Dr. H. F. HELMOLT. SPRUIJT'S FILIAAL Adverteert in dit blad I algemeene muziekhandel Alles is prima kwaliteit a „Euterpe Rijwiel Vraagt eerst bjj ons prijsopgaaf! BÈGBAFffiS OMHM.NG A. j. MEESTERS imlekosma Stoöïiitr. Meadows Het Woonhuis Het Woonhuis Bouwterreinen m Specialiteit in Overgordijnen Rolgordijnen Glasgordijnen Turkse he gobelins Karpetten Deurmatten Keuken- en Serremaiten Kapok- en Veerenbedden Kapok Matrassen Spiraalmatrassen Wollen Dekens Satinet Dekens Fantasie Dekens Bedspreien enzenz. enz I Jtlij dacht, als hij mij kon uithongeren, zou ik bij hem komen. Ik zou eerder nog in de rivier gesprongen zijn. Einde lijk kan ik in Prince George geen werk meer krijgen, en ik ga er weg. f» Uitgave van GEBR. GRAAUW's Uitgevers-Maatschappij en Boekhandel te Amsterdam, SINGEL 80 - TELEFOON 6460 NOORD Betaalbaar in 15 maandelijksche termijnen van f 2.50 door Betaalbaar in 15 maandelijksche termijnen van f 2.50 De inhoud is rijk DEEL I. Bewerkt door Prof. Dr. H. KERN en G. FULDAUER. Compleet in 8 deelen, gebonden in 8 prachtbanden, voor den prijs van f 37.50, Amerika, Oost-Azië, West-Azië en Afrika, de landen om de Middellandsche Zee, Oost-Europa, Midden- en Noord-Europa, West-Europa 1 en West-Europa II in hun leven, zeden en gewoonten met een Historische Atlas en een groot aantal gekleurde en ongekleurde Platen en verscheiden, de volgende onderwerpen worden uitgebreid behandeld Geschiedenis in het Algemeen, Voorgeschiedenis, Amerika, Stille Oceaan (584 blz.) DEEL II. Oost-Azië en Oceanië. De Indische Oceaan. (550 blz.) DEEL III. West-Azië en Afrika. (680 blz.) DEEL IV. De landen om de Middellandsche Zee. (577 blz.) DEEL V. Oost-Europa, Oostzee. (622 blz.) DEEL VI. Midden- en Noord-Europa. (639 blz.) DEEL VIL West-Europa, le deel. (537 blz.) DEEL VIII. West-Europa, 2e deel. De Atlantische Oceaan. (623 blz.) Dit rijk geïllustreerd prachtwerk, compleet in 8 deelen, gebonden in keurige prachtbanden voor slechts f 37.50. Betaalbaar in 15 maandelijksche termijnen van f 2.50 of a contant. Men ontvangt direct bij inteekening het OEHEELE WERK, zoodat men door betaling van f 2.50 per maand onmiddellijk in het bezit van een mooi en belangrijk werk geraakt. IJmuider Ct. BESTELBILJET. Ondergeteekende wenscht van GEBR. GRAAUW's Uitgevers-Maatschappij en Boekhandel te Amsterdam, Singel 80, Telef. 6460 Noord, te ontvangen HELMOLT's WERELDGESCHIEDENIS in 8 deelen gebonden in keurige banden, voor den prijs van f37.50 en te betalen in 15 maan delijksche termijnen van f 2.50 of contant. NAAM: WOONPLAATS: Wijze van betaling s. v. p. duidelijk aangeven. TE IJMUIDEN in hotel „N om mer Een", op DINSDAG 11 APRIL 1922, nam. 2 uur precies, ten overstaan van den te Velsen gevestigden Notaris G. D. BOERLAGE van No. 1 den in goeden staat verkeerenden in de vaart zijnden IJ.M. 116. No. 2 (wegens sterfgeval) met afz. bovenwoning genaamd „Denemarken", te ljmuiden Kanaal straat 54, groot 1 Are, behoorende tot de nalatenschap van de Wed. de Kluyver geb. Kat. No. 3 en erf te ljmuiden Grahamstraat 79, groot 86 c.A. Nos. 4 en 5 twee gunstig gelegen te ljmuiden, aan de Huygensstraat, resp. groot 163 en 238 M2. Breeder omschieven bij de bil jetten en veilingboekjes. Nadere inlichtingen ten kantore van Notaris BOERLAGE te Velsen. IJMUIDEN Neptunusstr. 36 - 36 Neptunusstr. 