ORGAAN VOOR DE GEMEENTE VELSEN
Per trawler naar IJsland.
itaiirl D op it ld.
vooruitbetaling
No 497
Woensdag 18 Augustus 1920
5» Jaargang
Abonnementsprijs i fl.per 3 maanden, franco per post f 1.16
voor het Buitenland f1.4:5. Abonnementen worden aangetomen
aan het Bureau on bij de Agenten. Tot plaatsing van adverten-
tiëü van Buiten de gemeente VELSEN in dit -blad is uitsluitend
gerechtigd het Advertentiebureau P. F. C. ROELSE, IJMUIBEN.
Advertenti ën uiterlijk in te zenden WOENSBaG tot 9 uur v.m.
en YRIJiAG tot 4 uur n.m
Verschijnt Woensdags en Zaterdags
Uitgave van de Naaatl, Venn. Uitgevers Mjj. „IJmaihen"
ADRES VOOR REDACTIE EN ADMINISTRATIE:
N. V. Drukkerjj Sinjewei, Willemsplei* 11, Ilnauiden
Telefoon 153
Dringend verzoek
Dm bij verhuizing het oude
en het nieuwe adres, NIET aan
Oen looper, doch aan ons bureau
FILLEMSPLEXN 11, op te
[even. De Administratie»
Kleine advertenties
jn familieberichten kosten bij
lechts 15 cent per regel.
VAN IJMUIDEN NAAR HAARLEM.
Vertrek IJmuiden: 6 32*. 8.16,
57*, 10 42, 11 57*, 1 00, 1 39*, 2 47,
4 05, 5.19, 6.12, 8.13, 9.23, 10.48.
Aaokomst Velses 6.38*, 8 22,
10 03, 10 48, 12 03,1 06,1.45f, 2.53,
4.11, 5 25, 6.18, 8.19, 9.29, 10.54.
Aankomst Haarlem: 7 02*, 8.56,
10 33,11 20, 12.37', 1 33, 2.15t, 3.20,
4.45, 6 03, 6.45, 8.48, 9.57, 11,18.
VAN HAARLEM NAAR IJMUI&EN.
Vertrek Haarlem 5 84*, 6.33*,
7 31, 8 96*, 9.02, 10.35, 11 49*, 1.40,
2 51, 4.38, 6.10, 8.28, 9.49, 11.08.
Aankomst Velsen: 5.56*, 6 57*,
7 44, 8.36*, 9,26,11 01,12.18*, 2.04,
3.17, 4.58, 6.80, 8.40, 10.12, 11 27.
Aankomst IJmuiden: 0 06*, 7.07*,
7 55, 8.43*, 9 37,11.15, 12 29*. 2.15,
3 28, 5.10, 6.40, 8 59, 10 22. 11.37.
Niet op Zoo- en Feestdagen,
f Alleen tot en met 11 September
en niet op Zon- en Feestdagen.
gemeentesecretarie voor een ieder
ter lezing ligt.
Velsen, 17 Augustus 1920.
Burgemeester enWethouders voora.,
de Burgemeester,
RIJKEN S.
de Secretaris,
WIJNOLM DAN1ËLS.
Officieel.
KOHIER
van de» Hoof deljjken Omslag.
Burgemeester en Wethouders van
Velsen maken bekend, dat de navor-
deringskobieren van den hoofde.ijken
omslag voor het dienstjaar 1919 en
1920 in afschrift gedurende vijf
maanden, van 17 Augustus 1920
tot en met 16 Januari 1921, ter
Gemeenterekening.
Burgemeester en Wethouders der
gemeente Velsen brengen ter open
bare kennis, dat de Rekening vau
de inkomsten en uitgaven der ge
meente, over het dienstjaar 1919,
is overgelegd aan des Raad, en
gedurende veertien dagen,
vanaf heden ter gemeantesecretare
voor een ied.er tsr lezing ligt en
tegen betaling der koste», algemeen
verkrijgbaar is gesteld.
Velsen 12 Aug. 1920.
Burgemeester enWethouders voorn,,
de Burgemeester,
RIJKENS.
de Seeretaris,
WIJNOL DY DAN1ËL3
Vaa den Wachttoren.
Drinkt ons volk veel.
