieve
G#v««ti8;d t« IJmwid«n,
KANAALTRAAT 87.
Raad van Toezicht:
Mr. A. W. Hellema, W. Polderman Sr., H. W. Creutzborg.
Rechtskund. adviseur Mr. A. W. HSLLKMA, advocaat en proem ear, alkie?
Ons Ban li verstrekt voorschotten tegen borgstelling
of zakelijke zekerheid.
Spaargelden worden tegen uitgifte van een boekje Sr
bewaring genomen tegen eene rente van 4 pCt. in 't jaar
Se bé»K\ §s geopcadl 1
Eiken Maandag en Donderdag van 79 u, n.m.
Telefoon no. IS.
van Dr. W1LLMAR SCHWABE, Leipzig; in origineels verpakking).
Patentgeneesmiddelen
Minerale wateren
Yerbandstoffen
C«l«f. S$S. r. los T«l«f. 83$.
DAM1SKAPPER. HAARWERKER.
Warmoess^raat 86, Haarlem
FEUILLETON.
1.
Wasdel met mQ, waarde lezer, in
gedachte een grachtje rond. Het
Meizonnetje, dat zich bijna de ge
heele maand wachten liet, heeft zich
eindelijk vertoond en speelt vroolQk
door de kale boomen, die de g-e-
heelen guren winter door de buien
uit 't noorden en westen zoolang
werden gesold, totdat er geen enkel
dood takje meer aan overbleef.
Het moedert j 9 daaraan den over
kant, in dat oude koekhuisje, weet
het u wei te vertellen of het van
dezen winter gestormd heeft;heeft
ze niet nachten achtereen liggen
suizebollen in haar schamele bed
stee als de pannen van het bouw
vallige dak harer woning kletterend
afgleden in het nauwe stefgje daar
naast. Menige opening is zoo lang
zamerhand in het plafond van haar
woon- en slaapsalet ontstaan, waar
door zij 'snachts de glinsterende
starren of een speelsch maneechfjntje
kan zien Echijnen, zoo het er niet
door regent of sneeuwt, 't Is voor
de oude sloof ook niet doenljjk al de
gaten te stoppen met de lorren, die
zij hier en daar bjjeenscharrelt. Die
onderste daar, dat ging nog, maar
kooger reikt ze niet al rekt zjj haar
gebogen gestalte nog zoo ver uit op
den eenigen wormstekigen stoel
staande dien ze bezit. En haar huis
baas, dat wêet ze wel, die geeft
toch geen reparatie? dat zfj hg nog
den jongsten marktdag, toen zij haar
acht stuivers weekhuur kwam uit
tellen in de halve en heele centen,
die ze al sinds jaren gewoon is dien
dag van de boeren bjjeen te bedelen.
Dat kan er niet op overschieten,
zegt hij, omdat hij in zijn oor heeft
geknoopt, hoe eens de keukenmeid
van den rQken praktizijn, tegen
wiens woning het onde krotje aan
hangt, in de water- en vuurnering
do affaire van den huieheer
gezegd had?
„Asdat 't een schande was, dat
zoo'n oud merakel van een hnis
nog op die rijkeiui'sgracht stond.
Dat zei mevrouw alevel gisteren
avond nog zeivérs an meheer; en
zei ze, jQ most dat ding maar van
baas Leusveld overnemen, dan kos
ie der 'n mooien uitgang voor den
tuin van maken, met zoo'n uit
stekende veirandekast naast het
huis."
Och, zucht het oude vrouwtje
'smorgens als het nog schemert, op
't uur dat de eerBte werklui zich
naar den arbeid spoeden en het een
tonig getimmer van een porder nit
de verte zich hooren laat, „de Heer
geeft wat HQ neemt" en sprokkelt
de takjes te zamen, die door dezelfde
windvlagen van de boomen langs
de gracht waren gerokt als de pannen
van haar dak, en, terwijl zij dank
baar een brandje naar huis draagt,
snelt een jonkman in zQn kraagjas
gedoken langs haar heen, zonder op
haar vriendelijk „gcê morgen" acht
te slaan.
Maar hQ werpt wèl een blik op
de woning des piaktizQns, waar
thans de schoone Margo den slaap
der bloeiende jeugd geniet, lucht-
kasteelen tcoverende in haar droom
de rijke schoone die op het concert
zijn oog en hoofd, evenals dat van
zoovelen, had vervuld. Metige kern
achtige uitdrukking aan haar adres
had hjj dien nacht, in 't gezelschap
zjjner vrienden doorgebracht, hooren
bezigen, waarmede hij van harte
had ingestemd, en thans komt zoo'n
oud wijf hem als een rampzalig
omen 'n „goeie morgen" toeroepen,
terwijl hij op het slechte weer
vloekend zich naar zijn kamer
spoedt. Bah
Maar heden heeft de sloof haar
beplakt venstertje open gestooten
en ziet naar de wandelaars, waarvan
sommigen blijkbaar hun winterkieed
te huis wenschten te hebben gelaten.
Kindermeisjes, met nette duw
wagentjes en kinderen er in en er
naast, drentelen in 't zonnetje, ter
wijl de dames, die in groot aastal
zich in nieuwe voorjaarstoiletten
langs de straten bewegen, de zui
gelingen bewonderen, die op den
arm van deftige bakers in de koeste
rende zonnestralen worden rond
gedragen.
