De verborgen vallei Adverteert in de iJmuider Courant FEUILLETON STEMBUREAUX voor de verkiezing van leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, de Provinciale Staten en den Gemeenteraad. Van 1 Juni 1922—1 Juni 1926. 1. Voorzitters. Stemdistrict I. de burgemeester. II. W. Landeweert. III. J. P. Handgraaf. IV. D. F. G. Schilling. V. K. H. Tusenius. VI. F. P. Vermeulen. VII. A. Peek. VIII. J. C. Dunnebier. IX. J. Bontebal. X. S. Baarda. XI. H. Vooren. XII W. F. J. Meijer. XIII. W. Davidson. 2. Leden. Stemdistrict. I. J. P. Nauta en J. P. Nijssen. II. F. C. J. Netsclier en J. E. Sluiters. III. J A. Dalmeijer en C. Diependaal. IV C. W.. Böttger en K. L. G. Mollevan- ger. V. P. H. Boeree en N. C. Hin. VI. Th. J. H.. Bruijn- zeels en AF. C. Buckmann. VII. Mevr. J. M. Ker- rebijn en C. Heere. VIII. A. P. Roza en G. A. Verkade. IX. J. G. ten Broeke Sr. en F.J. Martens X. D. van Rooijen en G. J. Smeenk. XI. F. J. Koks en L. Jansen. XII. W .C. Wardenaar en C. M. G. Raat. XIII. L. W. Kuiper en G. P. Langendijk. 3. Plaatsvervangende leden. a. voor alle stembureaux in de ge meente de beschikbare raads leden. b. voor alle stembureaux in de ge meente: E. W. de Boer, W. van Doorn, G. T. Groen,' M. K. Hofstede, J. Kostelijk, H. J. Krol, W. L. Kuiper, P. van Meurs, P. D. Schoenmaker, W. C. Suwerink, W. Visser, C. de Vries en Th. J. Wijnol- dy Daniëls. c. voor het stembureau in: Stemdistrict I. J. G. Bresser, J. J. Deegenaarvan Nooten, J. van Gameren, H. C. van Heijst, J. E. Mulder, H. M. Nauta —Ver meulen, W. H. Otto, G. Sigling, J. van Splunter, K. Vos, J. van Woerkum en H. van Zanten. Stemdistrict II. P. de Boer, J. C. Bonarius, J. E. Dal meijerLuijken, J. L. Enschede, P. J. Hubers, P. Keers, J. IJ. Landeweert Swaneveld, W. van Leeuwen, D. Peere boom, J. J. Vis, IJ. Vorstelman en J. J. van Wort Hzn. Stemdistrict III. J. C. BakkeBezemer, P. J. A. van den Bronk, J. Bruinooge, C. J. Hand- graafKlauwers, J. G. Handgraaf, P. G. Handgraaf, P. J. Huijg, A. H. C. Jans senHandgraaf, J. Matthieu, G. Poel, P. Rings Jr. en J. H. Unger. Stemdistrict IV. G. Baartde Boer, D. J. Bais Jr., H. J. Balfoort, M. Dekker, J. Engelhart, H. Homburg, H. Medik, A. A. Romeling Vuerhard, H. Schipper, C. J. Snooij, J. de Waard en E. N. J. Zwager. Stemdistrict V. K. Boon, B. de Bruijs Tack, L. M. Camman, Th. Diepen, S. van Dorp, J. Duinker," H. Hinvan Elburg, K. La bree, J. van Lierop, W. P. Mets, P. F. C. Roelse, H. Sant, C. F. SinjewelBus sing, J. Sinjewel en T. Tismeerde Waard. Stemdistrict VI. D. van Beusekom, II. L. K. Ermshaus, G. Hamburg, G. KütheKremer, J. Mus, W. H. van Oosbree, L. Schnei dersSikkens, Jac. Schol, Kon. Emma- straat, H. Sohl, D. Visser en J. C. Ver- wer. Stemdistrict VII. W. H. Arends, T. A. A. F. Bank, J. C. Cramer, J. DunnebierVierstra, J. Falk, J. L. J. Ghijs, A. C. Hellema Veen, H. Lustig Jr., C. Niepoort, G. M. J. van de MeerSmoolenaars, M. J. TuseniusLindemann, A. J. van Velt- hoven, C. VermeulenIvouwenhoven en Ph. Vlessing. Stemdistrict VIII. L. W. Bant, P. Bouman, Jac. Gorter Sr., P. Heere, H. J. Kremer, A. F. Klimp- Blad, J. Lindhout, N. Maarleveld, J. van