Mr. Methorst, directeur vau het
Centr. Bur. voor de Statistiek komt
op tegtn de meening, dat er ia ons
laad zooveel gedronken zou worden.
Er zullen wel niet veel messehen
zoo goed met cijfers op de hoogte
zjjn als hijhij beschikt over ver
trouwbare cijfers en weet ze ook
te rangschikken en te vergejjjken.
Hij hexienert aan cjjfers over het
alcoholgebruik van verschillende lan
den op de wereldtentoonstelling te
Brussel in 1910 gebruikt voor een
aardig gevonden beeld, Nederland
en omliggende landen voorstellende
als personen gezeten om een tafels
elk met eea glas in de hand, waar
van de hoogte -evenredig was aan
de hoeveelheid alcohol per hoofd
der bevolking gebruikt. Ons land
heeft de eer op die teekeaing het
kleinste glas te hebben, dan volgden
Baifcschlasd, Engeland, Denemarken,
Zwitserland, België, Italië; en Frank
rijk had het grootste glas. Bier eu
wijn wordt hier in vergelijking met
andere landen weinig gebruikt. Wat
het gebruik van gedisti lesi d aangaat
neemt ons land een minder eervolle
plaats la. Alleen Denemarken en
Buitschland zijn ons daarin de baas,
Zoo stond het althans ia 1910.
Vergeleken we het alcoholgebruik
in ons la»d ia de jaren van 1881
af, dan z-oa we een vrijwel onafge
broken daling. Wat gedistilleerd
betreft, werd er per feoefd der be
volking in 1831 10,5 liter gebruikt,
ia 1911 ongeveer de helft minder.
In 1916 4,7 1., in 17 4,9 1., in 18
3,2 1., 6K in 19 4,41. Voor dit jaar
raamt Mr. Methorst het gebruik op
4,7 liter. Het mooie cijfer vau het
jaar 18 moet verklaard worden uit
de rantsoeneeiing door gebrek aan
grondstoffen.
Er is aus een mooie vooruitgang
te constateeren, wasneer we vele
jaren terugzien. Maar behalve wijn
ea bier wordt er tosh uog per jaar
en per hoofd 4 of 5 liter alcohol
van 50 pCt. gehalte gebruikt. Voor
het gebruik per gezin moet men
die hoeveelheid met vier of vijf
vermenigvuldigen. Men behoeft nog
geen tegenstander van alle gebruik
te zijn, om deze hoeveelheid nog
veel te groot te vinden. Maar be
denkelijk is het, dat ook volgens
deze cijfers het alcoholgebruik in
de laatste twee jaar een weiaig is
toegenomen.
Maar het is ook van beteekenie,
hoe en door wie deze hoeveelheid
gedronken wordt. Ieder Nederlander
gebruikt satuurijjk geen vier of vijf
liter per jaar. Hoe minder sommigen
gebruiken, des te meer anderen. Ook
maakt het eea groot verschil of men
iederen dag alcohol gebruikt tot een
jaarijjksche hoeveelheid van 4 of 5
liter, dan wel of mes deze hoeveel
heid in enkele keeren naar binnen
werkt. Wie elke» dag eea borrel
neemt, zal zoodsrer directe slechte
gevolgen van te ondervinden, zeker
meer dan de gemiddelde portie krjj-
gez. Poor 4 of 5 liter in eens op te
drinker), zou men wel delirium kun
nen krijgen of aan alcohol vergifti
ging sterven.
Br. H. Burisgh Boekhoudt waar
schuwt er voor, dat men uit de
mooie ejjfers van Mr. Methorst niet
te mooie conlusies zal trekken.
We drinken au gemiddeld een
halve liter minder dan in' 18
toch is het de vraag of we sinds
'18 zijn vooruitgegaan. De matigen
worden steeds matiger. Eet aauta!
menssfeen, die voer het eten hun
bittertje nemen, wordt steeds klet
ser. Wat vroeger in de gegoede
kringen regel was, is nu vrjjwel
uitzondering. Ook zjjn er veel minder
aibeiders, die meenen recht te heb
ben op een paar borrels daags.
Zoo kan dus zeer wel het gebruik
verminderd ea tcch het misbruik
toegenomen zijn.
