DE HARMONIE. Burgerlijke Stand Velsen. VISSCHERIJ. Het, Visscherijbedrijf. Prins van de Zee" en had ten tweede male veel succes hiermee. Voorts zong hij nog, begeleid door mej. J. Visser, „Alleen" en „Het lied van den leeuwe rik". Hierna werd de eerste bioscoop-voor- stelling in „Zomerlust" gegeven. Dat dit niet de laatste zal zijn, daar zijn we van overtuigd. Alom prees men de grootte en duidelijkheid van het beeld. Boven dien had de cinematografische eombi- n tie voor een drietal fraaie films zorg gedragen. Liefhebberrs van natuurop names konden genieten van het schoon van Alkmaar. Het tweede nummer: „De inneming van den Briel", een zeer fraaie film, vervaardigd door „De Po lygoon" uit Haarlem, viel bijzonder in de smaak, zeker niet in het minst dooi' de pa sende muziek van den pianist en violist. Het hoofdnummer „Reward of Patience", dat voor het eerst in Neder land vertoond werd ,werd eveneens met de grootste aandacht gevolgd. De verdienstelijke explicatie van den heer Aafjes viel hierbij op. Het slotwoord van den avond werd gesproken door Ds. Baljon. Spr. prees den liefdadigheidszin van de medewer kenden aan dezen avond. Hij roemde het ten gehoore gebrachte van den heer Aris en van het symphonie-orkest Cae- cilia. Van harte hoopte spr., dat er meer dergelijke avonden zouden wor den georganiseerd, waarmee wij volko men instemmen. De Landdag van den Bond voor Staatspensionneering in den tuin van Hotel Velserend, waar de Heeren P. J. Oud, M. G. Dorhout en D. de Clercq, als spreker optraden, was zeer slecht bezocht, ondanks het fraaie weder. Mr. Oud meende de slechte opkomst te moeten toeschrijven aan de onwetendheid van velen, die denken, dat het premievrij Staatspensioen reeds veroverd is. Uitvoerig toonde deze spreker aan, dat dit nog verre van waar is. Slechts zeer weinigen, n.l. zij, die bij het in werking treden der wet, den 70-jarigen leeftijd al bere kt hadden en wien men dus noodge dwongen pensioen moest geven, hebben hier niet voor betaald. De beide andere sprekers hadden het over de dure Raden van Arbeid en de omslachtigheid van het zegeltjes plakken. Het was geen succes-dag voor de federatie Beverwijk Weerprofeten voorspellen, dat we pas na den langsten dag regen zullen krijgen. Mochten deze broodprofeten gelijk krijgen, wat we niet willen hopen, dan ziet het er voor deze omstreken treurig uit. Niet alleen, dat we dan geen aardbeien zullen krijgen, die krijgen we van nu af aan al niet maar ook de erwten-en boonenteelt zal dan mislukken. En dan is het leed voor deze streek niet te overzien. IJMUIDEN. Ds. N. Buffinga alhier heeft het beroep naar de Geref. Kerk te Rotterdam voor de 8ste (nieuwe) predikantsplaats aangenomen. Tweeden Pinksterdag had op het Gijzenveld van Jhr. Mr. J. W. G. Boree van Hogelanden alhier een Kampdag plaats van hei Leger des Heils, onder ieiding van Stafkapitein Beekhuis. In de samenkomsten spraken o.a. Staf kapitein v. d. Hoven over zijn arbeid in Frankrijk, commandeur en Mevr. Schipper, die meer dan 15 jaar in Ned. Indië werkzaam waren, over hun arbeid aldaar en anderen. Met muziek en zang werden deze Samenkomsten afgewisseld. Men verzoekt ons plaatsing van het volgende Aan de muziektent en rondom deze zijn ook dit jaar wederom de toebereidselen gedaan, die een klein brokje natuurschoon vormen, voor het toch al niet zoo bosch- rijke onderdeel dezer gemeente. We dachten aanstonds verrast te worden op een af te werken program van onze reeds meer dan 25 jaren bestaande vereeniging, die nog 't vorig jaar ten bate der burgerij zulk mooi werk leverde. Wij moesten echter vernemen, dat deze eens zoo gevierde vereeniging een cronische ziekte meemaakte. De toestand te IJmuiden is daarmede een der oorzaken van, doch een voldongen feit moet het tevens zijn, dat ook de onderlinge verhouding daarbij parten heeft gespeeld. De geschillen wezen op tweedrachthet eene deel der Harmonie moet zich beijvert