GEMEENTERAAD.
Vergadering van 1 December 1922.
Algemeene beschouwingen.
Deze worden geopend door den lieer
Vernemen. Spr. zegt aanvankelijk niet
het plan te hebben de beschouwingen
ie openen, maar hij heeft voor zich
zeii ueu indruk gekregen dat het nuttig
is ze te houden.
Spr. meent dat de raad met de be
handeling der begooting achteruit is
gegaan. Vroeger werd de begrooting
alleen artikelsgewijze behandeld, daar
na volgden algemeene beschouwingen
.gevoerd, verleden jaar kregen wij liet
onderzoek in de afdeelingen. Thans is
dii niet geschied, wat spr. bejammert,
omdat hij acht dat het de samenwer
king tusschen B. en W. zeer bevordert.
Lui voor de raadsleden is het een uitne
mend ding 0111 kennis op te doen van
het gemeentelijk beheer.
oorts spijt het spr. dat de begrooting
zoo spoedig aan de orde is gesteld. In
dien nog een paar weken gewacht was,
hadden wij er ons meer kunnen inwer
ken. liet is nu een snelle afhandeling,
zoo snel, dat we pas sinds een paar da
gen de opmerkingen der Financiëele
Commissie hebben en daarop nog niet
eens het antwoord van B. en W. en dus
nog in 't onzekere vekeeren.
Spr. bejammert dat op deze wijze de
begrooting behandeld wordt, ofschoon
hij er geen spijt van heeft een stemming
te hebben uitgelokt, omdat het beter
zoo is dan in afdeelingen te vergaderen,
waarin anderhalve man én een paarde-
kop komen.
Het is wel goed den huidigen toestand
der gemeente eens te bezien. Reeds een
paar jaar geleden hadden wij gehoopt
dat er een einde was gekomen aan de
moeilijkheden. Maar ondanks alle ener
gie is er nog geen einde en zijn de voor
uitzichten verre van schitterend. Over
land- en tuinbouw behoeven we hier
niet te spreken, wij weten de malaise
alle dagen uit de couranten. Spr. komt
dan op
de Visscherij.
üe toestand is ook niet rooskleurig
door het niet beter worden der vissche
rij. Moge dit bedrijf straks door andere
industrieën (Hoogovenbedrijf enz.)
misschien in beteekenis relatief minder
worden, thans is het voor de gemeente
nog het hoofdbedrijf. De toestand is zoo,
dat wanneer wij niet hadden de invasie
van Duitsche stoomtrawlers te IJmui-
dcn, het bedrijf vrij normaal kon zijn.
Indien er een 50 stoomtrawlers meer in
de vaart waren, zou dit een belangrijke
opleving beteekenen voor de economi
sche positie van onze gemeente.
De heer Tusenius: Waar moeten die
vandaan komen?
De heer Schilling: Juist.
De heer Vermeulen: Dat zou beteeke-
nöh dat 500 varenslui werk konden
vinden, terwijl het ook voor tal van an
dere werklieden, ook in de nevenbedrij-
veil, meer werk zou beteekenen.
De heer Schilling: Er zijn geen 500
varenslui meer.
De heer Vermeulen acht het van groo-
te beteekenis dat het visscherijbedrijf
zich vrij kan ontwikkelen en niet door
andere landen wordt doodgedrongcn.
Wat de "werkloosheid betreft, ook de
ze is een gevolg van den economischen
toestand. Spr. zou den raad in overwo
ging willen geven bij voorziening in de
zen nood voornamelijk gebruik te ma
ken van productieven arbeid, waarbij
weinig materiaalkosten noodig zijn,
maar veel arbeidskracht.
Spr. wijst in dit verband op Engeland,
waai' groote bedragen worden uitge
trokken voor poductieve werken. Het
maken van een fietspad langs de
IJmuider straatweg is ook een werk,
waarbij veel handenarbeid noodig is.
Spr. wil een bijzonder woord van
dank brengen aan den voorzitter, die in
dezen tijd van moeilijke economische
omstandigheden steeds die hulp heeft
verleend, die we van een goed burge
meester mogen verwachten. Spr. be
doelt dezen dank niet alleen te brengen
door de bemiddeling van den voorzit
ter in arbeidsconflicten, maar omdat
deze getoond heeft de belangen van
beide partijen onder de oogen te zien en
aldus van de bedrijven.