Netgekleede heeren wandelen
groetend langs den weg 6n lorgneeren
of wisselen veelbeteekende knip
oogjes met de frissche dienstmaagd,
die daar, zeer zedig over haar
boodschapmandje turend, met vlug
gen voet voorbij snelt. Vat echter
geen booze gedachten op van het
gedrag dier flinke maagd. Ze is een
braaf werkmanskind, dat het eerlijk
meent met den slagersknechtmet
wien zjj altijd haar tQd aan de deur
verstoeit.
Zij schatert het uit &!e hij met
een blik op haar vleezige blozende
armen, waarmee ze een ossenrib
aanvat, verklaart dat hij sog nooit
zulk malsch blank vleesch onder 't
mes heeft, gehad. Even argeloos
knikt ze den jongenheer toe, die
haar 'n oprecht „dag lief kind"
toewerpt, en ze lacht om het dwa-se
manvolk, dat 't altijd op basr voor
zien hetft. Ze weet van geen vormen
door de et que! te geschapen en durft
als het haar invalt 'n kerel fl nk
aan te kjjken met haar levenslustige,
vriendelijke cogen. Let op, knikt ze
niet ongedwongen en vriendelijk
tegen den timmermansknecht, die
met eesige fragmenten van een
ledekant uit een verhuisboel be
laden, op de sloep blijft stilstaan
om haar iets toe te roepen
Dat oude paar, dat daar op elkan
der steunend de zwoele voorjaars
lucht geniet, bemoeit zich niet met
de jonge wereld die hun vreemd is
geworden. Zoo 't al eens stil blijft
staan dan is 't uit vrees voor een rjj-
tuig, dat zjj in de verte hoorden
ratelen of om dien vreemden opschik
eens nader te bezien, waarmee zij
zich in dagen niet tooiden. Neem
het hun niet kwaljjk, dat ze de dagen
hunner jonkheid schooner en beter
oordeelen dan de uwe eenmaal zult
ge misschien ook „dien goeden ouden
tjjd" boven alles prijzen.
Ook thans bljjven ze weer stil
staan en niet zonder reden. De
schoone equipage van den rQken
praktizijn Mr. van Gravenhorst snelt
hen ratelend voorbij.
De koetsier heeft tot den stal
jongen met groote deftigheid gezegd
zijn beste livrei aan t« trekken en
het rijiuig klaar te maken, nadat
hij van zijns meesters dochter het
bevel had gekregen om ten half dr e
voor te komen: „met den landauer,
zoo 't weer het permitteerde half
opes". Baart a heefc hij als een
trouw diecaar z;eh even buiten den
stal begeven om zich nogmaals te
overtuigen van de „situatie van zijn
weer", en hoewel 'emergens na 't
voeren van de paarden een collega
reeds in de kroeg om den hoek door
hem was geerdag gewenecht met
„nou adie tot van middag met 't
volk" kon hij nu volgens eer en
geweten de beste spullen opleggen,
met zelfvoldoening overwegende,
dat hjj dan met een dien jongen
kooopendraaier eens zou kannen
laten zien wat hjj wel kon.
Maigo van Gravenhorst reed met
haar vriendin Josine Verhaeve
omstreeks half drie in het kostbaar
gespan van haar vader nit. Vraagt
gjj eene beschrijving van de jonge
meisjes die zich beiden in een
smaakvol toilet in het rijtuig hadden
gevlijd t
Hunne Bchoonheid, want mooi
zjjn ze beiden, loopt hemelsbreed
uiteen. Margo is blond en blank als
de meesten harer kleur. Donkere
oogen geven aan haar fijn besneden
gezicht, waarop een ondeugend
neusje dat haast onmerkbaar naar
boven wipt, een geestig uiterlijk.
De fjjne lippen, hoe schoon overigens
gekleurd en gevormd, liggen te nauw
gesloten om iederen schijn van
wilskracht, bjj haar als bjj zoovelen
trots aanduidende, buiten te sluiten.
Hare gestalte vertoont schoone
vormen en geeft den indruk an
eene onverstoorbare gezondheid.
Josine Verhaeve is eene brunette
van hooge rank* taille en een
schoon grieksch prcfH Ook hare
oogen zijn donker maar met eene
nitdrukking oneindig verschillende
van die van Margo. Zjj kunnen
schitteren bjj den minsten iadruk
ten goede. Zjj kunnea ook steken,
wanneer haar verontwaardiging of
ontevredenheid wordt opgewekt;
maar altijd drukken zij uit wat in
haar omgaat, als sp'egele van hare
ziel en van haar geest, die van een
veelzijdige ontwikkeling kan doen
blijken. Kortom zjj geleek de be
zieling van Vonde/s treffjnd be; ld
„Het vrouwenaenscbjja is de print
daer Godt in zweeft."
„Zouden we Steenberghen ook
ontmoeten," vraagt Margo lachend
aan haar vriendin: „me dunkt ja
hebt hem op het concert van
Sempre aan uw zegekar geduis
terd. Nooit zag ik hem zoo opge
wonden met een dame discoureeren.
Ik dacht niet dat hjj daartoe lust
en takt bezat, maar dat hjj enkel
zijn aandacht bij de zaken der
rechtbank en zjjn boeken bepaalde".
„Maar Margo wat dacht je dan",
zegt de aangesprokene snel, „Steen
berghen is Iemand die veel gereisd
en gezien heelt en van een deftige
familie: hjj is een man die uit
stekend zjjn wereld verstaat."
(Wordt vervolgd).
WEGENS VERPLAATSING
NIEUWEIiDIJK 197-199-201
GROOTEN UITVERKOOP
MANTELS-COSTUMES
VAN HASSELT en Co