GEMEENTERAAD. Vergadering van 1 December 1922. Algemeene beschouwingen. Deze worden geopend door den lieer Vernemen. Spr. zegt aanvankelijk niet het plan te hebben de beschouwingen ie openen, maar hij heeft voor zich zeii ueu indruk gekregen dat het nuttig is ze te houden. Spr. meent dat de raad met de be handeling der begooting achteruit is gegaan. Vroeger werd de begrooting alleen artikelsgewijze behandeld, daar na volgden algemeene beschouwingen .gevoerd, verleden jaar kregen wij liet onderzoek in de afdeelingen. Thans is dii niet geschied, wat spr. bejammert, omdat hij acht dat het de samenwer king tusschen B. en W. zeer bevordert. Lui voor de raadsleden is het een uitne mend ding 0111 kennis op te doen van het gemeentelijk beheer. oorts spijt het spr. dat de begrooting zoo spoedig aan de orde is gesteld. In dien nog een paar weken gewacht was, hadden wij er ons meer kunnen inwer ken. liet is nu een snelle afhandeling, zoo snel, dat we pas sinds een paar da gen de opmerkingen der Financiëele Commissie hebben en daarop nog niet eens het antwoord van B. en W. en dus nog in 't onzekere vekeeren. Spr. bejammert dat op deze wijze de begrooting behandeld wordt, ofschoon hij er geen spijt van heeft een stemming te hebben uitgelokt, omdat het beter zoo is dan in afdeelingen te vergaderen, waarin anderhalve man én een paarde- kop komen. Het is wel goed den huidigen toestand der gemeente eens te bezien. Reeds een paar jaar geleden hadden wij gehoopt dat er een einde was gekomen aan de moeilijkheden. Maar ondanks alle ener gie is er nog geen einde en zijn de voor uitzichten verre van schitterend. Over land- en tuinbouw behoeven we hier niet te spreken, wij weten de malaise alle dagen uit de couranten. Spr. komt dan op de Visscherij. üe toestand is ook niet rooskleurig door het niet beter worden der vissche rij. Moge dit bedrijf straks door andere industrieën (Hoogovenbedrijf enz.) misschien in beteekenis relatief minder worden, thans is het voor de gemeente nog het hoofdbedrijf. De toestand is zoo, dat wanneer wij niet hadden de invasie van Duitsche stoomtrawlers te IJmui- dcn, het bedrijf vrij normaal kon zijn. Indien er een 50 stoomtrawlers meer in de vaart waren, zou dit een belangrijke opleving beteekenen voor de economi sche positie van onze gemeente. De heer Tusenius: Waar moeten die vandaan komen? De heer Schilling: Juist. De heer Vermeulen: Dat zou beteeke- nöh dat 500 varenslui werk konden vinden, terwijl het ook voor tal van an dere werklieden, ook in de nevenbedrij- veil, meer werk zou beteekenen. De heer Schilling: Er zijn geen 500 varenslui meer. De heer Vermeulen acht het van groo- te beteekenis dat het visscherijbedrijf zich vrij kan ontwikkelen en niet door andere landen wordt doodgedrongcn. Wat de "werkloosheid betreft, ook de ze is een gevolg van den economischen toestand. Spr. zou den raad in overwo ging willen geven bij voorziening in de zen nood voornamelijk gebruik te ma ken van productieven arbeid, waarbij weinig materiaalkosten noodig zijn, maar veel arbeidskracht. Spr. wijst in dit verband op Engeland, waai' groote bedragen worden uitge trokken voor poductieve werken. Het maken van een fietspad langs de IJmuider straatweg is ook een werk, waarbij veel handenarbeid noodig is. Spr. wil een bijzonder woord van dank brengen aan den voorzitter, die in dezen tijd van moeilijke economische omstandigheden steeds die hulp heeft verleend, die we van een goed burge meester mogen verwachten. Spr. be doelt dezen dank niet alleen te brengen door de bemiddeling van den voorzit ter in arbeidsconflicten, maar omdat deze getoond heeft de belangen van beide partijen onder de oogen te zien en aldus van de bedrijven. Een woord van dank