3e.
Op
ming is de bekroning van zijn werk.]
Spr. wenscht dat de heer Kostelijk tot
tevredenheid en tot heil van de ge
meente mag werkzaam zijn.
De heer Kostelijk dankt den Voorzit
ter voor zijn goede woorden en den
raad voor het in hem gestelde vertrou
wen en neemt nu definitief den score
taris-zetel in.
Op het verzoek van A. Wals te IJmui
den om eene tegemoetkoming uit de
gemeentekas, ten behoeve van zijn
zoon, als leerling eener elctro-tcchni
sche school te Amsterdam, wordt af
wijzend beschikt.
Goedgekeurd wordt het voorstel tot
aanstelling van tijdelijk personeel aan
de Nijverheidsavondschool voor am
bachtslieden 'voor den cursus 1922/1923
Bij de eredietaanvrage van f 1000.
voor de aanschaffing van leermiddelen
ten behoeve van het eerste en het ze
vende leerjaar van school D te Velser
oord, vraagt de heer Vermeulen of daar
nu niet meer op bezuinigd kan worden
De heer Landeweert zegt dat de gel
den noodig zijn.
Het crediet wordt toegestaan.
Voor de aanschaffing van een tweede
naaimachine voor het onderwijs in de
nuttige handwerken aan school C te
IJmuiden wordt een crediet van f 60
verleend.
Aan de orde is de interpellatie van
den heer D. F. G. Schilling inzake on
derzoek naar de loonen en arbeidstij
den van losse arbeiders in het vissche
rijbedrijf te IJmuiden.
De door den heer Schilling in de
raadsvergadering van 3 October j.l. ge
stelde vragen, waarvan de beantwoor
ding is uitgesteld tot de volgende ver
gadering, luiden als volgt:
„Ie. Heeft het college van B. en W
kennis genomen van de adressen
verzonden door de Vereeniging
van Reeders van Visschersvaar
tuigen te IJmuiden en zoo ja, wat
denkt Uw college daartegen te
doen?
2e. Is het college bereid een onpar
tijdig en grondig onderzoek in te
stellen naar de loonen en ar
beidstijden van losse arbeiders
in het visscherijbedrijf te IJmui
den?
Is het college bereid de resulta
ten van een eventueel onderzoek
mede te deelen aan den Raad en
aan de Ministers van Arbeid en
Binnenlandsche Zaken?"
de eerste vraag van den heer
Schilling wordt door B. en W. geant
woord, dat het college alleen door mid
del van de pers kennis heeft genomen
van den inhoud der bedoelde adressen
betreffende lossing van zeekolenbooten
Wel is door het bestuur der Vereeni
ging van Reeders van Visschersvaar-
tuigen te IJmuiden aan B. en W. een
nagenoeg gelijkluidend schrijven ge
zonden, maar daaruit blijkt niet, dat
aan de Ministers van Arbeid en Bin
nenlandsche Zaken is geadresseerd.
Op de tweede en derde vraag wordt
geantwoord, dat B. en W. bereid zijn
het initiatief te nemen tot instelling
van een onpartijdig en grondig onder
zoek naar de loonen en arbeidstijden
van losse arbeiders in het visscherijbe-
drijf te IJmuiden. Zij meenen dat het
beoogde doel het best kan worden be
reikt door middel van een commissie,
waarin, onder voorzitterschap van een
lid van het college, zitting hebben 2
vertegenwoordigers van werkgevers en
2 vertegenwoordigers van werknemers
in het betrokken bedrijf. Deze commis
sie zou aan B. en W. kunnen rappor
teeren.
Het ligt voor de hand, dat het even
tueel uit te brengen rapport aan den ge
meenteraad en de Ministers van Arbeid
en Binnenlandsche Zaken worden
medegedeeld.
De heer Schilling. Dat ik er de vorige
week zoo weinig van heb gezegd, komt,
dat ik had vernomen dat het mogelijk
zou zijn dat het geheele adres van de
Reedersvereeniging van de baan ge
raakte. Spr. meent dat B. en W. daar
om ook met hun antwoord hebben ge
wacht.
Spr. heeft toen een afwachtende
houding aangenomen. Hij had ver
wacht dat er een algemeene vergade
ring der Reedersvereeniging zou ge
houden en daardoor een splitsing in
deze Vereeniging gekomen zou zijn. Dit
is niet gebeurd, het is alles comedie
geweest.
