ORGAAN VOOR DE GEMEENTE VELSEN
N* 21
Zaterdag 14 Januari 1922
Ta Jaargang
Tersekynt Woensdags Batard&gs
IJMUIDER COURANT
Afeo*neaieBtspr$j8 i fl per 3 maanden, fr*K«o ptr post 11.36
Aboaaementen worde» aangenomen sa» kat Bureau en bij de
Ageaten. Tot plaatsing va» advertentiSa van Buitea de geweeste
VELSEN in dit blad is uitsluitend gereektigd ket Adverteetie-
bareas P. F. C. ROELSE, IJMUISEN.
Advertenfiön uiterigk ia te zend©» WOENS&A0 tot 9 nar y.sk-
sn VRIT&AG tot i uur s.i».
Uitgave vai* d# Naanl. Ysan. Uitgever# M^j, „IJas
ASRE8 VOOR REDACTIE EN ASMI.NISTR.ATIi:
N, V, ^rskkerii Siajewel, Wiileasspleif? 11, IJmaMe»
Tslefooa m
Ingezonde mededeelingen 40 ets. per regel Advertenties van 11 en m. 6 regels
f 1.—, iedere regel meer SO ets. Compact gezette advertenties van 11. en m. 6
regels f 1.S5, iedere regel meer S5 ets. Kleine advertenties en familieberichten
zoomede vereenigings advertenties nit de gemeente, uitsluitend bi] vooruitbe
taling, van 1 t en m. 6 regels f 0.75, iedere regel meer lé ets. Bij niet contante
betaling worden de gewone prflzen berekend, Advertenties „adres bur. v. d.
blad" 10ets. extra; voor bezorging van op advertenties ingekomen brieven
wordt 10 ets. in rekening gebracht. Bovenstaande regelprflzen worden met
5 ets. vrhoogd voor advertenties van buiten de gemeente Yeisen
DIT NUMMER BESTAAT UIT TWEE
BLADEN. EERSTE BLAD.
DRINGEND VERZOEK
om bij verhuizing het oude en
het nieuwe adres, NIET aan
den looper, doch aan ons bu
reau WILLEMSPLEIN 11, op te
geven. De Administratie
Kleine Advertenties
en Familieberichten kosten bij
VOORUITBETALING
slechts 15 Cent per regel.
I
OFFICIEEL.
BEKENDMAKING DRANKWET.
Burgemeester en Wethouders der ge
meente Velsen brengen ter openbare kennis,
dat op 9 Januari 1922 bij hen is ingekomen
een verzoekschrift van het R. K. Parochiaal
Kerkbestuur v/d H. Gregorius van Uirecht
domicilie nemende te IJmuiden
om verlof voor den verkoop van uitsluitend
alcoholvrijen drank in de navolgende
localiteit: de oud-militaire barak, aan de
Kanaalzijde te IJmuiden t 'o de Zusterschool,
plaatselijk gemerkt Barak no. 1.
Binnen twee weken na de dagteekening
dezer bekendmaking kan een ieder tegen
het verleenen van dit verlof schriftelijk
bezwaren bij Burgemeester en Wethouders
inbrengen.
Velsen, den 10 Januari 1921.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester
Rijkens
De Secretaris
Th. J. Wijnoldy Daniëls.
VAN DEN WACHTTOREN.
De beteekenis der schoolcommissies.
De Onderwijswet-de Visser heeft
thans een jaar gewerkt en niet precies
tot algemeene tevredenheid. Men moest
eigenlijk eerst een wet een poos op
proef kunnen laten werken en ze dan
behandelen. De jongste Onderwijswet
zou er dan zeker anders uitzien, dat ze
thans doet. Het voornaamste bezwaar
tegen de wet is, dat ze zoo enorm duur
is en aanleiding geeft tot een versplin
tering van het onderwijs, die veel ver
der gaat dan om principieele redenen
noodzakelijk is.
De wet heeft ook de instelling der
oudercommissies gebracht ais een ver
bindingskanaal tusschen het leven van
school en huis. Het kan een voortreffe
lijke instelling zijn, maar alles hangt af
van de leiders. Wanneer de onderwij
zers deze gelegenheid aangrijpen, om
bij de ouders belangstelling te wekken
voor hun werk en ook die belangstel
ling te leeren kennen, dan zullen deze
commissies nuttig werken. Er zijn
plaatsen, waar men van deze commis
sies niets merkt, maar er zijn werkelijk
belangrijke vergaderingen elders door
hen gehouden.
