dienden in nevenbetrekkingen, dan in gemeentedienst. Dus werd de aandacht meer op de nevenbetrekkingen gecon centreerd dan op hun eigenlijk werk. De heer Vermeulen zegt blijde te zijn dat deze kwestie nu opgelost zal wor den. Ze is al lang aan de orde, want toen spr. 22 jaar geleden raadslid werd, vond hij deze zaak ook aan de orde en ze kwam telkens terug. Spr. zegt dat door ambtenaren veel werk is verricht, wat door anderen gedaan had kunnen worden. Spr. is dan ook voor het voorstel, al zou hij voor bijzondere gevallen milde re bepalingen willen maken. De heer Dalmeyer zegt dat deze kwestie moeilijk te regelen is. De onder wijzers vallen er buiten, maar niet al tijd is vast te leggen wat onderwijs is on wat niet. Spr. zegt het niet aangaat deze bepalingen alleen voor de ambte naren te maken. Deze menschen gaan toch niet 16 uur per dag stilzitten on zou ook niet gaarne willen dat ze zou den gaan suffen. Spr. zou willen dat de zaak beter geregeld werd. De Voorzitter zegt dat dit voorstel eon uitvloeisel is van hetgeen de raad heeft gewild. Daarom begrijpt spr. de leden niet, die nu weer de nevenbetrekkingen willen toelaten. Spr. wijst er op dat de vakvereenigingen al lang strijden voor een normalen arbeidsduur. Verschillende leden voeren nog het woord, waarna het voorstel aangeno men wordt met dë toevoeging dat de raad in bijzondere gevallen van het ver bod afwijking kan Verleenen. Tegm de heeren Handgraaf, Davidson en Warde naar. Goedgekeurd wordt het voorstel tot tijdelijke huisvesting eener klasse van de openbare school D te Velserocrd in een lokaal der Openbare Bewaarschool aldaar. Eveneens wordt goedgekeurd de aan stelling van tijdelijke leerkrachten aan de Nijverheidsavondschool voor am bachtslieden voor den cursus 1922/1923, verhooging van het maximum-aantal wekelijksche lesuren voor enkele vaste leerkrachten en verlenging van de tij delijke aanstelling van den directeur der school. De heer Tusenius vraagt waarom de ze aanstelling steeds tijdelijk is. De Voorzitter zegt dat wanneer het Ambachtsonderwijs eens in een vast ge bouw gehuisvest is, het wensclielijk is dat de directeur daarvan ook de leiding van""het Nijverheidsavond-onderwijs krijgt. Op het verzoek van D. de Wilde, on derwijzer aan school D te Velseroord, om als zoodanig met ingang van 1 Oc tober te worden overgeplaatst naar school G te Wijkeroog, wordt goedgun stig beschikt. De heer Sluiters interpelleert over de kermis te Wijkeroog en stelt de volgen de vragen. „Is door U of door den Burge meester toestemming verleend voor de sportfeesten te Wijkeroog? Was het U bek"nd, dat het een formeele kermis zou worden, en dat dit in strijd is met het Baadsbesluit tot afschaffing der kermis? Is het U niet bekend dat ons volk door drank en spel verloren gaat? Was het noodzakelijk om ook de Zondag daarvoor te gebruiken? Wilt U met dergelijke aanvragen rekening houden met het gevoelen van den Raad?" De heer Sluiters vraagt eerst antwoord op de eerste vraag. De Voorzitter: De toestemming is dooi den Burgemeester verleend op 5 Augui tus. De heer Sluiters zegt dan zijn inter pellatie te zullen houden als de Burge meester weer terug is. De Voorzitter zegt dat de Burgemees ter goedvindt dat de interpellatie thans wordt gehouden. Spr. en de Bdïgemc - ter nemen ten opzichte van deze z k hetzelfde standpunt in. De heer Sluiters zegt dat hij aan \;n heer Landeweert wellicht andere .'ra7 gen zal stellen dan aan den Burgen; es ter. Daarom wil spr. zijn interpellatie liever aanhouden. Dan komt in behandeling de interpel latie-Vermeulen over het plaatsen van een zweefmolen te IJmuiden. De heer Vermeulen zegt vernomen te hebben dat de toestemming voor den zweefmolen verleend is door den loco-burgemeester. Spreker zegt dat de zweefmolen te IJmuiden is geplaatst. Eerst werd 15 cent entree geheven (ge roep: 10 cent), daarna 20, 25 en tenslotte zelfs 35 cent. Spr. vraagt of steeds naar deze verhoogde entreeprijzen belasting is geheven en wat deze heeft