I
1
TE KOOP inclusief machineries:.
Koopsom f 16.500. Gelegen Industrie
straat G 47, llmuiden. Te bevragen
bij C. KARMSE, Makelaar
AFSLAG.
AFSLAG.
Spaar- en Voorschotbank Boaz
BUIKBAND-CORSETS
IdYM is I
bij de Wed. W. J. van Bunren
Vleesehhal
Het Geilden Heer
HUNKEMOLLER LEXIS
RhcumaticR
G Boer sen
v. d. Vinnestr. 2, Haarlem, Tel. 2951
Amsterdamsche
TMALIA THEATER1 IJMUIDENI
(lijnhccp de Echtgenoot
De verborgen vallei
net dagmeisje
approteuse
Haard
Beste trekhond
Landhuisje
kantoor
Pension
Gouden medaillon
bij Jan de Schoes
FEUILLETON
Wegens ziekte direct gevraagd een
Adres: Hotel „De Prins" Velsen.
Voor onmiddellijke indiensttreding
gevraagd
voor seizoenwerk. Adres
bureau van dit blad.
te bevr.
te koop aangeboden, zoo goed als
nieuw. Adres: Bureau van dit blad.
tegen EXCEPTIONEEL LAGE prezen
95
te koop (reu), trekt voor en onder?
den wagen, H.J. Porck, Verspreide
woningen 34. i
Te huur of te koop te Driehuis
Te bevragen Driehuizerkerkweg 20.
Wegens plaatsgebrek te koop een
met Electr. licht 5 bij 4 tegen elk
aannemelijk bod, zeer geschikt voor
werkplaats. Adres: Bur. v. d. blad.
aangeboden voor Dame of Heer
uit beschaafden kring. Adresbur.
van dit blad.
verloren. Tegen belooning terug te
bezorgen Planciusstr. 50, Velseroord
TE KOOP AANGEBODEN
nog eenige solied gebouwde
WOONHUIZEN, aan de Huygens-
straat te IJ muiden. Direct te aan
vaarden. Koopprijs billijk.
Twee in aanbouw zijnde WOON
HUIZEN met grooten TUIN, aan
den Kruidbergerweg te Santpoort.
TE KOOP OF TE HUUR
Te bouwen flink WINKELHUIS
met BOVENWONINGEN, op
mooien stand, te IJmuiden.
Te bevr. bij F. J. W. v. d. Kolk,
Schoolstraat 5, IJmuiden, en bij den j
Makelaar P. H. Donk, Kinkerstr.88,
Amsterdam.
Verkrijgbaar bij
Firma A. VISSER—BUISMAN
Oranjestraat 9, IJmuiden
timmerman, metselaar
en aannemer
WILLEM BA RENSZSTR AAT 16
jicht, spit in de rug, stijve en
stramme ledematen, rugpijn
verstuikingen spierpijn, kneu
zingen, zenuwpijn, Iedenpijn,
spierverrekkingen en verder
allerheumatischeaandoeningen
en pijnen die ontstaan zijn
tengevolge van gevatte koude,
geneest men met het heerlijke
wrijfmiddel Wortelboer's Olie
van Jacoba Maria Wortelboer.
Verkrijgbaar d f 2.— per flacon
bij de verkoopers van Wortel
boer's Artikelen.
Lemairestraat 24 Velseroord
Heeren zolen en hakken f 2.50
Jongens f 2.—
Dames f 1.75
VANAF HEDEN GEVEN WIJ
3 POND versch Gehakt voor 90 CE NI
2\ POND Lappen voor ÏOO CEN1
PAARDENVLEESCHHOUWERIJ IJMUIDEN
Jn. Kaper Pzn.
