ORGAAN V No. 91 Woensdag 13 September 1922 7e Jaargang Versehflnt Woeusdags Zaterdags Abonnementsprijs: fl.per 3 maanden, franco per post f 1.35 Abonnementen worden aangenomen aan het Bureau en bij de Agenten. Tot plaatsen van advertentiën van Buiten de gemeente VELSEN in dit blad is uitsluitend gerechtigd het Advertentie bureau P. F. C. ROELSE, 1JMUIDEN. Advertentiën uiterlijk in te zenden WOENSDAG tot 9 uur v.m. en VRIJDAGS tot 4 uur n.m. Uitgave van de N. V. UITGEVERS Mij. „IJMUIDEN" ADRES VOOR REDACTIE EN ADMINISTRATIE N. V. DRUKKERIJ SINJEWEL Willemsplein 11 Telefoon 153 IJmuiden Ingezonde mededeelingen 40 ets. per regel Advertenties van lt.enm 5 regels fl. iedere regel meer 20 ets. Compact gezette advertenties van 1 t en m. S regels f 1.85, iedere regel meer 25 ets. Kleine advertenties en familieberichten zoomede vereenigings advertenties uit de gemeente, uitsluitend bij vooruitbeta ling, van 1 tot en met 5 regels f0.75, iedere regel meer 15 ets Bij niet conisnte betaling worden de gewone prijzen berekend Advertenties „adreB buieau van dit blad' 10 ets. extra; voor bezorging van typ advertenties ingekomen brieven wordt 10 ets. in rekening gebracht Bovenstaande regelprijzen worden met 5 ets. verhoogd voor advertenties van buiten de gemeente veisen DRINGEND VERZOEK om bij verhuizing het onde en het nieuwe adres, NIET aan aen Iooper, doch aan ons bu reau WILLEMSPLEIN 11, op te geven. De Administratie. Kleine Advertenties en Familieberichten kosten bij VOORUITBETALING slechts 15 Cent per regel. VOOR ADVERTENTIES Vrijdags na 4 uur ingezonden wordt geen plaatsing in het Zaterdagnummer gegarandeerd. VAN DEN WACHTTOREN. 0,0037 Dit cijfer is een teeken van een ster venden staat; het is de wisselkoers van den kroon, die eens vijftig cent waard was en nu in zijn diepen val rijk en na tie dreigt mee te sleuren. De kroon be staat uit honderd heller. Vroeger was de heller dus */2 cent waard en nu? Nog geen vier tienduizendste deelen van een cent. Voor ons ligt een mooi plaatje voorstellende een trotsch ka steel op een begroeide heuvel aan een rivier. Het is een briefje van 20 heller, bijzonder fraai uitgevoerd. De waarde daarvan is thans 0,00075 cent. Men kan dus 133 van deze mooie plaatjes voor een cent krijgen. Men spreekt wel eens van papiergeld gebruikt voor behang selpapier. Als men zijn kamer met deze 20-hellerbriefjes beplakte, had men een goedkoop behang maar tevens ook een voortdurende herinnering aan den fi- nantiëelen ondergang van Oostenrijk. In plaats van een mooi kasteel met drie trotsche torens aan de Donau bad men op dit briefje een ruïne moeten teekenen te midden van een schitteren de natuur. Van het eens machtige Oos tenrijk is toch niets dan een ruïne over gebleven. De ministerpresident reist als een bedelaar de wereld door. Hij klopt aan alle kabinetten aan, maar wordt overal afgewezen. Hij pleit thans te Genève* bij den Volkenbond voor zijn arm vaderland. Maar ook de Volken bond zal hem wel niet kunnen helpen. Oostenrijk zou zich wel bij een der na burige staten willen aansluiten, zich onder de voogdij stellen van Italië b.v., maar dat dulden de andere staten weer niet. Men misgunt elkander ook dit ma gere kluifje. Het zonderlinge bericht, dat het Weensche stadsbestuur de buitenland- sche hulp voor de kinderen zou hebben afgewezen onder verzekering, dat het zelf daarvoor zou zorgen, is later tegen gesproken. Zeker is wel, dat er nog steeds door de stijgende duurte bitter geleden wordt en nog dezer dagen hoor den we uit de mond van een Weensch gastje, dat de vrees voor gebrek sterker bij hem was dan het verlangen naar va der en moeder. Zoo verklaren duizen den