der Made, H. A. Osendorp en J. A. de Riddervan den Berg. Stemdistrict IX. A. Bleeker, G- Bleeker, A. Baarda— Eebes, A. van de Corput, E. van den Brink, P. Eriks, D. Eijnthoven, J. P. Koks, A. Olgers, C. M. M. Reitsma—Ta- bernal, J. TaanmanPrins, G. van Tel gen, W. A Teune en G. Voet. Stemdistrist X. J. Garstenveld, L. van Hassent, B. van der Kolk Sr., F. den Filder, A. Blom, J. G. ReurbeuTöpfer, J. W. Dupker, J. SchaarWoud, H. Reitsma en C. Janus. Stemdistrict XI. A. C. Bakker, P. Dictus, J. Dries, M. LanserGroen, J. J. Jonker, E. Loen- dersloot, R. Out, S. de Vries, J. Mantje- Zwart en Jac. van Houwelingen. j Stemdistrict XII. M. van Geelen, W. van der Ham, C. C. Guttelingde Haas, J. Hoogland, J. H. Langendijk, D. de VriesHoekstra, J. J. Rasmussens, G. Scholts, C. C. Schul- ler, J. Zuurbier en W. F. Visser. Stemdistrict XIII. J. P. Barentsenvan Ede van der Pals, J. Bogaardt, J. J. BusBoon, I. S. Hagen, J. A. Heijdt, P. Keet, J. B. Schoos, A. Smit, C. H. A. M. Spier, M. G. L. Visservan Binsbergen, R. Vis ser, J. H. van der Wateren en A. van Zadel. VISSGHERIJ. Eenige visschers uit Grimsby hebben op zee een vreemd avontuur gehad. Terwijl zij de vleet binnenhaal den, vlogen de netten toen zij boven water kwamen in brand. Om te voor komen, dat hun schip in brand vloog, moesten zij de vleet kappen. De oorzaak van den brand in de netten was dat er een hoeveelheid van een fosforhoudend mengsel in was gekomen, dat gebruikt was voor het maken van rookschermen tot dekken van de bewegingen der oor logsschepen. Het mengsel is onschade lijk zoolang het onder water is, maar vat vlam zoodra. het met de lucht in aanraking komt. Gedurende de week van 25 t/m. 31 Mei 1922, kwamen alhier de navolgen de vaartuigen binnen: 32 Hollandsche-, 29 Duitsche Stoom trawlers, 37 Zeilloggers, 2 Motorloggers 2 Stoombeugers, 5 Sloepen, 2 Engelsche Haringdrifters en 19 Kustvisscliers. De besommingen waren als volgt: Stoomtrawlers Hollandsche van f 959.tot f 2759. Duitsche - 1010.— - 2735. Zeilloggers - 91.— - 364. Motorlogg. - 52.- 420. Stoombeug. - 591.- 862. Sloepen - 957.- 1650. Engelsche Haringdrift. - 579.— - 752. terwijl de Kustvisschers totaal f 3723.- besomden. De aanoer bestond uit 524.860.- K.G. trawlvisch, 411.44.- K.G. beugvisch en 8.325.- K.G. drijfnetvisch De totale opbrengst bedr. f 127.281,691/2. VISCHOMZET. De omzet in de Rijksvischhallen al hier bedroeg in Mei van dit jaar: f 729.437.- tegen f 816.671 in Mei van het vorig jaar. SCHEEPVAART. Met ingang van 30 Mei is de kruis post in het Engelsche Kanaal bij Dun- geness voor den loodsdienst Texel IJmuiden weer bezet. De Regeering moet, volgens het „Hbld.", van plan zijn de Texelsche loodskotters met loodsen voor het 3e district, welke al eenigen tijd zijn opge legd, niet meer naar de kruispost Dun- geness uit te zenden. In plaats daarvan zou er één stoomloodsboot bij Dunge- ness komen, met loodsen voor onze ha vens aan boord. In de week van 22 tot 29 Mei zijn alhier binnengekomen 48 stoomsche pen en 2 zeelichters en vertrokken 58 stoomschepen en 2 zeelichters. IJmuiden. Het Eng. stoomschip Barshau