varen er gemiddeld 50 Duitsche traw lers op IJmuiden, in totaal dus het normale getal van vroeger. Een geluk kig verschijnsel is dat de grens voor Duitsche visch gesloten is, daarom is de afzet naar België zoo toegenomen, wijl daar nu geen overvoer is van visch en onze handelaren den toestand daar hunnen overzien. Wat de arbeidsbeurs aangaat, die kan er alleen komen, als de werkge vers medewerken. Maar dan moeten deze niet met allerlei dolle voorstellen komen als den laatsten tijd. Hierna wordt gepauzeerd. Antwoord van B. en W. Na de pauze zegt de Voorzitter dat B. en W. zoo goed mogelijk zullen ant woorden op de algemeene beschouwin gen, hoewel zij daarvoor veel te kort hebben kunen overlegen. Op de opmerkingen der Fin. Com missie zijn B. en W. wel degelijk inge gaan, niet op alle: maar dat er notitie van genomen is, blijkt uit de nota van wijziging. Wat een ophaaldienst voor de be lastingen betreft, de gemeente zorgt thans niet meer voor de inning van den hoofdelijken omslag. B. en W. wil len nog wel overwegen, of er nog vol doende werk voor zoo'n dienst bestaat Wat de toekomstige ontwikkeling der gemeente aangaat, dat is een groot woord en als men het in zijn werkelij ke beteekenis neemt, zal bedoeld lid kunnen begrijpen, dat B. en W. daar thans niet op kunnen antwoorden. Dat zijn voorganger het in studie zou ne men, is spr. niet bekend en daarom zal hij eens in de stukken zoeken. Over de tramplannen kunnen we niets nieuws meedeelen. Het is een subjectieve meening, maar spr. meent dat voor opheffing der stoomtram, al thans tot Velsen, niet is te vreezen. De Minister heeft beloofd geen beslissing te nemen zonder spr. te hooren. Het college ziet wel degelijk het be lang van een goede verbinding met I.Tmuiden. Over de grenswijziging kunnen wij niets meer meedeelen, dan uit de cou ranten bekend is. De plannen zijn pas ingediend en kunnen nog wel met spoed behandeld worden. Inzake de classificatie is door B. en W. aan de regeering een schrijven ge zonden, dat deze "voor de gemeente zeer nadeëlig zal zijn. Maar of het ef fect zal hebben? Het heeft spr. zeer on aangenaam getroffen, dat de regeling al heelemaal gereed was, terwijl bij de gemeentebesturen nog inlichtingen werden gevraagd. Spr. had verleden jaar beloofd terug te zullen komen op de verhooging der wethouderssalarissen. Zoo ziet men, dat men teveel beloven kan. Maar men zal begrijpen, dat spr. thans niet met het voorstel is gekomen, waar wij an- derer salarissen moeten verlagen, zou dit een slechten indruk maken. Echter blijft spr. de bezoldiging onvoldoende achten, daar de wethouders zich met hart en ziel aan hun taak geven en de ze den geheelen mensch vereischt. Wat de conversie der leeningen aan gaat, daar zijn B. en W. mee bezig. B. en W. zinnen wel degelijk op bezuini ging. Wat de herziening van het reglement van orde aangaat, spr. wil eenige raadsleden vragen deze zaak voor te bereiden. Inzake inkrimping van de politie is de heer Schilling niet juist, als hij meent dat de bedoelde commssie nog bestaat. Spr. wil het wel met minder politie doen, als hij maar goede krach ten behoudt. Enkele vacaturen zijn niet vervuld, eenige te wachten vaca turen zullen evenmin vervuld worden Het rapport over de brandweer is pas verschenen. Maar we hebben geen brandweer als Amsterdam. Spr. wil wel een betere, maar dat kost weer geld. De heer Lande weert zegt dat de heer Vermeulen zich vergiste, toen deze sprak van overtallige onderwijskrach ten. Wat de Rijks H. B. S. aangaat, het is nog lang niet zeker of deze voor goed in de Tuchtschool gevestigd blijft, in onderzoek is of het gebouw er voor geschikt is. Spr. verwacht dat het dit resultaat zal hebben, dat zelfs de meest verwoede voorstander van bezuiniging zal inzien, dat de vestiging der H. B. S. in dat gebouw geen bezui niging beteekent en er een nieuw ge bouw moet komen. Wat de kwestie Visscherijschool Zeevaartschool aangaat, spr. heeft reeds lang in die richting gewerkt. Eerstdaags zal den raad een voorstel bereiken, om aan de Visscherijschool zeevaartkundig onderwijs te doen ge ven. Dit kan echter eerst eind 1923 in gaan en de opleiding kan niet verder gaan dan voor het diploma 