Een woord van dank brengt spr. ook,
waar de voorzitter toonde in bedreigde
belangen, waar noodig, steeds voor'de
'gemeente op te komen. Temeer waar 't
niet gemakkelijk is van hooge oomes
wat gedaan te krijgen. Spr. doelt op de
vrachtprijsverlagingen voor het ver-
vo r van visch naar Duitschland, waar
van de eerste verlaging op verzoek van
den Burgemeester is verkregen. Al
beeft dit thans voor het vervoer naar
Duitschland geen resultaten, dat naar
is er sterk door toegenomen.
Spr. hoopt dat de Voorz. stae'ds voor de
Vndreigde belangen onzer gemeente zal
blijven opkomen. In 't bijzonder dankt
nr. ook nog voor de bemiddeling van
den Voorzitter inzake het confiskeeren
van belastingschulden.
Wat de financiën betreft. De hoofde
lijke omslag is f 50000 lager geraamd
en als B. en W. van het overschot van
i 921 geen f 50000 gereserveerd hadden,
zou het f 100.000 lager hebben kunnen
zijn. Dit alles stemt dankbaar, maar er
is nog wel reden tot critiek. Enkele
posten kunnen zeker lager geraamd
worden. De begrootingen van de arm
besturen leeren ons b.v. dat daar zeker
op bezuinigd moet worden. Men moet
beginnen met de posten vast te stellen,
opdat men niet telkens met suppletoire
begrootingen behoeft te komen. Spr. zal
daar geen verwijt van maken, bet ge
tuigt van het goede hart der leden.
De aanraking met armen leidt er niet
steeds toe om het medelijden te ver
sterken, wel om te verharden. Daarom
is medegevoel van armbesturen te prij
zen.
Spr. meent dat de armbesturen sy
stematisch de begrooting moesten vast
stellen voor verschillende tijden van 't
jaar. Wij kunnen zoo niet doorgaan
met het steeds maar geven van steun.
Iets anders is een goed financiëel be
heer der bedijven. Spr. bedoelt die be
drijven, die winst afwerpen cu vraagt
of die wel steeds met de noodige zuinig
heid worden beheerd. Het hee:t spr.
sterk getroffen dat bij het gasbed iji' al
leen f 34000 aan salarissen wordt be
taald, bij een bruto-winst van f 114.000,
dat is 30 procent. Spr. vraagt kan hier
niet bezuinigd worden. Zoo ook bij de
waterleiding, al is dit een produceer end
bedrijf, waar f 25000 aan salarissen
wordt betaald. Wat het grondbedrijf
betreft, spr. gelooft dat dit 't stekekind
is van het gemeentebestuur.
De heer Netscher: Wat is dat?
De heer Vermeulen: Dat laat ik aan
den letterkundige over.
De heer Schilling: U weet ook niks.
De heer Vermeulen zou verschillende
gronden in exploitatie willen zien ge
bracht. Thans moet er jaarlijks f 30000
Dij. Wat wordt hier gedaan om de gron
den in exploitatie te brengen. In andere
plaatsen maakt men er reclame voor.
!Ioe lang moet deze toestand duren.
Spr. kan een klein verwijt hier niet
achterwege houden en den wethouder
van openbare werken niet danken.
De heer Schilling (tot den heer Dun
nebier) Nu is u aan de beurt.
De heer Vermeulen: Anderhalf jaar
geleden is ter sprake gebracht het ma
ken van erfpachtsvoorwaarden voor
het grondbedrijf. De zaak zou aan een
advocaat of notaris worden voorgelegd
In den raad hebben wij er echter niet
meer van gehoord. Spr. vraagt of die
"stukken in handen van den notaris zijn
gesteld, zoo ja wanneer. Spr. hoopt dat
de directeur van openbare werken ook
de rechte man zal blijken om ook dit
bedrijf op gang te helpen.
Spr. heeft met blijdschap gezien dat
de post voor overtallige onderwijzers
verminderd is en hoopt dat de wethou
der van onderwijs op dezen weg zal
voortgaan.
De heer Schilling: Alle scholen slui
ten is nog beter.
De heer Vermeulen zegt inzake de
volkshuisvesting gaarne te vernemen
wat B. en W. willen. Wat zijn hun plan
nen inzake dit vraagstuk?
Wat den reinigingsdienst betreft,
verschillende posten zijn wel vermin
derd, maar spr. zou toch wel willen
weten hoe de bezuiniging bij dit bedrijf
in elkaar zit.
