3e. Op ming is de bekroning van zijn werk.] Spr. wenscht dat de heer Kostelijk tot tevredenheid en tot heil van de ge meente mag werkzaam zijn. De heer Kostelijk dankt den Voorzit ter voor zijn goede woorden en den raad voor het in hem gestelde vertrou wen en neemt nu definitief den score taris-zetel in. Op het verzoek van A. Wals te IJmui den om eene tegemoetkoming uit de gemeentekas, ten behoeve van zijn zoon, als leerling eener elctro-tcchni sche school te Amsterdam, wordt af wijzend beschikt. Goedgekeurd wordt het voorstel tot aanstelling van tijdelijk personeel aan de Nijverheidsavondschool voor am bachtslieden 'voor den cursus 1922/1923 Bij de eredietaanvrage van f 1000. voor de aanschaffing van leermiddelen ten behoeve van het eerste en het ze vende leerjaar van school D te Velser oord, vraagt de heer Vermeulen of daar nu niet meer op bezuinigd kan worden De heer Landeweert zegt dat de gel den noodig zijn. Het crediet wordt toegestaan. Voor de aanschaffing van een tweede naaimachine voor het onderwijs in de nuttige handwerken aan school C te IJmuiden wordt een crediet van f 60 verleend. Aan de orde is de interpellatie van den heer D. F. G. Schilling inzake on derzoek naar de loonen en arbeidstij den van losse arbeiders in het vissche rijbedrijf te IJmuiden. De door den heer Schilling in de raadsvergadering van 3 October j.l. ge stelde vragen, waarvan de beantwoor ding is uitgesteld tot de volgende ver gadering, luiden als volgt: „Ie. Heeft het college van B. en W kennis genomen van de adressen verzonden door de Vereeniging van Reeders van Visschersvaar tuigen te IJmuiden en zoo ja, wat denkt Uw college daartegen te doen? 2e. Is het college bereid een onpar tijdig en grondig onderzoek in te stellen naar de loonen en ar beidstijden van losse arbeiders in het visscherijbedrijf te IJmui den? Is het college bereid de resulta ten van een eventueel onderzoek mede te deelen aan den Raad en aan de Ministers van Arbeid en Binnenlandsche Zaken?" de eerste vraag van den heer Schilling wordt door B. en W. geant woord, dat het college alleen door mid del van de pers kennis heeft genomen van den inhoud der bedoelde adressen betreffende lossing van zeekolenbooten Wel is door het bestuur der Vereeni ging van Reeders van Visschersvaar- tuigen te IJmuiden aan B. en W. een nagenoeg gelijkluidend schrijven ge zonden, maar daaruit blijkt niet, dat aan de Ministers van Arbeid en Bin nenlandsche Zaken is geadresseerd. Op de tweede en derde vraag wordt geantwoord, dat B. en W. bereid zijn het initiatief te nemen tot instelling van een onpartijdig en grondig onder zoek naar de loonen en arbeidstijden van losse arbeiders in het visscherijbe- drijf te IJmuiden. Zij meenen dat het beoogde doel het best kan worden be reikt door middel van een commissie, waarin, onder voorzitterschap van een lid van het college, zitting hebben 2 vertegenwoordigers van werkgevers en 2 vertegenwoordigers van werknemers in het betrokken bedrijf. Deze commis sie zou aan B. en W. kunnen rappor teeren. Het ligt voor de hand, dat het even tueel uit te brengen rapport aan den ge meenteraad en de Ministers van Arbeid en Binnenlandsche Zaken worden medegedeeld. De heer Schilling. Dat ik er de vorige week zoo weinig van heb gezegd, komt, dat ik had vernomen dat het mogelijk zou zijn dat het geheele adres van de Reedersvereeniging van de baan ge raakte. Spr. meent dat B. en W. daar om ook met hun antwoord hebben ge wacht. Spr. heeft toen een afwachtende houding aangenomen. Hij had ver wacht dat er een algemeene vergade ring der Reedersvereeniging zou