Be Griek gebruikt twee en half
ssa&l zooveel alcohol als de Neder
lander en toch ziet men in Grieken
land waarschijn! jjk lang niet zooveel
dronkaards als hier. De Griek drinkt
dagelijks wijn, zooals wjj thee of
koffie en zeer velen gebruiken hier
alleen Zondags of tij feestelijke ge
legenheden alcohol, Zoo - beteekent
afnemend alcoholgebruik nog geen
afnemend alcoholisme.
Sterk is in de laatste 20 jaar het
aantal geheelonthouders toegeeomen
onder elke richting sa partijhet
meest echter bij de arbeidende
klasse. Daardoor alleen moest er eea
aanmerkelijke daling van het alcohol
gebruik te eonstateeren zjjn, wat
echter niet het geval is.
De cjjfers van Mr. Methorst zijs
juist, maar even juist zeker de alge
meen geuitte klacht, dat sinds '18
het alcoholisme in ons land ziender-
oogen zich uitbreidt. En er is dus
ook alle reden, om niet te wachten,
dat dit kwaad zoo zoetjesaan zal
wegsterven, maar om het met alle
macht te blijven bestrijden.
Raadsoverzicht.
Zitting van 10 Augustus.
„Met onwillige honden is het kwaad
hazen te vangen".
Als de heer Vermeulen eenmaal
zij» g'oofe afrekeniEg zal gaan op
maken, zal hjj aiet kunnen ontken
nen, dat hem niet vergund is op de
ereditzjjda te hebben mogen boeken
de volle maat van de tien talenten.
Hij heeft daar zeker ook een ruim
gebruik vaa gemaakt. Of kjj even
tevreden zal zjjn over de debetzijde
zal hjj het best zelf kannen beoor-
deeien en beslissen. Welke vraag
wij wel mogen beoordeelen is of de
heer Vermeulen de groote schat van
de hem geschonken talesten, voor
zoover noodig, toen h6m daarvan
eea deel gevraagd werd in het be
lang der gemeenschap, en hjj be
loofde, bezwoer, dat deel zjjner ta
lenten aan die gemeenteschap te
offeren, dat deel ook inderdaad voor
dat doel is aargewend en besteed.
Als we den heer Vermeulen na
een respectabel lidmaatschap van
den raad achter de bestuurstafel
zagen koines, meenden we, dat zulks
inderdaad een erkenning van de
zichtbare talenten was, en dat hij
altjjd zou bljjken, die onderschei
ding volkomen waardig te zjjn. Na
een langjarige periode zien we hem
op den eenvoudigen raadszetel terug,
niet als gevolg van een vsrkiezings-
naaucevertje doch inderdaad als ge
volg van een niet langer onbegrensd
vertrouwen in de leiding van dat
deel van het gemeenschapsbestuur.
Als we in de jongste raadszitting
op den heer Vermeulen hooren toe-
passsen het spreekwoord „Mot on
willige honden is 't kwaad hazen
vangen" en als we van andere zijden
hooren voorstellen om den heer
Vermeulen als lid van een raads
commissie te „ontslaan" dan of twjj-
felen we aan een juist gebruik der
geleende talenten óf aan een syste
matische marnier van tegenwerking
van wat men noemt „onmogelijk"
maken.
Vooralsnog zijn we van het laatste
niet overtuigd.
Wat tot de onvriendeijjke op
merkingen aan het adres van den
heer Vermeulen in de jongste raads
zitting aacleiding heeft gegeven,
is bekend en wij schreven daarover
reeds vroeger.
De heer Vermeulen weigert deel
uit te maken van eea vaste raads
commissie. In een der vorige zit
tingen heeft de Burgemeester op
een vraag van den heer jSiuiters
of bjj aan tot leden van een raads
commissie benoemde raadslede?;
niet behoorde te vragen cf deze
bereid waren, aio benoeming aan
te nemen, geantwooid, dat op de
leden de verplichting rustt6 de be
noeming in vaste sommissiën aan
te cemea. Reeds toen oatbrardde
bljjkb&ar de strijdlust van den keer
Vermeulen en tcosde hij het met
die opvatting niet eens te zijn.