hebben om bij feestelijkheden de steun te verleenen die voorheen door allen stilzwij gend werd aanvaard. Een ander deel scheen de meening toegedaan, zich neutraal zoo niet te neutraal te moeten houden. Een en ander met diverse bijkomstigheden, bevor derde storing, en het liet zich aanzien, dat we dit jaar verstoken zouden moeten blijven van goede uit te voeren muziek. J.l. Zondag hield het bestuur een be spreking nopens het al dan niet voortbe staan van bovengenoemde vereeniging. Men vermeende dat de goede naam der vereeniging welke zoo talrijk in officiëele stukken werd geboekstaafd, niet prijs ge geven mocht worden. Het scheen bij ieder, een behoefte te zijn, ij te dragen, tot het welslagen dezer be schouwingen niet alleen, maar met kractit te beproeven de vereeniging in kwantiteit te ontwikkelen in het besef <dat de kwaliteit weer spoedig zelf gekweekt wordt. Men was de meening toegedaan, dat bij net uitvoeren van goede muziek weer de steun van de burgerij, en naar rnen hoopte, van het ge meentebestuur, verkregen zou worden, van de laatste in den vorm van zitplaatsen en lessenaars, welk meubilair toch zeker in een muziektent past, terwijl het niet meer dan billijk zou zijn, dat ae gemeente, wanneer zij geen subsidie kan geven, zij evenwel bevorderen moet, dat de Harmonie aan haar burgerij muziek kan geven. Het bestuur werd thans als volgt samengesteld. K. Meijer, voorzitter, P. Dekker, vice-voor- zitter, N. H. Edcius, secretaris, J. van Vrede, penningmeester en G. Krab, commissaris. Reeds vele oude-leden moeten aange spoord zijn en hun toezegging gegeven hebben, zoodat wij binnenkort onze ooren mogen te luisteren leggen. Wij juichen de goede bedoelingen van het bestuur toe, en willen hopen, dat de burgerij dit op prijs zal weten te stellen, terwijl wij bij het bestuur en leden krachtig zouden willen aandringen op volharding en bovendien dat de leden zich, eendrachtig achter hun bestuur zullen scharen. De te 's-Gravenhage gehouden jaar- lijksche algemeene vergadering van aan deelhouders in de Algemeene Visscherij- Maatschappij te IJmuiden, heeft de balans en de winst- en verliesrekening over 1921 goedgekeurd en het dividend bepaald voor de preferente aandeelen op 5 pCt. en voor de gewone aandeelen op 10 pCt. De heer mr. W. P. J. Bok werd als commissaris herkozen. in deTi nacht van Maandag op Dins dag heeft de politie aangehouden een op varende van den stoomtrawler Holland Vlli, bij wien verschijnselen van waanzin werden waargenomen. Hij is door bemiddeling der reederij per rijtuig naar zijn woning in Velseroord gebracht. Door de reederij L. Parlevliet alhier is aan de afdeelingen van den Centr. Bond en den Chr. Bond van Transportarbeiders het volgende schrijven gezonden „Wij deelen U hierdoor mede, dat wij de volgende Duitsche stoomtrawlers ge charterd hebben „F r i d a", „G e r t r u d „M a r i a", „j a n e", „Bert ha", en „El sa", waarbij alle exploitatiekosten voor onze rekening komen. Zulks hebben wij natuurlijk gedaan om iets te verdienen, maar aangezien de visch- prijzen zoo laag zijn en wij voor de booten veel meer losloon dan voor een Hoiland- sche trawler moeten betalen, stellen wij U het volgende voor Dat bij een besomming van minder dan f 2000.het gewone Holiandsche losloon met een minimum van f 5. per man van kracht is, doch indien de besomming boven de f 2000.— is zullen wij het gewone losloon ad. f 7.per man betalen. Eveneens zouden wij gaarne uwe medewerking hebben om het vletloon ad. f 12.te reduceeren. Wij stellen b.v. voor om bij een besomming van f 1000. of minder tot f 1500.— slechts het Hol iandsche vletloon te betalen, van f 1500. tot f 2000.f 6.—en boven de f 2000.