De schoolcommissies zijn door de
nieuwe Onderwijswet hervormd. Er
moeten nu ook ouders van schoolkin
deren en onderwijzers zitting in hebben.
In het algemeen hebben ze tot taak, aan
het gemeentebestuur en het rijksschool-
toezicht adviezen te verstrekken met
betrekking tot het lager onderwijs in
de gemeente. Zij zijn slechts een raad
gevend college. Het is de bedoeling van
den minister geweest, dat het bezoeken
der scholen niet de hoodtaak der com
missie zal zijn. Ze beperkte volgens hem
deze bezoeken, wanneer dit noodig is
voor het uitbrengen van een bepaald
advies. De wet gebiedt het schoolbezoek
dan ook niet. Doch de commissie moet
een verslag uitbrengen over den toe
stand van het lager onderwijs en dat
kan ze niet doen zonder het gebruike
lijke schoolbezoek.
De commissie heeft nog toe te zien,
dat de verordeningen op het onderwijs
stipt worden nageleefd en zij verleent
bijstand aan de onderwijzers, die haar
voorlichting, hulp of medewerking
vragen.
Dit laatste zal wel zelden of nooit
voorkomen en bij het eerste betreedt ze
allicht het terrein van het gemeentebe
stuur en de schoolinspectie en daarom
zal ze zich daar niet vaak bewegen.
De commissie bij de nieuwe wet is be
trekkelijk al even onbeduidend als bij
de oude. Zij kan door het schoolbezoek
op misstanden wijzen en spreekt in het
verslag ook haar oordeel uit over den
onderwijzer en zijn werk. Maar gewoon
lijk zal dit oordeel weinigzeggend zijn,
omdat men door een, twee bezoeken van
een uur hoogstens per jaar zich geen
voldoepde oordeel vestigen kan.
Als commissie van advies kan zij
goed werk doen, vooral nu ze voor een
deel uit deskundigen bestaat. Het hangt
er echter van af, of het gemeentebestuur
haar adviezen vraagt.. De autoriteiten
kunnen haar negeeren en dan is ze een
„koolcommissie", zooals ze in de onder
wijswereld genoemd wordt. Zij kunnen,
zooals in de steden meest gebeurt, haar
raad en voorlichting inroepen en dan
krijgt ze pas beteekenis.
Wel heeft ze ook de macht om onge
vraagd, advies te geven, maar onge
vraagde adviezen zijn evenals onge-
noode gasten zelden welkom.
Wij gaan dan ook geheel mee met
dit oordeel over deze commissies, dat
blad voor gemeente-administratie
lazen: „De commissie dient zich haar
taak zelf te scheppen, doch is daarin
grootendeels afhankelijk van het
Rijks-schooltoezicht en de gemeente
besturen."
De spoorwegmoord.
Niet op een film nog in een detecti
veroman noch .in het woelige buiten
land maar in een eerste klasse-coupé
van een trein in ons land is een ge
heimzinnige moord gebeurd. Alle aan
wijzingen omtrent den schuldige ont
braken aanvankelijk. Men is nog geen
stapje nader tot den schuldige geko
men en daar iedere mensch een gebo
ren detective is, zijn wij allemaal aan
het speuren gegaan en de een was ze
ker, dat het om gewichtige bewijsstuk
ken in een proces te doen was, de an
der meent, dat de revolver haar af
schuwelijk woord meegesproken heeft
in een liefdesgeschiedenis en een der
de is overtuigd, dat een internationale
bende van heeren dieven onze treinen
onveilig gaat maken en dat de onge
lukkige jonge advocaat hun eerste
slachtoffer is.
Iïet heeft ons getroffen, dat de heele
zaak zoo haarfijn in de krant is ver
meld en dat allerlei bijzonderheden,
die alleen voor de politie waarde kun
nen hebben, wereldkundig zijn ge
maakt. De Telegraaf is zelf op eigen
houtje aan het speuren gegaan en
heeft gehoopt de recherche te vlug en
te slim af te zijn.