ge houden en daardoor een splitsing in deze Vereeniging gekomen zou zijn. Dit is niet gebeurd, het is alles comedie geweest. Sedert lang heeft spr. gedacht dat er geïntrigeerd werd in den Haag inzake de uitkeeringen voor werkloozen te IJmuiden. Waarom gingen deze voor mdere plaatsen zoo vlot en had IJmui den steeds zooveel moeilijkheden? Nu weten wij het, men heeft, een geheel verkeerde voorlichting naar den Haag gezonden. Wij hebben daarop ook een adres aan den Minister gezonden en willen een vrij onderzoek. De laatste dagen zijn er weer zulke dingen gebeurd. Het zou toch te gek zijn, dat men hier niet voor f 20 per dag zou willen werker. Spr. zal er niet veel meer van zeggen, temeer waar de Voorzitter bereid is een commissie te benoemen. Spr. wacht met gerustheid den uitslag af en hoopt dat de mannen, die het adres de wereld in hebben ge zonden, den moed zullen hebben dit als onjuist te kwaUl'iceercn. De Voorzitter merkt op dat de brief eerst alleen door d-m secretaris der Reedersvereeniging was geteekend, maar later bericht te hebben gehad, dat de heele Reedersvereeniging er achter stond. De heer Schilling: Maar dat is juist de comedie geweest. De Voorzitter: Nu, dat laat ik voor uw rekening. De heer Tusenius houdt dan de vol gende rede: „Naar aanleiding van Uwe bereid verklaring tot het instellen van eene Commissie, èn om te voorkomen dat deze interpellatie weder leidt tot, èn beperkt wordt tot een debat tusschen de heeren Schilling en Vermeulen, de beide vrijgestelden van de betrok ken partijen, heb ik U het woord ge vraagd. Temeer waar ik hier zitting nam voor de E. B. en deze strijdvraag geheel ligt op Economisch gebied stel ik er prijs op den heeren ook mij ne meening in deze zoo belangrijke kwestie mede te deelen. Zeer tot mijn spijt kan ik mij zonder meer niet ver eenigen met het voorstel zooals het ons geboden wordt. Als B. en W. zich op dit gevaarlijke terrein meenen te moeten begeven, dan kunnen wij als Raad dit niet verhinderen, maar wel is het onze plicht een waarschuwend woord te doen hooren. Op dit terrein is al zoolang en zooveel gestreden en zal men wel niet zoo spoedig uitge streden raken, gezien het feit van de steeds wisselende omstandigheden; een officieele inmenging zal het be drijf in zijn geheele omvang geen goed doen. Het zoo onverkwikkelijk geschrijf in de couranten gevolgd op de bekende brieven aan de Ministers en aan het Gemeentebestuur zijn daarvan een voorbeeld. Doel van een onderzoek door een Commissie kan slechts zijn het door een ernstig on derzoek vaststellen van looncm, enz. wel door een Commissie buiten en den Raad. Heeft dan de Raad in haar midden geen werkgevers of vertegen woordigers daarvan? En ook geen werknemers of vertegenwoordigers? Kan de Raad zelf niet onderzoeken of de beweringen in een haar of het Col lege toegezonden stuk al of niet juist zijn? Is het al niet genoeg dat een in terpellatie wordt uitgesteld op ver zoek van buitenstaanders en op be loften welke niet vervuld worden, loslippigheid misschien? Moedigt dit aan om dezen weg in te slaan? Reeds maanden geleden vroeg ik U M. d. V. te willen mededeelen van wien de adviezen kwamen waarop U Uwe bemoeiingen in den Haag bouwde, Uwe besprekingen als Bur gemeester van Velsen? Maar vooral ook, hoe luidden deze adviezen? En als dan eventueel een willekeurig samengestelde Commissie eens zou uitmaken dat de doorsnede loonen niet te hoog zijn en de werktijden niet te kort, zal dan deze Commissie ook verklaien dat dit komt omdat er te veel arbeiders werkzaam Omdat de koek te klein is met zoo- velen te