Sedert lang heeft spr. gedacht dat er
geïntrigeerd werd in den Haag inzake
de uitkeeringen voor werkloozen te
IJmuiden. Waarom gingen deze voor
mdere plaatsen zoo vlot en had IJmui
den steeds zooveel moeilijkheden? Nu
weten wij het, men heeft, een geheel
verkeerde voorlichting naar den Haag
gezonden. Wij hebben daarop ook een
adres aan den Minister gezonden en
willen een vrij onderzoek.
De laatste dagen zijn er weer zulke
dingen gebeurd. Het zou toch te gek
zijn, dat men hier niet voor f 20 per
dag zou willen werker. Spr. zal er niet
veel meer van zeggen, temeer waar de
Voorzitter bereid is een commissie te
benoemen. Spr. wacht met gerustheid
den uitslag af en hoopt dat de mannen,
die het adres de wereld in hebben ge
zonden, den moed zullen hebben dit
als onjuist te kwaUl'iceercn.
De Voorzitter merkt op dat de brief
eerst alleen door d-m secretaris der
Reedersvereeniging was geteekend,
maar later bericht te hebben gehad,
dat de heele Reedersvereeniging er
achter stond.
De heer Schilling: Maar dat is juist
de comedie geweest.
De Voorzitter: Nu, dat laat ik voor
uw rekening.
De heer Tusenius houdt dan de vol
gende rede:
„Naar aanleiding van Uwe bereid
verklaring tot het instellen van eene
Commissie, èn om te voorkomen dat
deze interpellatie weder leidt tot, èn
beperkt wordt tot een debat tusschen
de heeren Schilling en Vermeulen,
de beide vrijgestelden van de betrok
ken partijen, heb ik U het woord ge
vraagd. Temeer waar ik hier zitting
nam voor de E. B. en deze strijdvraag
geheel ligt op Economisch gebied
stel ik er prijs op den heeren ook mij
ne meening in deze zoo belangrijke
kwestie mede te deelen. Zeer tot mijn
spijt kan ik mij zonder meer niet ver
eenigen met het voorstel zooals het
ons geboden wordt. Als B. en W. zich
op dit gevaarlijke terrein meenen te
moeten begeven, dan kunnen wij als
Raad dit niet verhinderen, maar wel
is het onze plicht een waarschuwend
woord te doen hooren. Op dit terrein
is al zoolang en zooveel gestreden en
zal men wel niet zoo spoedig uitge
streden raken, gezien het feit van de
steeds wisselende omstandigheden;
een officieele inmenging zal het be
drijf in zijn geheele omvang geen
goed doen. Het zoo onverkwikkelijk
geschrijf in de couranten gevolgd op
de bekende brieven aan de Ministers
en aan het Gemeentebestuur zijn
daarvan een voorbeeld. Doel van een
onderzoek door een Commissie kan
slechts zijn het door een ernstig on
derzoek vaststellen van looncm, enz.
wel door een Commissie buiten
en
den Raad. Heeft dan de Raad in haar
midden geen werkgevers of vertegen
woordigers daarvan? En ook geen
werknemers of vertegenwoordigers?
Kan de Raad zelf niet onderzoeken of
de beweringen in een haar of het Col
lege toegezonden stuk al of niet juist
zijn? Is het al niet genoeg dat een in
terpellatie wordt uitgesteld op ver
zoek van buitenstaanders en op be
loften welke niet vervuld worden,
loslippigheid misschien? Moedigt
dit aan om dezen weg in te slaan?