23«.art TIMMERMAN, METSE laar en aannemer WILLEM S$&«£EBë&Z%Tfg. 16- KANAALWEG 30 <3> VELSEROORD !g» HET IS BESLIST in eigen werkplaats yekyaardigd DOOR J. MELGElil) VELSEN ONTVANGEN GROOTE SORTEERING Orgels Pianos Violen Mandolines Snaren Harmonica's mondorgels Fluiten MUZIEK voor alle instrumenten te veel om op te noemen Zie etalage Vraag prijsopgaaf zeer concurreerend Gemakkelijke betalings condities desgewenscht aan huis te ontbieden Beleefd aanbevelend, C3r."V5T. NT EED Ja. fc#PES? P*« AMSTELSTRAAT 12, IJMUIDEN Beveelt zich beleefd aan voor alle daartoe benood1gde werkzaamheden &CHH DE CM BCifl AHMEëS W llem B&r*mdz*ïtr. 12 TELEFOON 3 86 IN ASSURANTIËN FEUiLLETON De verborgen vallei door HULBERT FOOTNER, voor Nederland bewerkt door L. ALETRINO. ijmuiden tel no 45ó Iin huizen met kachels om warm te worden en krijgen de longziekte. Zij willen zijn als de blanken, en zijn niets, BLOEMEN DAAL Wordt vervolgd. WERELD GESCHIEDENIS V-: STEVIG van BOUW SIERLIJK van VORM KEURIG van AFWERKING DUURZAAM in 't GEBRUK NIET HOOG in PRIJS 32. „Wanneer ik in huis terugkom, wordt een non wakker en snapt me. Ze maken vreeselijke drukte. Zij zeggen, ik ben een slecht meisje. Zij sluiten mij op, en geven me alleen brood en water. Ik ben kwaad omdat ze mij slecht noemen en mij boos aankijken. Omdat ik eerst ge loofde, dat zij van mij hielden. Ik weet, ik ben niet slecht, maar ik wil niets zeggen. Zij zeggen dat ik verhard ben. I ben niet hard, ik ben zacht. Aldoor wanneer ik alleen ben, huil ik. Maar ik wil hen niet laten zien dat ik huil. „Heel lang ben ik opgesloten. ITet is bijna lente -vanneer ik er uit, gelaten word. De jongen is weg van de school. I ben veranderd. Ik haat die school nu. Ik wil wegloopen. Ik doe goed m'n best, nu, dat ik kans krijg om weg te ioopen. De nonnen zeggen ik ben tot in keer gekomen, en glimlachen weer. Zij weten niet, wat in mij is. Eindelijk be ginnen zij mij uit te laten gaan alleen met mijzelf; omdat ik een van de groot st' meisjes ben, sturen ze mij naar den winkel om thee en suiker. „Er is een blanke man in den Fran- schen kleer-enwinkel, en die is vriende lijk tegen mij. Hij geeft mij dingen uit zi n winkel voor mijzelf, en ik denk dat wi goede :.i m. Ik vertel hem, dat i verlang weg te komen, en hij' zegt, hij zal me meenemen, wanneer hij weggaat in den zomer. Ik ben zoo blij, bijna dol. Ik denk niets kwaads, omdat hij een oude man is met grijs haar, cn hij zegt, hij neemt mij mee naar zijn dochters, ver weg. Mij, ik ben nog niet zestien jaar oud. „Dus wanneer het ijs uit het meer weg is, en verteld wordt, de eerste boot naar New-York zal van Grier's Point afgaan, zoo .gauw het den volgenden morgen licht is, zegt hij het mij. Dien nacht ga ik uit bed. Er slaapt een non naast de deur, maar ik kruip onder alle bedden als een wezel en kom bui ten. Den heelen weg naar Grier's Point loop ik hard. Het is vijf mijl. Weldra is het dag-, en ze zetten de boot af. Ik ben zoo vreeselijk blij, -ik ben Weh-ti- go, dol. „Gauw zie ik, ik heb mij vergist. Die blanke is niet goed. Hij begint leelijk tegen mij te doen, en ik ben bang.- Er gaan veel menschen mee op de boot naar New-York, en met zooveel ben ik veilig. Ik blijf dicht bij de vrouw vai den Engelschen schoolmeester en ver zorg haar kindje, en hij kan mij niet krijgen. Hij is dol. Wij zijn op de New- York-boot vijf dagen. Wanneer wij aan de landingsplaats zijn aangekomen, en hij in een café zit te drinken, loop ik weg en verberg mij in de bosschen. „Ik loop alleen naar Prince George. Ze zeggen dat het honderd mijl is. Ik vraag een beetje eten aan de stopplaat sen. Ik slaap in de dichte bosschen, want ik ben bang voor mannen. Wan neer ik in de stad kom, ben ik verbluft van alles wat ik zie. Zooveel leven en beweging; zooveel menschen ik weet niet wat te doen. Ik voel me ongeluk- kig omdat er geen plaats schijnt voor mij. En al de mannen kijken net zoo naar me als die oude blanke man op de boot. Aldoor verberg ik me voor hen. Ik geloof, dat er iets bijzonders aan mij is. Misschien ben ik slecht, zooals de nonnen zeggen, en ik weet het niet. „Ik loop en ik loop in de straten. Ik heb zoo'n honger. Eindelijk krijg ik werk in een wasscherij. Daar werken ook nog andere roode meisjes, en ik denk: ik ben