3e stuur man. Meer kon spr. niet gedaan krij gen. Wat het instellen van een Commis sie van bijstand voor het onderwijs betreft, spr. heeft geen principieëele bedenkingen, als de raad er bij persi steert. Maar spr. vraagt zich af of de ze commissie het aangewezen lichaam zal zijn om onderwijszaken te behande len. Spr. wijst op een pas benoemde- commissie ad hoc, die in het onderzoek vastliep en het moest overdoen van de Plaatselijke Schoolcommissie. Zoo'n raadscommissie zou wel goed werk kunnen doen bij een reorganisatie van het onderwijs. Spr. komt dan op gas en water. Be zuiniging op personeel bij deze bedrij ven is onmogelijk. Er zijn menschen bij beide diensten werkzaam, dus zoo zuinig mogelijk. Deze bedrijven wor den in den meest economischen zin beheerd. Ook op de gestie van den di recteur van 't gasbedrijf, als zou 't daar wat ruw toegaan, valt geen aan merking te maken. Wat betreft een retributie-regeling, waarover de heer Dalmeyer sprak, een nieuwe regeling is in bewerking en zal den raad eerstdaags bereiken. De waterprijzen zijn zoo, dat er nog lang aan getoornd kan worden, zon der gevaar voor groot verlies.- Onze waterprijzen zijn gunstig in vergelij king met die van Haarlem en van de provincie. De Voorzitter zegt nog een verzuim te moeten goedmaken. Spr. dankt voor de waardeerende woorden, aan zijn adres gericht. De heeren moeten echter niet overdrijven, spr. meent dat eer Burgemeester in dezen tijd zulks verplicht is. Spr wil nog opmerken dat bij mo gelijke vacaturen van ambtenaren, hij cv toe zal medewerken deze niet te vervullen, indien het mogelijk is. De heer Handgraaf zegt' dat de heer Dalmeyer ongerust was over de nood- uitkeering door het Rijk. Spr. meent dat daar geen reden voor is. Spr. wijst er op, dat het voorstel tot buitengewo ne aflossing eerst later, wellicht eerst in September, in behandeling komt en raadt daarom den heer Dalmeyer zijn voorstel terug te nemen. Spr. hoopt dat de kosten voor krank- zinnigen-verpleging dit jaar niet duurder worden. Ze zijn pas verhoogd. Inzake de kwestie der armbesturen verkeert spr. (als voorzitter van het R: K. Burg. Armbestuur) in een moeilijk parket. Spr. zegt dat het niet voldoen aan godsdienstplichten nooit een re den is om de menschen af te wijzen. De heer Schilling: Het is precies an dersom. De heer Handgraaf. Goed. Het treft spr. ook wel pijnlijk, hij wil de zaak daarom wel onder de oogen zien. De heer Dunnebier begint er zijn spijt over uit te drukken, dat de raad de begrooting niet in afdeelingen heeft behandeld. Met de opmerkingen van den heer Vermeulen inzake de werkverschaf fing, is spr. het eens. Wij zoeken dan ook zooveel mogelijk werk, waar meest arbeidsloon in zit. De keer Vermeulen was vol lof over den "voorzitter, maar niet over spr. Den lof aan den voorzitter beaamt spr. ten volle en spr. vond dat hij zelf er nogal goed afkwam, waar hij nog maar zoo kort in 't vak is. De heer Vermeulen: Gelukkig, dat u zelf tevreden is. De heer Schilling: (tot den heer Dunnebier) Uw voorganger kreeg meer standjes. De heer Dunnebier: De standjes over 't grondbedrijf zijn onverdiend. Wij zijn al lang er mee doende. De verifica teur wijdt er ook de noodige aandacht aan. Maar er zijn veel moeilijkheden. De hertaxatie komt dit jaar aan de or de. Voor reclame hebben we niet veel dubbeltjes. Ook hebben we niet veel grond, aan wegen gelegen. Bij erf pachtsuitgifte zullen de menschen ook niet zoo hard loopen. Laten we liever wachten wat er van gemaakt kan worden. Spr. zag graag een groo- te afname in eens. Wat de volkshuisvesting aangaat, het is gebleken dat wij juist inzake wo ningbouw uiterst voorzichtig moeten zijn, willen wij ons geen strop bou wen. Spr. heeft den premiebouw zeer toejuichten ook zeer bevorderd, met als gevolg dat hier 497 woningen met premiebouw zijn gezet en er nog 37 in behandeling zijn. En dit zonder risico voor de gemeente. Er is gevraagd of B. en W. bekend zijn met den woningnood en dubbele bewoning. Maar deze laatste is geen maatstaf om den woningnood te bepa len, daar vele menschen blijven sa menwonen. De heer Schilling: Maar zijn er wo ningen? De heer Dunnebier: Wij willen het gaarne