opgebracht Ook vraagt spr. wat gedaan is in 't belang van de veiligheid, daar spr. hoorde dat er een klei.i ongeval is ge beurd. Dan vraagt spr. waarom voor het plaatsen van den zweefmolen toestem ming is verleend en juist op Koningin nedag, waarop kinder- en volksfeesten werden gehouden. Spr. zegt dat de Oranjevereeniging tegen de plaatsing van dezen molen was, omdat die wel aanleiding kon geven tot het in de war sturen van de feesten. Spr. vraagt waarom juist in dezen tijd hiervoor vergunning is gegeven, nu er steeds op wordt gewezen dat de men schen Zoo weinig mogelijk naar buiten moeten laten zien, dat ze geld kunnen uitgeven. Spr. betreurt het dat hier aan luchtreizen duizenden guldens zijn weggegooid. Spr. vraagt ook nog of de meening is gevraagd van hen, die met het toezicht op de veiligheid waren belast. De Voorzitter antwoordt dat de eige naar van de zweefmolen bij hem kwam met verzoek op 30 en 31 Augustus deze op IJmuiden te mogen plaatsen. Spr. zeide dat dit verleden jaar niet was toe gelaten en was er ook niet voor dit nu toe te laten. De carousselhouder wees er echter op dat voor de kermesse d'été reeds toestemming was verleend. Daar op heeft spr. de toestemming op rijks- grond yerleend. Aan de verplichtingen inzake belas tingheffing is steeds voldaan, voor den Zondag zijn beperkende bepalingen ge steld. Het advies van dén commissaiis van politie voor het Willemsplein luid de afwijzend. Het ongeval is niet voor gekomen te IJmuiden, maar te Wijker oog en dat was eigen schuld van de man in kwestie. De heer Handgraaf zegt dat de belas ting van den zweefmolen te IJmuiden f 311 heeft opgebracht. De heer Vermeulen zegt dat uit de op brengst der belasting blijkt hoeveel geld hier weggegooid is. Spr. zegt ook nog gaarne het advies van den commissa ris te weten over de plaatsing op rijks- grond. Spr. betreurt dat door het draai en op Zondag aanstoot is gegeven aan duizende ingezetenen en dat toestem ming is gegeven. Als die door het colle ge van B. en W. is gegeven, bejammert spr. dit nog meer, omdat spr. van de drie wethouders er twee tot de rechter zijde rekent. De Voorzitter zaf wat betreft het ad vies van den commissaris alleen in be sloten zitting antwoorden. De heer Schilling zegt geen bezwaar te hebben tegen een zweefmolen. Wij als S. D. A. P.'ers moeten op 31 Augus-, tus ook de Oranjelol aanzien, maar pra ten daar niet over. Spr. is dien dag gaan visschen, maar hij heeft gehoord dat het op Koninginnedag zeer netjes is toegegaan. Maar dat is Zondags ook het geval geweest bij den zweefmolen en op de kermis te Wijkeroog, wat spr. zelf heeft gezien. Aan het oordeel van den commissaris van politie hecht spr. geen waarde en wat -zou 't zijn als er eens een socialistische commissaris was, die op Koninginnedag het feest verbood. Wat zou de heer Vermeulen een pijp dansen en de heele plaats stond op zijn kop. En spr. zou 't ook niet goedkeuren. Maar laten anderen dan ook geen be zwaar tegen de zweefmolen maken. Wat het verteren van 't geld betreft; ja, velen die het kunnen doen gaan naar Amsterdam; maar vele anderen moeten 't hier uitgeven, als er eens een pretje is. De heer Tusenius wijst er op dat de aanvraag van den zweefmolen in den raad geweest is. De heer Vermeulen was toen al weg en de meeste leden had den er geen bezwaar tegen. De heer Wardenaar zegt dat er wel voldoende politie was op de kermis te Wijkeroog, maar niet om de tent van de Tentzending te Velseroord tegen bal dadigheid te beschermen. De heer Nijssen zegt dat de toestem ming voor een zweefmolen niet inhoudt dat spr. altoos voor zulke.vermakelijk heden zal stemmen. De Voorzitter zegt dat hij gaarne zou weten of de raad zijn houding goed keurt. De heer Dunnebier maakt bezwaar tegen een stemming, want spr. ziet geen kwaad in een draaimolen, maar is niet voor toestemming op Zondag. De hee ren Wardenaar, Sluiters en Vermeulen spreken in gelijken geest, maar de ove rige raadsleden keuren le houding van den Voorzitter goed. Voorloopig worden vastgesteld de volgende rekeningen over 1921. a. van de gemeente: Gewoon. Ontvangsten f 3.633.345.80'/2 Uitgaven 3.522.721.