GELEZEN
WITTE BOONEN
Kanaalstr. 56 t|o h. Postkantoor
670ste
ZIELEN.
Adverteert in dit blad
Wij zetten onze Opruiming schitterend in.
Jac. v. Heemskerkstr. 49.
Z ekenverplegingsf rtikelen.
8. 8MIT.
A U ¥1®* B D Tl
Iffl UZ, WW
GRATIS
ALBERT HE IJN
THALIA THEATER IJMUIDEN.
N 7. TOODIlLVÏGÏffl'GIHG DIR. HEHK. BEIJIRMANS.
VRIJDAG13 JANUARI HALF ACHTUUR.
Pi
f 2 00, 1.50, 1.25, 1,00 0.50
winti iet B«L Betastin ei 18 pC'. aitmctl.
Er wordt geprofiteerd van onze belangrijke korting.
OP AL ONZE ARTIKELEN staan wij korting toe van
VERKOOP h CONTANT.
AANBEVELEND,
's Middags van 121 tot I'L uur, en 's avonds na 8 uur gesloten.
Op algemeen verlangen:
Aanbevelend
10 MM» MM KmW Xw MMm
FEUILLETON
De verborgen vallei
WOENSDAG 11
DONDERDAG 12
VRIJDAG 13
ZATERD G 14
MAANDAG 16
DINSDAG 17
JANUARI 1932
rerkoopen wij onze prima hand-
belezen Witte Boonen a 20 cent
per pond en geren dan bij ieder
pond een half pond
IJMUIDKN - ORANJESTRAAT 12
Tel. 197.
Haofrollen RIKA BOPPER, Ad. BOUWMEESTER, J. t. HOVEN,
D. r. OLLEFEN ea B. v. PRAAO.
Met het oog op onze uitbreiding MOETEN wy onze voorraden ruimen.
Filiaal
(grootste sorteering)
N oord-Hoilandsche
Bewakingë - Maatij.
Juliaoakade 14rood - IJmuiden
Zeer billijke prijzen,
f *j Dfntvi^
8-3 WINKELS DOOR GEHFKL NEDERLAND R 766
Niettegenstaande ALLERZIELEN op wederrechtelijke
w^Jie in de laatste uiaanden door een groot aantal
Bnrgeraees er* verboden werd, bndden sinds de 660ste
opvoering op 10 Sept. j l. 69 nieawe opvoeringen pleats.
RECLAME OPRUIMING
w
minstens 20 pCt.
I
Am«f«idll)fc @1, maitrdam
is iecleren donderdag aan oader
staande adresseE re «oef.uiteeres
voor Tar.dkae'.kniióa en Knxsttand**
VELSEROORD: Rijksstraatweg 148
va« 12 80 n sot 3 80 u
IJ MEIDENKetser Wi belmv.r. 38
vso 3 a. rot 4 n.
«ttedap
Ksntoor i
Tel «f cos 411
Levering van vertrouwde
Wakers in Fabrieken, Werk
plaatsen, Schepen en Terreinen,
in combinatie
door HULBERT FOOTNER,
voor Nederland bewerkt door
L. ALETRINO.
8.
Voor hij echter geheel in het rijk der
droomen was beland, hield Joe Mixer,
die twee plaatsen van hein af lag, plot
seling met snurken op, en ging overeind
zitten. Hij snoof en schudde het hoofd
opi klaar wakker te worden. Zijn kleine
öogen liet hij met listigen blik gaan over
de liggende gestalten.
Ralph was onmiddellijk weer op zijn
hoede. „Hallo!" riep hij, „wat is er?"
Joe keek eerst verbaasd, en toen erg
onvriendelijk. Hij was nog te slaperig,
dan dat hij zich kon beheerschen. Het
was duidelijk wat zijn plan geweest
w as, dat hij thans niet kon volvoeren.
Rij mompelde iets wat onmiskenbaar
een vloek was, en ging weer liggen.