onzer pleegkinderen uit het verre, mooie maar ongelukkige land, niet om dat zij onverschillig zijn tegen hun ouders maar omdat ze den honger duchten. Zouden we onze vloot maar niet opdoeken? Iedere marinespecialiteit verzekert, dat onze tegenwoordige vloot vrijwel niets waard is, dat we moeten bouwen en niet op een millioentje zien. Om ech ter een vloot van eenige beteekenis te krijgen, moeten we zooveel millioenen uitgeven, dat de belastingen niet lichter maar aanmerkelijk zwaarder zouden worden. De weelde van een vloot gaat boven onze financieele draagkracht. De bestaande vloot is nog een dure geschie denis en wat hebben we eraan? Er liggen thans oorlogsschepen van verschillende staten te Smyrna. De Grieken worden uit Klein-Azië door de Turken weggejaagd. Ze hebben wellicht gedroomd, dat de dagen van Alexander de Groote zouden terugkeeren en Grie kenland zijn oude roem en macht zou terugkrijgen, maar hun Aziatisch avon tuur breekt hun zuur op. Hun leger is verslagen en wordt achtervolgd. Straks zal Smyrna al de ellende moeten door maken van een vluchtend, ordeloos le ger te herbergen, ja zal er wellicht om en in Smyrna gevochten worden. Deze stad heeft een internationale bevolking, die zich daar voor zaken gevestigd heeft. Zij komen straks in moeilijke en gevaarlijke omstandigheden. De oor logsschepen liggen nu in de haven, om hen te helpen en zoo noodig uit Smyrna te brengen. De Engelsche regeering heeft de zorg voor de Nederlanders in Smyrna op zich genomen. Hebben wij dan geen vloot, geven wij niet 59 millioen uit voor marine? De N R. Crt. deelt mee, dat er inderdaad op dit oogenblik geen oorlogsschip beschik baar is, om, zoo noodig, de Nederlanders te Smyrna op te nemen. De regeering heeft daarom verzocht, dat de Engel sche regeering voor haar dit werk op zich zal nemen. Geeft dit feit geen reden, om onze heele vloot maar te liquideeron, daar we aan onze tegenwoordige niets heb ben en een goede vloot toch niet kunnen betalen. Wie geen geld heeft voor eert motor fiets van duizend gulden, moet geen fiets met aanhangmotor van minder dan de helft koopen. Vooral moet hij dat niet doen, als zelfs deze uitgaaf hem te zwaar valt. Want een fiets met aanhang motor geeft voor groote reizen en veel vuldig gebruik toch niets dan misère en reparatiekosten. Een gevangeniskrant. Mr. N. Muller heeft in het Maandblad voor Berechting en Reclasseering een warm pleidooi geschreven voor de uit gave eener gevangeniskrant. In Ameri ka bestaat reeds zulke uitgave; daar worden zelfs de gewone bladen in de cel toegelaten. Misschien zullen sotnmi ge in dezen wensch een uiting zien van een ziekelijke philantropie tegen mon- schen, die een harde straf verdienen. „Je moet 't de menschen maar prettig maken in de gevangenis, dan zullen er nog meer misdaden gebeuren!" zoo wordt wel geredeneerd. Een verblijf van een paar weken in de cel zou echter wel anders doen oordeelen. Ook beteugelt de harde straf volstrekt niet den misdadi- gen zin. Mr. Muller wil de krant, om de doodelijke stilte in de cel te breken. De gevangene wordt bijna geheel afgezon derd gehouden van de buitenwereld. Tot familiebezoek is slechts kort en spaarzaam gelegenheid; tot correspon dentie evenzeer. Slechts één brief mag per week geschreven worden. Het nieuws uit de wereld dringt tot de cel niet door. Een enkele mededeeling uit den mond van den bewaker of uit een brief, dat is alles. Wie tien jaar gevan gen geweest is en terugkeert, komt dan in een voor hem vreemde wereld. En het valt hem niet makkelijk weer met die wereld een te worden. De man van ontwikkeling voelt dit natuurlijk het sterkst. De krant zou de verveling van het