ÏO1^ van het grondbedrijf: Gewoon. Ontvangsten f 43.353.58 Uitgaven 43.353.58 Batig saldo f 110.624.70 Buitengewoon. Ontvangsten f 2.506.155.08 Uitgaven 2.419.296.7072 Batig saldo f 86.858.37V2 b. van het bedrijf openbare werken: Debet Credit Verlies f 48.068.15l/2 1.900.761/* f 46.167.39 Saldo Buitengewoon. Ontvangsten Uitgaven f nihil. 35.069.98 35.069.98 Saldo f nihil, d. van het bedrijf reinigings- en ont- smettingsdienst: Debet f 29.509.56]/2 Credit 6.049.55 Verlies f 23.460.01 V, e. van de burgerlijke armbesturen: 1. het schaalarmbestuur. Ontvangsten f 41.887.16/12 Uitgaven 41.885.45 Batig saldo f 1.7U/2 2. het Roomsch Katholiek burger lijk armbestuur. Ontvangsten f 20.909.95 Uitgaven 20.763.66 Batig saldo f 146.29 f. van de gezondheidscommissie. Ontvangsten f 1.901.25 Uitgaven 1.514.23 Batig saldo f 387.02 g. van de commissie van toezicht op het lager onderwijs. Ontvangsten 'f 410.- Uitgaven 198.27 Batig saldo f 211.73 12. Benoeming van: a. twee deskundigen in de commis sie voor het uitbrengen van een rap port inzake het geschil met K. L. G. Moi- levanger te IJmuiden over de betaling van een bedrag voor het drukken der kohieren van den hoofdelijken omslag, dienst 1920/1921. Burgemeester en wethouders deelen den gemeenteraad mede, dat de heeren J. Th. Ruijgrok en F. H. M. van der Griend, beiden te Haarlem, bereid zijn, deel uit te maken van de commissie, in gesteld bij raadsbesluit van 6 Juni 1922 no. 1.7. Laatstgenoemde evenwel onder voorwaarde, dat hij zich bij het onder zoek kan doen bijstaan door zijn heide calculatoren. Het college stelt mitsdien den gemeen teraad voor, deze personen in de boven bedoelde commissie te benoemen. Door den drukker K. L. G. Mollèvanger is als deskundige aangewezen de heer F. van der Wal te Amsterdam. Burgemeester en wethouders merken hierbij op, dat het uit te brengen rap port het karakter van een advies aan den raad zal moeten dragen, omdat de ze niet bevoegd is een geschil aan scheidsmannen ter beslissing voor te leggen. Tot tijdelijk leeraar in de practische scheepswerktuigkunde aan de Vissche- rijschool te IJmuiden wordt benoemd de heer L. M. Lavoo aldaar; tot tijdelij ke leeraren aan de Handelsavondschool te IJmuiden J. H. de Groot, W. Renes, S. v. d. Werf, F. de Vries, T. van Popta en C. E. Coppeé. Aan de agenda wordt nog toegevoegd een voorstel tot grondaankoop voor den aanleg van een weg te Driehuis. B. en W. deelen mede dat er plannen bestaan voor den bouw van een seminarie te Driehuis. Volgens het uitbreidingsplan is de omlegging der bestaande wegen over het terrein voor dezen bouw ge dacht. De eigenaren van dit terrein zijn be reid den benoodigden grond voor weg- verlegging ter breedte van 10 M. aan de gemeente af te staan, mits de gemeente het gedeelte tusschen de dan ontstane wegen overneemt. B. en W. stellen voor dit bod te aan vaarden en vragen een crediet van f 32000' voor straataanleg en van f 4968.70 voor aankoop van grond. Hierover ging de raad in geheime zit ting, maar de Voorzitter hield eerst de rondvraag. De heer Peek: Hoever staat de com missie nu voor de productieve werkver schaffing? Een stem: Te Bloemendaal. De heer Wardenaar: Hij is toch goed van den heer Peek. De heer Vermeulen vraagt of 't waar is dat de gemeente een autospuit heeft, De heer Dunnebier: 'k Weet er niets van. Voorts vraagt de heer Vermeulen hoe 't met den Hagelingerweg' staat, j Zijn er geen moeilijkheden. De heer Dunnebier: Mij niets van be kend. De heer Vermeulen zegt in de Vis- schershaven menschen vuilnis in open dekschuiten te hebben zien werpen. De heer Dunnebier: Er komen spoe dig dichte schuiten. De heer Tusenius zegt dat dé jongens, die de ruiten van de ambachtsschool hebben ingeworpen, bij name bekend zijn. De Commissaris van Politie heeft echter verklaard er machteloos tegen over te staan. Spr. vraagt hoe dit