De pers kan door haar loslippigheid
soms de politie in haar nasporingen
niet weinig hinderen. Maar zij kan
haar ook helpen. En wij vermoeden,
dat de politie aan de eerste berichten
niet vreemd is geweest. Onze detecti
ve-neus is ook al gaan snuffelen, ge
lijk men merkt! Maar het verzoek, of
de dame, die de derde in de coupé is
geweest, zich wilde melden, ging sa
men met de verzekering, dat aan haar
onschuld geen oogenblik getwijfeld
werd. De getuige kon in haar zenuw
achtigheid, bevreesd voor medeschul
dig gehouden te worden, zich allicht
stil houden. Nu stelde de politie haar
gerust door de krant.
Maar de aandacht, door al die be
richten op deze misdaad zoo sterk ge
vestigd, stelt het reizend publiek niet
gerust.
Je zoudt tegenwoordig haast niet
meer in den trein durven zitten! kan
men telkens hooren zeggen. Nu is een
trein een buitengewoon geschikte
plaats, om zich angstig te maken. Men
heeft daar allen tijd, om over alles na
te denken, zich in allerlei mogelijkhe
den en gruwelheden te verdiepen en
op allerlei dingen te letten. Gewoonlijk
zit men zijn medereizigers te bestu-
deeren. Men kan het haast niet laten
een blik zelfs in hun taschje te slaan,
als ze dit even openen.
Zit men alleen met een vreemde in
de coupé, dan zal men nu al gauw den
ken: Stel je eens voor, dat die kwaad
wou! Men stelt het zich voor. Men ziet,
hoe hij de hand in den zak steekt.
Waarschijlijk voelt hij naar zijn revol
ver! Men zoekt den noodrem, men kan
het nooit weten. Maar als die kerel
werkelijk kwaad wil, dan dadelijk die
rem overhalen. Misschien maakt de
vermeende treinmoordenaar zichzelf
al even ongerust en zoo zitten twee el
kander te begluren en ze hebben nog
nooit een revolver in de hand gehad en
even weinig van een misdadiger als
een schaap van een tijger.
't Is maar onveilig reizen tegenwoor
dig! Er zijn echter eenige zeer gerust
stellende omstandigheden. Eerstens
zit men gewoonlijk zoo vol in een
coupé, dat de booswicht zich niet eens
roeren kan, om te schieten en dit zeker
niet doen zal in tegenwoordigheid van
een tiental getuigen. Een boosdoener
is gewoonlijk nogal een gladjanus.
Verder zien de meeste menschen er niet
uit, of ze een portefeuille bij zich dra
gen met een kapitaa., dat een moord
waard is. En eindelijk, er reizen eiken
dag eenige tienduizenden menschen en
slechts een in vele jaren wordt ver
moord. Laat men dus gerust een mak
kelijk hoekje opzoeken en een uiltje
knappen, als men reist. Er zijn op de
groote massa reizigers maar een paar
misdadigers, die bovendien maar een
klein kansje hebben, om kwaad te
doen.
IJMUIDEN.
Het uitblijven van de Pollux.
Thans kan als zeker worden aange
nomen dat de stoomdrifter Pollux IJ.
M. 339 van de Visscherij Mij. Praxis
alhier, op de Noordzee mot alle opva
renden gebleven is.
De Pollux is op 17 December j.l. van
Grimsby weder naar de visscherij ver
trokken, waarna het schip naar hier
zou komen en omstreeks Kerstmis
werd verwacht. Een der opvarenden,
die in IJmuiden aan boord van de Pol
lux is gegaan, is aan den dood ontko
men, omdat hij in Girmsby het schip
heeft verlaten, wijl de schipper van de
Pollux bij zeer slecht weer wilde uit
varen, waarin de man geen zin had.
Indien dit juist is (en onze zegsman,
die dit van dezen opvarende heeft ge
hoord is een geloofwaardig man), zal
deze man zeker ook wel door den
Raad van Scheepvaart worden ge
hoord. Want het vermoeden bestaat,
dat de Pollux op reis van Grimsby
naar de vischgronden gebleven is,
daar het schip door geen enkel ander
visschersvaartuig is gezien.
Vast staat nu wel, dat een aantal
huisgezinnen in rouw is gedompeld.