— het gewone vletloon ad f 12. Uit bovenstaande zult U zien, dat het niet onze bedoeling is om aan de arbeids- loonen te tornen, waaraan wij als lid van de Reedersvereeniging gebonden zijn, doch wij zouden gaarne uwe medewerking heb ben om voor genoemde gecharterde booten een dergelijke regeling te treffen. Het spreekt vanzelf, dat dit geen betrekking heeft op de booten, welke wij als factoor behandelen". Hierop is het volgende antwoord gezonden „Wij, de Christelijke en Centrale orga nisaties in het Transportbedrijf alhier, kwa men in het bezit van uw schrijven dd. 29 Mei en hebben daarvan direct afschrift ge zonden aan de R. K. Organisatie en de IJmuider Federatie van Transportarbeiders alhier Na behoorlijk kennis genomen te hebben van den inhoud, waren de organisaties unaniem van meening, dat wij op uw ver zoek niet anders als afwijzend kunnen be slissen en wel om de volgende redenen Voor IJmuiden, dat wil zeggen voor de bevolking, is er geen verschil tusschen Duitsche trawlers, die hier voor eigen reke ning komen, of die, welke U gecharterd noemt, Wij bedoelen dit, dat het voor IJmuiden een ramp blijft, wanneer er vele Duitsche visschersvaartuigen aan de markt blijven komen. Die z. g. n. gecharterde traw lers blijven immers varen met Duitsche bemanningen op Duitsche gages De repa- ratiën worden immers verricht in Duitsch- land Zij worden immers in Duitschiand van bunkerkolen en ijs voorzien? Dit alles blijft beteekenen nog meer werkloosheid voor de visschers, ijswerkers, kolenwerkers, kuipers, metaalbewerkers, boeters in één woord voor alle arbeiders, uitgezonderd een klein aantal trawlerlossers, die er niet direct finantieël nadeel van ondervinden, terwijl wij nog niet eens spreken over de neringdoenden, die niet alleen geen cent aan Oe Duitsche bemanning kunnen ver dienen, maar door de toiaal uitgeputte koopkracht der IJmuider bevolking, ook voor een niet gering deel voortvloeiende uit het vele markten van Duitsche stoom trawlers alhier, tegronde gaan. U zult het voorts met ons eens zijn, dat zeits een gedeeltelijk toegeven aan uwe verlangens zou beteekenen een algemeene charter manie door alle agentschappen. Voort doet U een beroep op Uw lid maatschap van de Keedervereeniging alhier, terwijl dat beroep voor ons niet recht duidelijk is. Alhoewel een interne aange legenheid van uwe organisatie, wii het ons toch voorkomen, dat royement op uw daad zou behooren te volgen. Dat U het niet doet om de loonen te drukken doch uitsluitend om wat te ver dienen, kunnen wij niet voldoende waar- deeren. Toch wii het ons voorkomen, hoe gaarne wij U zouden helpen aan eenigc verdiensten, wij toch het algemeen belang niet kunnen opofferen aan het individueel belang. Wij vertrouwen dan ook dat U zich onze meening kunt indenken en de juistheid daarvan zult willen erkennen. Wij resumeeren dan ook, dat wij geen enkele loonsverlaging, voor welke groep dan ook, kunnen accepteeren en bij ons staat dan ook vast, dat wij ons daartegen zuilen verzetten met alle ons ten dienste staande middelen. VELSEN. Zendingsfeest. Onder begunstiging van heerlijk zomerweer had Tweeden Pinksterdag aihier het 2ósie Prov. Noord. Hoil. Zendingsfeest plaats. Te half elf werd aangevangen met ge zang en gebed door den voorzitter der Zendingsteestcommissie, Ds. H. J. Heijnes van Landsmeer, die zeide dat men altijd verheugd is, als men te V eisen op een der schoone buitenplaatsen van Jhr. Mr. J. W. G. Boreel van Hogelanden mag samen komen. Spr. hoopte dat rnen dezen dag hier op Waterland een rijken zegen mocht ervaren. De openingsrede werd uitgesproken door Ds. j. Ph. Eggink aihier, die er op wees welk een wondere kracht de eerste Christenen vervulde. Deze kracht van den H. Geest maakte zondige tnenschen tot een koninklijk priesterdom, tot een uitverkoren geslacht, een verkregen volk. En het is dezelfde kracht, die ons moet vervuilen, willen wij een levende gemeente, zijn. De H. Geest kan niet bewaard of begraven worden als een kostbare schat, hij moet onze harten in gloed zetten, opdat wij het Christendom uitdragen in aeiwereld als de levenwek kende kracht. Is deze geest niet in ons, dan zijn wij