Reeds maanden geleden vroeg ik U
M. d. V. te willen mededeelen van
wien de adviezen kwamen waarop
U Uwe bemoeiingen in den Haag
bouwde, Uwe besprekingen als Bur
gemeester van Velsen? Maar vooral
ook, hoe luidden deze adviezen? En
als dan eventueel een willekeurig
samengestelde Commissie eens zou
uitmaken dat de doorsnede loonen
niet te hoog zijn en de werktijden
niet te kort, zal dan deze Commissie
ook verklaien dat dit komt omdat er
te veel arbeiders werkzaam
Omdat de koek te klein is met zoo-
velen te deelen? En zal deze Gommis
sie dan ook misschien bevoegd zijn
om te verklaren dat alle beweringen
van arbeiderszijde gedaan juist zijn,
maar dat het Visscherijbedrijf geen
zwaardere lasten kan dragen en mis
schien reeds te z vare lasten draagt,
gehandicapt als het is door allerlei
tegenwerkende omstandigheden als
lage valuta, aanvoer door vreemde
schepen, scheepvaartinspectie, soci
ale wetgeving, enz.? Neen, wilt ge
iets doen om te helpen, iets doen om
IJmuiden aan U te verplichten, dan
is de oplossing het benoemen van
een Raadscommissie, welke in een
uitvoerig rapport uiteenzet hoe de
toestanden te IJmuiden zijn, wat de
oorzaken zijn van de malaise, om
misschien aan de hand daarvan de
middelen ter verbetering aan te ge
ven. Vanzelf zal dan ook op de ar
beidstoestanden en voorwaarden het
volle en ware licht vallen
Ik vestig Uw aandacht erop dat
tot op heden een dergelijk rapport
niet is uitgebracht, omdat alle hoofd
groepen als daar zijn, reederij, visch-
handel en arbeiders vijandig tegen
over elkaar stonden, dat dus wel
nooit eendrachtelijk is getracht, ge
zamenlijk te onderzoeken wat en
waar de fouten waren. In een kleine
afgeronde bedrijfswereld is dit een
niet te vergeven fout, welke maakt
dat het voor die lichamen, welke tot
hulp en steun zijn aangewezen, on
mogelijk is deze te verleenen. Een
Raadscommissie met een zoo ernsti
ge opdracht zou reeds vooruit verze
kerd zijn van de volle medewerking
van alle betrokkenen, wat nog een
groote vraag is van een Commissie
als wordt voorgesteld.
Het rapport van deze Com nissie
moet in een van beide kampen wre
vel stichten, terwijl toch bedoeld is
vrede te stichten. Het kan onnoeme
lijk veel kwaad doen bij publicatie en
onze bedrijven kunnen het niet ve
len dat hun kwaad gedaan wordt, in
welken vorm ook, en dit is evenzeer
waar voor de werknemers als voor
de werkgevers. Zij dié een beetje be
kend zijn met toestanden en met per
sonen te IJmuiden, weten dat het
even zoo goed mogelijk is 'n commissie
samen te stellen, welks rapport zal
luiden „zwart" als „wit", zoo goed
„ja" als „neen" zoo goed „voor" als
„tegen". Dit hangt geheel af uit wel
ke bedrijfsgroep men de personen
neemt. Men weet toch dat zelfs onder
de soort- en bedrijfsgenooten de te
genstellingen nooit grooter waren
dan thans?
Hetzelfde is alweer het geval bij
de arbeiders als daar zijn Modernen,
Christelijken en Onafhankelijken.
Nog nooit is een en ander nog goed
en duidelijk geconstateerd. Ik zeg
het U nogmaals, Mijneheeren, dat de
Raad heusch wel in staat is dit zelf
uit te zoeken en vast te leggen.
Verwacht men soms een verzoe
ning van deze poging? 'Peneerste
wordt dit niet gevraagd, maar mijn
grootste vrees' is dat op deze wijze
medegeholpen wordt tot verscher
ping van de verhoudingen.
Als we de voorgestelde Commissie
benoemen en de verplichting tot pu
blicatie aannemen, dan gaan we iets
doen wat zoo uitermate gevaarlijk is,
gaan we nu iets sanctioneeren, waar
van men later niet af kan komen en
aan welks resultaat we niets meer
kunnen doen.
Ik kom in de verleiding om hier in
het openbaar te gaan uitwijden over
verschillende verhoudingen n toe
standen in het bedrijfsleven, ik zal
er vanaf zien, in de hoop dat mijn
voorstel tot ernstig onderzoek door
een Raadscommissie zal worden aan
genomen, mocht dit echter niet het
geval zijn, dan zal wel misschien
spoedig zich een gelegenheid voor
doen om op een en ander nog terug
te komen.
Mijn voorstel luidt:
„De Raad benoemt een Commis
sie ad Hoe tot grondig onderzoek
van den toestand van het Vissche
rijbedrijf te IJmuiden in den ruim-
sten zin en in verband daarmede
de loonsverhoudingen en arbeids
voorwaarden in het hoofdbedrijf
en de aanverwante vakken.