arriveerde alhier met een la ding steenkolen van Hartlepool, die het loste in de Haringhaven. UIT DE GEMEENTE. Kamer van Koophandel. In de gehouden vergadering der Ka mer van Koophandel voor Haarlem en Omstreken zeide de heer J. F. Klercq dat indertijd ook in de gemeente Velsen de materie van een zakelijke belasting op het bedrijf aan de orde is geweest. De zaak is daar toen tijdelijk in de doofpot geraakt. Er zijn echter teeke nen, die er op duiden, dat de zaak eer lang aan de orde zal worden gesteld. Spr. stelde voor het Bureau der Ka mer te machtigen om indien dit het ge val zal zijn, dan te dezer zake een adres aan den raad van Velsen te zenden. Dit werd goedgekeurd. De heer Slis herinnerde er aan hoe te IJmuiden reeds meer dan twee jaar stappen zijn gedaan om de spoorweg tarieven voor vervoer van goederen naar binnen- en buitenland verlaagd te krijgen. Kortgeleden is dit voor het buitehland gelukt, doch nog niet voor het binnenland. Dat de prijzen nog hoog zijn, moge blijken uit het feit, dat bestelgoederen drie maal, snelvervoer anderhalf maal daarboven en ijlgoede ren twee maal den vóóroorlogschen prijs kosten. Spr. zou het wenschelijk achten in dezen te adresseeren aan den Minister van Waterstaat en dan tevens nog te vragen opheffing van eenige beperkende bepalingen. Tevens zou dan een afschrift aan den Minister van Landbouw gezonden kunnen wor den en adhaesiebetuiging gevraagd kunnen worden aan de andere Kamers Na eenig gediscussieer werd de zaak in handen gesteld van de Commissie van Vervoer. De voorzitter stelde voor deze zaak in handen van de commissie van Ver keer en Vervoer te stellen, die dan ge gevens kan verzamelen. Aldus werd besloten. BINNENLAND. Natonale Bankvereeniging. Aan het jaarverslag over 1921 der Nationale Bankvereeniging ontleenen wij het navolgende De Balans vertoont de volgende cijfers: Debetzijde: Kas, coupons, vreemd geld f 3.930.419.201/, (v. j. f 4.129.091.48), Creait-saldi bij bankiers en kassiers f 3.687.072.94 (v. j. f 1.695.272 06), Credit- saldi in vreemüe valuta bij bankiers f 32.582.20 (v. j. f 55.956.48) zijnde dit de tegenwaarde, berekend tegen den koers van 31 December j.l. van het bedrag, dat voor eigen rekening én risico bij bankiers uitstaat. Wisselportefeuille f 17.668.275.58, (v. j. f 15.874.172.01), Leendepot f3.764.831.73 (v. j. f6.316.609.09), Effecten f 711.051.22'/, (v. j. f 841.089.74'/2), Pro longatie gegeven en voorschotten tegen effecten f 15.410.450.81(v.j. f 22.159.351,695), Debet-saldi inrekening-cour. f71.758.394.36 (v. j. f 110.714.428.25), Vorderingen wegens gestelde borgtochten f 2.246.724.68 (v. i. f 3.809.148.72), Gebouwen f4.202.141 67'/, (v. j. f 3.530.491.92). Creditzijde: Kapitaal f 10.000.000.— (onv.), Reserve f 2.000.000 (v. j. f 3.750.000.—, Leendepot f 3.764.831.73 tv. j. f 6.316.609.09), Deposito en Credit- saldi in rekening-courant f 104.000.439.78 (v.j. f 142.354.792.911/,), Te betalen wissels f 462.235.17 (v. j. f 764.286.94'/,), Neder- landsche Bank en Bankiers f 791.963 (v. j. f 1.225.992.99), Gestelde Borgtochten f 2.246.724.68 (v. j. f 3.809.148.72), Divi denden etc. f 9.722.