DE G NTE VELSEN No. 100 Zaterdag 14 October 1922 Yerschjjnt Woensdag* Zaterdag* DIT NUMMER BESTAAT UIT TWEE BLADEN. EERSTE BLAD. DRINGEND VERZOEK om bij verhuizing het oude en het nieuwe adres, NIET aan den looper, doch aan ens bu reau WILLEMSPLEIN 11, op te geven. De Administratie. Kleine Advertenties en Familieberichten bosten bij VOORUITBETALING slechts 15 Cent per regel. OFFICIEEL. NAJAARSKOEMARKTEN te VELSEN. VAN DEN WACHTTOREN. NATUURWANDELINGEN. HET CONSULTATIEBUREAU zal geopend zijn Woensdagmiddag van 2—3 uur, Willemsbeekweg 42, Valser- oord. VISSCHERIJ. 7 e Jaargang IJ MUIDER COURANT Abonnementsprijs: fl.per 3 maanden, franco per post f 1.35 Abonnementen worden aangenomen aan het Bureau en bij de Agenten. Tot plaatsen van advertentiën van Buiten de gemeente VELSEN in dit blad is uitsluitend gerechtigd het Advertentie bureau P. F. C. ROELSE, IJMUIDEN. Advertentiën uiterlijk in te zenden WOENSDAG tot 9 uur v.m. en VRIJDAGS tot 4 uur n.m. Uitgave van de N. V. UITGEVERS Mij. „IJMUIDEN" ADRES VOOR REDACTIE EN ADMINISTRATIE N. V. DRUKKERIJ SINJEWEL Willemsplein 11 Telefoon 153 IJmuiden Ingezonde mededeelingen 40 ets. per regel Advertenties van 11. en m 5 regels f 1. iedere regel meer 20 ets. Compact gezette advertenties van 1 t e> m. I regel» f 1.26, iedere regel meer 26 ets. Kleine advertenties en familieberichten zoomede vereenigings advertenties nit de gemeente, uitsluitend bij vooruitbeta ling, van 1 tot en met 5 regels f0.75, iedere regel meer 15 ets Bij niet contante betaling worden de gewone prijzen berekend Advertenties adres bureau van dit blad' 10 ets. extra; voor bezorging van op advertenties ingekomen brieven wordt 16 ets. in rekening gebracht Bovenstaande regelprijzen worden met 5 ets. verhoogd voor advertenties van buiten de gemeente veisen Burgemeester en Wethouders van Velsen vestigen de aandacht op de Na- jaars-koemarkten, welke dit jaar zullen gehouden worden op Zaterdag den 11 November en 25 November a.s. Velsen, den 14 October 1922. Burgemeester en Wethouders voorn., de Secretaris, de Burgemeester, J. Kostelijk, l.s. Rijkens. Rathenau's moordenaars. In een land, dat van de hoogte der macht in de diepte van nederlaag en vernedering geworpen is, waar gebrek geleden wordt ook daar, waa'1 vroeger overvloed heerschte, waar na een revo lutie nog hevige gisting is cm verschil lende bewegingen zich tegen het nieuwe bewind keeren, komen politieke misda den allicht voor. Jeugdige en opgewon den gemoederen trachten dan met alle middelen hun ideaal te' bereiken en de tegenstanders daarvan uit den weg te ruimen. Wij eeren Rathenau als een der hel derste koppen van onzen tijd: eer: man, die boven al het gevoel van volkeren- haat kalm en rustig over de wereld wist na te denken; een man ook die zich gaarne gaf aan het welzijn van zijn volk. Maar zijn moordenaars zagen in hem een eerzuchtige, die zich listig het mi nisterambt wist toe te eigenen, die in Duitschland Russische toestanden wil de veroorzaken en het vaderland aan Joodsche kapitalisten overleveren. Een zelfstandig mensch zou zeggen, dat het een toch met het andere in strijd is, maar jeugdige dwaashoofden met ver bittering in het hart redeneeren niet lo gisch. in de rechtzaal maakten zij, meest nog piepjong, den indruk van on schuldige knapen. Elk van hen had een boterham en 'n plak chocola voor zich; zij waren goed gekleed. Daar zijn de twee broers Techow. De jongste is leerling op een Berlijnsch gymnasium. Hij was lid van een zeer antisemitische en nationalistische ver- eeniging en had de verplichting op zich genomen, zich in tijden van arbeidson- lusten ter beschikking te stellen van de zen bond. Deze droeg een