AMSTELSTRAAT 12, IJMUIDEN
Beveelt zich beleefd aan voor
alle daartoe benoodlode
werkzaamheden
MHaBEB^SSSS BSBSSSSSSamsmmsaSS
C. VAM ES
Stoffeerder, Bedden-
en Matrassenmaker,
Stephensonstraat hoek Huigensstraat
DAGELIJKS VERKRIJGBAAR
Versch geimporteerd rundvleesch
Gehakt per 3 pond f 1.00
Lappen f 1.30
Vet f 1.80
Vet 5 ons f 0.70
Lappen extra mooi per 5 ons f 0.60
Rib en Baklappen f 0.65
Roasbeaf en Haas f 0.70
Rollade f 0.70
Biefstuk f 0.90
Coöpertleve
Gevestigd te IJmuiden Kanaalstraat 37
Raad van Toezicht:
Mr. A. W. Hellema, Ir. W. Polderman, H. W. Creutzberg, F. J. H. Schneiders
Rechtskund.-Adviseur: Mr. A. W. HELLEMA, advocaat en procureur, alhier
Deze Bank verstrekt voorschotten tegen borgstelling of zakelijke zekerheid
Spaargelden worden tegen uitgifte van een boekje in bewaring genomen
egen eene rente van 4 pCt. in 't jaar, voor een jaar vast 41/, pCt.
De bank is geopend: Eiken Maandag en Donderdag van 79uurn.m.
TEL. 136
HEDEN WOENSDAG EN DONDERDAG, AANVANG 8.151
Sensatiefilm in 5 afd.
De strijd om het goud fusschen Cow-Boys en Indianen.
Amusante klucht in 3 afd.
78
EINDE.
llllllllllllllllll
Zware stof, prima baleinage, soliede afwerking,
breede elastieken binnenband 19.95 ƒ14.95 8.95
Complete Timmerfabriek
30 cent per pond
40 cent per pond
UITSLUITEND lste KWALITEIT
Be gr ave nis-Onder neming
van Heemskerkstraat 23
door HULBERT FOOTNER,
voor Nederland bewerkt door
L, AL2TRIN0.
Cranston heette haar onhandig met
vele buigingen en ouderwetsche plicht
plegingen welkom. Op Fort Cheever
werd een blank meisje beschouwd als
een schepsel van een andere wereld.
Toen hij haar goed opnam, kwam een
trek van innig medelijden op zijn barsch
gelaat.
Tot Jim zeide hij: „De naastbij zijnde
dokter woont hij den rivierovergang.
Binnen een week verwacht ik hier de
stoomboot. Wil je op haar wachten?"
Jim schudde het hoofd. „Dat is te ge
waagd," zeide hij. „Hij zou onder onze
handen cfood kunnen blijven. We zullen
met het vlot verder gaan."
„Dat lijkt mij ook het beste," stemde
Cranston toe. „Het is tweehonderd mij
len, maar wanneer je dag en nacht
doorvaart, kun je het gemakkelijk in
drie etmalen doen. De rivier heeft ner
gens stroomversnellingen. Er is een
soort hotel bij den overgang waar je
hem kunt onderbrengen, en de politie-
dokter is daar ook."
„We zullen dadelijk na het eten op
weg gaan," besloot Jim.
„Ik zai de kleine jongens versche tak
ken laten snijden, dan kun je een ge
makkelijk leger maken op het vlot,"
zeide Cranston.
„Heb je niet wat medicijn?" vroeg
Jim.
„Ik zal mijn vrouw vragen," antwoord
de Cranston. „Zij kent de kruiden van
deze streek."
„Daar zou je me een groot genoegen
mee doen," verklaarde Jim.
„Die arme kerel!" zeide David, ter
wijl hij een blik sloeg op het van koorts
gloeiende gelaat, en de oogen die niets
zagen. „Ik mocht hem wel. Hij had iets
eerlijks over zich." Hij keek terzijde
naar Kityy en vervolgde: „Ik vroeg me
af, wat hij hier in deze streek te doen
had. Wat is er met hem gebeurd?"