— v. j. f 887.458.77), Onverdeelde winst f 136.028.05 (v. i. f 17.322.02). Het winstcijfer der rente-rekeningbedraagt f 3.769.271.76'/, (v. j. f 3.671.416.90 dat der provisie-rekening f 2.895.983.44 (v. j. f 4.039.408.52), zoodat de optelling der creditzijde der winst- en verliesrekening, het saldo van het vorige boekjaar ad f 17.322.02 v. j. f 27.196.80' en de in het begin van het verslag bedoelde afschrij ving uit de reserve ad f 1.750.000.— inbegrepen f 8.432.577.22 aanwijst. De onkosten rekening wijst aan, gesplitst over de twee hoofden: honoraria f 3.521.937.72 (v. j. f 3.124.340.84), bedrijfsonkosten f 1.145.012.981 2 v. j. 1.698.905.03). De netto-bedrijfswinst bedraagt f 2.015.626.52 (v. j. f 2.914.776.36), welke na bovenbe doelde toevoeging uit de reserve ad f 1.750.000.een bedrag ter verdeeling aanwijst van f 3.765.626.52. De bestemming dezer gelden wordt als volgt voorgesteld verplichte uitkeering volgens art. 16 der statuten der tantièmes aan plaatselijke directeuren f 301.936.79 (v. j. f 514.166.70), afschrijving op gebouwen f 215.191.55 (v. j. f 400.000.—), overboeking naar een speciale reserve voor Dubieuse Debiteuren, te boeken onder Crediteuren f 3.112.470.13, terwijl alsdan het overblijvend winstsaldo ad f 136.028.05 (v. j. f 17.322.02) op nieuwe rekening is over te brengen. Dierenasyl. Binnenkort zullen te Beverwijk en in de gem. Velsen in verschillende zaken busjes opgehangen worden voor het dierenasyl. We bevelen ze warm aan bij de ingezetenen. Ingekomen giften: Mevr. R. te Velsen f '2.50 en N. N. te IJmuiden f 5. De Prov. Staten van Noord-Hol land zullen in buitengewone zitting bij eenkomen op Donderdag 22 Juni, des vjm. te half 11, ten einde dan naar aan leiding van de ontbinding der beide Kamers der Staten-Generaal met in gang van Maandag 24 Juli over te gaan tot de verkiezing van leden der Eerste Kamer. door HULBERT FOOTNER, voor Nederland bewerkt door L. ALETRINO. 46 Ofschoon hij voortpagaaide tot het vrijwel donker was, moest hij aan land gaan op nog verscheidene mijlen afstand van hun eerste kampplaats. Het was een dicht begroeide plek aan een kalm gedeelte van de rivier, waar hij de eerste nacht wilde doorbrengen. Eenzaamheid, stilte en duister nis, ouder dan eenig schepsel, bergen voor ons, jongste creaturen die zenuwen kennen, benauwende verschrikkingen. Slechts wei nigen onzer hebben hun beteekenis leeren voelen. Ralph had het gevoel als vormde hij en zijn vuurtje een eiland in een oneindige leegte. Als met een tooverslag was dit alles veranderd toen de blijde zon verrees. Opgewekt zette hij zijn reis stroomafwaarts voort. Deze twee dagen, die hij geheel los van zijn medemenschen leefde, vormden een beeld in Ralph's herinnering, dat zich door zijn glans en kleurewrijkdom van alle anderen uit zijn leven onderscheidde. Weg van alle beslommeringen van het gewone leven, was het hem, als stond hij voor het eerst van zijn leven van aangezicht tot aangezicht tegenover zijn eigen wezen. Het scheen als waren de banden, die zijn ziel aan zijn stoffelijk zelf gekluisterd hielden, een weinig losser