De heer Dalmeyer zal namens zijn
fractie gaarne 't een en ander zeggen,
niet alleen om critiek te oefenen, meer
om verschillende vragen te stellen.
Spr. hoopt op die vragen een ant
woord te zullen krijgen, al is het later,
na overleg in het college van B. en \4
Eerst wil spr. teruggaan naar 't geen
bij vorige begrootingen is ter sprake
gekomen. Spr. is het niet te doen om
een verkiezingsspeech te houden, hij
wil zakelijk wezen.
Eerstens vraagt spr hoe 't staat met
de stortingen van de winst van het gas
bedrijf in de gemeentekas. In 1914 werd
daartoe besloten, maar in 1918 hebben
wij al gevraagd hierop terug te komen.
Het motief, dat het een potje moest zijn
om het verlies der waterleiding er me
de te dekken, gaat nu niet meer op. Spr.
wijst op het voorstel der Fin. Commis
sie, om alle bedrijven, die buizen enz.
in den grond hebben, daarvoor een re
tributie te laten betalen, maar om dan
te staken alle winstuitkeeringen aan
de gemeentekas. Wat denken B. en W.
daarvan?
Wat het grondbedrijf, aangaat, spr
deelt de bezwaren van den heer Ver
meulen, hoewel 't hem bevreemdt dat
deze van dien kant komen. Al wil spr.
erkennen dat de omstandigheden niet
gunstig zijn, er is niet gedaan, wat men
had kunnen doen.
Spr. vraagt of B. en W. bekend zijn
met het, gebrek aan woningruimte in
onze ^gemeente, ook of zij de woning
ruimte keuren, die dit eigenlijk niet is,
waarmee spr. bedoelt de onbewoonbaar
verklaarde woningen en de vele ande
re krotten. Spr. denkt hierbij aan de
verklaring van den Minister van Ar
beid, dat hier nog woningnood heersch-
te.
Een andere oude zaak is de Zieken
huiskwestie. Eerst hadden B. en W. de
pro-memoriepost hiervoor geschrapt,
maar zij zijn daar weer op terug geko-
hebben in afzienbaren tijd geeri kans
men. De plannen van particuliere zijde
op verwezenlijking, wat spr. niemand
kwalijk kan nemen. Maar spr. dringt
er wel op aan de zaak van gemeente
wege ter hand te nemen. Vroeger is
voor de benoemde commissie een cre-
diet geopend, spr. zou gaarne vernemen
of deze zaak weer aangepakt zal wor-,
den. In dit verband herinnert spr. aan
de opinie, dat voor 't platteland de op
lossing der ziekenhuiskwestie gezocht
moet worden in het stichten van kleine
ziekenhuizen. Van deskundige wordt
<^il weer bestreden, maar spr. zou gaar
ne weten of B. en W. ook van deze zijde
de oplossing onder de oogen willen
zien.
Wellicht hebben we hier een groot
gebouw, dat voor dit doel geschikt is.
Spr. zegt dit, omdat hij toch over de
voormalige Tuchtschool moet spreken,
waar thans tijdelijk de Rijks II. B. S. in
gehuisvest is. Spr. heeft gehoord dat
men die er blijvend in wil vestigen. Wij
hebben ons voor de IJ. B. S. belangrijke
opofferingen getroost, spr. vraagt wat
er dan zal worden van het speelterrein.
Dat kan een lief stropje voor ons wor
den. Wij hebben er f 30000 aan besteed,
zal het Rijk ons dan de schade vergoe
den?
In vorige jaren hebben wij sterk aan
gedrongen op het instellen van een op
haaldienst voor de belastingen. Spr. zou
graag vernemen, waarom daar nog
niets van is gekomen.
Wat de arbeidsverhoudingen te
IJmuiden aangaat, speciaal voor de los
se arbeiders, wij hebben indertijd sterk
gepleit voor een goede arbeidsbemidde
ling. De commissie, waarin spr. zitting
had, wil met een voorstel komen tot op
richting van oen Arbeidsbeurs. Spr. wil
gaarne een definitieve uitspraak van
don raad on stelt daarom de volgende
.motie Voor:
„De raad der gemeente Velsên, van
meening dat voor een zoo noodige re
geling van de arbeidsverhoudingen in
het IJmuider bedrijf als geheel, meer
speciaal wat betreft de z.g. losse ar
beiders, de instelling van een Ar
beidsbeurs te IJmuiden dringend ge-
wenscht is, noodigt B. en W. uit ten
spoedigste daartoe een voorstel aan
den raad te doen."