Hij greep de esrste de beste ge
legenheid aan om er e?n prirtip hele
kwestie vaa te maten en wenschte
zich g^en benoeming te laten «?el-
gevallea in de vast8 raadscommissie
voor de strafwetgeving.
't Is dunkt oss zija recht met
den Burgemeester en met ieder ander
van meening te verschillen en even
tueel een belisslng is hoogere in
stantie uit te lokken. Doch ia de
jongste raadszitting liet de heer
Vermeulen zjjn principe los ea be
riep zich op ander overwegingen, die
misschien voor hem persoonlijk
wegen, doch geen principe meer zij e.
„Destjjds, „aldus de heer Ver-
„aseulen" is de raad zoo vrien
delijk geweest mij te passeeren
„voor een benoeming ineenige
„raadscommissie. Zulks is natuur-
„ljjk niet onwillekeurig geschied*.
„Dezelfde r&sd kon wel eens de
„bevlieging krijgen mjj in elke
„raadscommissie te benoemen,
„zoodat mij geen tijd voor andere
„werkzaamheden zou overblijven.
„Vaa dat spelletje wensehikniet
„de dupe te wordenallerminst
„au de Burgemeester meent, dat
„ik verplicht zou zijn &1 die be
noemingen temoetenaansemen".
Hierin kunnen wij den heer Ver
meulen geen ongelijk geven. Wjj
hebben toen ter tjjd er op gewezen,
dat wij die houding van den raad
niet konden goedkeuren. Doch tevens
bljjkt hieruit, dat niet in hoofdzaak
het principeverschil reden voor d9G
heer Vermeulen is geweest, de be
noeming niet te wi len aannemen,
doch een zekere depft over de
passeering van vroeger.
9.
Zoo zweven ze ai ringend
achter ons schip aan met slechts
nu en dan eet correctieve vleugel
slag, begeerig spiedeid naar buit,
en hoe harder het waait, hoe lichter
is de vlueht van deze onvermoeide
zwervers der zee.
Er staat een gelegenheid je, zoodat
de Wi helmina diep afgeladen met
kolen, wat water overneemt en het
geraden is de lïjkaot te koudrn.
Een flinke schuit anders, 99 ton,
zooals de schipper die de vriende
lijkheid zelf is, ons uitlegt. „En de
reserve-borden, die u hier zietvast-
j gesjord zjjn Buitsche vondelingen
van Yslaud, net al die kuil daar op
t de kombuis" Maar het merkwaar-
digste is de bezaanmast, niet ver
zonken maar vlak op het dek staande
en tege'jjk als schoorsteen dienende
voor de kajuitskachel.
Gelukkig komen tegen den avond
de hooge bergen van de Faroer in
zicht, groene kegel, puntig als vul
caneu...„Ik wou dat ik daar 's bo
venop zat", zegt een matroos op
een stelle piek wjjzend.
Ja, en i k jou der dan zag afglij
den", antwoord zjjn maat laconiek.
De aangesprokene kt) kt verrast
op. Het is Gertjan, een van de
meest gevierde mannen aan boord.
Zjjn zwager had hem voor deze
reis een prachtige jas meegegeven,
een afdragertje van z'n vogelver
schrikker bepaald, die de kwajon
gens hem in een onbewaakt oogen-
blik aan zjjn lQf in tweön hebben
getrokken. Maar hij heeft het weer
fjjn jerepareerd met grove stekda
wit touw en pjarse wol. Je viedt
hier aan boord nooitgeziene klee
disgstukken. De stuur bjjv. doet
zjjn wacht in een kolossale ruige
witte pjj uit i stuk. Ma&r de
meest decoratieve figuur is toch on-
zeggelijk de seh;pper zelf. Zijn te-
cue bestaat uit een dikke blanke
Faroer-trui, vuurrode broek en witte
kousen tot de kuieë i. Rood- en- wit
maakt hjj wel een schilderachtig ef
fect tegen het berglandschap op den
achtergrond...
