Wij geven ^.SSJTSLt Cadeau.
„Jopie Slim en Dikkie Bigmans".
NATUURWANDELINGEN.
xyi.
September, de planttijd der bloembollen
het aardige prentenboek
Aanbevelend, S. SMIT.
Kanaalstraat 56, Ifmuider Drogisterij
de van Ouds bekende Gaper
van de publieke rust, afgewisseld door
aanschrijving omtrent dankzegging
voor behaalde overwinningen.
Het slot van het officieel feestbetoon
is wel geweest de aanschrijving van 28
July 1813 over de feestviering van
's Keijzers geboortedag op 15 Aug. op de
gebruikelijke wijze met een te Deum of
lofzang, vlaggen, klokluiden en illumi
natie. Van die feestviering wordt rap
port ingewacht op 16 Aug. d.a.v.
Dat klinkt al heel verdacht.
13 Nov. en 23 Nov. 1813 zendt de maire
zijn rapporten in omtrent den geest der
bevolking, en maakt melding van het
dragen van oranjelinten en versierselen
in die couleur. De prefect waarschuwt
tegen deze insubordinatie. Men zij wel
indagtig dat zich een considerabel corps
troupes te Utrecht verzamelt.
Kort daarop houdt de maire op te
functionneeren als zoodanig wegens de
troubles, en vormt einde Nov. 1313 met
den Gemeentensraad van Velsen een
provisioneel bestuur. De prefect en de
onderprefect verdwijnen van het too-
neel.
Teding van Berkhout treedt op als
provisioneel Directeur der Lands en
Stedelijke Impositiën te Haarlem.
3e December 1813 geschiedt de be
kendmaking van de uitnoodiging, 24
November te voren aan den Prins van
Oranje gedaan.
6 December 1813 werd de proclamatie
van Z. K. H. afgekondigd in de kerken,
en
18 Dec. 1813, no. 70, werd gericht de
huldiging van den Souverein.
Eenigen tijd daarna, Zaterdag 2 Juli
1814 passeerde de Keizer van Rusland
de gemeente. Bij publicatie van 6 Juni
te voren, werden de ingezetenen uitge-
noodigt tot eerbewijzen en toejuiching,
uit erkentelijkheid voor de hulp van
Rusland tot vrijmaking van het Vader
land. De bewoners van de buitenplaat
sen ontvingen een uitnoodiging tot het
bijwonen vart een orgelconcert in „de
grote Kerk te Haarlem".
6 Juli 1814 werd een dankdag gehou
den wegens het op 30 Mey te Parijs ge
sloten trac^aat van vreede en vriend
schap tusschen de Hooge Bondgenooten
en Zijn Aller Christelijkste Majesteit.
En 4 Aug. 1814 werd, weder naar al-
ouden trant, gevierd de verjaardag van
den Prins met klokgeluiden, vlaggen
en illuminatie.
Aldus staat in de oude paperassen.
Indien iemand het beter weet, mag
hij het zeggen.
Het Orangië-vaandel van 1747, en de
driecouleurige vlag van de Bataven,
-zouden vereenigd worden in de natio
nale driekleur met Oranjewinpel, en
aldus voortaan te samen wapperen van
den ouden grijzen Velser toren, als een
symbool van Neerland's vrijheid en on
afhankelijkheid, onder het bewind van
liet aloude Vorstenhuis.
Zoo was 't in 1913 reeds een eeuw ge
leden.
En toen in 1914 die vrijheid en onaf
hankelijkheid weer in 't gedrang dreig
de te komen, herinnerde Holland zich
de dagen van vroeger.
Toen hielden de Hollandsche jongens
op met kibbelen en redetwisten over
staatkundige en andere meeningen en
wenschen.
Ze namen hun „spuit" ter hand, sloten
zich nauwer aaneen, togen naar de
grenzen en zeiden in goed Hollandse!)
tot de buren:
Goede vrinden willen we met je zijn,
Maar blijf ons van het lijf.
M ant, wat we hebben willen we
houden,
En wat we zijn willen we blijven:
Vrije Nederlanders.
Vecht jelui 't maar met elkander uit,
buiten onzen hof.