Mogelijk is een andere oplossing ge-
wenscht, spr. hoopt dat B. en W. die
dan den raad zullen voorleggen.
Wat de kwestie van een Zeevaart-
-chool betreft, spr. is niet zoo optimis
tisch als de heer Vermeulen mi gelooft
niet dat het visscherijbedrijf te I.Imui
den weer zijn vroegeren omvang zal
herkrijgen. Men kan niet zeggen als
Duitschland maar weer koopkracht
heeft. Dat is een zeer rekbare term; het
is een kwestie van de stabilisatie van
den geldkoers.
Als het IJmuider bedrijf moet worden
ingekrompen, moeten wij medewerken
lot het scheppen van instellingen voor
de bevolking, welke van nature aange
wezen is op de zee. En de zeevaart
school is een instelling, waar velen zich
bekwamen in andere richting.
Spr. heeft nog een oude zaaa, die bij
huiverend aan de orde stelt. Ilii bedoelt
de toekomstige ontwikkeling der ge
meente. Spr. vraagt welk inzicht B. en
W. daarin hebben. Spr. meent dat de
gemeente zich niet aan de visscherij
als plechtanker mag vastklemmen. An
dere industriën zullen hier moeten ko
men. Wat wordt daarvoor gedaan'?
Spr. herinnert aan het antwoord van
den vorigen Burgemeester op deze
zelfde vraag, die een onderhoud terza
ke had met den Commissaris der Ko
ningin in ons gewest. Toen zouden ver
schillende misverstanden uit den weg
worden geruimd, er zou een studie
commissie komen enz. Spr. vraagt wat
daarvan geworden is.
Spr. komt dan op de verkeerswegen
in onze gemeente. Ook in dit opzicht
hebben we niet gekregen, wat toen toe
gezegd was. En de aanleg van flinke
verkeerswegen in onze gemeente is zeer
noodig. Het ter hand nemen van deze
plannen zou ook een belangrijke stap
zijn voor het wegnemen van den nood
der werkloozen. Spr. vraagt of dit niet
mogelijk is.
Dan komt spr. op de tramplannen.
We weten van de poging tot het doen
verdwijnen van de stoomtram. Anderen
spreken van electrificatie der tram.
Maar dat komt spr. apocrief voor. Hoe
ver staat het met den aanleg van een
tram IJmuiden-Haarlem, wat van
groot belang is voor onze gemeente?
Spr. noemt dan nog enkele oude din
gen, n.l. de hertaxatie van de gronden
van het grondbedrijf, welke dringend
noodig is, vraagt wat het standpunt
van den wethouder van onderwijs isiri-
zake de aangenomen motie-Tusenius,
tot het instellen van 'n commissie van
bijstand voor het onderwijs. Het schijnt
dat deze de motie naast zich heeft neer
gelegd.
Kunnen B. en W. mededeelen wat de
vooruitzichten zijn van Velserbeek en
hoe 't staat met de grenswijziging?
Ook noemt spr. de classificatie der ge
meente. Achten B. en W. een uitspraak
van den raad noodig?
Tot de begrooting zelf komende, her
innert spr. aan het voorstel van den
voorzitter van verleden jaar, om de sa
larissen der wethouders te verhoogen.
De Voorzitter zou er thans op terugko
men, maar dit is niet gebeurd. Wat is
daarvan de oorzaak?
Spr. noemt de toestand der financiën
en dit brengt hem tot zijn eigen opinie,
dat de toestand zeer somber is. Spr.
meent dat we zeer sober zullen moeten
doen, om tot herstel te komen. Spr. had
graag een overzicht van den financi-
eelen toestand der gemeente willen zien
en zou dit gaarne ieder jaar hebben,
ook een opgaaf van de bezittingen en
schulden.
Men wil f 50000 van het overschot van
1921 bestemmen voor aflossing van een
geldleening. Spr. vraagt zich af of dit
wel goed is, waar het lang niet zeker is
dat wij de geraamde post als nooduit-
keering van het Rijk zullen ontvangen,
wat f 45000 minder zou beteekenen. Ge-
dep. Staten van Zuid-Holland hebben
b.v. geweigerd deze post op de begroo
ting uit te trekken. Indien er buitenge
woon afgelost moet worden, zou spr.
niet meer dan f 30.000 willen uittrekken
Maar spr. voelt weinig voor buiten
gewoon aflossen, Haar hij weinig ver
trouwen heeft in het binnenkomen van
tie inkomsten, zooals die zijn geraamd.
