Vrijdag I&pJISJI at 6 uur 29 September
yah DAMESCONFECT1E
MANUFACTUREN
BEDDEN en TAPIJTEN
Wij noodigen U beleefd tot een bezoek uit en ieder zal tevreden
zijn over de mooie collectie die wij ie alle genres brengen
NEPTUNUSSTRAAT - IJftlUIDEN
Verl. Priis Hendrikstraat C 17-19 - Veissroord Kalverstraat E 46-48
onzer modern ing-erlch to
gT a z IJ n e n
1
prima kwaliteit.
Stukjes van 10 el prjjs f 4
m
Ml. BG8MA Wzn.
Trawlerkade 37
bezorgt alle verzekeringen op
Benrs- en Maatschappij polis
FEUILLETON
De verborgen vallei
Telefoon no 456
MüT ASSURANTIE KAN IOUE VAN
door HULBERT FOOTNER,
voor Nederland bewerkt door
L. ALETRINO.
ïlflp
OPENING
Fa. 6EBR. BISCHOFF
Vraagt VAK PRAAG'S Huishoudkatoen
ML G. v. Praag
Verkrolgba&r ie Uniisideii fefl
77
Toen Jim Sholto den volgenden mor-
Ralph vond, zag hij met een enke-
i oogopslag, dat daar een doodzieke
man voor hem lag. De inspanning en de
vreeselijke opwinding, die te spoedig op
zijn ijlkoorts waren gevolgd, hadden
hem weder doen instorten. Jim droeg
.hem naar het kamp, en Kitty deed al
het weinige wat zij voor hem doen kon.
Ken gevoel van menschelijkheid weer
hield Jim, haar met den patiënt alleen
te laten, ofschoon hij popelde van ver
lengen om met de andere mannen het
gom] te gaan halen. Aan dat gevoel
ie hij later zijn leven.
j waren bezig Ralph te verzorgen,
ie. zij den eersten steen hoorden val
let geluid was hun uit hun eigen
ip aan de Stanley niet onbekend,
■/o< dat zij er geen bijzondere acht op
ha gen. Doch toen verscheidene blok-
uicht na elkaar volgden, keek Jim
rbaasd op.
)at is merkwaardig," zeide hij. „Ik
la nooit geweten, dat er wel eens zoo-
ad tegelijk kunnen vallen."
akele oogenblikken later hoorden zij
■k's angstkreet. Jim sprong op.
aar is iemand geraakt!" ï'iep hij.
„Ga niet weg," smeekte Kitty.
Maar het was niet noodig. Jim stond.
aan den grond genageld. „Een heele
bergverschuiving!" mompelde hij.
De volgende seconden scheen de aar
de tot den chaos te zullen terugkeeren.
Een gedruisch deed zich hooren als
sloegen millioenen breede vleugels in de
lucht, terwijl een schok den grond deed
schudden. Zoo groot was het geweld,
dat menschenooren het niet konden
omvatten. Het was of een storm over de
bergzee boven hun hoofd was losgebar
sten. Kitty en haar vader wierpen zich
ter aarde. De grond bewoog onder hun
lichaam als een weeke, geleiachtige
massa. Tot Ralph drong niets van dit
alles door.
Een beangstigende stilte volgde, die
dechts verbroken werd door het neer
vallen, nu bij tusschenpoozen, en ver
spreid van losgeraakte, kleinere
blokken. Toen suisde eën korte, krach
tige windstoot gierend door het woud,
en was voorbij. Een vreemde, dikke ge
lige nevel verspreidde zich traag luS-
schen de stammen; hij liet een scher
pen, prikkelenden reuk achter.
Zoodra het weer stiller geworden was
wilde Jim gaan onderzoeken wat er was
geschied. Doch Kitty klemde zich wan
hopig aan hem vast. Eerst een half uur
later stond zij toe dat hij haar verliet,
na zich herhaaldelijk te hebben laten
verzekeren, dat er hoogstwaarschijnlijk
nu wel niets meer zou komen. Iets wat
door dien verschrikkelijken schok niet
was losgeraakt, zou wel blijven zitten,
stelde hij haar gerust. Kitty zelf weiger
de Ralph alleen te laten.
Jim was nog geen honderd meter ver,
toen hij reeds de eerste verwoestingen
zag, die de lawine had aangericht. Een
eindje verder kwam hij aan den zoom
van den vloed van rotsen die van den
berg was neergestort, en die den weg
door het woud versperde. Hij beschreef
een wijden kring langs den voet van
den reusachtigen hoop, tot hij op een
punt kwam, vanwaar hij de geheele
massa kon overzien, op den rand van
het ravijn, voorbij het kamp van Joe
Mixer.