geheirn karak ter en het samenzweerdertje spelen valt bij de jeugd gewoonlijk zeer in den smaak. De directeur van het gymnasi um verklaarde, dat de beide broers hun ouders veel zorg gaven. Vooral de oud ste miste waarheidsliefde en deed erg gewichtig. Hij speelde ook veel met vuurwapenen. Van dezen Techow werd verklaard, dat hij veel in kroegen natio nale vraagstukken zat te bepraten. Die praat was politieke nonsens. Zulke karakters loopen groot gevaar in woelige tijden in gevaarlijke avontu ren meegesleept te worden. Zij voelen zich helden, die tot heldendaden bereid zijn. Het vaderland moet verlost wor den van de-mannen, die het ten verder- fe leiden. De natuurlijke afschuw voor moord vermindert al meer bij de over weging, dat men door den dood van een tegenstander geheel de natie een groote dienst bewijst, ja zijn vaderland redt. Wat wij moord noemen, wordt in dezen gedachtengang als een heldendaad ge zien. Van die zelfmisleiding is Rathe nau het slachtoffer geworden. Zoo viel een der weinige groote mannen, die in staat zijn, om als gidsen de wereld uit de ellende en wanorde en nasleep van oorlogsmisère te brengen. De vlucht uit Smyrna. In de groote handels- en havenstad woonden vele Europeanen, vooral Grie ken. Zoo spoedig mogelijk zijn zij ge vlucht, toen de Turken de Grieksche soldaten voor zich uit drijvend, nader den. Meerderen echter bleven, omdat zij hun huis, hun zaak niet in den steek wilden laten en hoopten, dat de bezet ting v. d. stad door de Turken voor hen geen gevaar zou zijn. Toen joeg einde lijk het vuur hen de stad uit. Maar een weg lag voor deze vluchtelingen open: de zee. Er lagen vele schepen op de ree, voor een deel handelsschepen, voor een deel oorlogsschepen gestuurd om leven en goed der vreemdelingen te bescher men. Maar er was geen ruimte, om al len aan boord te bergen. Van de fami lies vertrokken eenigen, terwijl anderen achterbleven. Door de verwarring raak ten ook velen van elkaar. In de haven van Athene* werd ieder schip in spanning afgewacht. Zouden er bekenden aan boord zijn, zoek ge raakte familieleden? Er was een folte rende onzekerheid. Moeders wachtten, of wellicht hun kinderen aan boord van een binnenvallend schip zouden zijn, mannen hoopten hun vrouwen en vrouwen hun mannen te vinden. Zoo als de visschersvrouwen na een storm uitzien naar de schepen, zoo heeft da genlang een groote menigte in de haven van Athene staan wachten op de komst van steeds nieuwe schepen. Er waren er met meer dan twee duizend vluchtelin gen aan boord. Groote vreugde, als men daaronder een verlorene zag en diepe verslagenheid, als men weer vergeefs naar de stad terug moet gaan. Daarbij al de ellende dier vele vluch telingen; gebrek aan kleeren, aan huis vesting, zorg voor de toekomst, waar van men leven zal enz. Bij deze tafreelen komen ons de da gen na den val van Antwerpen voor den geest. De vlucht van tienduizenden naar ons land.. De lange en droeve schare van doodelijk vermoeide man nen vrouwen en kinderen met hun pak ken en zakken, niet wetend, waarheen ze geleid zouden worden. Een herinnering, die ons lang hij zal blijven, die ellenlange advertenties in de dagbladen van vluchtelingen, die zoekgeraakte familieleden zochten. Een paar namen en een paar kleine aandui dingen, een paar regels, die echter spra ken van zoo groote angst en smart. Zulke dingen gebeuren nooit weer, hebben we telkens in de oorlogsjaren gezegd. En een paar jaar na het eind van den wereldoorlog is Europa nog yveer aan den rand van den oorlogsaf grond en herhaalt zich de vluchtelin gen-ellende in het verre Zuiden. Er is wel veel, dat in dezen tijd so n- ber en moedeloos stemt. Maar het