brengt spr. ook, waar de voorzitter toonde in bedreigde belangen, waar noodig, steeds voor'de 'gemeente op te komen. Temeer waar 't niet gemakkelijk is van hooge oomes wat gedaan te krijgen. Spr. doelt op de vrachtprijsverlagingen voor het ver- vo r van visch naar Duitschland, waar van de eerste verlaging op verzoek van den Burgemeester is verkregen. Al beeft dit thans voor het vervoer naar Duitschland geen resultaten, dat naar is er sterk door toegenomen. Spr. hoopt dat de Voorz. stae'ds voor de Vndreigde belangen onzer gemeente zal blijven opkomen. In 't bijzonder dankt nr. ook nog voor de bemiddeling van den Voorzitter inzake het confiskeeren van belastingschulden. Wat de financiën betreft. De hoofde lijke omslag is f 50000 lager geraamd en als B. en W. van het overschot van i 921 geen f 50000 gereserveerd hadden, zou het f 100.000 lager hebben kunnen zijn. Dit alles stemt dankbaar, maar er is nog wel reden tot critiek. Enkele posten kunnen zeker lager geraamd worden. De begrootingen van de arm besturen leeren ons b.v. dat daar zeker op bezuinigd moet worden. Men moet beginnen met de posten vast te stellen, opdat men niet telkens met suppletoire begrootingen behoeft te komen. Spr. zal daar geen verwijt van maken, bet ge tuigt van het goede hart der leden. De aanraking met armen leidt er niet steeds toe om het medelijden te ver sterken, wel om te verharden. Daarom is medegevoel van armbesturen te prij zen. Spr. meent dat de armbesturen sy stematisch de begrooting moesten vast stellen voor verschillende tijden van 't jaar. Wij kunnen zoo niet doorgaan met het steeds maar geven van steun. Iets anders is een goed financiëel be heer der bedijven. Spr. bedoelt die be drijven, die winst afwerpen cu vraagt of die wel steeds met de noodige zuinig heid worden beheerd. Het hee:t spr. sterk getroffen dat bij het gasbed iji' al leen f 34000 aan salarissen wordt be taald, bij een bruto-winst van f 114.000, dat is 30 procent. Spr. vraagt kan hier niet bezuinigd worden. Zoo ook bij de waterleiding, al is dit een produceer end bedrijf, waar f 25000 aan salarissen wordt betaald. Wat het grondbedrijf betreft, spr. gelooft dat dit 't stekekind is van het gemeentebestuur. De heer Netscher: Wat is dat? De heer Vermeulen: Dat laat ik aan den letterkundige over. De heer Schilling: U weet ook niks. De heer Vermeulen zou verschillende gronden in exploitatie willen zien ge bracht. Thans moet er jaarlijks f 30000 Dij. Wat wordt hier gedaan om de gron den in exploitatie te brengen. In andere plaatsen maakt men er reclame voor. !Ioe lang moet deze toestand duren. Spr. kan een klein verwijt hier niet achterwege houden en den wethouder van openbare werken niet danken. De heer Schilling (tot den heer Dun nebier) Nu is u aan de beurt. De heer Vermeulen: Anderhalf jaar geleden is ter sprake gebracht het ma ken van erfpachtsvoorwaarden voor het grondbedrijf. De zaak zou aan een advocaat of notaris worden voorgelegd In den raad hebben wij er echter niet meer van gehoord. Spr. vraagt of die "stukken in handen van den notaris zijn gesteld, zoo ja wanneer. Spr. hoopt dat de directeur van openbare werken ook de rechte man zal blijken om ook dit bedrijf op gang te helpen. Spr. heeft met blijdschap gezien dat de post voor overtallige onderwijzers verminderd is en hoopt dat de wethou der van onderwijs op dezen weg zal voortgaan. De heer Schilling: Alle scholen slui ten is nog beter. De heer Vermeulen zegt inzake de volkshuisvesting gaarne te vernemen wat B. en W. willen. Wat zijn hun plan nen inzake dit vraagstuk? Wat den reinigingsdienst betreft, verschillende posten zijn wel vermin derd, maar spr. zou toch wel willen weten hoe de bezuiniging bij dit bedrijf in elkaar zit. De