Een sierljjke kotter, bruin vaa
zeilen gaat verloren tegen de onme
telijke rotswanden. Weldra zijn we
middea tusschen de eilanden en
onderscheiden de scheepshutten, de
beekjes en steenwellen. Welhaast
loodrecht dalen ze in zee af, deze
bazaltkolossea, met hier en daar
diepe holen aan de w&teiljjn. Een
klein roeibootje verdwijnt in zoo'n
spelonk en we hooren het knallen
van een jachtgeweer. Zjjn dan op
deze ontoegankelijke barre rotsen
de zeevogels nog zelfs niet veilig
voor de schennende hand der men-
schen.
Verscheiden grijze dorpjes passee
ren we, van spaarzame stille weiden
omgeven. Twee visschers in een zeil
bootje zijn zoo dicht bij, dat we ze
kannen beschreeuwenvoor ons zjjn
ze de laatste menschen, die ons ver
binden met de beschaafde wereld,
want we gaan snel verder en weldra
liggen die eenzame schapeneilanden
weer ver achter ons: we zijn midden
in de verlatenheid van den Atlan-
tiechen Oceaan.
Het traject, dat nu volgde zou
schrikwekkend vervelend zQn ge
weest, als niet onze goede schipper
den tijd had gekort met allerlei
verhalen blij ouze „afterdinners" in
de kajuit. Overal is deze bevaren
gast geweest, van Finland tot de
Westkust van Afrika, van lud;ëtot
de Noordkaap van IJsland. Hij kent
Spaanscb, Zweedsch, Eagelsch, eor-
resspondeert in het IJslaodsch... En
zoo verteld hjj dan, hoe hij als jongen
op Terschelling al alikruiken en
eieren verzamelde en een jongen zee
kond ving, die trouw achter den
botter aanzwom, na met een in melk
gedrenkte wollen want te zjjn groot
gebracht. Hoe hij later als scheeps
jongen meevoer te haring, waar je
je ribbekast kapot werkte bjj het
opdraaien van die honderden vamen
reep, iederen dag weer. Hoe hjj
kok was op een schoener in de
Oostzee, waar groote zalmen zijn
en steuren, de geweldigste springers
van alle visschen. Van de moeilijk
heden op zee, later als schipper, als
de machinist stomdronken met
levensgevaar tusschen de machines
laveerde en vocht met de stokers.
Van de onrechtvaardige oorlogs
winstbelasting en den zwendel van
hen, die op visscherman paratiseeren
voornamelijk de z.g. „leverboeren".
Maar vooral boeide ons zjjn verhalen
van den kabeljauwvisseherij hjj IJs
land in het begin van den tijd (Feb.
Maart), als de dagen nog donker zijn.
Hij vertelt o.n.
„Zoo waren we dit jaar op onze
eerste reis visscheade op de Zuid
kust tusschen de Vestmann-eilanden
en Portland. Als gewoonljjk was het
dik v&n sneeuw en vroor 't hard,
en van lieverlede lag de sneeuw
een voet hoog aan dek en stak de
bries zóó op, dat er aan geen vis
schen meer te denken viel. We
lagen voor twee ankers te krabben
in den lossen grond en één keer
komt me nog een Engelsehman zoo
vlak voor ons voorbjj deinzen, dat
j9 moest maken niet bovenop hem
te loopen. Een Duitscher was bezig
zjjn pas gevangen visch weer over
boord te gooien, want als je ze niet
dadtlijk verwerken kan, bevriest ae
maar, en dan is ze temet niet meer
te snijden. Den volgenden ochtend
hebben we een trek gedaan van
twee unr, ea toen zat de kor zoo
hardstikkevol kabeljauw, dat we ze
in zessen moesten scheep kalei. De
zoatevisch kouden we al niet meer
bergen, zoodat de rest maar als
ijsvisch in het voorruim mee mosst.
Maar daar was natuurljjk al onze
35 ton jjs één klont geworden, zoodat
we eerst ruimte moesten schaffen
en dei boel er nithahken. En onder-
tusschen bevriest je ongestripte viich
weer, en alle bloed en afval en
sneeuw wordt dadeljjk een korst,
zoodat we 't op het lest welmoes
ten opgeven, en het restant leig
en kool maar weer hebben vrijgezet".