kan. De Voorzitter zegt onderzoek toe. De heer Wardenaar merkt op dat de heer Vermeulen wel met zijn kalf wilde ploegen, maar De heer Vermeulen: Ik heb geen kalf. De heer Wardenaar zegt dat er wel degelijk moeilijkheden zijn met den Ha gelingerweg over de voortuintjes. Voorts vraagt spr. hoe 't met de wegver- breeding bij het buiten van den heer Cremer staat. De heer Dunnebier: Die zaak is bijna klaar. De heer Wardenaar klaagt over de personen, die met allerlei negotie ven ten en die ook 's avonds na 9 uur ver- koopen. De politie zegt dat ze er niets aan kan doen. De heerSluiters: De verordening is in orde, maar de politie weet er niets van. Dan vraagt de heer Wardenaar nog een lichtpunt op den hoek van Schulp weg en Koningsweg en een straatkolk in de Princestraat. Voorts vraagt spr. of het woonwagen park niet geregeld ontsmet moet wor den. De heer Diependaal informeert naai de onderhandsche aanbesteding van het buizennet voor gas en' water. De Voorzitter zegt dat er vier inschrij vers waren en dat het aan de laagste' is gegund. Dan gaat de raad in geheime zitting. Na heropening zegt de heer Vermeu len verschillende dingen nog ganrne onder de oogen te willen zien en stelt voor de zaak aan te houden. Dit wordt goedgekeurd. Daarop wordt de vergadering gesloten. VELSEN IN DEN OUDEN TIJD (Slot.) Omtrent het houden van gebeden komt ook nog wel iets wetenwaardigs voor in de oude boeken. We vinden daaromtrent o.a. het vol gende: 7 May 1809 Plegtige dankdag voor de overwinning des legers van dén Keyzer van Frankrijk op Oostenrijk. 4 Oct. 1809 Aanschrijving van den Land drost relatief de wijze van bidden voor 't gouvernement. Was het tijdperk der Bataafsclie vrij heid geen langdurig bestaan beschoren, het Koninkrijk Holland heeft het ook niet lang gemaakt. 12 Juli 1810 begint 't reeds te kraken, en publiceeren Schout en Scheepenen een aanschrijving betreffende den Af stand van den Koning van Holland, ten behoeve van Hoogstdeszelfs zoon Na poleon Lodewijk, met verzoek voor hem in 't vervolg te bidden. 14 Aug. 1810, dus ruim een maand la ter, volgt een nieuwe aanschrijving en aankondiging, dat de openbare gebeden voor den jongen Koning en de Konin- ginne-Moeder zullen ophouden tot na dere voorsiening. Deze „nadere voorsiening" bestaat hierin, dat op 21 Aug. 1810 het bevel volgt, dat voortaan den Franschen Kei zer moet worden gebeden. 21 Nov. 1810 moet een plegtige dank zegging geschieden en gebeden worden opgezonden voor de zwangerschap van H. M. de Keijzerin en Koningin. 25 Nov. 1810 wordt aangekondigd de viering van de verjaardag van Z. M. den Keijzer en Koning op Zondag den 2den van Wintermaand. Ook de illumi natie staat op het program. 1 Juni 1811 volgt een aanschrijving voor de viering van de geboorte van Z. M. den Koning van Rome op Zondag 9 Juni, als wanneer de Plegtigheijd van den Doop meede zal plaats hebben. On verminderd alle andere teekenen van Vrolijkheid zal overal een Te Deum moeten worden gezongen in de voorm. godsdienstoefening van 911 uur, zoo luidt de aanschrijving. De vlag zal van de Toorn moeten waaien, het Rechtshuijs zal worden ge- illumineerd, terwijl er tevens generale illuminatie zal zijn van 912 uur. Op Donderdag 15 Aug. 1811 wordt de geboortedag v. d. Keizer gevierd. Van half tien tot half elf wordt een kerk dienst gehouden. 6 Sept. 1811 vangt aan een correspon dentie over een bezoek dat de Keizer en de Keizerin zullen brengen aan Velsen en Zandpoort bij gelegenheid van hun doortocht van Helder. De schout geeft aan den Staatsraad, onderprefect te Amsterdam, het pro gram van feestviering op: Een eereboog zal worden geplaatst te Velsen, en een te Zandpoort. De klokken zullen worden geluid en de vlaggen uit gestoken. De huizen zullen worden geïl lumineerd en in de herbergen zal mu ziek worden gemaakt. De kosten wor den begroot op ruim f 200. De onderprefect antwoordt dat de be langen der gemeente aan den Keizer kunnen worden voorgedragen. Hij legt er den nadruk op, dat de wegen