heer Dalmeyer zal namens zijn fractie gaarne 't een en ander zeggen, niet alleen om critiek te oefenen, meer om verschillende vragen te stellen. Spr. hoopt op die vragen een ant woord te zullen krijgen, al is het later, na overleg in het college van B. en \4 Eerst wil spr. teruggaan naar 't geen bij vorige begrootingen is ter sprake gekomen. Spr. is het niet te doen om een verkiezingsspeech te houden, hij wil zakelijk wezen. Eerstens vraagt spr hoe 't staat met de stortingen van de winst van het gas bedrijf in de gemeentekas. In 1914 werd daartoe besloten, maar in 1918 hebben wij al gevraagd hierop terug te komen. Het motief, dat het een potje moest zijn om het verlies der waterleiding er me de te dekken, gaat nu niet meer op. Spr. wijst op het voorstel der Fin. Commis sie, om alle bedrijven, die buizen enz. in den grond hebben, daarvoor een re tributie te laten betalen, maar om dan te staken alle winstuitkeeringen aan de gemeentekas. Wat denken B. en W. daarvan? Wat het grondbedrijf, aangaat, spr deelt de bezwaren van den heer Ver meulen, hoewel 't hem bevreemdt dat deze van dien kant komen. Al wil spr. erkennen dat de omstandigheden niet gunstig zijn, er is niet gedaan, wat men had kunnen doen. Spr. vraagt of B. en W. bekend zijn met het, gebrek aan woningruimte in onze ^gemeente, ook of zij de woning ruimte keuren, die dit eigenlijk niet is, waarmee spr. bedoelt de onbewoonbaar verklaarde woningen en de vele ande re krotten. Spr. denkt hierbij aan de verklaring van den Minister van Ar beid, dat hier nog woningnood heersch- te. Een andere oude zaak is de Zieken huiskwestie. Eerst hadden B. en W. de pro-memoriepost hiervoor geschrapt, maar zij zijn daar weer op terug geko- hebben in afzienbaren tijd geeri kans men. De plannen van particuliere zijde op verwezenlijking, wat spr. niemand kwalijk kan nemen. Maar spr. dringt er wel op aan de zaak van gemeente wege ter hand te nemen. Vroeger is voor de benoemde commissie een cre- diet geopend, spr. zou gaarne vernemen of deze zaak weer aangepakt zal wor-, den. In dit verband herinnert spr. aan de opinie, dat voor 't platteland de op lossing der ziekenhuiskwestie gezocht moet worden in het stichten van kleine ziekenhuizen. Van deskundige wordt <^il weer bestreden, maar spr. zou gaar ne weten of B. en W. ook van deze zijde de oplossing onder de oogen willen zien. Wellicht hebben we hier een groot gebouw, dat voor dit doel geschikt is. Spr. zegt dit, omdat hij toch over de voormalige Tuchtschool moet spreken, waar thans tijdelijk de Rijks II. B. S. in gehuisvest is. Spr. heeft gehoord dat men die er blijvend in wil vestigen. Wij hebben ons voor de IJ. B. S. belangrijke opofferingen getroost, spr. vraagt wat er dan zal worden van het speelterrein. Dat kan een lief stropje voor ons wor den. Wij hebben er f 30000 aan besteed, zal het Rijk ons dan de schade vergoe den? In vorige jaren hebben wij sterk aan gedrongen op het instellen van een op haaldienst voor de belastingen. Spr. zou graag vernemen, waarom daar nog niets van is gekomen. Wat de arbeidsverhoudingen te IJmuiden aangaat, speciaal voor de los se arbeiders, wij hebben indertijd sterk gepleit voor een goede arbeidsbemidde ling. De commissie, waarin spr. zitting had, wil met een voorstel komen tot op richting van oen Arbeidsbeurs. Spr. wil gaarne een definitieve uitspraak van don raad on stelt daarom de volgende .motie Voor: „De raad der gemeente Velsên, van meening dat voor een zoo noodige re geling van de arbeidsverhoudingen in het IJmuider bedrijf als geheel, meer speciaal wat betreft de z.g. losse ar beiders, de instelling van een Ar beidsbeurs te IJmuiden dringend ge- wenscht is, noodigt B. en W. uit ten spoedigste daartoe een