deelen? En zal deze Gommis sie dan ook misschien bevoegd zijn om te verklaren dat alle beweringen van arbeiderszijde gedaan juist zijn, maar dat het Visscherijbedrijf geen zwaardere lasten kan dragen en mis schien reeds te z vare lasten draagt, gehandicapt als het is door allerlei tegenwerkende omstandigheden als lage valuta, aanvoer door vreemde schepen, scheepvaartinspectie, soci ale wetgeving, enz.? Neen, wilt ge iets doen om te helpen, iets doen om IJmuiden aan U te verplichten, dan is de oplossing het benoemen van een Raadscommissie, welke in een uitvoerig rapport uiteenzet hoe de toestanden te IJmuiden zijn, wat de oorzaken zijn van de malaise, om misschien aan de hand daarvan de middelen ter verbetering aan te ge ven. Vanzelf zal dan ook op de ar beidstoestanden en voorwaarden het volle en ware licht vallen Ik vestig Uw aandacht erop dat tot op heden een dergelijk rapport niet is uitgebracht, omdat alle hoofd groepen als daar zijn, reederij, visch- handel en arbeiders vijandig tegen over elkaar stonden, dat dus wel nooit eendrachtelijk is getracht, ge zamenlijk te onderzoeken wat en waar de fouten waren. In een kleine afgeronde bedrijfswereld is dit een niet te vergeven fout, welke maakt dat het voor die lichamen, welke tot hulp en steun zijn aangewezen, on mogelijk is deze te verleenen. Een Raadscommissie met een zoo ernsti ge opdracht zou reeds vooruit verze kerd zijn van de volle medewerking van alle betrokkenen, wat nog een groote vraag is van een Commissie als wordt voorgesteld. Het rapport van deze Com nissie moet in een van beide kampen wre vel stichten, terwijl toch bedoeld is vrede te stichten. Het kan onnoeme lijk veel kwaad doen bij publicatie en onze bedrijven kunnen het niet ve len dat hun kwaad gedaan wordt, in welken vorm ook, en dit is evenzeer waar voor de werknemers als voor de werkgevers. Zij dié een beetje be kend zijn met toestanden en met per sonen te IJmuiden, weten dat het even zoo goed mogelijk is 'n commissie samen te stellen, welks rapport zal luiden „zwart" als „wit", zoo goed „ja" als „neen" zoo goed „voor" als „tegen". Dit hangt geheel af uit wel ke bedrijfsgroep men de personen neemt. Men weet toch dat zelfs onder de soort- en bedrijfsgenooten de te genstellingen nooit grooter waren dan thans? Hetzelfde is alweer het geval bij de arbeiders als daar zijn Modernen, Christelijken en Onafhankelijken. Nog nooit is een en ander nog goed en duidelijk geconstateerd. Ik zeg het U nogmaals, Mijneheeren, dat de Raad heusch wel in staat is dit zelf uit te zoeken en vast te leggen. Verwacht men soms een verzoe ning van deze poging? 'Peneerste wordt dit niet gevraagd, maar mijn grootste vrees' is dat op deze wijze medegeholpen wordt tot verscher ping van de verhoudingen. Als we de voorgestelde Commissie benoemen en de verplichting tot pu blicatie aannemen, dan gaan we iets doen wat zoo uitermate gevaarlijk is, gaan we nu iets sanctioneeren, waar van men later niet af kan komen en aan welks resultaat we niets meer kunnen doen. Ik kom in de verleiding om hier in het openbaar te gaan uitwijden over verschillende verhoudingen n toe standen in het bedrijfsleven, ik zal er vanaf zien, in de hoop dat mijn voorstel tot ernstig onderzoek door een Raadscommissie zal worden aan genomen, mocht dit echter niet het geval zijn, dan zal wel misschien spoedig zich een gelegenheid voor doen om op een en ander nog terug te komen. Mijn voorstel luidt: „De Raad benoemt een Commis sie ad Hoe tot grondig onderzoek van den toestand van het Vissche rijbedrijf te IJmuiden in den ruim- sten zin en in verband