De bemanning bestond uit 5 Egmon-
ders, nl. de schipper Alb. Blok, ge
huwd; de stuurman Leendert Zwart,
gehuwd; de kok P. Zwart, ongehuwd;
de matrozen Pieter Blok en Jan Blok,
beiden ongehuwd; twee Velseroorders,
n.l. de le machinist R. Koelemey en de
2e machinist W. II. Eikhof, beiden ge
huwd en 2 Scheveningers, n.l. de ma
trozen J. Baak on J. Lagas, beiden ge
huwd.
Het Centraal Administratie-Bu
reau voor het visscherijbedrijf en aan
verwante vakken alhier besloot om in
hoogste instantie te doen uitmaken, of
voor arbeiders, die boven f 1200 ver
dienen, na 3 December j.l. rentezegels
moeten geplakt worden.
Een propaganda-kunstavond aan de
Drankbestrijding gewijd.
Dinsdagavond gaf de Loge van de
orde der Goede Tempelieren alhier, die
den karakteriseerenden naam draagt
„In veilige haven" een zeer goed ge
slaagde propaganda-kunstavond in
het Thalia-theater.
„In veilige haven". Inderdaad; het
menschelijk wrak, dat, ofschoon door
's levensstormen gebroken en door den
drankduivel ontzield in een der loges
van de goede tempelieren nog het an
ker weet te werpen, is nog niet verlo
ren. Het heeft „de veilige haven" be
reikt, om opgekalefaterd en opgetuigd
te worden, om daarna vernieuwd en
versterkt beter de verraderlijke klip
pon te kunnen omzeilen en bestand te
zijn tegen de steeds opdringende storm
vlagen.
Het was de eerste openbare propa-
ganda-avond van de IJmuider loge,
die slechts kort geleden was opgericht,
doch hij is een groot succes voor de
jonge geestdriftige Vereeniging ge
weest. Het ruime schouwburggebouw
was zeer goed bezet en dat wil heel
wat zeggen voor een propaganda tegen
drank en kroeg in een havenplaats
van Internationale beteekenis als
IJmuiden met zijn vele drankgelegon-
heden.
Ei- was een aardig programma sa
mengesteld. Sprekers van naam; een
zangeres, die goed op weg is naam te
maken en de Kunstkring met haar
goede reputatie.
En nu moge het jammer zijn, dat de
heer T. Vleeming, directeur Van het
Consultatiebureau voor drankzuchti
gen te Rotterdam verhinderd was ons
de treffende en ontroerende voorbeel
den uit zijn praktijk te schilderen, de
heer J. C. Vermeulen alhier, de ijverige
en onvermoeide drankbestrijder, die
onvoorbereid zijn plaats wilde vervul
len, en in zijn nog kort verblijf te
IJmuiden deze loge stichtte en veel in
tensieve arbeid aan de geheelonthou
ding wijdde, gaf in een sobere, maar
duidelijke en pakkende rede een over
zicht van doel en streven van de loge
In veilige haven". Hij wees er op, hoe
vroeger het handjevol geheelonthou
ders door de drankhandelaren, fabri
kanten, leveranciers en tappers als een
„quantité negliable" werd beschouwd,
dat men glimlachend liet wurmen,
doch hoe deze zelfde belanghebbenden
bij het drankgebruik thans de geheel
onthouding, de strijders tegen het
drankgebruik, als een geduchte macht
tegenover zich beschouwen, die zij niet
meer kunnen negeeren, doch die ze
formeel bestrijden. Dit beschouwde
hij als een belangrijkè winstpost op de
balans der drankbestrijding, evenals
de drooglegging van Amerika, waar
voor men ongeveer een eeuw heeft ge
streden.
Hij herinnerde er aan, hoe de plaat
selijke keuze, door de Tweede Kamer
aangenomen in het vorig jaar, door de
Eerste Kamer nog steeds niet in be
handeling is genomen en systematisch
in een hoekje opgeborgen wordt ge
houden; dat de regeering 64 millioen
gulden uit de drankaccijns binnen
haalt en een kwart millioentje terug
geeft voor de drankbestrijding. Men
heeft ons voor de voeten geworpen, zei
de heer Vermeulen, dat we niet tevre
den zouden zijn met plaatselijke keuze
en tapverboden en we erkennen zulks.
Ons einddoel is een droog Nederland;
een algeheel drankverbod.