Spr. gelooft niet dat de middelen zoo
zullen vloeien en daarnaast dat groote
bedragen voor de bestrijding der werk
loosheid beschikbaar gesteld zullen
moeten worden. Daaraan zullen we wel
niet ontkomen. Ook is spr. ertegen om
te bezuinigen op bijdragen aan Ver-
eenigingen, die bedoelen sociale en li
chamelijke opvoeding, daarop mag het
allerlaatst worden bezuinigd. Ook de
schoolvoeding krankzinnigenverple
ging enz. zullen wel meer vragen.
Wat bdtreft de raming van belastin
gen, daarin kunnen wij niet voorzich
tig genoeg zijn. Spr. gelooft niet dat we
van een opleving kunnen spreken, het
is alles schijn. De economen wijzen er
op dat we steeds perioden van hausse
en depressie hebben en thans leven wij
in een tijd van depressie, spr. gelooft
dat we 't ergste daarvan nog niet heb
ben gehad.
De kohieren zijn geraamd naar den
toestand van twee jaar geleden, spre
ker waarschuwt ernstig dat we deze
bedragen niet binnenkrijgen en is daar
om tegen buitengewone aflossing. We
fcullen suppletoire begrootingen krij
gen voor sociale doeleinden, waarom
spr. aanraadt dit potje nog even vast
te houden.
Spr. hoopt tenslotte dat B. en W. zul
len trachten de dure leeningen te con-
verteeren en besluit zijn rede met het
volgende voorstel.
a. Niet te besluiten tot buitenge
wone aflossing op een geldlee
ning.
b. Het daardoor vrijkomende be
drag van f 50000 te verdeelen
over diverse volgnummers, die
uitgaven beoogen voor sociale
doeleinden en die verwacht mo
gen worden in de naaste toe
komst hoogere bedragen te zullen
vereischen.
c. een eventueel overschot, dan nog
aanwezig, te voegen bij den post
voor onvoorzien.
De heer Langendijk vraagt zich ook
if, waarom de begrooting niet in afdee
lingen is behandeld. Dit had best ge
kund.
Spr. merkt op dat de toestand voor
vele bedrijven slecht is, niet alleen voor
het visscherijbedrijf, maar ook voor
land- en tuinbouw. Spr. had daarom
gaarne uitvoeriger mededeelingcri van
B. en W. gewenscht, n.l. hoe zij hierte
genover staan. Er dient wel degelijk re
kening mee gehouden te worden.
Zeker, er is wat bezuinigd, de hoofde
lijke omslag is met f 40000 verlaagd
kunnen worden. Daar moet het heen.
Spr. gelooft dat de belastingopbrengst
in 1923 zeer zal tegenvallen, daar vele
inkomens belangrijk zijn gedaald. Wij
moeten dan ook tot meer bezuiniging
komen. Deze moet gevonden worden in
ontslag van vooral los personeel. Ook
vraagt spr. zich af of de gemeente de
3'/2 procent meer voor pensioenen der
ambtenaren voor haar rekening moet
nemen. Spr. meent van niet en zegt dan
ook dat zijn fractie hier niet toe zal
medewerken.
Voor het grondbedrijf dienen andere
maatregelen getroffen te worden, opdat
verliezen worden vermeden. Spr. zal
gaarne vernemen wat het standpunt
van B. en W. is ten opzichte van de
pensioenbijdrage. N
De heer Tusenius zal geen groote re
de houden. Spr. verwondert zich. dat
men niet met voorstellen tot. bezuini
ging kwam. Spr. sluit zich aan bij het
standpunt der R.K. fractie ten opzichte
der pensioenbijdragen. Deze post is
f 68000 groot en het gaat niet aan dat
de 'ambtenaren maar teren op de ge
meenschap.
De heer Schilling protesteert hierte
gen.
De heer Tusenius: Wij kunnen met
deze bijdragen zoo niet voortgaan.
Spr. wenscht bezuiniging op de poli
tie, zonder gevaar voor de veiligheid
der ingezetenen. Wat de subsidies be
treft, is spr. tot overleg bereid, maar
die voor de vacantie-kolonies te ver
minderen zou spr. betreuren. De subsi
die voor het Centraal Administratie
Bureau wil spr. als memoriepost nog
even handhaven.
Spi'. wijst er op dat we geen brand
weer hebben. Moet daar niets aan ge
daan worden?
