A1D10H ATJLlXKVlJrO KOOKTAiSAK het geheel naar de eischen des tijds ingerichte Magaz. van Voor deze gelegenheid Speciale Ope 11 ings-prij zen Magazijn van gebruikte Meubelen. A 11%j a GEURI0E Y00RÜEELI6E THALIA-THEATER IJMU1DËN Het gehdm van den P.L.M. sneltrein PRIJSCOURANT RUNDTLEESCH J. F. KÖCHX, Noord-Hollandcche Bewakings-MJj. Dir. J. van Bantzig 1 FEUILLETON De verborgen vallei Anegang 48, hoek Kleine Houtstraat. ten goed Adres Cursus in filmspel nn i- m i WOENSDAG EN DONDERDAG a.s. van PRIMA lste kwaliteit versch geslacht HAARLEM H. de Groot Trompstraat 131D Velseroord Voor het hol hen in zich opnam, Wordt vervolgd. I! Telefoon 136 Een enorm spannend filmwerk Boeiend sensationeel drama in 6 afdeelingen, bewerkt naar den beroemden roman van Xavier de Montepin. Gespeeld door de beroemde ltaliaansche Artisten per 5 ons f 0.70 f 0.70 f 0.90 f 1.00 f 1.40 Doorregen Ossenlappen Gehakt en Soepvleesch Magere Lappen Roastbeaf of Rollade Biefstuk Rauw Vet f 0.60 per 5 pond. Aan den winkel afgehaald. Aanbevelend, Telf. 244 Breesaapstraat C 14 onder Contróle Kantoor fulianakade wrood - Ifmuidert Telefoon 411 Levering van vertrouwde wakers in fabrieken, werkplaatsen, schepen en terreinen, in combinatie. Zeer billijke prijzen. voor Aanleg en Onderhoud van Tuinen Beleefd aanbevelend, Na geslaagde opleiding mede werken voor figuratie en vervulling van rollen. Inlichtingen bij FILM BUREAU „DE FILMTOON" Huygensstraat 22. Voor monde linge bespreking a.s. Donderdag van v. m. 10 tot 9 uur n. m. GEOPEND Manufacturen, Bedden, Matrassen, Tapijten, Linoleums enz. J. Sprujjt, Firma 51 Kanaalstraat m v# g| .eijer IJnmiden door HULBÉRT FOOTNER, voor Nederland bewerkt door L. ALETRINO. 36 Haar laatste woorden doorvlijmden Ralph het hart. Hij boog zich naar baar over. „Nonsens!" barstte hij uit. „Ik wordt razend, wanneer je op die manier spreekt! Ze hebben je dol gemaakt! Neen jouw schuld is het niet! De heerlijkste vrouw die de hemel ooit schiep, alleen blijven! Dat kan niet! Ik heb je lief, met alles wat in me is! En jij je houdt ook van mij, maar je aarzelt.. Wat komen al die dingen er op aan Als je van me houdt, trouwen we, dan is toch alles goed?" „Ja, ik aarzel," antwoordde zij snel. Zij had haar zelfbeheersching thans geheel herkregen. „Ik ben een arm In- diaansch meisje. Een blanke, een dok ter, vraagt mij, zijn vrouw te worden. Dat is een groot ding voor mij. Ik aar zel. Maar nu weet ik het. Ik zal het niet doen." „Antwoord me kort en goed!" riep i pil. „Houd je van me?" Re zaohte duidelijkheid, waarmee zij I. t woord uitsprak, was onmiskenbaar r was een stilte als die tusschen het geopend cn het gesloten worden van en deur. Ralph, alle zenuwen gespan- noi staarde naar het antwoord, dat van haar lippen zou komen. Hij hoorde b r diep ademhalen. „Neen!" zeide zij. Hij viel terug in zijn kano, en de twee booten dreven op eenigen afstand van elkaar voort. Mechanisch tastten zijn handen naar de dolboorden. Zijn we reld scheen rond hem in pifin te stor ten. Het maanlicht leek banaal en sentimenteel. Hij voelde geen smart, alleen een oneindige tegenzin in zijn bestaan. Nahnya werd ongerust over zijn lang stilzwijgen. „Waar denk je over?" vroeg zij dringend. Met alle macht trachtte hij zich te vermannen. „Het is goed," bewogen zijn lippen. Het geluid, dat zijn stem was, klonk hem vreemd, toen hij voortging: „Ik ben een dwaas geweest, dat is ams. Jij hebt je niet het minste te verwijt i." Hij nam als automaat zijn pagaai. „La ten wij teruggaan," zeide hij met dezelf de kalme, vaste stem. Even daarna sprak hij: „Ik zal weg gaan, zoo gauw ik je moeder alleen kan laten." „Ik kan haar arm verbinden," zeide Nahnya, „of Ahaweh kan het. Ik heb het haar geleerd." „Best," antwoordde Ralph. „Dan ver trek ik morgen." HOOFDSTUK XI. Het vertrek uit de vallei. Ralph wenschte bij zijn vertrek uit de vallei geen gezelschap. Na wat ge- j beurt was, scheen het leven dag en l nacht naast Nahnya, zonder ooit haar blikken even te ontmoeten, zonder een woord meer te wisselen dan noodzake lijk was bij het inrichten van een kamp, hem een uiterst geraffineerde marte ling toe. Maar er was niets aan te doen. Nahnya zei, dat de tocht terug