onderzoeken. Maar wat geeft het als wij tal van woningen onbe woonbaar verklaren' en Gedep. Staten vernietigen die besluiten? Gevraagd is hoe de bezuiniging op den Reinigingsdienst in elkaar zit. Eerstens was er op verschillende pos ten al f 5000 bezuinigd, dan is er voor 1923 meer geraamd f 8500 voor een ve ger, een paard enz. Van de wachtgel den voor het ontslagen personeel is ruim f 7000 van de loopende begroo ting betaald en komt slechts f 900 ten laste der nieuwe begrooting. Inzake de Arbeidsbeurs onder schrijft spr. het door den heer Schilling gesprokene, dat medewerking der werkgevers noodig is. Spr. voelt trou wens veel meer voor een goede werk- verdeeling, dan is een Arbeidsbeurs z.i. onnoodig. Aan den heer Dalmeyer zegt spr. dat het wegenrapport klaar is. Aan een lijst van de bezittingen wordt gewerkt Spr. zegt dat inzake het brengen der woningbouwvereenigingen onder één bestuur voor geruimen tijd met bestuurders van 4 vereenigingen een bespreking is gehouden. Een ontwerp werd toegezegd, maar sedert heeft spr. niets gehoord. De Voorzitter zegt nog dat het de bedoeling is van B. en 'vV. den armbe sturen aan te zeggen, dat zij zich meer aan de opgemaakte begrootingen heb ben te houden. Bij buitengewone om standigheden moeten we dan een an deren weg zoeken. Inzake de ziekenhuiskwestie heb ben B. en W. geen bezwaar de bestaan de commissie opnieuw bijeen te roepen De heer Netscher: De voorzitters plaats daarin is door overlijden va cant. De Voorzitter zegt voorts toe dat ieder jaar een overzicht van den finan- ciëelen toestand der gemeente zal ge geven worden. De replieken. De heer Netscher merkt op dat het moeilijk is de uitgaven voor rijwielen van de gemeente te weten te komen. Hoe staat het met het gemeentelijk rij- wielbedrijf? Spr. hoopt dat de grenswijziging spoedig aan de orde komt. Wij moeten terreinen hebben voor fabrieken en waar schepen kunnen komen. Daar voor moeten teekeningen gemaakt worden. Over de tramplannen merkt spr. op dat de stoomtram uit den tijd is. Wij moeten een electrische tram hebben, ook naar IJmuiden. De heer Dalmeyer is dankbaar, maar niet voldaan. Spr. vraagt of de kwes tie van een ophaaldienst niet bij de Fin. Commissie in bespreking kan ko men. Wat de ontwikkelingsmogelijkheid der gemeente aangaat, spr. verlangt niet dadelijk een antwoordt, maar dat moTi deze zaak aanpakt. Over de nood- uitkeering van het Rijk is spr. niet zoo gerust. Hoeveel krijgen wij? De heer Dunnebier: Honderd pro cent. De heer Dalmeyer: Is dat vast? Er is op de Staatbegrooting nog geen cent voor uitgetrokken. Als oplossing van den woningnood bedoelt spr. vooral hulp aan die gezin nen, die geen hooge huren kunnen be talen en nu in ruimfe wonen, die al lang bezet is. Gelukkig is de wethou der evenals spr. sterk tegen dubbele bewoning. De concentratie der Woningbouw vereenigingen is een moeilijke kwestie In 't begin zijn er te veel fouten ge maakt. De Woningraad is een discu- teer-college geworden. Maa* laten B. n W. trachten de administratie te concentreeren. Spr. is 't niet eens met den heer Tu- senius dat de waterleiding geen winst zou mogen maken. Inzake steun aan land- en tuinbouw wijs. spr. er op dat ue Prov. Staten daartoe een voorstel is gedaan. Spr. noopt dat R. c:W. aan Gi dtp. Staten al'e noodige inlichtingen zullen verstrekken Spoedige hulp is In t beste. Dc Voorzitter zegt dat B eri W. in zake hulp aan den tu nbouw het. standpunt van den heer Dalmeyer doe len. De heer Vermeulen is met den heer Tusenius eens dat het water veel te duui is. Bij zulk een groot hygiënisch belang, als de waterleiding is, moeten we komen tot lager tarieven en cm runner verbruik. Tegenover de oplossing der ziekru- huiskwestie staat spr. sceptisch, het is wel zooals de Voorzitter zei, dat de ze zaak bezien moet worden in 't licht van dezen tijd. Wat het visscherijbedi'ijf aangaat, spr. zou het ten zeerste betreuren als de visscherijschool werd omgezet in een Zeevaartschool. Dat het in IJmui den nog zoo gaat als thans, komt door de onverwoestbare energie van visch- handelaren en reeders. Men heeft in 't begin captie gemaakt tegen eenige vischauto's, maar thans rijden er 18, die de visch