daarmede de loonsverhoudingen en arbeids voorwaarden in het hoofdbedrijf en de aanverwante vakken. Verzoekt deze Commissie zoo spoedig mogelijk een uitvoerig rapport hierover uit te bremn-n aan den Raad." De Voorzitter zegt dat de heer Tuse nius veel verder gaat dan geviaagd wordt. Het gaat alleen over de verdien sten der losse arbeiders. Wat we met dit onderzoek willen, is a'leen de waar heid en spr. gelooft niet dat die aanlei ding tot conflicten kan geven. Wel vreest spr. over conflicten bij 't onder zoek, dat de heer Tusenius wil. De heer Peek zegt bij alle takken van t visscherijbedrijf zoo wat gemteres- seci'd te zijn geweest. Spr. komt tot de- e conclusie, dat 't is als met twee schooljongens, waarvan de een 't niet u in:: n kan en die dan roept, „ik zal 't lekker tegen Jen meester zeggen." De heer Schilling: Dus dan ben ik de winner. De heer Peek: Ik geloof dat de arbei dersbeweging door het adres een ge voelige klap heeft gekregen en deze moet geretourneerd worden naar wie dit gedaan heeft. Spr. stelt een motie voor, te zenden aan de Ministers van Arbeid en Bin nenlandsche Zaken, met verzoek in 't vervolg geen nota meer te nemen van adressen van Vereenigingen, welker secretaris stukken schrijft, waarvan de bestuursleden niets weten. De Voorzitter: Weet u dit zoo pre cies? Ik niet. De heer Peek: U weet dat na de ver zending van het adres er een bestuurs vergadering is geweest. De Voorzitter: Ik weet 't niet. De heer Peek: De heer Vermeulen wordt nu gebruikt als bliksemafleider. De heer Vermeulen zegt op al deze dingen niet te zullen ingaan, die bewa ren we voor 't vervolg van de bioscoop voorstelling. Spr. merkt ook op dat 't niet gaat over de loonen in 't algemeen, de oude loonen zijn nu weer gehandhaafd. De heer Schilling: Behalve 't pinge len aan de f 5. De heer Vermeulen ontraadt 't voor- stel-Tusenius. Spr. is niet tegen het door den heer Schilling gevraagde on derzoek, maar zou dan 4 werkgevers en 4 werknemers in de Commissie wil len benoemen. De heer Dunnebier merkt aan den heer Tusenius op dat de bedoeling is dat beide partijen volledige inlichtin gen verstrekken en dat die worden overgelegd. De heer Schilling ontraadt aanne ming der motie van den heer Peek. Dat het adres van den secretaris was is juist, maar dat de arbeidersbeweging er een trap door gekregen heeft, is niet juist, die is er integendeel door voor uitgegaan. Spr. wil ook het voorstel- Tusenius niet gekoppeld zien aan spre kers voorstel. Spr. wil de meening in den Haag weg hebben, dat er in IJmuiden niets dan luilakken zijn, die alleen voor goud willen werken. Wanneer men een raadscommissie beter vindt, is spr. daar niet tegen. De Voorzitter waarschuwt dat we dan juist kunnen krijgen, waarvoor de heer Tusenius vreest. De heer Tusenius: Misschien zuilen we dan het rapport niet puodceeren. De heer Schilling: Ik dank u, het be lang der arbeiders gaat bij mij voorop. De Voorzitter: Ziet u wel! De heer Vermeulen: Wat de heer Tu senius wil, iö vee1 gevaarlijker, dat is een onderzoek naar den ganscheu eco nomische» toestand in IJmuiden. Het andere is een acuut geval. De heer Dalmeyer stelt dan voor om voor het door den heer Schilling ge- wcnschte onderzoek een commissie uit den raad te benoemen. Dit wordt met 143 stemmen aangenomen. Tegen de heeren Dunnebier, Vermeulen en Lan- gendijk. In de commissie worden geko zen de heeren Tusenius, Sluiters, l'oor- tenaar, Dalmeyer en Nijssen. Dan wordt verder beraadslaagd over het voorstel van den heer Tusenius. De heer Dunnebier wil nu eerst het andere rapport afwachten. De heer Tusenius: Wat is er tegen het door mij gewenschte onderzoek te houden? De heer Schilling zou gaarne een juiste definitie hebben van wat de heer Tusenius wil. Wat moet onderzocht worden: of we terug moeten naar 1917, of er toen te hooge dividenden zijn uit gekeerd. Dan is 't onderzoek overbodig, want dan krijgen we toch geen inlich tingen. Of moet onderzocht hoe de toestand momenteel is? Als de regeering dan nog meer wil weten, kunnen wij die in lichtingen dan verschaffen? Spr. vindt het beter als de heer Tusenius tegen de volgende raadsvergadering met een uitgewerkt plan komt, dan kunnen wij dit beter bestudeeren. De heer Netscher zegt dat men van den raad bezig is een économisch col lege te maken. Er zijn toch in IJmuiden vereenigingen genoeg om deze zaak aan te pakken. De Voorzitter deelt mede- dat de Mi nister van Arbeid bezig is een onder zoek in te stellen naar den economi- schen toestand in verschillende plaat sen. Ook van hier zijn personen ge vraagd en spr. heeft gehoord dat de toestand te IJmuiden zelfs spoedig in behandeling komt. De heer Tusenius zegt de wenk van den heer Schilling gaarne over te ne- nen en vraagt zijn voorstel aan te hou den tot de volgende vergadering. Dit wordt met 143 stemmen aange nomen. Tegen de heeren Netscher, Vermeulen en Nijssen. Goedgekeurd worden de voorstellen tot verandering van straatnamen (al leen de naam voor den weg Driehuis Bloemendaalsche grens wordt nog aan gehouden); tot verhuur van gemeente grond te Jan Gijsenvaart; tot vaststel ling van een re.cognitie-verordening voor het binnen het grondgebied der gemeente Schoten liggende deel "fin de Jan Gijsenvaart; tot wijziging en vast- stelling-opnieuw van de Bouw- en Wo- ningverordering. Op de circulaire van Gadep. Staten omtrent de jaarwedde van den gemeente-ontvanger zal wor den geantwoord dat de raad nu moei lijk al kan beslissen over het salaris van den opvolger van den komenden titularis. Op de adressen van de ambtenaren ter secretarie beneden den rang van commies om een jaarlijksch verlof van drie weken en van de onderafd. Haar lem en Omstr. van den Ned. Bond van gemeente-ambtenaren inzake de sala risherziening wordt afwijzend be schikt. Bij de vaststelling van eene veror- dening tot verleening van toelagen aan ambtenaren, die in 'sRijks dienst over gaan, maken de heeren Vermeulen en Nijssen bezwaren, de eerste wil niet verder gaan dan een bedrag tot 't hoogst mogelijke wachtgeld. De heer Nijssen vindt het bedrag, f 3400, veel te hoog. De heer Handgraaf zegt dat we deze verandering niet hebben gewild, de ont vanger wil zelfs dezen ambtenaar niet missen. De heer Vermeulen wijst er op dat er onlangs arbeiders aan den dijk zijn ge zet, die het grensbedrag kregen, nu wil spr. dezen ambtenaar, die werk houdt, ook niet meer dan het grensbe drag geven. De heer Handgraaf zegt dat dit o.g. f 2400 zal worden. De Voorzitter zegt dat B. en W. de verandering van den heer Vermeulen overnemen, waarna het voorstel wordt goedgekeurd. Bij het voorstel tot goed keuring der le suppl. begrooting van het Schaalarmbestuur, dienst 1922, groot 1 10500, zegt de heer Dalmeijer het stuk van het armbestuur nogal ma ger te vinden. De heer Handgraaf: 't Is hoofd :ake- lijk door de werkloosheid. De heer Diependaal is het met den heer Dalmeijer eens, hij v-.il voortaon ook meer weten. Het voorstel wordt goedgekeurd. Aan de erde is de wijziging van de verordening op de heffing en invorde ring van een plaatselijke inkomsten belasting. De Minister van Binnenland sche Zaken maakt bezwaar tegen den aftrek van f 800 voor noodzakelijk le