Voorts vraagt spr. hoe 't staat met de
herziening van het reglement van orde,
in 't bijzonder wat het instituut van het
stellen van vragen aangaat.
Dat het Waterleidingsbedrijf winst
blijft maken, daarmede kan spr. zich
niet vereenigen. Spr. meent dat op
Openbare Werken nog wel i 10000 is te
bezuinigen.
Over het Visscherijbedrijf wil' spr.
iets opmerken. De heer Vermeulen
sprak over het in de vaart brengen
van nog 50 trawlers, maar waar moe
ten die vandaan komen? Wat er nog
aan schepen ligt is niet veel meer dan
oud roest. Als we de buitenlandsche
trawlers zien, vraagt spr. zich af of er
met dit oud roest nog wat verdiend
kan worden.
We hebben nu concentratie gekre
gen in het visscherijbedrijf en een ree-
derij, die alle andere overheerscht.
Daarvan liggen ook oude schepen in
den hoek.
Wat de Duitsche visch betreft
De heer Schilling: Noordzeevisch is
geen Duitsche visch.
De heer Tusenius: U begrijpt me
wel. Geen Duitsche trawlers te IJmui
den is een reedersbelang, maar 't geeft
toch verdiensten voor velen. Meer
trawlers in de vaart beteekent minder
werkloozen, maar spr. moet dit nog
zien. Wel kunnen er op de IJmuider
trawlers meer varenslui van hier ge
plaatst worden.
Dat we thans geen afdeelingsonder-
zoek hebben gehad, kan spr. begrijpen
Verleden jaar is er veel tijd aan be
steed, maai' op uitvoerig besproken
zaken zijn wij door het college met
een kluitje in 't riet gestuurd, 't Heeft
niet opgeleverd wat er van verwacht
werd.
De heer Schilling vraagt of 't niet
mogelijk is tot inkrimping der politie
te komen. Kunnen we deze kwestie nog
niet eens in de bestaande commissie
bespreken? Ook wat 't ambtenaars-
forps aangaat, wil spr. bezuiniging,
door enkele vacaturen, als die komen,
niet aan te vullen. Wat de 31/2 procent
pensioenstorting betreft om "die niet
voor gemeenterekening te nemen,
daarvoor is spr. wel te vinden.
Wat de armbesturen aangaat, spr.
vindt dat er nu toch eens een eind
moest komen aan den toestand van
twee armbesturen. Spr. weet wel dat
1 Let historisch is en het R.K. Rurg.
Yrmbestuur eigendommen heeft, maar
lie zou spr. wel cadeau willen geven,
ils de concurrentie dan maar gedaan
was. Thans is het zoo, dat iemand die
d.K. gedoopt is, maar van den gods
dienst niets meer wil weten, naar 't
O.K. Armbestuur moet gaan. Dat moe
ten de R.K. toch zelf niet Drettie: vin
den.
Met den heer Vermeulen is spr. 't
niet eens, de gelden voor de armbestu
ren moeten gevonden worden, want
de menschen moeten geholpen. De re
deneering van den heer Vermeulen
was echt kapitalistisch.
Spr. zou ook meer concentratie wil
len van de Woningbouwvereenigin-
gen, b.v. onder één groot bestuur, met
één administratie. Spr. critiseert dat
in de woningen van de R.K. Bouwver.
en van Patrimonium alleen R.K. en
Patrimonimum-mannen mogen wonen
Als protest daartegen heeft spr. de
Coöp Woningbouwvereenigmg wel
willen voorstellen, dat daarin alleen
soc. democraten zouden mogen wonen
Wat de werkloosheid aangaat, die is
hier niet zoo groot als geschetst werd.
Onze plaats steekt hierin gunstig af bij
andere. Maar we hebben een aantal
werkloozen en die moeten *eholnen.
Wat de trawlvisscherij betreft, die
gaat best. Men kan zeggen van niet,
maar spr. zegt van wel. De vorige
maand waren er 108 stoomtrawlers in
de vaart, in November 107. Van de 48
die er nog liggen, zijn er weinige in
staat te varen. In 1920 voeren er in
3 najaarsmaanden resp. 7, 8, en 25,
thans 86, 90 en 108. Het staat dus vasi
dat er opbloei in 't bedrijf is, dat heeft
spr. ook in de pers aangetoond met het
aantal werkloozendagen. Als er dit
jaar, als in 1920 en 1921 veel Engelschf
drifters geweest waren, was de toe
stand nog véél beter. Op 't oogenblik