dood. Gedurende 19 eeuwen is het Evangelie gebracht, vaak metgroote zwakheid, maar het heeft sieeds allen willen omvatten, want het Christendom is de reli gie van het imperialisme. Velen in onzen tijd idealiseeren achter het heidendom en zien er veel poezië in. Zij vinden dat wij met onze gecompliceerde beschaving hen met rust moeten laten. Van zulk een redeneering moest nu toch geen sprake meer zijn, zegt spr. Want onder het heidendom zijn nog schreiende toe standen. Volksstammen worden nog uitge moord, geluk, liefde en trouw worden zoo goed als niet bij de heidenen gevonden en zoo missen zij dus de grondslagen eener gelukkige samenleving. Men zegt dat veel zonden der heidenen ook onder ons zijn. Dat is zoo, zegt spr., maar ouder is de Christ, gemeente en de prediking van het Evangelie, die toch steeds de stem tegen de zonde doet hooren. En wat zou onze samen leving zijn zonder deze prediking, vraagi spr. Daarom komt het er voor ons allen op aan. Wij allen, ieder persoonlijk, hebben deel aan dit groote zendingswerk. Als wi] Jezus kennen als onzen Heiland, zal ons leven zijn een uitdragen van zijn liefde. Dan zal 't zoo worden dat we geen afzonder lijke zendingssamenkomsten behoeven te houden, maar dan zal elke samenkomst van ons een zendingssamenkomst zijn. Dr. O. Norel, directeur van het Centraal Bureau voor Inwendige Zending te Amster dam, was de tweede spreker. Tot onderwerp had deze: „Als wij, dooden, ontwaken." Spr. vond het een gelukkig verschijnsel, dat den laatsten tijd de zendingsgedachte wakker wordt in de gemeente en meer en meer in haar gaat leven. „Als wij dooden ontwaken", is de titel van het werk van één onzer grootste dichters. In dit woord ligt een ontstellende gedachte. Want zijn wij dan dood. Moeten wij dit van de Chr. gemeente veronderstellen? Ja, zegt spr. als er geen levend getuigenis in ons wordt gevonden, als Christus ons niet alles is, dan kunnen wij geen levende gemeente zijn. Op dit Pinksterfeest bidden wij om den H. Geest. Maar nu moeten wij maar niet denken dat de H. Geest zoo maar uit de lucht komt vallen. Wie Jezus kennen en om dezen Geest worstelt, die ontvangt hem. En als gemeente moeten wij er eendrachtig om bidden. Er is te veel verdeeldheid. Niet dat wij allen 't in alles eens zullen zijn, maar wij moeten allen één zijn. Dan zullen wij doen naar wat Wichern, den vader der Inwendige Zending ons voorhield, n.l. dat als wij Christus kennen, wij getuigen gaan aan allen, die Hem nog niet kennen. En dan in woord en ^daad. Zoo, dat men ons kent, dat wij met Jezus zijn geweest. De Chr. Zangver. „boli Deo Gloria" van Landsmeer, directeur de heer Hendrik van Beek, gaf hierna een concert. Het koor zong een vijftal liederen, waarbij enkele klassieke en deed dit op uitnemende wijze. Het is een mooi ensemble, frisch en met een dirigent, die er fijne nuanceeringen in weet te leggen. Daarna was het pauze en werd de caniine oestormd, waar de IJmuider dames voor ae dorsiigen en hongengen zorgde. Onderwijl zorgde de Harmonie Nut en Genoegen van Edam voor de nóodige afwisseling door eenige nummers te geven. Eerste spreker na de pauze was zendeling A. van Dijk, die sprak over „Het eene noodige voor den Soendanees". In een gloedvolle rede vertelde spr. van zijn arbeid op West-Java onder de Mohammedanen en zeide dat het eene noodige voor hen, even als voor ons, is Jezus Christus. inplaats van Ds. P. j. de jong van Benne- broek, die verhinderd was, sprak Ds. M. G. Blauw van Schoten over „Koningenen Priesters." Spr. zeide daarmede niet te be doelen heidenscne koningen en priesters, maar wij allen als lid der gemeente vari* Christus. Spr. zeide dat deze gemeente niet zal rusten aleer alles zich onderwerpen zal voor Koning Jezus. De legenstand moge lang duren en sterk zijn, ons eigen vaderland, waar vroeger eeuwen ook de afgoden werden gediend, is er een voorbeeld van. En in onzen tijd wijst spr. op Nieuw Guinea, waar