Ralph's verlangen naar slaap was ver
dwenen, ook al hield hij zijn oogen nog
gefloten. Weldra begon Joe, die blijk
baar slapen en wakker worden naar
goedvinden kon regelen, weer te ronken
Ralph keek over zijn schouder. In de
de .hut brandde het licht nog. Een ge
voel van innig medelijden maakte zich
van hem meester.
„Arm kind!" dacht hij. „Ze is bang
om te gaan slapen!"
En voor zijn geestesoog verscheen
een droevig beeld van Nahnya, alleen
opzittend, vechtend tegen den slaap, en
de nadering van het gevaar afwachtend.
Hij stond op, zonder zich bepaald reken
schap ervan te geven met welk doel
alleen wilde hij haar gerust stellen. Hij
ging de loopplank over. Hij wist dat hij
geen der twee gesloten deuren kon
openmaken, zonder door het gekraak
het geheele stel te doen ontwaken, maar
hij bevond dat de deur aan de rivierzij
de nog open was, immers hij kon het
licht zien stralen pp de donkere water
massa. Aan weerszijden van de dekhut
was slechts een smal gangboord. Hij
richtte zijn schreden naar de open deur,
maar bleef staan alvorens hij zich liet
zien. Ralph had een zeker respect ge
kregen voor de talenten van dit raad
selachtig meisje. Je kon van te voren
nooit zeker zijn, wat ze zou doen.
„Ssst!" zeide hij zachtjes, 't Is de
dokter maar."
Hij vernam geen antwoord.
Zijn hart klopte onstuimig toen hij
naar binnen keek. Zij lag slapend op het
dek, midden in een ruimte tusschen
pakken vrachtgoed en het achtereind
van den stoomketel. Aan een staak bo
ven haar hoofd had zij de machinisten-
lantaarn vastgemaakt, en Ralph die on
middellijk begreep, stond verbaasd zoo
wel over haar moed als over haar in
zicht. Het licht was haar bescherming.
Zij had een stuk zeildoek op het dek
uitgespreid en zich in een grijze deken
gewikkeld, het hoofd gesteund op den
zijwaarts gestrekten arm. Er lag een
zachte kalmte over haar gelaat, iets dat
naar een glimlach zweemde. Het harde,
achterdochtige dat hem'bij den dag zoo
vaak in verlegenheid had gebracht, was
nu verdwenen. Opnieuw moest hij alle
indrukken, die hij van haar gekregen
had, herzien.
„Ze is nog een kind," dacht hij teeder.
Zijn beschermende houding tegenover
haar was dus niet misplaatst geweest.
Ilaar lippen waren half geopend, als
in verwachting; de hand die naar hem
was uitgestrekt, lag met de palm naar
boven, de vingers een weinig gebogen,
als vroegen zij om de hand van een
vriend. Zooals zij daar lag, geheel over
gegeven aan den slaap, was er iets aan
trekkelijks en tegelijkertijd iets sereens
in haar, iets dat hem met zijn heele we
zen naar haar deed verlangen, en hem
tegelijkertijd zich deed terugtrekken
buiten de deur.
Hij kon den aanblik niet verdragen.
Een gevoel dat hij niet onder woorden
had kunnen brengen, dreef hem terug
naar het voordek. Hij wendde het gelaat
naar den sterrenhemel en liet zijn hart
tot rust komen. De geest van de poëzie
der vrouw had zich aan hem geopen
baard, en de flonkerende nacht sidder
de van het wondere daarin.
„Zij slaapt als een lelie op het water,"
mompelde hij.
Slechts langzamerhand kwamen meer
prozaïsche gedachten, en hij begon er
over na te denken, wat hij nu het best
kon doen. „Als ik naar het vuur ga, val
ik zeker in slaap," oordeelde hij. „Maar
als ik hier ga liggen, kan niemand haar
lastig komen vallen, zonder mij eerst
wakker te maken."