men- schelijk hart is als het zeilschip, dat door de storm diep terzij gebogen, zich toch telkens weer opricht. Het verlan gen en de wil tot den duurzame vrede tusschen de volkeren is gebleven en men vindt in de leuze: De wapens ne der! een roeping en een belofte tevens. Onuitroeibaar in het hart der menschen is het geloof, dat eens de natiën leer en zullen vreedzaam met elkaar te verkee- ren en al hun geschillen door het recht te regelen. XIX. De Jachttijd. Vele natuurliefhebbers zijn ook harts tochtelijke jagers en omgekeerd. Wij la ten hier in 't midden of de jacht een Hat onderzoek is kosteloos en ge schledt door Dr. Anema nit Haarlem, Voorzitter van het Consultatiebureau aldaar. wreed vermaak is, of niet, doch ze trekt ons meer aan als broodwinning dan als een bedrijf dat uit vermaak of luxe wordt uitgeoefend. In ieder geval is het jagen noodzakelijk om de al te groote toename van het schadelijk wild te be perken. De jacht is dus voor velen juist zoo aantrekkelijk om al hetgeen er op na tuurgebied mede in verband staat. Het is helaas aan slechts weinige be voorrechten vergund om in onze heer lijke Hollandsche duinen te jagen. En kele, de Domaniale duinen b.v. bij Schoorl en Petten uitgezonderd, zijn al le duinen bijna particulier eigendom en wordt de jacht daar streng bewaakt om als het seizoen nadert, aan de bezitters of huurders een keur van wild te kun nen aanbieden. In ons vorig artikel, bij „Elswoud" en „Kraantjelek" rondzwervende, komen onze gedachten niet zonder reden op het jachtbedrijf en vooral thans nu de groote jacht op 30 September j.l. op al le wildsoorten in deze provincie werd opengesteld. Hoe staat liet met den wildstand in de duinen en bosschen van het eertijds zoo wildrijke Kennemerland? In Kennemerland welks duinen en bos schen, met de meren en moerassen eer tijds het geliefkoosde jachtveld der Gra ven van Holland uitmaakten, waar on ze Stadhouder Willem III zelfs een Jachtslot had, n.l. te Santpoort nabij den ,,Kruidberg", het Kennemerland over welks duinjachten vol poësie, zelfs een Hildebrand in zijn wereldvermaar de Camera Obscura de schoonste ta freelen ophing, in Kennemerland knaagt de zich uitbreidende Civilisatie zoowel aan dat oude jachtterrein als aan zijn voorheen zoo schoone n woes te natuur. Meer en mee,r wordt ook het wild ver drongen en uitgeroeid. Hazen verdwij nen, zoo ook de patrijzen, alleen de ko nijnen bleven over en die met de in la- teren tijd hier aangefokte fazanten, ma ken het tegenwoordig wild der duinen, uit. Welke de oorzaken ook zijn dat haas en patrijs zich hier zoo zeldzaam vertoonen? Een ding is zeker, de ver arming en uitdroging der duinen door de onttrekking van het water ten be hoeve der waterleidingen en de daar van het gevolg zijnde mindere planten groei, zijn de hoofdoorzaken en verder het beharden van natuurwegen, het af sluiten der terreinen met vlechtdraad, de verbeterde schietgeweren, stroope- rijen enz. de toenemende ontginning, bouwen en de onrust die overal heerscht. De liefhebberij voor de jacht is door de tijdsomstandigheden, en de hooge belasting der vermogens ook zeer verminderd. Van zeer nabij is het ons bekend dat de vroegere jagers, eigena ren van groote duinjachten thans wei nig meer om de jacht geven en dat hun ne opvolgers de jongeren meer behagen scheppen in andere soorten van sport. Wij willen hier nu den vroegeren wildrijken toestand der Kennemer dre ven in herinnering brengen, want er zijn nog altijd velen die zich voor het edele jachtvermaak interesseeren. Het zal nu ongeveer 30 a 40 jaren ge leden zijn, dat het in de omstreken van Overveen, Zandvoort, Vogelenzang en Velsen krioelde van allerlei wild, in