Jim zag zijn dochter aan en beet zich
op de lippen. Dikke tranen gleden langs
Kitty's wangen. „Hij sloeg om met zijn
boot in de Stanley watervallen, en
stootte zijn schouder tegen een rots,"
zeide hij barsch. „Zooals je hem nu ziet
kwam hij bij ons in het blokhuis."
„Was dat de eerste maal, "dat je hem
zag?" vroeg David verrast.
„Zeker!"
„Hij is hier nog eens geweest. Daar
schuilt een of ander vreemde geschiede
nis achter," oordeelde David hoofd
schuddend.
„Dat geloof ik ook," meende Jim grim
mig.
Twee maanden later voer de kleine
„Northern Belle" lustig de Miwasa Ri
vier af. Het was haar laatste reis van
het seizoen. Op het bovendek lag Ralph,
een schaduw van den flinken jongen
man die vroeger de reis van Fort Ed
ward was begonnen, te slapen in een
ziekenstoel die de „boys" van de over
gangsplaats voor hem hadden gemaakt
Naast hem zatKi tty, bijna even bleek en
afgevallen als haar patiënt, maar met
een glans van voldoening in haar oogen
hij was behouden, en op den weg naar
beterschap.
Hij bewoog zich even, en fluisterde
haar naam.
„Ja, wat is er?" antwoordde zij snel.
„Niets. Ik wilde alleen maar zeker we- j
ten, of je bij me was."
„Wat een gemakzucht!" schertste zij.
„Waarom deed je je oogen niet open
om te kijken?"
„Mijn oogleden zijn zoo zwaar als
lood," zeide hij. „Ik kan drie-en-twinltg
en een half uur in een etmaal slapen."
Hij lag eenigen tijd onbewegelijk.
„Kitty?" zei hij toen weef.
„Ja?" Men kon „jongen" on haar lip
pen zien, maar zij sprak het niet uit.
„Ik lag zoo te denken ik ben ten
slotte toch blij dat ik het hoekje niet
ben omgegaan."
Zij antwoordde niet.
„Het is net of het weer terugkomt,
de wil om te leven, bedoel ik."
Haar stilzwijgen bevreemdde hem,
zoodat hij eindelijk de oogen langzaam
opsloeg. Groote tranen zag hij op haar
wangen glinsteren.
„Wat is er?" vroeg hij snel.
„Niets," zeide zij. „Maar ik moet er
aan denken dat je al den tijd dat je
ziek lag, hebt willen sterven. In je
koorts smeekte je, dat de dood zou ko
men verlossen."
„Wat eigenaardig!" zeide hij op een
toon van rustige belangstelling. „Dat
herinner ik me. Maar het was of een
kracht die sterker was dan ik, mij te
genhield om de grens te overschrijden.
Het was afschuwelijk!"
„Denk er nu maar niet meer aan," zei
de zij.
„Het is voorbij; voel eens hoe heerlijk
de zon schijnt! Ik voel me als nieuw ge
boren; alles moet ik opnieuw leeren en
ervaren!"
„Nu heb je meer dan genoeg gepraat."
„Waar zijn wij?" vroeg hij nog.
„Voor het donker is, bereiken we nog
de Miwasa-werf. Daar blijven we, tot je
een beetje op krachten gekomen bent.
Dan gaan we over land naar de stad.
Vader heeft dat al voor ons in orde ge
maakt."
„Wat ben jullie beiden goed voor mij
geweest," fluisterde Ralph.
Kitty glimlachte. „Ik heb op de Zil
ver-werf vanochtend een brief van hem
gekregen," zeide zij. „Hij is gepost toen
zij Fort Edward verlieten. Ze zullen nu
al wel in het Milburn ravijn terug zijn."
„Hoe zullen zij zich kunnen redden
zonder jou?"
„Ze hebben een kok meegenomen."
„Ga jij later terug?" vroeg hij.
Zij schudde het hoofd. „Vader zegt
dat het eigenlijk geen land voor een
meisje is om in te leven."
„Wat denk je dan te doen?"