Je moet toch werkelijk respect
hebben voor die stoere kerels, denken
wjj intusschen. Trouwens, de schip
per kan wel tegen een stootje. Hij
is een rens van een vent, 125 kilo
zwaar, als een ijsbeer, Maar dat
neemt niet weg, dat het vaak levens
gevaarlijke werk van den visscher
man aan den wal veel te weinig
wordt gewaardeerd. Heeft nog niet
kort geleden een Hollandsshe schip
per, Flip van 't Wond, zeven men-
schenlevens gered, en tot dank een
week gevangenisstraf gekregen, om
dat hjj zich buiten de 10—mijlsïöce
had gewaagd met zjjn sleepbootje,
dat daarvoor niet was goedgekeurd?
Ook de stnurmai mengt zich in
ons gesprek. Wjj zjjn doende hem
van een zweer af te helpen, en,
dankbaar, verhaalt hij nu van de
ellendige ontstekingen aan de polsen
der matrozen door het voortdurend
scharen van het natte oliegoed bjj
dagen lang slecht weer; zweren, die
het arbeiden haast oimogeljjk ma
ken... en dan tracteeren wij vau de
meegebrachte lekkers ij en sigaren
en zoo wördt menige genoeglijke
avond doorgebracht in de kajuit van
den trawler.
Eindelijk dan mosten we volgens
peiling niet ver meer van de IJs'aad-
seke kust zijg, maar er haagt een
dikke mist, zoodat we geen „kennis"
kannen krijgen. Als het dan wat
lichter wordt blijken we door mis
wijzing van het kompas een heel
eind te Noordeljjk verdaagd, zoodat
we moeten terugstoomen naar de
Whale's back",> waarmee feiteljjk
een heeie dag is verloren.
Deze „walvischrug" is een eenzame,
onbewoonde klip in de buurt waar-
va* we ons eerste geluk zullen be
proeven. Men hieuwt het net over
boord met de zware klossenpees,
een staaldraad met beukenhouten
rollen, die het zakvormige net moeten
doen voortglijden over den oneffen
bodem. Aan de met jjzer beslagen
borden zakt alles in de diepte en
eei paar nar lang trekken we zoo
de kor aan de beide sta'en visch-
lijten voort. Dan is het „halen".
Met dreunend gedonder rammelen
de borden weer tegen de zijdenaan
de beide „bniktonwen" wordt het
net laiigzjj gehaald, de klossenpees
weer opgeh sshen, dan de kuil (het
achterste deel van het net) in een
strop geslagen en opgeheschen.
Weldra stort nu de inhoud aan
dek endaar ligt me zoowaar een
mud jonge aardappeltjes aan onze
voeten met hier en daar een visehje
ertussshen. Teleurgesteld geeft de
schipper bevel, op te stoomen; wij
daarentegen zijn de koning te rijk,
want die krielaardappels blijken
alras hol, en eigenlijk manteldieren
te zijn. Ei wat daartusschen niet
leeft 1 Allerlei zeesterren in fraaie
roode kleuren, zeeappels, slangster
ren, koker-, borstel-, snoeiwormen,
schelpen met en zoader fraaie zee
anemonen, kolonies van mosdiertjes
als koralen vertakt, sponsen en
inktvisschen. Spinkrabbsn sjouwen
rond, begroeid met heele bossen
poliepss. Zij hebben die er eenmaal
zelf opgeplant en zijn er thans geheel
door overwoekerd. Sommige dragen
zelfs een klein boompje (tkuierie)
potsierlijk op hun sens.
Wordt vervolgd.
IJMUIDER COURANT
Ingezonde mededeelingen 40 ets. per regel Advertenties vanl t. en m. B regels
f 1.iedere regel meer 28 ets. Compact gezette advertenties van 11. en m. 5
regels f 1.25, iedere regel meer 25 ets. Kleine advertenties en familieberichte,:
xoomede vereenigings advertenties uit de gemeente, uitsluitend bij vooruitbe
taling, van 1 t. en m. B regels f0.75, iedere regel meer 15 ets. By niet contante
betaling worden de gewone prezen berekend. Advertenties „adres bur. v. d.
blad" 10 ets. extra; voor bezorging van op advertenties ingekomen brieven
woidt 10 ets. in rekening gebracht. - Bovenstaande regelpryzen worden met
5 ets. v e r li o o g d voor advertenties van buiten de gemeente Yelsen.
Dimtreielin Spnep.