Dat mag een weerbaar volk ook zeg
gen, al is 't maar klein.
L'histoire se répète.
En dan?
Wij willen Holland houen,
Ons Holland fier maar klein,
Wij blijven 't hou en trouwe
Wat ooit zijn lot moog' zijn.
En wie ons denkt te dreigen
En denkt te nemen ooit,
Hij zal ons land niet krijgen,
Wij geven Holland nooit!
Zoo staat te lezen en te zingen in den
Volkszangbundel op bladz. 6.
't Moge zoo zijn.
Maarmet den mond alleen zal
men 't niet redden, als de nood weer aan
den man mocht komen.
De maand September kan een aange
name maand zijn. Hoewel de dagen
reeds veel korter zijn geworden, kan
het op den dag nog flink warm zijn. In
de tuinen bloeien nog een schat van
bloemen, ja er zijn er zelfs nog bijgeko
men, Behalve de veelkleurige Asters,
Zomer-Chrysanten, Herfstseringen
Dahlia's enz. kwamen er nog bij de IIc-
leniums en Herfstasters (deze laatste
zijn vaste overblijvende planten) en ge
heel iets anders dan de lage Asters, die
éénjarige zaaibloemen zijn en eerst in
't voorjaar onder glas worden gezaaid
en gekweekt, totdat het plantjes zijn,
die ongeveer in Juni op den koudon
grond worden uitgezet. De Heleniums
zijn zeer hooge planten met lichtgele
bloemen; ook heeft men er rood en
bruingele soorten van, en lagere plan
ten die een verbeterde variëteit zijn.
Evenals de Herfstasters die men in
lichtblauw, paarsch, wit en rose ziet
bloeien de Heleniums ook zeer overvloe
dig en langdurig. Al deze herfstbloeiers
trekken vele bijen, vlinders, vliegen,
groote en kleine, tot zich en zijn daar
mede als overdekt, vooral bij helderen
zonneschijn.
Terwijl alles in de tuinen en buiten
plaatsen zoo als nu nog in volle fleur
staat, en alleen het afvallend blad der
boomen en de koele morgens en avon
den er aan herinneren dat wij den herfst
tegemoet gaan, werd er reeds op de ak
kers der bloembollenkweekers een be
gin gemaakt om voor het volgend jaar
te zorgen, nl. voor het inplanten der
bollen van Crocus, Narcissen, Hyacin
then enz.
Hoewel Haarlem den naam heeft van
de bloemenstad, is het natuurlijk de
veruitgestrekte omgeving, die als de
kweekplaats der bloembollen is aan te
merken.
Wij zijn thans te Overveen, waar nog
veel bloembollengrond wordt aangetrof
fen. De gronden en tuinen om en nabij
dit dorp golden vroeger als de beste in
de geheele streek. Was het niet alleen
om de bekwaamheid der hyacinthen-
kweekers, ook het gehalte der bollen
was zoodanig dat ze boven de in andere
plaatsen gekweekte, voor den bloei bui
ten 's lands het beste waren en ook het
meest gezocht.
Het bereiden van den teelgrond voor
hyacinthen was vroeger een werk dat
veel zorg vereischte; later toen de cul
tuur zich overal uitbreidde en ook min
der winstgevend werd wegens overpro
ductie, is men begonnen om meer en
meer de hand te lichten zoowel met de
bemesting als met de bewerking van
den grond. Gebruikte men vroeger al
leen de toen reeds vrij dure koemest, de
ondervinding door genomen proeven
heeft bewezen dat ook kunst- of hulp
meststoffen voor de bloembollenteelt te
gebruiken zijn en dat ook inzonderheid
landbouwkalk uitstekend is voor alle
bloembollengronden.
Vroeger werden de bollenakkers uit
sluitend met den spitgraaf bewerkt en
vereischte dit veel arbeidskrachten, nu
worden groote uitgestrektheden machi
naal omgewerkt en wordt er gewoon de
ploeg ingezet. Alleen kleine tuinen wor
den nog gespit. Doch over 't algemeen
is gebleken dat een nette en degelijke
behandeling uit de hand steeds gaat bo
ven wat met machines en op een koopje
wordt verricht.