celleven een weinig verbreken. Op enkelen schijnt het celleven een goede werking te hebben, hun tot nadenken en inkeer te brengen. De meesten echter zullen door het celleven versuffen of verbitterd worden. Al dit kwaad kan een gevangeniskrant cenigermate te gengaan. Mr. Muller wil terecht aan de gevangenen zelf gelegenheid geven, zich in die krant te uiten, ook al krijgt een op vrije voeten de redactie. Er kan een ontwikkelende en verheffende invloed van zulke krant uitgaan. Want ze zal gelezen, ja gespeld worden. De gevange ne heeft immers allen tijd, om te lezen en de krant zal de meesten bijzonder welkom wezen. Hij zal de krant nog lie ver hebben dan een haring, wat suiker of welke andere versnaperingen hij voor zijn verdiend geld mag koopen. WITTE KRUIS. Stel niet uit lid te worden van het Witte Kruis tot dit noodig is. Ziekte komt onverwachts, het noodlidmaat- schap kost u dan f 4. Voor f 1.50 Contributie per jaar dus 3 cent per week is men lid en heeft dan recht op kostelooze hulp van een der wijkzusters en tevens gebruik van ver- pleegmateriaal. Opgave van lidmaatschap gelieve men te richten aan den Administrateur den heer J. F. de Liefde, Lagerstraat 14 te Velseroord. VELSEN IN DEN OUDEN TIJD. De naam der gemeente. Staat kundige gebeurtenissen. Be zoek van vorstelijke personen enz. Velsen is'in den loop der tijden nog al eens van naam veranderd. Althans de naam heeft zich nog al eens gewij zigd. Volgens de acten betrekking heb bende op Velsen uit de gravelijkheids- registers van Holland, enz. zou de kerk te Felison in Kinneheim tusscheii 715 en 739 door Karei Martel zijn geschon ken aan het Klooster Epternach. Felison schijnt dus wel de oudst bekende naam te zijn. Later vinden we de namen V e 11 e s a n (vóór 989), V e 1- 1 e s e n (vóór 993), Velserebu r g (in 1063) V e 1 e s e n (in 1064), Veis o n (in 1083), Veis er burg (in 1156), Vel sen (in 1329) en na dien Velsen. Tot daaraan werd toegevoegd de naam Sandpoort en de ambagtsheer- lijkheid dat verder den naam voerde van VelsenendeSandpoort. Zoo bleef de naam ook onder het Ba taaf sch gemeenebest, het Koninkrijk Holland en het Fransch bewind lot Napoleon, bij decreet van 21 October 1811 bepaalde dat „de gemeente van Velsen en Zandpoort" met 1 Januari 1812 zou zijn de gemeen te V e 1 s e n. En aldus is 't gebleven tot op heden. Velsen is een oude plaats en heeft in den loop der tijden al heel wat door gemaakt. Men zegt wel eens: als die kerk, of die toren of die weg eens spreken kon den, wat zouden ze dan veel te vertel len hebben. Mooi en leelijks. Maar dat kunnen ze nu eenmaal niet en als men dan wil weten waarover ze t al zoo zouden kunnen hebben, dan is 't maar 't beste om eens na te gaan in de oude boeken, welke vlag er rui en dan op dien ouden toren is geplant, en welke hooge personages er alzoo langs dien ouden „Heereweg" zijn gereden, toen die weg nog geen straat- of kei weg, maar een mulle zandweg was. Latèn we dan de boeken maar eens open slaan op bladz. 1 van het 3de me moriaal van alderhande voorvallen enz., in de Ambagts Ileerlijkheit Vel sen. We vinden daar aangeteekend dat bij occasie van het algemeene gerugt, dat door haar Edele groot Mog. de Sta ten van Holland en de West Vriesland op 3 May 1747 zijn hoogheid den Heere Wilhelm Carel Hendrik Friso, Prince van Orangie en Nassau &c. &c. &c. is verheve tot Stadhouder, Admiraal en Capitain Generael van derzelver pro vincie, Schout en Scheepenen, Mrs. Pieter van der Hulst, president sche pen, ende Jacobus van Kalker, zoon van den schout hebben opgedragen omme zig aanstonts, na Spaarndam of elders te begeven, en een Orangië vaan del te laete maeken, om