zonderheid van hazen, patrijzen en fa zanten. In het begin van het jachtsei zoen joeg men bijna uitsluitend op pa trijzen, die zich in massa in de duinen ophielden. Vooral het Zandvoortsche duin was vermaard om zijn overvloed van die vogels. Wij kunnen ons herin neren, dat een bekend jager, aldaar over de honderd patrijzen voor zijn aandeel per dag schoot. De groote bosschen van „Elswoud den „Aerdenhout en Bentveld" konden alleen, door ze af te drijven, van het overtollige wild gezuiverd worden. Dit geschiedde eerst in de maand Novem ber, wanneer het meeste blad van de boomen gevallen was. Het ging op deze klopjachten zeer ge zellig toe. De Heer der jacht inviteerde zijne kennissen, want er waren zeer veel schutters noodig, om de lanen "n vlakten te kunnen bestrijken. Ook de burgemeester van het dorp en zelfs eenige dames werden genoodigd om de moordpartij bij te wonen. Van den vroegen morgen af, begon men met een leger van jongens en drij vers, te beginnen aan den Viersprong bij „Elswoudshoek", onder groot la waai de bosschen aftekloppen. Het ge heel werd geleid door de in dienst van den Huize „Elswoud" zijnde jachtop zichters. Zij kenden het terrein tot in bizonderheden en wezen ook aan elk der schutters hun plaats aan. Het op gejaagde wild, loopt meestal vooruit, ook de fazant loopt, tot ze eindelijk op vliegt en onder schot komt. Steil én net als raketten stegen de fazanten de hoog te in, om op eens getroffen neerteploffen en renden de opgeslooten langooren over pad en lanen en moesten meestal met een werpschot geraakt worden, veel tijd tot mikken was er niet. Het slimme konijn heeft de gewoonte om achter de drijvers om, te ontvluchten of zich in een nabijzijnd hol in veilig heid te brengen. Niettegenstaande wer den er honderden geveld. Gestadig klinkt het geroep „Tirhout" of Par- tuot" of „Houtsnip" want ook laatstge noemde vogels zijn sedert half October uit het Noorden aangekomen en vertoe ven hier in onze duinbosschen op den trek tot omstreeks de helft van Januari Wanneer „Elswoud" afgeklopt werd, was het aan de jagers alleen vergund fazanten-hanen te schieten en moesten de hennen gespaard worden. Wanneer echter het bombardement op zijn he vigst was, dan gebeurde het wel eens dat er vergissingen werden gemaakt, maar toch werden er op zulk een dag nog bijna 200 fazantenhanen geschoten, nagenoeg 100 hazen, 3 a 400 konijnen en eenige houtsnippen. Een geduchte buit. Tegen den middag werd in het „Park" (een ondoordringbaar kreupelbosch), waardoor een breede laan was uitge hakt, door jagers en drijvers halt ge houden om zich te versterken en uitte- rusten. Het was een schilderachtig bi vak van alles dooreen, dikwerf ook van het natte of beregende hout doorweek te jongens en drijvers, die zich bij de ontstoken vuren kwamen drogen en zich aan de op het terrein gekookte ke telkoek kwamen te goed doen. En nu het geschoten wild. Dat werd in de eerste plaats onder de jagers ver deeld en verder aan de familie en ken nissen cadeau gegeven, van de konijnen die hoofdzakelijk aan de opzichters toe kwamen, werd ook een deel bestemd voor de drijvers en aan eenige armen in het dorp weggeschonken. Op uitdrukkelijken last mocht er geen stuk wild verkocht worden. In de tuinen en landen die in den om trek van het door klopjacht bezochte gebied gelegen waren, hadden eenige kleine jagers en andere hunkeraars; post gevat, om te loeren op aangescho ten wild of wel neerstrijkende fazanten en vluchtende hazen die den dans ont sprongen waren. Na zulk een klopjacht werd het ter rein den volgenden dag met een goed apporteerenden jachthond afgezocht om mogelijk aangeschoten wild op te sporen. Zooals hier