Gedurende de oorlogsjaren heeft het
bloembollenvak bij gebrek van afzetge
bied een gevoelige» knak gekregen,
vele bloemisterijen zijn te gronde ge
gaan ook vooral te Overveen
De oudste hyacinthentuinen zijn hier
voorzeker, diegene welke gelegen zijn
aan de Rampenlaan en langs de out
vaart en stonden als de beste en meest
waardevolle bekend.
Reeds van in 't laatst der 18e eeuw en
in 't begin der 19e l&est uien in de Kro-
Jiiek, dat er hier publieke veilingen van
bloembollen zijn gehouden zoowel in 't
voorjaar gedurende den bloeitijd op het
veld, als van droge bollen in hei Loge
ment „het Rechthuis". Want ook liet
Raad- of Rechthuis was tegelijkertijd in
het Dorpslogement of Herberg geves
tigd. Thans in de maand September,
wanneer de grootste verzending van le
verbare bollen naar 't buitenland is af-
geloopen beginnen de kweekers hunne
schuren te ruimen en gaan er iederen
dag groote hoeveelheden hyacinthen
den grond in en worden geplant.
Het land werd vooraf met zorg gespit,
van greppels voorzien en daardoor te
vens in akkers verdeeld. De greppels
kunnen later bij veel regen of sneeuw
doorgestoken worden om het overtolli
ge water in sloot of vaart te kunnen af
voeren. Een vereischte is vooral, dat de
akkers goed gelijk liggen, liefst in het
midden het hoogst en afhellend naar de
greppels. Er zijn hoeken land van 2, 4
of meerdere akkers, de hoeken veelal
door heggen tot windkeering van el
kaar gescheiden. Vóórdat men gaat
planten worden de hoeken doorgelijnd
met een lang touw dat in iedere greppel
waar een man staat, wordt ingedruk^
op commando van degenen die langs de
kanten der buitenste akkers de maat
aangeven. Het is dan om beurt een bed
en een paadje. Zoo komen alle bedden
en paadjes recht over elkaar van alle te
beplanten akkers. Men steekt stokjes bij
de indrukken die de lijn heeft gemaakt
en wordt bij het planten hierop gericht.
De eerste bedden der akkers waar met
planten begonnen moet worden, zijn op
diepte uitgenomen; op droge gronden
zet men do bollen dieper dan op vochti
ge. Het uitgenomen bed wordt na volge-
plant te zijn met de hyacinthen die men
er zacht in de aarde drukt, op geregel
de» afstand van elkaar, met het zand
of de aarde van het volgende volgestort
of toegedekt. Zoo gaat men voort, lig
gende aan weerszijden van ieder te
planten bed een persoon die inplant; de
eene geeft de maat aan en plant voor,
\le andere richt zich met zijn helft daar
naar en vult aan, beiden balanceerende
en op ééne knie voort kruipend door de
paadjes aan weerskanten van het bed.
Onmiddellijk achter de beide inplan-
ters, staat de persoon die het bed voor-
zoover beplant, met een groote vierkan
ten schop met aarde toedekt. Voor al
deze bezigheden is noodig eert geoefend
oog, handigheid en ook lichaamskracht
De te planten bollen worden, ieder soort
afzonderlijk, hetzij vooraf in de schuur,
hetzij ook onder het planten op een
groot zeil langs de akkers, volgens de
grootte gesorteerd.
Om dus goed op te kunnen schieten
en iederen dag een flinke oppervlakte
te bezetten, had men 4 man noodig, die
een plantploeg vormden. Natuurlijk
gaat het planten van groote bollen die
leverbaar moeten groeien veel vlugger
dan jong goed, dat een treuzelwerk is,
zoowel om ze te planten alsook te rooien
In de behandeling dei' bloembollen in
't algemeen, is sedert een groote revo
lutie gekomen. De hyacinthen-cultuur
bereikte hier te Overveen haar groot,sten
bloeitijd in de jaren na 1870 tot het ein
de der 19e eeuw. In 1881 vertoonde zich
een voorheen onbekende ziekte onder
hyacinthen. Men wist niet wat het was,
en geheele akkers kwijnden weg, vele
van de mooiste soorten gingen verloren.