van de toorn der Kerke te doen uijtsteke en afwae- jen. Deze opdracht is blijkbaar met be kwamen spoed volbracht. Op 4 May _747 reeds was het vaandel uit Sparen- dam hier bezorgt, en is 't zelve vervol gens op dienzelfden dag uitgestoken uit het vengster van de Oostkant der Toorn, vermits 't zelve niet als met groot perikel konde gebragt werde aan het Kruijs van de Toorn. In een aankondiging van 11 May 1747 doen Schout en Scheepenen hier van officieele mededeeling van den Reghtshuise, na voorgaande klockege- klep, en geven daarbij tevens kennis van hun besluit om op Dinsdag 16 May d. a. v. nog meer vreugde te betoonen met de kloeken te doen luiden, van half seven tot half negen uuren des avonds, het Reghthuijs te doen verligten en or dentelijke vreugde te laeten bedrijven, met schieten als anderzints. Zij verzoeken aan alle de burgers, onder derselve ambagte wonachtig, omme ten zeiven dage, ieder na zijn vermogen, des avonds precies ten half negen uuren de glaazen in derzelver huijzen te verligten met kaarsen of lampen daar voor te stellen, en orden telijke vreugde met schieten als ander zints te willen bedrijven. 't Werd dus „Oranje boven" in Vel sen in 1747. In 't laatst van 1813 zou het wederom „Oranje boven" worden in Velsen en schreef de ma ire M. H. Ogel- wight aan den Franschcn prefect dat de Velsenarcn, in navolging van het geen in andere steden en plaatsen ge schiedde, Oranjelinten en versierselen in die couleur droegen, 't geen hij heeft toegelaten; tegen wele insubordinatie de prefect waarschuwt bij schrijven van 22 Nov. 1813, hierna vermeld. Tusschen 1747 en 1813 is er heel wat gebeurd. Nu ligt 't niet in de bedoeling om in dit opstel een geschiedkundige verhan deling te houden over het tijdperk loo- pende van May 1747 tot December 1813 Een dergelijke verhandeling zou te veel plaatsruimte vragen. Maar boven dien, ieder kan naar eigen behoefte of begeerte een meer of minder uitge breid werk over de vaderlandsche.ge schiedenis opslaan. De bedoeling is dan ook geen ande ren dan om eens na te gaan wat er al- zoo in dien tijd ter zake plaats greep in ons dorpje en welke voorname per soonlijkheden zich daar vertoonden. Een chronologische volgorde dus van gebeurtenissen, die zeer zeker de ge moederen der toemalige Velsenaren wel zullen hebben beroerd. Reeds kort na de feestvreugde van May 1747 moesten alle weerbare man nen van 16 tot 60 jaren worden opge roepen voor den wapenhandel, wegens een inval van de trouppes van den Ko ning van Vrankrijk in ons land. Er waren op 31 Augustus 1747: 198 weerbaren, zonder den schout, vijf re- geerende scheepenen, de secretaris, de predikant, de schoolmeester, de pas toor en de cappelaan. Daaronder waren 54 gereformeerde, 3 luterse en 2 menomiten en 139 Room sen, waarvan 11 die e£n snaghaan hebben, n 't overige konne koopen, 8 die een snaphaan hebben, en 't ove rige geweer niet konne koopen, 70 die geen geweer hebben, maar vermogende zijn om 't selve te koopen. 109 die geen geweer hebben, en on vermogende zijn om 't selve te koopen. Als gewoonlijk in dergelijke omstan digheden geschiedde werden ook thans bedestonden uitgeschreven, die weke lijks moesten worden gehouden. Eerst 14 May 1749 gelastte de Bail- luw van Brederode Simon Garbijn van Strijen deze te beëindigen. Na een kortstondig bewind overleed reeds op 22 October 1751 de Erfstad houder Captain Generaal en admiraal der Vereenigde Nederlanden zijn door- lugtigste Hoogheid, Willem Carel Hen drik Friso, Prince van Orange en Nas sau, en liet de Ambagtslieer Gernt Oor ver op 5 November d.a.v. van uit Am sterdam verzoeken door tusschen- komst van den Predikant Johannis van der