veilig. Zij zullen me ver tellen, wat ik doen moet. Maar zij pla gen mij, omdat de baas tegen mij spreekt en lacht, en alleen vloekt tegen hen. De baas is als de andere mannen en gauw moet ik gaan zonder mijn geld „Ik krijg gauw weer ander werk, want ik ben sterk. Ik krijg veel betrek kingen. Ik kan ze niet tellen. Altijd is er een blanke man die slecht van me wil en ik moet gaan. Het is bijna drie jaar dat ik in Prince George werk. Het is niet noodig alles te vertellen, want het is aldoor hetzelfde. „Eindelijk ben ik werkelijk verhard van binnen, als de nonnen zeggen. Ils geef er niet meer om. Ik zeg tegen me zelf: wat is het nut van een leven als dit? Het geeft een meisje geen vrienden Ik ben alleen maar een opgejaagd beest. En ik zeg, ik zal niet langer meer wegloopen, maar nemen wat komt. Ik kan niet slechter worden. Maar aldoor moet ik wegloopen, wanneer de tijd zoover komt. Het is iets in mij, dat mij doet wegloopen. „Eindelijk was er een man, die slech ter was dan een van de anderen. Hij volgde mij van de eene plaats naar de andere, en sprak kwaad van me, zoo dat ik aldoor mijn betrekking verloor. „Ik heb genoeg van blanken en van hun land. Ik geloof dat er een vloek op mij rust, die hen tot duivels maakt wanneer zij naar mij kijken. Vaak zie ik, zij doen niet zoo slecht tegen hun eigen vrouwen als tegen mij. Daarom denk ik: ik ga terug naar mijn moe ders volk; misschien is daar een plaats vóór mij, misschien ben ik eigenlijk zelf het meest rood van aard. „Dus maak ik een lange, lange reis. Eindelijk kom ik bij mijn moeders volk Het is er niet goed. Niemand is blij om mij te zien. Zij zijn arm en ziek en on gelukkig. Zij hebben mij niet graag om dat ik hen aanmerk, omdat ze zoo sme rig zijn, en lui en dwaas. Zij leven bij een factorij aan de groote rivier. Wan neer ik nog een klein meisje ben, is het ver weg, en wij zien nooit een blanke behalve den handelaar, maar nu komt de stoomboot de rivier op, en veel blan ke mannen komen. Er zijn opzichters, die het land meten, en landbouwers die het beploegen en bezaaien met tarwe. „Het is heel slecht voor het roode volk. De jonge blanke mannen komen naar de hutten en maken gekheid met de meisjes en schenken de jongens whisky. Onze meisjes en onze jongens willen omgaan met de blanke mannen Ien zich mooi kleeden en niets meer werken. De jongens leeren stelen en de j meisjes zijn slecht. Het volk gaat leven TEL. Na. 22050 „Mijn moeders man is een slecht man. Hij slaat mijn moeder en neer een nieuwe vrouw. Hij haat mij die omdat hij mij niet in het gezicht ka zien. Hij spreekt kwaad van mij tege iedereen. Hij is een voornaam man 01 der het volk, en allen gelooven hen en haten mij. „Daarom willen zij me daar niet hel ben. Ik voel me ongelukkig. Ik denl ik ben dubbel gevloekt, omdat ik net gens ooit blijven kan. Alleen St. Jea Bateese, hij is mijn vriend. Hij herii nert zich den goeden tijd toen de rood mannen vrije jagers waren. Hij heel pijn, wanneer hij het volk smerig ei lui en ziek ziet. Hij lijdt erge pijn wan neer hij zijn kinderen ziet opgroeien er- alleen ongeluk hen wacht. Wannee allen in de hutten slapen, spreken wi veel samen. „Eindelijk maken wij een plan. Wi zeggen, we nemen zijn kinderen, ei mijn moeder, en mijn moeders kinde ren, en we reizen ver weg van de blan ke mannen, en wij leeren de kinderei zoo te leven als onze vaders leefden: zonder de blanken en het goed van der blanke. Mijn moeders man, hij geeft e niet om of wij weggaan. Hij heeft nf een jonge vrouw. „Den heelen winter maken wij alle klaar en wanneer in de lente het ij verdwijnt, gaan wij stroomopwaarts i) drie kano's. Wij reizen vele dagen oj de groote rivier. Het weder is prachtig en de kinderen zijn gelukkig.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1922 | | pagina 4