De geleerden en plantkundigen staken
gesteund dooi- de mannen der praktijk,
de hoofden te zamen, om maatregelen
te beramen Jen einde „de nieuwe ziekte"
te stuiten. Het heeft echter niet veel mo
gen baten; honderden soorten zijn ver
dwenen en kon men niet meer kweeken,
nieuwe sterkere deden hun intrede. In-
tusschen nam de handel met het buiten
land steeds toe en ook de uitbreiding
der cultuur. De geheele streek tusschen
Haarlem en Leiden werd er langzamer
hand voor ingericht, duingronden afge
graven en ook vele mooie, bosschen en
buitenplaatsen gerooid en gesloopt,
wanneer bleek dat ze goeden bollen-
grond waren.
Overveen en de tuinen bij en om Haar
lem hadden niet langer het monopolie
der hyacinthencultuür. Zuid-Holland
overtrof spoedig eerstgenoemden, voor
al sedert de verlaging van 't waterpeil
door het Waterschap Rijnland.
Later hopen wij nog op de bloembol
len terug te komen en voor wie ze in
huis in bloei wil trekken, de behande
ling aan te geven, ook voor den tuin.
Hiermede kan echter tot October en la
ter gewacht worden.
S. r;iir. L. P.
SPORT.
VOETBAL.
Siorr&vogeIs--Spartaa« 33,
Op den uitslag afgaande lijkt 't van
Stormvogels geen slechte prestatie te
gen de gedégradeerde eerste klussers
een gelijk spel te bewerken. In de eerste
plaats dient er echter op gewezen te
worden, dat het een vriendschappelijke
wedstrijd was, waarin meestal op do
krachtverhoudingen weinig of geen
peil valt te trekken, en in de tweede
plaats, dat Spartaan niet dat elftal op
de been bracht, hetwelk zij in de com
petitie had. Bovendien verdiende Spar
taan qua spel zeker de overwinning.
Ondanks het feit, dat het slechts een
vriendschappelijke wedstrijd was,
werd er met een enthusiasme gespeeld
als gold het een competitie-wedstrijd.
Wat dit betreft, heeft het publiek zeker
heel wat meer genoten dan in den wed
strijd tegen Zandvoort. Dat het spel van
Stomvogels echter, evenals in laatstge
noemden wedstrijd, ook thans nog lang
niet af was, is een feit. Vooral de voor
hoede, zooals die Zondag was samenge
steld Oldenburg Sr., Vrenegoor, Blink-
hoff Sr., Oldenburg Jr. en Visser, zal
grondig moeten worden herzien. Vrene
goor behoort zeer zeker hier niet in op
genomen te worden, tenzij men meent,
dat hij meer kan presteeren, dan hij
Zondag gedaan heeft. Waar we meenen
dat door het falen van Vrenegoor ook
Oldenburg Sr, niet veel presteerde, wil
len we laatstgenoemde buiten onze cri-
tische beschouwingen laten vallen.
Voorts toonde Blinkhoff Sr. absoluut
geen mid-voor te zijn. Van spelverdee-
len, flink doorzetten was in 't geheel
geen sprake. Bovendien verviel hij in de
technische fout, als mid-voor steeds
veel te veel achter te blijven, waardoor
voorzetten van links en rechts onbenut
bleven - o.i. hoort hij op een andere
plaats thuis - dan dient er op gewezen
te worden, dat hij zich steeds zooveel
mogelijk tusschen of vlak voor de backs
der tegenpartij moet opstellen. We be
grijpen, dat de elftalcommissie voor een
moeilijke vraag staat. Blinkhoff weer
rechtsbinen plaatsen beteekent, vrijwel
zooveel als Visser op non-activiteit stel
len, wat natuurlijk zeer jammer zou
zijn, waar Visser momenteel uitstekend
op dreef is. Toch blijft het voor ons een
feit - wij zeiden zulks indertijd al eens -
dat hieraan wel een mouw is te passen,
Een rechts-Jialf, mid-half, mid-voor, ja
zelfs een links-binnen kunnen zeer ze
ker zorgen, dat een rechts-buiten ballen
krijgt toegespeeld. Intusschen nogmaals
we geven toe, dat de kwestie lastig is,
vooral nu de wing Visser-Oldénburg Jr.
zoo'n uitstekende wing blijkt' te zijn.