tijden zijn geweest dat er meer zen delingen en zendelingsvrouwen waren dan bekeerlingen. En nu worden alom deuren en harten geopend voor het Christendom en zijn er arbeiders te weinig. Ds. j. W. P. Ie Roy van Sloterdijk had tot onderwerp G. G. C. Men had spr. al gevraagd of dit beteekende „Geen goede collecte", maar dit was zoo niet, hij zou spreken over „Georganiseerde Guldens col lecte", dus juist om de collecte goed te maken. De G. G. C. is het plan van Ds. Creutzberg, vroeger te IJmuiden, en bedoelt om tweemaal per jaar een gulden te offeren voor de zending, welk plan Ds. Ie Roy thans aanbeval en waarvoor hij medewerkers opriep en het resultaat mocht smaken, dat zich nu reeds verscheidenen opgaven. Ds. M. J. Punselie van Leiden sprak over „Geestdrift." Een vurig en opwekkend woord, evenals de slotrede, door Dr. H. T. Oberman van Rotterdam uitgesproken, die den hoorders de opwekking „Zijt vurig van geest" medegaf. Gezongen werd „Dankt, dankt nu allen God," waarop Ds. Heijnes een slotwoord sprak, waarin hij allen sprekers dank zegde, alle andere medewerkers, de familie Boreel van Hogelanden, wie Psalm 134:3 werd toegezongen. En daarop stroomde de groote schare (er waren 1700 bezoekers) weer naar den uitgang, om per boot, spoor en tram, of per wagen en rijwiel weer naar de steden en dorpen terug te keeren. Het 26ste Noord Holiandsche zendings feest had een prachtige dag getroffen en slaagde uitnemend. Bij beschikking van den Minister van Arbeid zijn bouwcredieten verleend aan onze gemeente, n.f. f 10500 aan J. v. d. Plas en G. Jansen, voor den bouw van 11 woningen en f 900 aan G. Renooy en J. Knoester voor den bouw van 1 woning. Het R. K. Harmoniecorps St. Cacilia alhier, heeft op het Nat. Concours te Diemen twee prijzen behaald, n.l. een tweeden prijs in den Marschwedstrijd en een 2en prijs in de 3e afdeeling. De kantoorbediende bij de Posterijen 2e kl., Mej, C. A. A. v. d. Ben, is van Huizen naar hier verplaatst. Vonden wij het Zondag betrekkelijk kalm in onze gemeente, Maandag was het buitengewoon druk. Dezen dag hadden we drie groote samenkomsten in onze gemeente, van het Leger des Heils te IJmuiden, het N.-Holiandsche Zendingsfeest op Waterland van Jhr. Mr. Boreel van Hogelanden alhier, en een landdag van den Bond voor Staatspensioneering te Santpoort. Extra-booten kwamen met feest gangers, de sporen, trams, en vooral de booten van Amsterdam, brachten duizenden en duizenden aan, die meest naar Wijk aan Zee gingen. En dan de honderden auto's cn motor fietsen en de duizenden wielrijders. Voor 'teerst waren de beide groote stoornponten heel den dag in de vaart en tienduizenden hebben ze over de kanaaloevers gezet. De politie had een zwaren dag, maar wist het verkeer uitnemend te regelen. Het was een buitengewoon drukke dag, De papierfabriek staat deze week stil, daar het personeel vacantie heeft. Bevallen: F. BoxemBlok, z.H. HagedoornVellema, d.M. C. Uijtendaal van Eeken, d.J. J. Bakkervan de Pieter man, z.M. Rijkers—Kenter, z.M. Zwem mer—van der Wiele, z. Overleden: P. Huijer, 4 dagen. De opzegging der ioonconjracten Het antwoord der besturen van de vak organisaties op het opzeggen der loon contracten door de Reedersvereeniging, luidt als volgt „De indruk, welke uwe kennisgeving op ons en op de bedrijfsgenooten maakte en nog verder maken zal, wenschen wij voors hands buiten beschouwing te laten. Wij meenen echier een paar opmerkingen te moeten maken naar aanleiding van uw schrijven als zoodanig. In de eerste plaats dan onderschrijven wij niet de uit uwe aandachtige beschou wingen gemaakte gevolgtrekking, dat die overeenkomsten, welke de algemeene ge dragslijnen regelen omtrent de verhouding tusschen werkgevers en werknemers onder alie omstandigheden kunnen en be hooren te worden gehandhaafd. Wij achten zulks slechts mogelijk en gewenscht, indien een bedrijf, waarop die overeenkomsten betrekking hebben, aan werkgevers en werknemers beide een bestaan biedt; en wanneer waarborgen te scheppen zijn voor een loyaler verleving, dan b. v. den laatsten tijd met sommige bepalingen uit overeen komsten voor het visscherijbedrijf van werkgeverszijde het geval was. Is zulks niet het geval, dan kan het bestaan van dergelijke overeenkomsten slechts in het belang van één dier partijen zijn. Onze tweede opmerking is deze: Na de mededeeling dat uw bestuur zich op het standpunt stelde, dat de mogelijkheid diende *e ,.wor.