Hij haalde zijn dekens van het vuur
weg, en spreidde zijn bed zóó op het dek
dat Wanneer iemand de open deur
zocht, hij over hem heen moest stappen.
En nadroomend over wat hij had gezien
en dat hij in zijn herinnering wilde
wegsluiten als een kostbaren schat, aan
welks aanblik hij, telkens wanneer hij
dat wenschte, zich opnieuw kon verlus
tigen, viel hij weldra in slaap, en het
geschreeuw der patrijzen in de bos-
schen vervaagde in zijn oor.
Plotseling was hij weer klaar wakker
zonder zich rekenschap te kunnen ge
ven, wat hem had doen ontwaken. Het
kampvuur was thans volkomen uitge
doofd, en in de richting van den oever
was slechts een donkere schaduw zicht
baar. In ademlooze spanning wachtte
hij op iets dat zijn vermoeden van on
raad zekerheid zou geven. Eindelijk
kraakte de loopplank onder een 'zwaar
gewicht, en een breede gestalte doemde
uit de duisternis op. Ralph ging over
eind zitten.
De gestalte bleef aan den rand van
het dek staan. „Wie is daar?" liet Joe
Mixer's slaperige stem zich ongerust
hooren.
„Cowdray," antwoordde Ralph kalm.
„Wat duivel voert u hier uit?"
Ralph sprong overeind, en maakte
door schoppen zijn beenen vrij uit de
deken die hem in zijn bewegingen be
lemmerde. „Wat duivel kom jij hier
doen?" antwoordde hij.
„Daar behoef ik u geen rekenschap
van te geven", snauwde Joe.
Er heerschte eenige oogenblikken een
diepe stilte. Zij stonden met gebalde
vuisten tegenover elkaar, trachtend in
het duister elkaar met de oogon te
meten.
Blijkbaar achtte Joe het maar beter,
niet tot openlijke vijandelijkheden over
te gaan, althans toen hij weer sprak,
klonken zijn woorden verzoeningsge
zind.
„Allemachtig, dokter, je hebt me de
stuipen op het lijf gejaagd! Wist ik wat
me overkwam! Je moet iemand niet zoo
laten schrikken, dokter!"
Joe's onderworpenheid beleedigde
Ralph nog meer dan zijn woede. Hij
zweeg.
„Toen het vuur uitgegaan was, werd
ik .koud wakker," vervolgde Joe logisch
„Ik kom hier om een trui uit mijn reis
zak te halen."
Ralph liet zich niet misleiden. Hij
dacht eraan, hoe Joe met z'n gemeene
waterige oogjes het beeld van het sla
pende meisje in de dekhut alleen reeds
door ernaar te kijken zou ontheiligen.
Die gedachte deed hem zieden van woe
de, en niets zou hem in den weg kunnen
staan, dat te voorkomen. Terzelfdertijd
overwoog hij echter ook, dut het voor
haar beter was, wanneer hij zoo moge
lijk een gevecht vermeed, en hij spande
dus al zijn krachten in, om een oplos
sing te vinden.
„Neem een van mijn dekens," bood
hij aan. „Ik heb er meer dan ik noodig
heb."
Joe bedankte. Zij putten zich uit in
sarcastische beleefdheden. Elk van hei
den wist, dat de ander hem doorzag.
Ralph kreeg er weldra meer dan ge
noeg van. „Best maar als je naar bin
nen wilt, ga je door de voordeur, begrijp
je?" zeide hij kortaf.
Joe wist even goed als Ralph dat het
kraken van de deur haar zou doen ont
waken, nog voor hij- binnen was. „Wat
mankeert je?" snauwde Joe.
„Waarom er omheen draaien?" ant
woordde Ralph.
„Ik zeg je nu ronduit, dat ik niet ver
kies, dat je het dat meisje lastig maakt"
Wordt vervolgd.