Maar naar onze meening zal bovenge
noemde omzetting het. spel der voorhoe
de als geheel ten goede komen.
De middenlinie - Sprokkreef, Blink
hoff Jr. en Snoeks - wisselde goede met
slechte momenten af. In het verdedigen
was zij enorm, vooral Blinkhoff Jr. wist
van geen wijken. Het steunen der voor
hoede was echter zwak. Het betrekke
lijk vlak achter de voorhoede mede op
trekken geschiedde slechts zelden, van
daar, dat er tusschen deze twee' deelen
van het elftal meestal een groote gaping
bestond. Hier bevond zich bij een Storm-
vogelsaanval de Spartaan-voorhoede,
die dan ook eiken door de Spartaan
backs wegewerkte bal oppikte. Doordat
de middenlinie steeds achter bleef, had
den ook de backs geen voldoende vrij
heid van beweging. Voorts hielden de
backs nog te weinig de buitenspelers.
Reuzenaar heeft werkelijk uitsteken
de schoten op keurige wijze gestopt. Het
is en blijft echter een pechvogel. Bij den
eesten goal .stopt hij eerst uitstekend,
om daarna den bal in doel te-laten val
len, bij den tweeden goal, raakt een dei-
Stormvogels den bal even aan en deze
verdwijnt over den knielenden Reuze-
naar in 't net, en bij den derden goal
vliegt de bal via zijn hand in de touwen.
Spartaan speelde zooals gezegd, lang
niet slecht. Haar spel was van hooger
gehalte dan dat van Stomvogels. De
Amsterdammers zullen o.i. dan ook in
derde door den Spartaan-back Walst,
dat Oldenburg Jr. op miraculeuze wijze
de paal bewerkte en scheidsrechter
Vrugt uitmuntend de fluit bespeelde,
de competitie nog wel van zich doen
spreken.
Tenslotte zij nog vermeld, dat twe
der drié Stormvogels-goals op fraai
wijze door Visser weden gemaakt en de
BEVERWIJK.
Inwendige zending.
Van 1820 September zal albier een
conferentie voor Inwendige Zendig worden
gehouden, in het wijkgebouw der Ned.
Herv. Gemeente.
Op 18 September des middags half drie
wordt de conferentie geopend door
ds. G. B. Westenburg alhier, waarna jhr.
mr. J. W. G. Boreel van Hoogelanden te
Velsen, voorzitter der vereeniging voor In
wendige Zending in Noord-Holland, een
inleidend woord zal spreken. Dr. O. Norel
van Heemstede, directeur van het Centraal
Bureau voor Inwendige Zending, zal dan
een referaat houden.
Maandagsavonds is er een samenkomst
in de Ned. Herv. Kerk, met als sprekers
dr. O. Norel en ds. D. E. Broeke vai
Schagen, terwijl de heer jan Zwart, orga
nist te Zaandam, zich op het orgel zal doen
hooren.
Dinsdagmorgen heeft een korte wandeling
naar het bosch plaats, waarna om half elf
ds. Boeke zal refereerén: en om 2 uur ds.
ij. W. P. Ie Roy van Sloterdijk en ds.
Westenburg alhier. Des avonds spreken in
het Wijkgebouw ds. Ie Roy, ds. Roekeen
'ds. Eggink uit Velsen.
Woensdagmorgen wordt eerst het Bij-
belsch Museum bezichtigd. Om half elf zal
mej. A. v. d. Mersch van Scheveningen
spreken over den Zakbijbelbond des mid
dags 2 uur refereeren mej. M. van Woensel
Kooij van Bussumds. P. L. Kiehl van
Hoorn en de heer D. Prins van Amsterdam.
Des avonds spreken in 't Wijkgebouw mej.
M. van Woensel Kooij, ds. Kiehl en de
heer Fred. G. Beekman, directeur secretaris
der Hervormde Stadszending te Amsterdam.