voorstel aan den raad te doen." Mogelijk is een andere oplossing ge- wenscht, spr. hoopt dat B. en W. die dan den raad zullen voorleggen. Wat de kwestie van een Zeevaart- -chool betreft, spr. is niet zoo optimis tisch als de heer Vermeulen mi gelooft niet dat het visscherijbedrijf te I.Imui den weer zijn vroegeren omvang zal herkrijgen. Men kan niet zeggen als Duitschland maar weer koopkracht heeft. Dat is een zeer rekbare term; het is een kwestie van de stabilisatie van den geldkoers. Als het IJmuider bedrijf moet worden ingekrompen, moeten wij medewerken lot het scheppen van instellingen voor de bevolking, welke van nature aange wezen is op de zee. En de zeevaart school is een instelling, waar velen zich bekwamen in andere richting. Spr. heeft nog een oude zaaa, die bij huiverend aan de orde stelt. Ilii bedoelt de toekomstige ontwikkeling der ge meente. Spr. vraagt welk inzicht B. en W. daarin hebben. Spr. meent dat de gemeente zich niet aan de visscherij als plechtanker mag vastklemmen. An dere industriën zullen hier moeten ko men. Wat wordt daarvoor gedaan'? Spr. herinnert aan het antwoord van den vorigen Burgemeester op deze zelfde vraag, die een onderhoud terza ke had met den Commissaris der Ko ningin in ons gewest. Toen zouden ver schillende misverstanden uit den weg worden geruimd, er zou een studie commissie komen enz. Spr. vraagt wat daarvan geworden is. Spr. komt dan op de verkeerswegen in onze gemeente. Ook in dit opzicht hebben we niet gekregen, wat toen toe gezegd was. En de aanleg van flinke verkeerswegen in onze gemeente is zeer noodig. Het ter hand nemen van deze plannen zou ook een belangrijke stap zijn voor het wegnemen van den nood der werkloozen. Spr. vraagt of dit niet mogelijk is. Dan komt spr. op de tramplannen. We weten van de poging tot het doen verdwijnen van de stoomtram. Anderen spreken van electrificatie der tram. Maar dat komt spr. apocrief voor. Hoe ver staat het met den aanleg van een tram IJmuiden-Haarlem, wat van groot belang is voor onze gemeente? Spr. noemt dan nog enkele oude din gen, n.l. de hertaxatie van de gronden van het grondbedrijf, welke dringend noodig is, vraagt wat het standpunt van den wethouder van onderwijs isiri- zake de aangenomen motie-Tusenius, tot het instellen van 'n commissie van bijstand voor het onderwijs. Het schijnt dat deze de motie naast zich heeft neer gelegd. Kunnen B. en W. mededeelen wat de vooruitzichten zijn van Velserbeek en hoe 't staat met de grenswijziging? Ook noemt spr. de classificatie der ge meente. Achten B. en W. een uitspraak van den raad noodig? Tot de begrooting zelf komende, her innert spr. aan het voorstel van den voorzitter van verleden jaar, om de sa larissen der wethouders te verhoogen. De Voorzitter zou er thans op terugko men, maar dit is niet gebeurd. Wat is daarvan de oorzaak? Spr. noemt de toestand der financiën en dit brengt hem tot zijn eigen opinie, dat de toestand zeer somber is. Spr. meent dat we zeer sober zullen moeten doen, om tot herstel te komen. Spr. had graag een overzicht van den financi- eelen toestand der gemeente willen zien en zou dit gaarne ieder jaar hebben, ook een opgaaf van de bezittingen en schulden. Men wil f 50000 van het overschot van 1921 bestemmen voor aflossing van een geldleening. Spr. vraagt zich af of dit wel goed is, waar het lang niet zeker is dat wij de geraamde post als nooduit- keering van het Rijk zullen ontvangen, wat f 45000 minder zou beteekenen. Ge- dep. Staten van Zuid-Holland hebben b.v. geweigerd deze post op de begroo ting uit te trekken. Indien er buitenge woon afgelost moet worden, zou spr. niet meer dan f 30.000 willen uittrekken Maar spr. voelt weinig voor buiten gewoon aflossen, Haar hij weinig