geworden, waardoor hij vermocht scherper te percipeeren en hel derder te denken. Deze verhoogde gevoeligheid had zoowel haar goede als haar kwade zijde. Terwijl de rivier zoo mogelijk nog lieflijker aanblik scheen te bieden, dan op de vorige reis, werd Ralph door een dreigend voorgevoel beslopen, dat zijn blijde stemming trachtte te verdringen. „Er gaat iets gebeuren", fluisterde een inwendige stem hem toe. Hij wilde die gedachte, welke hem vasthield, weglachen, maar hij kon niet En onwille keurig schoten hem de verhalen in de gedachte die in het noorden de ronde doen, hoe menschen die afgezonderd in de wouden leven, langzamerhand het vermogen krijgen, om vóór te voelen, wat komen zal. Vagelijk meende hij ook te weten, dat hij aan het gevaar hetwelk hem bedreigde, zou ontkomendaardoor min of meer gerustgesteld, pagaaide hij voort tot tien uur 's avonds. Toen was de duisternis geheel ingevallen, en zijn moede armen waren ternauwernood in staat de pagaai nog vast te houden. Hij kampeerde op den oever, daar, waar zij den tweeden dag van de vorige reis den avondmaaltijd hadden gebruikt. Hij viel in slaap terwijl het voor gevoel als een kille hand op zijn borst drukte. Met een schrik deed het hem 's morgens ontwakenop hetzelfde oogenblik zat hij overeind, en luisterde scherp, het hoofd wendend naar alle richtingen. Hij vernam geen geluid. „Wat scheelt mij dan toch?" vroeg hij zichzelf. „Er hangt je iets boven het hoofd", antwoordde diezelfde stem weer in hem. Hij sloeg onwillekeurig een blik op zijn geweer. Zijn moed begon hem bijna te ontzinken, zoo benauwde hem thans het alleen-zijn. En in zijn binnenste bad hij stil dat het gauw mocht komen, wat het dan ook zou wezen, vóór de vrees voor het onbekende hem zijn krachten zou verlammen. Haastig, gejaagd bereidde hij zijn ontbijt, voortdurend zijn ooren gespitst, zoodat hij niet eens zeer sterk verbaasd was, toen hij eindelijk het voor deze wildernis meest vreemde geluid vernamde klank van menschelijke stemmen. Een oogenblik later schoot een lange kano met vier mannen er in de bocht om. Ralph vatte weer moed wel was het feit ernstig genoeg, maar hij kon het onder de oogen zien, het was er, en dat stelde hem betrekkelijk gerust. Toen de mannen in de kano Ralph gewaar werden, hieven zij een luid ge schreeuw aan. Ter hoogte van zijn kano gekomen, zwenkten zij en lieten hun vaar tuig op het strand loopen. Vooraan stond een blanke, dien Ralph niet kende; midden in de boot zaten Joe Mixer en Stack, en de pagaai van den achtersteven werd gehanteerd door een knappen, gespierden halfbloed. Allen gingen aan land. Ralph wachtte hen af, staande op den rand van den oever. Dikke Joe kwam met een cynische grijns op hem toe; kleine Stack zocht dekking achter zijn breeden rug. „Hallo kameraad!" riep Joe. Toen Ralph zag, dat Joe blijkbaar van plan was de comedie van vriendschappelijke gezindheid nog verder voort te zetten, glimlachte hij zuur zoet. „Wat is er van je dienst?" vroeg hij. Ralph's gevoel dat hem gevaar dreigde, was oorzaak geweest, dat Joe hem thans volkomen kalm en voorbereid vond. Dit bracht den dikken man