Sluis, om de klokken te late luijden, aght dagen na den anderen, drie uuren op ieder dag. Waarmede een begin werd gemaakt op Zaturdag 6 November 1751 's mor gens van 7 tot 8 uuren, 's middags van 12 tot 1 uur, 's avonds van 5' tot 6 uuren vervolgens daarmede gecontinueert al le dagen tot Saturdag den 13 dito in- cluse. De schoolmeester ontving hiervoor agtien stuijvers ieder dag. Op Vrijdag 12 January 1759 overleed haere Koninglijke Hoogheid Mevrouwe Anne van Brunswijk Lunenburg, Prin- cesse Douarière van Orange en Nassau Kroon Princes van Engeland, mitsga ders gouvernante en voogdesse van zijn doorluchtige Hoogheid den Heere Wil lem Prince van Orange en Nassau, Erfstadhouder &c. &c. &c., en werd de Schepen Lubertus Grotekamp tot den toenmaligen Ambachtsheer, mr. Nico- laas Geelvinck- te Amsterdam gezon den om instructies. Deze was van mecning dat schout eu scheepenen maar moesten doen als in de andere omleggende dorpen ge schiedde. Waarop deze resolveercn de klok te doen luijden als bij het overlijden van den Erfstadhouder in 1751, en wel van 19 Januari 1759 tot 26 Januari d.a.v. incluis. En bovendien drie dagen voor den dag der begrafenis, en op den dag der be grafenis, op Vrijdag 23 Februari 1759. De schoolmeester kreeg daarvoor toen 30 stuijvers daags. Op 26 Februari 1766 publiceeren schout en scheepenen dat op 8 Maart 1766, wanneer sijne Doorluchtigste Hoogheid de Heer Prins van Orange en Nassau &c. &c. &c. als Erfstadhouder, Capitein Generaal en Admiraal van dese Provincie zal worden beëdigt en geïnstalleerd soo van Dorpsweegen als door de Regenten illuminatiën zullen worden gedaan, en worden de ingezete nen opgewekt tot vreugdebetoon, zon der antieren te hinderen. Kort daarop geniet Velsen de eer van het bezoek van den Erfstadhouder met haare Koninglijke Hoogheid Mevrouw de Princesse des zelfs Genialine, die op de Hofstede Beekesteijn zullen lo- geeren. Schout en Scheepenen vragen in structies deswege aan de ambagts- vrouwe, Mevrouwe M. M. Oorver Weduwe Geelvinck, die den raad geeft de vlag te laten wajen, en de klok te luijden. Wat betreft het oprigten van een eerepoort of andere vreugdeteeke- nen meent de ambagtsvrouwe dat de plaatselijke Regeering moet handelen naar de kas toelaat. In verband hier mede resolveeren schout en scheepenen de vlag van de' Toorn te laten uitstee ken en waaien op Dinsdag den 24 May 1768 en daarmede te constinueer ui soo lang als tot hunne Doorlugtige en Ko ninglijke Hoogheden van hier zullen vertrekken na de stad Amsterdam, als- mede de klok te laten luijden, gedu rende het verblijf alhier van 12 lot 1 uuren, en 's avonds van 6 tot 7 uuren. Dinsdag 's avonds 24 May 1768 zou den hunne Doorlugtige en Koninglijke Hoogheden op de Hofstede Beekesteijn staan te arriveeren. Donderdag 's mor gens zouden hunne Doorlugtigheden staan te reise van Beekesteijn na de Stad Alkmaar en de Helder, en dus door het dorp Velsen passeren. En de volgende Saturdag zouden zij retourneren na Beekesteijn, om Maan dag 30 May 1768 te vertrekken na de stad Amsterdam. Voorts werd geresolveert dat er imand te Paard sal wordeft gesteld in de Sandpoort, om tijding te kunnen brengen van het arrivement van Iloogstgemelde Hoogheden bij de Sandpoort, als ook mede nadehand el ders, ten einde klokken te laten luij den zooals was voorgeschreven bi< het arrivement en vertrek. Aldus is geschied. 10 May 1782 was 's Lands toestand helaas van dien aard dat maandelijk- sche Bedestonden moesten worden uit geschreven voor het succes fter recht vaardige waapenen van den Staat op gevat tegen den vijand, die met ver-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1922 | | pagina 1