Verzoekt deze Commissie zoo
spoedig mogelijk een uitvoerig
rapport hierover uit te bremn-n
aan den Raad."
De Voorzitter zegt dat de heer Tuse
nius veel verder gaat dan geviaagd
wordt. Het gaat alleen over de verdien
sten der losse arbeiders. Wat we met
dit onderzoek willen, is a'leen de waar
heid en spr. gelooft niet dat die aanlei
ding tot conflicten kan geven. Wel
vreest spr. over conflicten bij 't onder
zoek, dat de heer Tusenius wil.
De heer Peek zegt bij alle takken van
t visscherijbedrijf zoo wat gemteres-
seci'd te zijn geweest. Spr. komt tot de-
e conclusie, dat 't is als met twee
schooljongens, waarvan de een 't niet
u in:: n kan en die dan roept, „ik zal
't lekker tegen Jen meester zeggen."
De heer Schilling: Dus dan ben ik de
winner.
De heer Peek: Ik geloof dat de arbei
dersbeweging door het adres een ge
voelige klap heeft gekregen en deze
moet geretourneerd worden naar wie
dit gedaan heeft.
Spr. stelt een motie voor, te zenden
aan de Ministers van Arbeid en Bin
nenlandsche Zaken, met verzoek in 't
vervolg geen nota meer te nemen van
adressen van Vereenigingen, welker
secretaris stukken schrijft, waarvan de
bestuursleden niets weten.
De Voorzitter: Weet u dit zoo pre
cies? Ik niet.
De heer Peek: U weet dat na de ver
zending van het adres er een bestuurs
vergadering is geweest.
De Voorzitter: Ik weet 't niet.
De heer Peek: De heer Vermeulen
wordt nu gebruikt als bliksemafleider.
De heer Vermeulen zegt op al deze
dingen niet te zullen ingaan, die bewa
ren we voor 't vervolg van de bioscoop
voorstelling.
Spr. merkt ook op dat 't niet gaat
over de loonen in 't algemeen, de oude
loonen zijn nu weer gehandhaafd.
De heer Schilling: Behalve 't pinge
len aan de f 5.
De heer Vermeulen ontraadt 't voor-
stel-Tusenius. Spr. is niet tegen het
door den heer Schilling gevraagde on
derzoek, maar zou dan 4 werkgevers
en 4 werknemers in de Commissie wil
len benoemen.
De heer Dunnebier merkt aan den
heer Tusenius op dat de bedoeling is
dat beide partijen volledige inlichtin
gen verstrekken en dat die worden
overgelegd.
De heer Schilling ontraadt aanne
ming der motie van den heer Peek.
Dat het adres van den secretaris was
is juist, maar dat de arbeidersbeweging
er een trap door gekregen heeft, is niet
juist, die is er integendeel door voor
uitgegaan. Spr. wil ook het voorstel-
Tusenius niet gekoppeld zien aan spre
kers voorstel.
Spr. wil de meening in den Haag
weg hebben, dat er in IJmuiden niets
dan luilakken zijn, die alleen voor
goud willen werken. Wanneer men een
raadscommissie beter vindt, is spr.
daar niet tegen.
De Voorzitter waarschuwt dat we
dan juist kunnen krijgen, waarvoor de
heer Tusenius vreest.
De heer Tusenius: Misschien zuilen
we dan het rapport niet puodceeren.
De heer Schilling: Ik dank u, het be
lang der arbeiders gaat bij mij voorop.
De Voorzitter: Ziet u wel!
De heer Vermeulen: Wat de heer Tu
senius wil, iö vee1 gevaarlijker, dat is
een onderzoek naar den ganscheu eco
nomische» toestand in IJmuiden. Het
andere is een acuut geval.
De heer Dalmeyer stelt dan voor om
voor het door den heer Schilling ge-
wcnschte onderzoek een commissie uit
den raad te benoemen. Dit wordt met
143 stemmen aangenomen. Tegen de
heeren Dunnebier, Vermeulen en Lan-
gendijk. In de commissie worden geko
zen de heeren Tusenius, Sluiters, l'oor-
tenaar, Dalmeyer en Nijssen.
Dan wordt verder beraadslaagd over
het voorstel van den heer Tusenius.
De heer Dunnebier wil nu eerst het
andere rapport afwachten.