in orde zullen moeten zijn. Deze opmerking houdt vermoedelijk verband met een verslag den 27sten Aug. 1811 door den schout uitgebracht aan den prefect over den slechten toe stand van den „Heereweg", die 's zo mers een zandwoestijn en 's winters een modderpoel gelijkt. I Aug. 1812 vraagt plaatselijk bestuur om bestrating, die echter niet werd verkregen, want 18 Sept. 1814 wordt de oude klacht weer herhaald. De onderprefect bericht later dat de komst van den Keizer bepaald is op 2 Oct. 1811. Er mag echter niet worden geillumineerd of geschoten. Van den toren, publicque gebouwen en molens zal de vlag moeten waaien en de huizen moeten versierd worden met bloemwer ken. De bevolking moet worden aange spoord tot betamelijke vreugde. Voor de kosten wordt een crediet van f 235 toe gestaan. De maire Ogelwight zal zich mis schien wel achter de ooren hebben ge krabd bij de gedachte aan de bloem werken, waarmee de huizen in de maand October moesten worden ver sierd, maar hij antwoordde niettemin dat hij met zijn adjunct en de munici- paale raaden H.H.M.M. voor de Hofste de Meervliet zou opwachten, om Hulde te bewijzen en ververschingen te doen aanbieden. Het opschrift op de eereboog te Velsen zou luiden: Aan de eene zijde: Quisquis Erat Magnus Napoleone Minor en aan de andere zijde: La Reconnaissante Commune de Vel sen et Zandpoort son Auguste souve- rain Napoleon le Grand. En het opschrift op de eereboog te Zandpoort: Nap. Gall. Imp. armis auspicis consi- lioque Potens. en aan de andere zijde hetzelfde op schrift als te Velsen. II Oct. 1811 schrijft de onderprefect dat de maire een toespraak moet hou den, en hem daarvan mededeeling doen Op 17 October 1811, 's avonds om streeks 6 uur passeerde de Keizer, ko mende van Noord Holland de dorpen Velsen en Zandpoort. Wegens de dui sternis waren de eerebogen voorzien van pekransen. Voor de ramen der huizen moet licht worden aangebracht. De aanspraak van den maire luidde als volgt: Sire! Ce jour fortuné mets le comble de bonheur aux communes de Velsen et Sandpoort. Elle se félicite de pouvoir assurer votre majesté de Tarnour, le re spect et la soumission qu'elle resènt pour un souverain si magnamine. 't Geen de maire aldus vertaalt in de boeken: deeze gelukkige Dag voltooid het geluk der Gemeente van Velsen en Zandpoort. Zij verbleijde zig aan een grootmoedig Vorst de hulde hunner Liefde, Eerbied en gehoorzaamheid aan te bieden. Volgens de aanteekeningen heeft de keizer de rede minzaam aangehoord en beantwoord. Opmerkelijk is het dat, zooals hiervo- ren vermeld, vier dagen later, den 21 Jet. 1811, een Keizerlijk decreet ver scheen, waarin bepaald werd dat de Commune de Velsen et Zandpoort van af 1 Januari 1812 zou lieeten Commune de Velsen. Mogelijk is de Keizer in de war ge raakt door de eereboog te Zandpoort, waarbij geen maire stond met een toe spraak, en heeft Z.M. toen maar kort en goed een eind gemaakt aan den langen naam uit den tijd der Ambagtsheeren en Vrouwen. 1. Dec. 1811 heeft plaats de Viering der Krooning met klokgelui en uitsteken van vlaggen. In de kerken wordt gebe den en een te Deum gezongen. 't Is alles nog mooi weer. Maar in 1812 betrekt reeds de lucht. 4 Mey 1812 wordt aan den Schout op gedragen toe te zien op de gedragingen en gesprekken der Leeraren van de on derscheidene gezindheeden, inzonder heid tot de Gereformeerde Leeraar of Leeraars of zig dezelve ook discours aanmatigen, 'welke het gouvernement zoude moeten mishagen. 29 Mey 1812 ontvangt het gemeente bestuur het nieuwe gemeentestempel in verband met het decreet van 21 Oct 19) 1 tot wijziging van den naam der gemeen te. De kosten bedroegen fr. 14.50 cent. In de historische verzameling bevin den zich nog de beide stempels: Maire de Velsen Zandpoort (Zuider zee) en Maire de Velsen (Dept. du Zui- dei zee.). Successievelijk volgen elkaar op dc uniformaties omtrent den publieken geest en het kennisgeven bij verstoren

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1922 | | pagina 2