„Ik ga bij mijn tante in Winnipeg
wonen, en wat leeren, zoodat ik in mijl;
eigen onderhoud kan voorzien. Mis
schien word ik onderwijzeres!"
Geen prettig bestaan!" oordeelde
Ralph.
Zij zag hem niet aan.
„Beter dan niets doen," antwoordde
zij.
„Ik moet er ook eens over beginnen
te denken, wat ik ga doen," zeide Ralph.
„Je hebt den tijd."
„Ik zal natuurlijk een poosje naar huis
gaan. Mama zal genieten van haar her
stellenden zoon. Dan moet ik praktijk
zien te krijgen in een bloeiende stad, die
zich steeds meer uitbreid. Een dokter
ging uit om te zaaien maar er was
niet genoeg te doen. Ik begin behoefte
aan werk te voelen."
„Werken!" zeide Kitty, met een glim
lach van goedigen spot blikkend naar
zijn doorschijnende handen.
„Dokter zijn is een prachtvak!" zeide
Ralph. „Waar zou je me aanraden, me
te vestigen?"
„Hoe zou ik je daarin raad kunnen
geven?" stamelde Kitty, het hoofd afge
wend.
„Wat voor plaats is Winnipeg?"
Een donkerrood steeg haar van den
hals naar het voorhoofd. Gelukkig had
Ralph de oogen weer gesloten. „Een
drukke, leelijke stad," zeide zij. „Maar
het breidt zich snel uit. Het heet, dat het
een groote toekomst heeft."
„Zoodra ik weer op de been ben, zal ik
er eens gaan kijken," zeide hij.
Weldra viel hij weer in slaap. Kitty
leunde over de verschansing, en tuurde
droomerig over den bruinen stroom
met zijn schuimkammen, en naar den
oever met zijn eindelooze reeks pijnboo-
fflen, omsluierd door den duimen Octo-
bernevel. Zij nam het zich kwalijk dat
een gevoel van lente-geluk in haar op
welde, en zocht het weg te redeneeren,
maar telkens en telkens brak het zich
weer baan
Stroomafwaarts zag zij een kano tegen
en vooruitspringende rots liggen en
tusschen de pijnboomen op dezelfde
hoogte steeg een dunne rookkolom op.
Zij had geen spoor van eenig mensche-
•ijk wezen gezien sinds zij de Zilver-
werf, zestig mijl stroomopwaarts, ver
liet, en nieuwsgierig wachtte zij om te
zien wat soort volk daar wel kon wo
nen. Eindelijk onderscheidde zij twee
gestalten: een man die op den grond lag
en een vrouw die zich over een vuur
boog. De stoomboot schoot snel vooruit,
daar zij met den stroom mee voer, en
bijna op hetzelfde oogenblik dat Kitty
hem bemerkte, was zij reeds vlak bij
hen. Zoo dicht voer de boot langs de
rots, dat zij gemakkelijk een biscuit op
den oever kon werpen.
De vrouw richtte zich op, en onmid
dellijk herkende Kitty het krachtig ge
bouwde figuurtje en het mooie, trotsche
kopje. Toen de stoomboot voorbij voer,
keken zij elkaar recht in het gelaat. Een
vreeselijke schok doorvoer Kitty: het
scheen haar, dat plotseling het verleden
was teruggekeerd, en zij daarin onver
wachts was geplaatst. Met een snelle
beweging drukte het meisje op den
oever de handen tegen de borst als
vroeger. Zij blikte snel van Kitty op de
slapende gestalte in den ziekenstoel, en
toen weer naar Kitty. Toen glimlachte
zij een zachte, wondere glimlach, die
van haar ziel op haar droef gelaat
scheen uit te stralen. Een snelle omme
keer voltrok zich in Kitty's gemoed. De
tranen sprongen haar in de oogen. Zij
boog zich over de verschansing, en
wierp de snel kleiner wordende gestalte
op den oever kushanden toe.
Een bocht in de rivier scheidde hen.