ver trouwen heeft in het binnenkomen van tie inkomsten, zooals die zijn geraamd. Spr. gelooft niet dat de middelen zoo zullen vloeien en daarnaast dat groote bedragen voor de bestrijding der werk loosheid beschikbaar gesteld zullen moeten worden. Daaraan zullen we wel niet ontkomen. Ook is spr. ertegen om te bezuinigen op bijdragen aan Ver- eenigingen, die bedoelen sociale en li chamelijke opvoeding, daarop mag het allerlaatst worden bezuinigd. Ook de schoolvoeding krankzinnigenverple ging enz. zullen wel meer vragen. Wat bdtreft de raming van belastin gen, daarin kunnen wij niet voorzich tig genoeg zijn. Spr. gelooft niet dat we van een opleving kunnen spreken, het is alles schijn. De economen wijzen er op dat we steeds perioden van hausse en depressie hebben en thans leven wij in een tijd van depressie, spr. gelooft dat we 't ergste daarvan nog niet heb ben gehad. De kohieren zijn geraamd naar den toestand van twee jaar geleden, spre ker waarschuwt ernstig dat we deze bedragen niet binnenkrijgen en is daar om tegen buitengewone aflossing. We fcullen suppletoire begrootingen krij gen voor sociale doeleinden, waarom spr. aanraadt dit potje nog even vast te houden. Spr. hoopt tenslotte dat B. en W. zul len trachten de dure leeningen te con- verteeren en besluit zijn rede met het volgende voorstel. a. Niet te besluiten tot buitenge wone aflossing op een geldlee ning. b. Het daardoor vrijkomende be drag van f 50000 te verdeelen over diverse volgnummers, die uitgaven beoogen voor sociale doeleinden en die verwacht mo gen worden in de naaste toe komst hoogere bedragen te zullen vereischen. c. een eventueel overschot, dan nog aanwezig, te voegen bij den post voor onvoorzien. De heer Langendijk vraagt zich ook if, waarom de begrooting niet in afdee lingen is behandeld. Dit had best ge kund. Spr. merkt op dat de toestand voor vele bedrijven slecht is, niet alleen voor het visscherijbedrijf, maar ook voor land- en tuinbouw. Spr. had daarom gaarne uitvoeriger mededeelingcri van B. en W. gewenscht, n.l. hoe zij hierte genover staan. Er dient wel degelijk re kening mee gehouden te worden. Zeker, er is wat bezuinigd, de hoofde lijke omslag is met f 40000 verlaagd kunnen worden. Daar moet het heen. Spr. gelooft dat de belastingopbrengst in 1923 zeer zal tegenvallen, daar vele inkomens belangrijk zijn gedaald. Wij moeten dan ook tot meer bezuiniging komen. Deze moet gevonden worden in ontslag van vooral los personeel. Ook vraagt spr. zich af of de gemeente de 3'/2 procent meer voor pensioenen der ambtenaren voor haar rekening moet nemen. Spr. meent van niet en zegt dan ook dat zijn fractie hier niet toe zal medewerken. Voor het grondbedrijf dienen andere maatregelen getroffen te worden, opdat verliezen worden vermeden. Spr. zal gaarne vernemen wat het standpunt van B. en W. is ten opzichte van de pensioenbijdrage. N De heer Tusenius zal geen groote re de houden. Spr. verwondert zich. dat men niet met voorstellen tot. bezuini ging kwam. Spr. sluit zich aan bij het standpunt der R.K. fractie ten opzichte der pensioenbijdragen. Deze post is f 68000 groot en het gaat niet aan dat de 'ambtenaren maar teren op de ge meenschap. De heer Schilling protesteert hierte gen. De heer Tusenius: Wij kunnen met deze bijdragen zoo niet voortgaan. Spr. wenscht bezuiniging op de poli tie, zonder gevaar voor de veiligheid der ingezetenen. Wat de subsidies be treft, is spr. tot overleg bereid, maar die voor de vacantie-kolonies te ver minderen zou spr. betreuren. De subsi die voor het Centraal Administratie Bureau wil spr. als memoriepost nog even handhaven. Spi'. wijst er op dat we geen brand weer hebben. Moet daar niets aan ge daan worden? Voorts vraagt spr. hoe 't