De heer Tusenius: Wat is er tegen
het door mij gewenschte onderzoek te
houden?
De heer Schilling zou gaarne een
juiste definitie hebben van wat de heer
Tusenius wil. Wat moet onderzocht
worden: of we terug moeten naar 1917,
of er toen te hooge dividenden zijn uit
gekeerd. Dan is 't onderzoek overbodig,
want dan krijgen we toch geen inlich
tingen.
Of moet onderzocht hoe de toestand
momenteel is? Als de regeering dan
nog meer wil weten, kunnen wij die in
lichtingen dan verschaffen? Spr. vindt
het beter als de heer Tusenius tegen de
volgende raadsvergadering met een
uitgewerkt plan komt, dan kunnen wij
dit beter bestudeeren.
De heer Netscher zegt dat men van
den raad bezig is een économisch col
lege te maken. Er zijn toch in IJmuiden
vereenigingen genoeg om deze zaak
aan te pakken.
De Voorzitter deelt mede- dat de Mi
nister van Arbeid bezig is een onder
zoek in te stellen naar den economi-
schen toestand in verschillende plaat
sen. Ook van hier zijn personen ge
vraagd en spr. heeft gehoord dat de
toestand te IJmuiden zelfs spoedig in
behandeling komt.
De heer Tusenius zegt de wenk van
den heer Schilling gaarne over te ne-
nen en vraagt zijn voorstel aan te hou
den tot de volgende vergadering.
Dit wordt met 143 stemmen aange
nomen. Tegen de heeren Netscher,
Vermeulen en Nijssen.
Goedgekeurd worden de voorstellen
tot verandering van straatnamen (al
leen de naam voor den weg Driehuis
Bloemendaalsche grens wordt nog aan
gehouden); tot verhuur van gemeente
grond te Jan Gijsenvaart; tot vaststel
ling van een re.cognitie-verordening
voor het binnen het grondgebied der
gemeente Schoten liggende deel "fin de
Jan Gijsenvaart; tot wijziging en vast-
stelling-opnieuw van de Bouw- en Wo-
ningverordering. Op de circulaire van
Gadep. Staten omtrent de jaarwedde
van den gemeente-ontvanger zal wor
den geantwoord dat de raad nu moei
lijk al kan beslissen over het salaris
van den opvolger van den komenden
titularis.
Op de adressen van de ambtenaren
ter secretarie beneden den rang van
commies om een jaarlijksch verlof van
drie weken en van de onderafd. Haar
lem en Omstr. van den Ned. Bond van
gemeente-ambtenaren inzake de sala
risherziening wordt afwijzend be
schikt.
Bij de vaststelling van eene veror-
dening tot verleening van toelagen aan
ambtenaren, die in 'sRijks dienst over
gaan, maken de heeren Vermeulen
en Nijssen bezwaren, de eerste wil niet
verder gaan dan een bedrag tot 't
hoogst mogelijke wachtgeld. De heer
Nijssen vindt het bedrag, f 3400, veel te
hoog.
De heer Handgraaf zegt dat we deze
verandering niet hebben gewild, de ont
vanger wil zelfs dezen ambtenaar niet
missen.
De heer Vermeulen wijst er op dat er
onlangs arbeiders aan den dijk zijn ge
zet, die het grensbedrag kregen, nu
wil spr. dezen ambtenaar, die werk
houdt, ook niet meer dan het grensbe
drag geven.
De heer Handgraaf zegt dat dit o.g.
f 2400 zal worden.
De Voorzitter zegt dat B. en W. de
verandering van den heer Vermeulen
overnemen, waarna het voorstel wordt
goedgekeurd. Bij het voorstel tot goed
keuring der le suppl. begrooting van
het Schaalarmbestuur, dienst 1922,
groot 1 10500, zegt de heer Dalmeijer
het stuk van het armbestuur nogal ma
ger te vinden.
De heer Handgraaf: 't Is hoofd :ake-
lijk door de werkloosheid.
De heer Diependaal is het met den
heer Dalmeijer eens, hij v-.il voortaon
ook meer weten.
Het voorstel wordt goedgekeurd.