^en °Pengelaten, om nog voor het beëindigen der overeenkomst wijzigingen daarin te kunnen aanbrengen, welke besten diging in gewijzigden vorm tengevolge zouden kunnen hebben, wekt het toch wel eenige verwondering dat de loonovereen- komst van de opvarenden der trawlers werd opgezegd met een termijn van slechts ruim twee weken, wat uit den aard der zaak te kort is om in behoorlijk overleg met de leden tot overeenstemming te komen, indien wijzigingen van eenige beleekenis worden verlangd. Tenslotte nog iets over uwe mededeeling, dat u gaarne zoudt vernemen of onze organisaties met u van meening zijn dat de opgezegde overeenkomsten ten spoedigste door andere, zich beter aanpassende aan het bedrijf van thans, dienen te worden vervangen. Deze vraag is zoo zonder meer moeilijk te beantwoorden, zou in elk geval beter en meer afdoende te beantwoorden zijn geweest, indien door u aan deze mede deeling toegevoegd was geworden wat door u onder een meer en beter bij het bedrijf van thans aanpassende overeenkomst wordt verstaan indien door u een basis aangegeven was geworden, waarop even- tueele besprekingen daarover door u zouden worden gewenscht en met eenigen kans van slagen mogelijk worden geacht. Wij zouden u derhalve willen verzoeken in de eerste plaats in den opzeggingster mijn der overeenkomst voor de opvarenden te verlengen, zoodat wat den tijd betreft het tot overeenstemming komen tenminste mogelijk wordt gemaakt, wat thans niet het geval is, en in de tweede plaats om ons omtrent de uwerzijds gewenschte wijzigingen nader te willen inlichten, w»t aan een vlug verloop ten goede zou kun nen komen en waardoor wij in staat zouden worden gesteld, om vast te stellen of op de door u gewenschte grondslagen bespre kingen over eventueele wijzigingen in de loonovereenkomsten ons gewenscht voor komen en o. i. tot overeenstemming zouden kunnen leiden", Door het bestuur der Reedersvereeni ging is daarop het volgende geantwoord „In antwoord op het schrijven der 5 organisaties, berichten wij u dat onder bestaande omstandigheden door ons geen gevolg kan worden gegeven aan uw verzoek om den termijn, waartegen door ons is opgezegd de loonovereenkomst met de opvarenden, te verlengen tot na 15 Juni en wij ons genoodzaakt zien te handhaven ons standpunt, dat de bestaande loonover eenkomst niet meer van toepassing zal zijn op de trawlers, die op en na 16 Juni zullen uitvaren. Los van de vraag of het mogelijk zal zijn vóór 15 Juni tot overeenstemming te komen omtrent een nieuwe overeenkomst meenen wij dat het in het algemeen belang noodzakelijk is, dat deze bestaande over eenkomst per 15 Juni eindigt en dat gedu rende den termijn tusschen 15 Juni en den datum, waarop eventueel overeenstemming te bereiken zou zijn over een nieuwe loon regeling, reeders en opvarenden moeten woiden vrijgelaten omtrent bet treffen van tijdelijke overeenkomsten, hetgeen te meer aanbeveling verdient, daar op deze wijze verschillende mogelijkheden naar voor zul len komen, waardoor het vinden van een voor beide partijen aannemelijke oplossing zeer kan worden in de hand gewerkt. Het zal uwe organisaties niet onbekend zijn dat onder de bestaande omstandigheden de reederijen de schepen onmogelijk in de vaart kunnen houden en dat dientengevolge telkens weer schepen moeten worden opge legd. Door onze organisatie wordt ernstig

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1922 | | pagina 2