stroom opwaarts te moeilijk was; zij moesten een anderen weg nemen dan ze geko men waren, en dien weg moest zij hem wijzen. Charley zou meegaan, dat maakte ditmaal veel goed. Den volgenden morgen vertrokken zij. Wat zijn in stinct betrof om smart te vei'bergen, kon Ralph een indiaan zijn, als de bes te vertegenwoordigers van het ras. Niemand had op zijn effen gelaat kun nen bespeuren, wat voorgevallen was. Naturen als de zijne voeren slechts in- wendigen strijd. Hij was zich ternau wernood bewust, van wat om hem heen voorviel. Voor Charley scheen het vooruit zicht van een nieuwe reis niet weinig aanlokkelijks te hebben. Langzamer hand was de Indiaansche jongen zich tegenover Ralph op z'n gemak gaan voelen. Zijn onbehouwenheid bleek grootendeels aanstellerij, waarmee hij op blanke vreemden indruk trachtte te maken. Hij sprak nu vrijuit met Ralph in een zonderling mengelmoes van En- gelsch en Cree over datgene, waar hij belang in stelde: over jagen, over bees ten en over reizen. St. Jean Bateese, die met hen meeging tot de opening van de grot, bleef aan Ralph's zijde, en gaf hij het afscheid duidelijk blijk, dat het hem speet, dat de gast alweer wegging. „Ik kan hen allen voor mij winnen, alleen ha&r niet!" dacht Ralph bitter. sloeg Ralph nog een laatsten blik op het meer, met zijn groene glans els van een pauwenborst, op de machtige her gen, de kruinen naar het zonlicht gehe ven, op de glanzend groene weiden, met de witte berkenstammen. „Ik laat mij- I zelf hier achter," dacht hij, en grimmig j klemde hij zijn pijp tusschen de tanden j Gedurende den langen toclit onder den berg door, sprak Ralph slechts een maal. Dat was toen zij den vogelver schrikker voorbij kwamen, en hij vroeg waarom die hier was neergezet. Char ley verklaarde, dat hij diende om de wilde dieren op een afstand te houden. De lichaamslucht van de kleeren was daartoe voldoende. Op de plek, waar zij in het heengaan het laatst gekampeerd hadd' n in het woud, gebruikten zij een maaltijd. Daarna haalde Nahnya met een gebaar van verontschuldiging den blinddoek te voorschijn. „Dat is nu niet noodigg," riep Ralph, rood wordend. „Ik hoef niet gedragen te worden als een invalide!" Nahnya zag hem niet aan, maar vroeg rustig: „Belooft u, nooit meer de zen kant uit te komen?" „Neen!" antwoordde Ralph oogen- blikkelijk. Hij had niet kunnen zeggen, hoe het woord hem op de lippen sprong. Mis schien kwam het door die hoop, die zoolang het hart nog slaat, zich niet laat dooden bij iemand die liefheeft. Ralph werd geblinddoekt. Toen hij beloofde den doek niet weg te trekken, lieten zij hem de armen vrij, en zoo werd hij dan voortgedragen. Een waar schuwend instinct weerhield hem te zeggen, dat hij, wanneer hij dat ver koos, den heenweg toch zeker kon te rug vinden. Daar zij steeds bergaf gingen, kwa men zij vrij vlug vooruit. Toen zij ein delijk stilstonden, en de blinddoek werd afgenomen, zag Ralph zich nog in het dichte woud, maar uit een ge- druisch van stroomversnellingen, dat hij nog even hooren kon, leidde hij af, dat zij bijna aan de rivier gekomen waren. „We zullen vannacht verder reizen," zeide Nahnya, ,,dan hoeft u geen blind doek te hebben. Nu moest ge slapen." En Ralph sliep; den nacht te voren had hij geen oog dicht gedaan. Zij maakten hem wakker toen het avondeten klaar was. Toen zij gegeten hadden, kreeg Ralph den blinddoek weer voor, en werd hij opnieuw verder gedragen, maar slechts korten tijd. Zij kwamen uit op den oever der rivier, en hij werd op het platte rotsblok neerge legd. Hij hoorde hen de boot te water laten en de bagage stuwen. Toen werd hij op de dekens gelegd, en Nahnya en Charley zetten af. Ralph had ondersteld, dat zij althans voor een deel terug zouden gaan langs den heenweg. Groot was dus zijn ver rassing toen hij het gedruisch der stroomversnellingen hoorde naderko- men, en er zich rekenschap van gaf, dat zij in tegendeel verder sti oomaf waarts voeren. Onwillekeurig greep zijn hand naar den doek voor zijn oogen, maar zich ter rechter tijd her innerend dat hij zijn woord gegeven had, liet haar weer zakken, g-ommend tusschen zijn tandem

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1922 | | pagina 4