De tweede spreker van den avond
Prof. Dr. J. van Rees, buitengewoon
hoogleeraar aan de Universiteit te
Amsterdam en Internationaal leider
der Neutrale Orde van Goede Tempe
lieren, behandelde meer de internatio
nale beteekenis van het alkoholvraag-
stuk op het maatschappelijk leven en
maatschappelijk welzijn. Zoo deelde
hij o.m. mede, dat een enquete in Zwit
serland ingesteld, had uitgemaakt
dat een derde deel van de aldaar idiote
kinderen zijn verwekt gedurende den
I
oogsttijd, omstreeks Nieuwjaar en
voor den aanvang der Vasten, gebeur
tenissen, waarbij het drankgebruik
percentsgewijs veel grooter is dan in
gewone omstandigheden.
Hoe wetenschappelijk was vastge
steld de groote invloed van het drank
gebruik en drankmisbruik op de ge
slachtsziekten over de geheele wereld
en ook in ons land. Hoe een sterke ver
mindering dier gevreesde geslachts
ziekte in Amerika is te constateeren
sedert de drooglegging en hoe in New-
York 20000 krotbewoners, door de
drooglegging in zooveel betere condi
tie waren gekomen, dat zij de krotten
hadden kunnen verlaten voor hetero
woningen.
Hij schetste ook de internationale
beteekenis van de alcohol op de poli
tieke en economische verhouding
tusschen sommige landen, o;a. het ver
zet van Frankrijk en Spanje tegen
Noorwegen en IJsland tegen een'voor
genomen beperking van invoer van
diverse wijnsoorten met bedreiging
van rancunemaatregelen tegen uit
voerartikelen dier landen.
Vervolgens deelde hij m^de het ont
staan van de Internationale Orde dei-
Goede Tempelieren, die haar oor
sprong heeft in Amerika en thans over
de geheele wereld is verspreid en de
meer intieme werking der loges in ons
land. Met een krachtige opwekking
zich bij deze loges aan te sluiten om
daarmede het ontzettende leed door het
drankmisbruik te verzachten eindigde
hij zijn voordracht, die een boeiend ge
hoor had.
Zooals we reeds aanstipten werden
cle spreekbeurten afgewisseld door
zang en muziek. Mej. Jannie Kruger
zong met groot talent een aantal liede
ren. Italiaansche, Fransche, Duitsche
en ook Hollandsche en de hartelijke
bijvalsbetuigingen bewezen wel hoe
zeer zij het publiek daarmede voldeed.
Haar werd een fraaie bouquet serin
gen aangeboden. De heer Gonlag bege
leide de zang op zeer verdienstelijke
wijze. In het succes van den avond
deelde ook de „Kunstkring" onder
leiding van den heer Meyer, die we
gens ziekte van den heer Vlessing, de
dirigeerstaf zwaaide.
VISSCHERIJ.
Door de Vereeniging van Reeders
van Visschersvaartuigen alhier is aan
den Minister van Waterstaat het vol
gende adres gezonden in verband met
de Scheveningsche havenplannen.
Uit de couranten heeft ons bestuur
vernomen het verweer tegen zijn adres
van September 1921 aan Uw Excellen
tie, door belanghebbende aan Uw Ex
cellentie verzonden.
Ons Bestuur wenscht niet in een uit
voerige beschouwing te treden over
dit adres, doch alleen Uwe Excellentie
te verzekeren dat:
le. de motieven die aan zijn adres
zijn toegeschreven geheel bezij
den de waarheid zijn; het adres
beoogt alleen het algemeen be
lang en de verdediging van het
standpunt, dat alom de vissche
rij op voet van gelijkheid zal
worden behandeld. Dat daar
voor reden bestond getuigt de
behandeling der jongste water-
staatsbegrooting waar ten aan
zien van het Staatsvisschersha-
venbedrijf te IJmuiden reeds
weer werd aangedrongen op
evenwicht tusschen ontvang
sten en uitgaven;
2e. in het adres van Sept. 1921 is be
doeld uit te drukken dat de vis-
schershavenwerken te IJmui
den ook alleen reden van be
staan hebben gekregen, omdat
de buitenhavenwerken uit ande
ren hoofde aanwezig waren en
dat het, wanneer dit niet het ge
val was geweest, evenzeer een
economische dwaasheid zou zijn
geweest te IJmuiden buitenha
venwerken te maken, alleen ten
behoeve der visscherij;