vensonderhoud en wil die gebracht zien op f 700, terwijl de kinderaftrek wordt teruggebracht van f 75 tot f 25 per kind. jt B. en YVstellen voor den aftrek voor gehuwden van f 800 op f 700 en voor ongehuwden van f 650 op f 550 te bren gen. De heer Sluiters is er niet voor om direct maar in onze schulp te kruipen. Spr. wil het bedrag handhaven en la ten we dan onze rug maar tegen de muur zetten. De heer Schilling is dezelfde meening toegedaan. Het gaat niet aan, dat men- schen, die hier heel ver van daan zit ten, over ons beslissen. Onze gemeente wordt nu in de 3e loonklas ingedeeld en dit toont hoe men op de hoogte is. De Voorzitter: Maar we zijn er nog met in. De beer Schilling: Maar dit is er een voorproefje van. De heer Vermeulen zegt dat we nu wel de oude bedragen kunnen hand haven, maar we moeten toch toegeven. Het belastingjaar begint 1 Mei en nog zijn er geen aanslagen. De heer Handgraaf: Eenige aansla gen zijn reeds rondgezonden. De heer Vermeulen: Ik heb den aan slag nog niet. De heer Handgraaf: Alleen eenige hoogstaangeslagenen. De Voorzitter: Ik ben niet een der hoogstaangeslagenen, maar heb mijn aanslag toch ook al. Spr. raadt aan de wijzigingen goed te keuren. De heer Wardenaar: Dan behoeven wij niets meer te beslissen. Het voorstel wordt met 107 stem men aangenomen. Tegen de heeren Peek, Davidson, Baarda, Sluiters, Schilling, Dalmeyer en Wardenaar. Bij het voorstel tot bepaling van het bedrag der kleedingtoelage aan het po litiepersoneel voor 1922 zegt de heer Schilling dat overal verlaging plaats heeft van loonen, die veel lager zijn dan die bij de politie. Spr. zegt dat als de politie deze kleeren aanhebben, ze geen andere verslijten. Eigenlijk is het een douceurtje voor ze. Spr. is niet te gen deze toelage, maar waar de loonen der politie ver uitsteken boven alle an dere in onze gemeente en het goed zeer in prijs gedaald is, meent spr. dat er wel wat af kan. De Voorzitter: Ik ben 't volkomen met u eens, maar de vorige maal hebben wij al een ellende gehad met 't georga niseerd overleg, dat we 't zoo maar ge laten hebben. De heer Schilling: Dan wacht ik tot de begrooting. Het voorstel wordt goedgekeurd. Bij schrijven van de Commissie tot verschaffing van productieve werkge legenheid wordt meegedeeld dat de le den zich nu met een uurloon van 52 cent kunnen vereenigen. De heer Wardenaar verwondert zich dat de commissie nu zoo homogeen is. Hoe komt dit? De heer Landeweert: We leven nu in andere tijden. De heer Wardenaar: 't Gevolg is dat de werkloozen een jaar lang hebben moeten wachten. De heerSchilling begrijpt best het be zwaar van den heer Wardenaar: als Schilling niet in de commissie zat, zou deze niets zeggen. Spr. merkt op dat de loonen den laatsten tijd overal gezakt zijn. Boven dien is er nu productief werk. Het ver- breeden van den straatweg IJmuiden- Velseroord was dat niet, die weg wilde het Rijk op een koopje van de gemeen te opgeknapt hebben. Maar het werk aan De Biezen is belangrijker en wel productief. Momenteel is er niet veel werkloosheid, maar die kan komen en dan moet er werk zijn om die crisis werkloosheid te bestrijden. De heer Wardenaar behoeft niet aan te komen met het verwijt dat spr. de arbeiders zou tegenwerken. De heer Peek complimenteert de commissie dat ze na zooveel maanden dit werk heeft gevonden. De heer Dalmeyer raadt aan subsi die van de Provincie te vragen, er is nog wel wat over. De Voorzitter wil nog een zaak be handelen, vanmorgen is n.l. de goed keuring op de straatbelasting ingeko men.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1922 | | pagina 2