staat met de herziening van het reglement van orde, in 't bijzonder wat het instituut van het stellen van vragen aangaat. Dat het Waterleidingsbedrijf winst blijft maken, daarmede kan spr. zich niet vereenigen. Spr. meent dat op Openbare Werken nog wel i 10000 is te bezuinigen. Over het Visscherijbedrijf wil' spr. iets opmerken. De heer Vermeulen sprak over het in de vaart brengen van nog 50 trawlers, maar waar moe ten die vandaan komen? Wat er nog aan schepen ligt is niet veel meer dan oud roest. Als we de buitenlandsche trawlers zien, vraagt spr. zich af of er met dit oud roest nog wat verdiend kan worden. We hebben nu concentratie gekre gen in het visscherijbedrijf en een ree- derij, die alle andere overheerscht. Daarvan liggen ook oude schepen in den hoek. Wat de Duitsche visch betreft De heer Schilling: Noordzeevisch is geen Duitsche visch. De heer Tusenius: U begrijpt me wel. Geen Duitsche trawlers te IJmui den is een reedersbelang, maar 't geeft toch verdiensten voor velen. Meer trawlers in de vaart beteekent minder werkloozen, maar spr. moet dit nog zien. Wel kunnen er op de IJmuider trawlers meer varenslui van hier ge plaatst worden. Dat we thans geen afdeelingsonder- zoek hebben gehad, kan spr. begrijpen Verleden jaar is er veel tijd aan be steed, maai' op uitvoerig besproken zaken zijn wij door het college met een kluitje in 't riet gestuurd, 't Heeft niet opgeleverd wat er van verwacht werd. De heer Schilling vraagt of 't niet mogelijk is tot inkrimping der politie te komen. Kunnen we deze kwestie nog niet eens in de bestaande commissie bespreken? Ook wat 't ambtenaars- forps aangaat, wil spr. bezuiniging, door enkele vacaturen, als die komen, niet aan te vullen. Wat de 31/2 procent pensioenstorting betreft om "die niet voor gemeenterekening te nemen, daarvoor is spr. wel te vinden. Wat de armbesturen aangaat, spr. vindt dat er nu toch eens een eind moest komen aan den toestand van twee armbesturen. Spr. weet wel dat 1 Let historisch is en het R.K. Rurg. Yrmbestuur eigendommen heeft, maar lie zou spr. wel cadeau willen geven, ils de concurrentie dan maar gedaan was. Thans is het zoo, dat iemand die d.K. gedoopt is, maar van den gods dienst niets meer wil weten, naar 't O.K. Armbestuur moet gaan. Dat moe ten de R.K. toch zelf niet Drettie: vin den. Met den heer Vermeulen is spr. 't niet eens, de gelden voor de armbestu ren moeten gevonden worden, want de menschen moeten geholpen. De re deneering van den heer Vermeulen was echt kapitalistisch. Spr. zou ook meer concentratie wil len van de Woningbouwvereenigin- gen, b.v. onder één groot bestuur, met één administratie. Spr. critiseert dat in de woningen van de R.K. Bouwver. en van Patrimonium alleen R.K. en Patrimonimum-mannen mogen wonen Als protest daartegen heeft spr. de Coöp Woningbouwvereenigmg wel willen voorstellen, dat daarin alleen soc. democraten zouden mogen wonen Wat de werkloosheid aangaat, die is hier niet zoo groot als geschetst werd. Onze plaats steekt hierin gunstig af bij andere. Maar we hebben een aantal werkloozen en die moeten *eholnen. Wat de trawlvisscherij betreft, die gaat best. Men kan zeggen van niet, maar spr. zegt van wel. De vorige maand waren er 108 stoomtrawlers in de vaart, in November 107. Van de 48 die er nog liggen, zijn er weinige in staat te varen. In 1920 voeren er in 3 najaarsmaanden resp. 7, 8, en 25, thans 86, 90 en 108. Het staat dus vasi dat er opbloei in 't bedrijf is, dat heeft spr. ook in de pers aangetoond met het aantal werkloozendagen. Als er dit jaar, als in 1920 en 1921 veel Engelschf drifters geweest waren, was de toe stand nog véél beter. Op 't oogenblik

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1922 | | pagina 2