een weinig van zijn stuk. „Wat is er van je dienst?" her haalde hij met een vloek, een stap achter uitgaand, „jij houdt er een vriendelijke manier op na van iemand goedendag te zeggen „Wat verwachtte je dan?" vroeg Ralph. „Een welkomstrede soms?" Joe werd rood als een biet en hief dreigend zijn vuist op. „Ik zal je leeren!" brulde hij. De kleine Stack kwam achter Joe's rug te voorschijn. De schrik daar plotseling tegenover Ralph te staan, kleurde zijn gelaat groen, maar sterker nog was zijn angst, dat zijn zorgvuldig opgebouwde plannen in duigen zouden vallen, waar het hard naar toe ging, en deze gaf hem dan ook den moed, zich voor Joe te plaatsen en hem tegen te houden. „Kalm toch!" riep hij smeekend. „Gaat nu niet vechten. Laat mij de zaak even uitleggen". Joe liet zijn vuist weer zakken en mom pelde een verwensching. Kruiperig fleemend vervolgde Stack: „Natuurlijk heeft onze komst den dokter verrast. Hij moest wel den indruk krijgen, (jat wij hem wilden bespionneeren. Je kunt hem dat niet kwalijk nemen". „Je bent een uitstekend gedachtenlezer, Stack", riep Ralph barsch. „Maar het is zoo niet", schreeuwde Stack. U herinnert u toch wel dat ik al een heelen tijd geleden verteld heb dat ik zoo graag eens een tochtje zou maken door de wildernis, wanneer er zich maar een gelegenheid toe bood. Mr. Mixer wilde wel met mij mee, en dus nam ik hem en deze twee andere mannen aan, om mij tot gids te dienen". „Waartoe al die omhaal van woorden?" vroeg Ralph. „U hoeft mij geen rekenschap te geven. De rivieren staan open voor iedereen". „Een dergelijke houding had ik van u niet verwacht", zeide Stack, quasie gekwetst. „Ik dacht, dat wij goede vrienden waren. Watheeft u plotseling zoodoen veranderen?" „Niets", zei Ralph, „maar u bent in slecht gezelschap". Nu kon Joe zich niet langer meer beheerschen. Zijn gelaat was purper-violet. „Wat duivel, verbeeldjij je wel?" schreeuwde hij, half stikkend in zijn woorden van woede. „Jij verwaande schijnheilige met je zoetsappig bakkes! Meneer heeft gestu deerd! Ik word al beroerd als ik naar je kijk. Wat voer jij hier in 't land eigenlijk uit? Ga naar je theesalons en je danspartijen, daar hoor je thuis". Ralph moest tegen wil en dank glimlachen om Joe's aanval. Die glimlach deed Joe's woede overgaan in razernij. De meest gemeene woorden, die maar ergens te vinden waren, schenen nauwelijks voldoende te zijn om aan zijn gevoelens jegens Ralph lucht te geven De andere blanke lachte gehoorzaam. Hij werd door Joe betaald. De halfbloed keilde steentjes over het water, en sloeg geen acht op wat voorviel. Ralph nam het heele tafereel, nog steeds glim lachend, in zich op. Niets ontging hem. „Jij, doet hier maar alsof je Onze Lieve Heer bent", brulde Joe, een ruim gebruik makend van zijn vloekenkennis. „Wat wou jij nu beginnen tegen ons vieren? Nu hebben we je, en voor we hier vandaan gaan, zullen we jou eens een toontje lager laten zingen". „Zoo mag ik het hoorenriep Ralph met glinsterende oogen. „Eindelijk komt dan toch de aap uit de mouwl" Wordt vervolgd.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1922 | | pagina 4