Aan de erde is de wijziging van de
verordening op de heffing en invorde
ring van een plaatselijke inkomsten
belasting. De Minister van Binnenland
sche Zaken maakt bezwaar tegen den
aftrek van f 800 voor noodzakelijk le
vensonderhoud en wil die gebracht
zien op f 700, terwijl de kinderaftrek
wordt teruggebracht van f 75 tot f 25
per kind. jt
B. en YVstellen voor den aftrek voor
gehuwden van f 800 op f 700 en voor
ongehuwden van f 650 op f 550 te bren
gen.
De heer Sluiters is er niet voor om
direct maar in onze schulp te kruipen.
Spr. wil het bedrag handhaven en la
ten we dan onze rug maar tegen de
muur zetten.
De heer Schilling is dezelfde meening
toegedaan. Het gaat niet aan, dat men-
schen, die hier heel ver van daan zit
ten, over ons beslissen. Onze gemeente
wordt nu in de 3e loonklas ingedeeld
en dit toont hoe men op de hoogte is.
De Voorzitter: Maar we zijn er nog
met in.
De beer Schilling: Maar dit is er een
voorproefje van.
De heer Vermeulen zegt dat we nu
wel de oude bedragen kunnen hand
haven, maar we moeten toch toegeven.
Het belastingjaar begint 1 Mei en nog
zijn er geen aanslagen.
De heer Handgraaf: Eenige aansla
gen zijn reeds rondgezonden.
De heer Vermeulen: Ik heb den aan
slag nog niet.
De heer Handgraaf: Alleen eenige
hoogstaangeslagenen.
De Voorzitter: Ik ben niet een der
hoogstaangeslagenen, maar heb mijn
aanslag toch ook al. Spr. raadt aan de
wijzigingen goed te keuren.
De heer Wardenaar: Dan behoeven
wij niets meer te beslissen.
Het voorstel wordt met 107 stem
men aangenomen. Tegen de heeren
Peek, Davidson, Baarda, Sluiters,
Schilling, Dalmeyer en Wardenaar.
Bij het voorstel tot bepaling van het
bedrag der kleedingtoelage aan het po
litiepersoneel voor 1922 zegt de heer
Schilling dat overal verlaging plaats
heeft van loonen, die veel lager zijn
dan die bij de politie. Spr. zegt dat als
de politie deze kleeren aanhebben, ze
geen andere verslijten. Eigenlijk is het
een douceurtje voor ze. Spr. is niet te
gen deze toelage, maar waar de loonen
der politie ver uitsteken boven alle an
dere in onze gemeente en het goed zeer
in prijs gedaald is, meent spr. dat er
wel wat af kan.
De Voorzitter: Ik ben 't volkomen met
u eens, maar de vorige maal hebben
wij al een ellende gehad met 't georga
niseerd overleg, dat we 't zoo maar ge
laten hebben.
De heer Schilling: Dan wacht ik tot
de begrooting.
Het voorstel wordt goedgekeurd.
Bij schrijven van de Commissie tot
verschaffing van productieve werkge
legenheid wordt meegedeeld dat de le
den zich nu met een uurloon van 52
cent kunnen vereenigen.
De heer Wardenaar verwondert zich
dat de commissie nu zoo homogeen is.
Hoe komt dit?
De heer Landeweert: We leven nu in
andere tijden.
De heer Wardenaar: 't Gevolg is dat
de werkloozen een jaar lang hebben
moeten wachten.
De heerSchilling begrijpt best het be
zwaar van den heer Wardenaar: als
Schilling niet in de commissie zat, zou
deze niets zeggen.
Spr. merkt op dat de loonen den
laatsten tijd overal gezakt zijn. Boven
dien is er nu productief werk. Het ver-
breeden van den straatweg IJmuiden-
Velseroord was dat niet, die weg wilde
het Rijk op een koopje van de gemeen
te opgeknapt hebben. Maar het werk
aan De Biezen is belangrijker en wel
productief. Momenteel is er niet veel
werkloosheid, maar die kan komen en
dan moet er werk zijn om die crisis
werkloosheid te bestrijden. De heer
Wardenaar behoeft niet aan te komen
met het verwijt dat spr. de arbeiders
zou tegenwerken.
De heer Peek complimenteert de
commissie dat ze na zooveel maanden
dit werk heeft gevonden.
De heer Dalmeyer raadt aan subsi
die van de Provincie te vragen, er is
nog wel wat over.
De Voorzitter wil nog een zaak be
handelen, vanmorgen is n.l. de goed
keuring op de straatbelasting ingeko
men.