bij Overveen was het overal met den wildstand ook onder Velsen in de duinen en landgoederen in dezen omtrek. Er waren veel hazen, pa trijzen en fazanten en onnoemelijk veel konijnen. Was men even buiten de' stad (Haarlem) dan was men direct al in 't jachtveld en waren er hazen, pa trijzen of wilde eenden in de bijgelegen weiden en polders te vinden. Thans loont het de moeite niet meer voor den jager om daar rond te dwalen en zal hij zich verderop naar de kleipolders waar graan en bieten worden geteeld moeten begeven om een haantje of pa trijs te kunnen bemachtigen. De konijnen in 't duin hebben in den afgeloopen winter en in het voorjaar een gevoeligen knak ontvangen, velen zijn omgekomen door ziekte, droogte, sneeuw en strengen vorst. Men zegt ook dat de sterfte veroorzaakt is door het vreten van den bast der boomen uit ge brek aan ander voedsel. Met de wetenschap echter, dat van één paar wilde konijnen in één jaar 72 nakomelingen kunnen voortgebracht worden van geslacht op geslacht, be staat er geen vrees dat dit schadelijk knaagdier vooreerst zal uitsterven. S. Chr. L. P. PLAATSELIJK NIEUWS. IJMUIDEN. Met het oog op de dikwijls voorko mende onjuistheden in de Uankeering van poststukken naar het buitenland, vestigt de directeur van het post- en te legraafkantoor alhier er de aandacht op, dat aan zijn kantoor verkrijgbaar is een boekje van de posttarieven voor binnen- en buitenland. VELSEN. In „De Prins" van 7 October j.l. vonden we bij het portret van Jhr. Mr. J. W. II. Rutgers van Rozenburg in het bijschrift onder meer, dat zijne benoe ming tot lid der Tweede Kamer der Sta- ten-Generaal geen beletsel was, om het burgemeesterschap van de gemeente Baarn vaarwel te zeggen, wat de inwo ners van Baarn zeker verblijden zou. Nu wordt juist het tegenovergestelde gezegd van wat zeer waarschijnlijk be doeld wordt, liet woord beletsel moet vervangen worden door reden. Als Charivarius het ziet, komt „De Prins" in „De Groene". De toestand der zeevisseherij in Augustus. Omtrent den toestapd der zeevissehe rij in Augustus deelt de Visscherij-in- spectie ons mede, dat deze visscherij door den kleineren omvang van de drijf- netvisscherij veel minder druk werd uitgeoefend dan in Augustus van het vorige jaar. De hoeveelheid en opbrengst der door Nederlandsche en vreemde visschers- vaartuigen aangevoerde irawl-, beug en drijfnetvisch bedroegen 9.855.000 Kg. en f 1.608.200 tegen 11.402.000 Kg. en f 2.346.800 in Augustus 1921. De toestand der stoomtrawlvisscherij bleef ongunstig. Weliswaar waren de Duitsche aanvoeren iets minder dan in Juli, doch de consignatiehandel op Bel gië had zeer te lijden door scherpe con currentie met visch, welke uit Duitsch land werd ingevoerd en door de daling van den Belgischen franc. De visscherij kon dan ook slechts op beperkten schaal worden uitgeoefend. Niet meer dan 89 stoomtrawlers waren in bedrijf, waarvan 7 uitsluitend en 11 gedeeltelijk in Engeland losten. In Augustus 1921 waren 79 stoomtrawlers in bedrijf, waarvan 10 uitsluitend en 46 gedeeltelijk in Engelsche havens aan voerden. Onze stoomtrawlers losten hier te lande 1.985.000 Kg. visch, waarvan de opbrengst f 457.000 bedroeg (1.256.600 Kg., opbrengst f 290.410 in Augustus 1921). Door 49 Duitsche stoomtrawlers werd in 66 reizen 827.000 Kg. aangebracht met een opbrengst van f 110.600 (verle den jaar Augustus door 50 Duitsche stoomtrawlers in 87 reizen 1.191.000 Kg. opbrengst f 266.100). Gemiddeld per reisdag vingen en be- somden onze stoomtrawlers in zoo ver re zij hier te lande aanvoerden, respec tievelijk slechts 1118 Kg. en f 257 tegen

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1922 | | pagina 1