Jim bleef als aan den grond genageld
staan. Het was als hadden machtige
geesten hun tooverstaf gezwaaid, zoo
dat het uiterlijk der aarde veranderd
was. Aan zijn voeten was geen stronm-
bedding meer, geen ravijn.cn geen berg
helling die het, als vroeger beheersehte.
Tet scheen als had de berg een stap
voorwaarts gedaan, en alles wat voor
hem lag onder zijn voeten vertreden.
Een groote, nieuwe, ruwe rotsmassa
verhief zich nu voor hem, waarover een
geelachtige stofwolk langzaam zich uit
breidde. De toegangsweg tot de Kom
van het Rotsgebergte moest ongeveer
onder het midden der massa liggen;
niemand had met juistheid kunnen
aangeven waar hij zich bevond, zoo vol
komen was de omgeving veranderd.
Joe Mixer's kamp had niet onmiddellijk
in de baan van de bergstorting gelegen,
maar de tonnen en tonnen rotsmassa
waren als een vloedgolf over de randen
van het ravijn heengestroomd, en de
plaats waar het vuur was geweest, lag
meters diep bedolven.
Jim dacht aan den angstkreet, dien
hij gehoord had.
„Hier valt niet meer te helpen!" pre
velde hij. Hij keerde naar Kitty terug.
Na een langen tocht omhoog bereik
ten Nahnya en Philippe een klein rots
plateau. Daar gingen zij zitten om op
tdem te komen. Hun gelaat stond rus
tig. Voor het oogenblik waren zij alleen
maar van hun reis vervuld. Van alle
kanten schouwden hooge, besneeuwde
bergtoppen op hen neer. De witte
neeuwvelden strekten zich bijna uit
tot de hoogte waarop zij zich bevonden.
Vchter hen, heel in de diepte, eindigde
'iet bosch bij den ingang van een dal;
óór hen strekte zich een minder diepe
vallei uit, van een ruwe gesteldheid,
•slechts pnkele kleine heesterboschjes
groeiden er, en het moskleed vertoonde
'lier en daar kale plekken; de nauwe
bergpassen aan weerszijden waren vol
gepropt met ijs.
„Dit is een waterscheiding," zeide
Nahnya. Zij sprak Cree. „St. Jean Ba-
teese heeft mij dezen weg geleerd. Het
water uit die vallei loopt naar de Bran
dende Bi vier, wordt gezegd. Het is vijf
dagen reizen van hier."
„Ik heb van die rivier gehoord," zeide
Philippe. „Ze loopt naar de plaats waar
de zon opgaat, en stroomt uit in de
Groote IJsrivier."
De zon was reeds eenigen tijd achter
de bergen aan hun linkerzijde verdwe
nen. Philippe sloeg een blik naar de
dreigende wolken. „Er komt regen van
nacht," zeide hij. „Laten wij naar be
neden gaan. Hier is niets wat tot schuil
plaats kan dienen, en ook geen hout óm
een vuur aan te leggen."
„Wacht nog even," zeide Nahnya.
„Wij moeten bespreken, wat wij daar
na zullen doen."
Deze eenvoudige woorden hadden op
beiden een ploselinge, onverwachte uit
werking. Beider gelaatsuitdrukking
veranderde; de hare werd ernstig, de
zgSÈEBmaESBSMBÉgmi
zijne onvriendelijk. Zij vermeden het
elkaar aan te zien.
„We zullen doen wat het meest voor
de hand ligt," zeide Philippe met voor
gewende onverschilligheid. „We zullen
loopen tot de Brandende Bivier, daar
maken we een vlot, en laten ons afdrij
ven naar de Groote IJsrivier. Dan kun
nen we doen wat, we willen."
„Je weet wat ik bedoel," sprak Nah
nya rustig. „Waarom dan zooveel woor
den te verspillen?"
Philippe's oogen openden zich groot
/an verbazing. „Je hoort mij nu toe!"
zeide hij.
„Nog niet," antwoordde Nahnya koel.
,Ik heb gezegd, dat je met mij mee kon
gaan, wanneer je wilde. Een belofte heb
ik niet gegeven."
„Je hoort mij toe," herhaalde Philippe
nu luider. „Er valt niets meer te zeg
gen!"
„Er is heel veel te zeggen!" sprak Nah
nya, hem vast in de oogen blikkend.
„Als je de hand aan mij durft slaan te
gen mijn wil, dood ik je!"
Een korte felle worsteling tusschen
twee paar oogen toen sloeg de man
de zijnen neer.
„Ik wil niet met je twisten," zeide
Nahnya toen, vriendelijker. „Je hebt me
goed geholpen. Ik beschouw, je als een
goed vriend."
Zijn oogen waagden het, in steelschen
nederigen blik, weer naar haar op te
zien.
Wordt vervolgd.