naar alle hoeken van ons land brengen. Veel geld gaat echter nog naar 't buitenlaiid, als de Duitsche trawlers hier niet kwamen, zou dit ons ten goede komen'en ook vele va- renslui in Egmond enz. Er is veel geschimpt op IJmuiden, men spreekt van een zoodje, dat reilt en zeilt, maar er wordt nog hard ge werkt en aan velen werk. verschaft Daarom mocht er voor IJmuiden wel wat meer waardeering zijn. Inkrimping van hét visscherijbedrijf,- waarover de heer Dalmeyer sprak, is volstrekt niet noodig. Er is thans zoo veel afzetgebied in ons land en ook in 't buitenland, dat bij wegblijven der Duitsche trawlers onze heele vloot kon varen. Daarom is het visscherij-onder- wijs voor IJmuiden 't voornaamste. Zeevaartscholen zijn er 13 in ons land, maar aan de opleiding voor de vissche- rij ontbreekt nog veel. Er kunnen nog best 50 Hollandsehe trawlers in de vaart komen, want er zijn er onlangs al 135 in de vaart ge- wfeest. De heer Tusenius: Vier jaar geleden De heer Vermeulen: Neen, kort ge leden, want spr. moest een opgave aan den Minister verstrekken. Spr. begrijpt niet waarom de heer Schilling hier te gen is, er is in IJmuiden drang genoeg om te varen. De beschouwingen van den heer Tusenius doen weinig ter za ke, feit is dat de Duitsche zondvloed met visch groote schade doet aan het IJmuider bedrijf en de ontwikkeling daarvan tegenhoudt. De heer Tusenius: Meent u dat? De heer Vermeulen: De invasie is geen gevolg van het Duitsche uitvoer verbod. De hooge prijzen der visch de laatste dagen zijn een gevolg van de geringe aanvoeren. Als de heer Schilling zegt dat de trawlvisscherij best gaat, meent spr. de opinie der reeders beter te weten. De heer Schilling: Zegt U nu niet te veel, anders komt er meer los. De heer Vermeulen: \yie bekend' is met de omstandigheden, de prijzen van dc kolen enz. weet beter. De^ heer Schilling: Men zou 't wel willen als in 1916. De heer Vermeulen gelooft dat de rbeiders. daar ook bezwaa^ tegen zou den hebben. De heer Schilling: Ik heb t een ramp gevonden en zal het zoo blijven noe men. De heer Vermeulen dringt ei- ernstig' op aan de begrooting voortaan weer in ildeelingen te behandelen. De heer Tusenius zegt den indruk te hebben gekregen dat de heer Ver meulen, niet ernstig gemeend heeft wat hij zei over 't visscherijbedrijf. De persoon van den heer Vermeulen is nu eenmaal niet los te maken van zijn officiëele functie. De heer Vermeulen: Dat heeft er niets mee te maken. De heer Tusenius: Toch wel. Spr. merkt op dat voor een paar weken nog voorgesteld is wat tegen de Duit sche trawlers te doen. De heer Ver meulen was daarbij, maar het is af geslagen. Spr. zegt dat het nu geen tijd is om te spreken over industrie-terreinen, waar in alle groote steden de industrie- en plat liggen. Inzake de arbeidsbeurs zal spr. voor de motie-Dalmeyer stemmen. Wij moe ten uit de impasse komen. Een arbeids beurs is ook een goede toetsingsgele genheid voor de arbeiders, want spr. is overtuigd dat verscheidene arbei ders niet willen werken en werkloozen van professie zijn. Er is gelukkig nog energie in IJmui den, maar de heer Vermeulen moet niet zoo'n lof brengen aan de werkge vers, dan voelt spr. zich gedupeerd. De heer Vermeulen: Ja, dat kan ik begrijpen. De heer Tusenius: Ja, mijnheer Ver meulen, u weet dat men geen werkge ver is uit philantropie. De heer Schilling: Dat zeg ik nu niet. De heër Tusenius bespreekt nog ver schillende zaken, als de volkshuisves ting, onderwijs enz. De heer Schilling komt nog eens te- :'ug op het dubbele armbestuur. Het bezwaar van spr. is dakjnenschen, die sinds hun jeugd geen gemeenschap meer hebben met de R K. kerk, toch tiaar het R.K. Armbestuur moeten gaan, omdat zij gedoopt zijn. Inzake de kwestie van een arbeids beurs zal spr. den heer Vermeulen niet in één adem noemen met zijn functie. Maar als de werkgevers wat meer meewerkten en de heer Vermeulen zich eens in verbinding wilde stelhm met een partijgenoot van hem (den secretaris der Reedersvereeniging), was er wel wat meer aan te doen. Spr. blijft er bij dat lang niet alle trawlers kunnen varen. De heer Ver meulen spreekt alleen over de slechte, maar niet over de goede tijden. De IJmuider reeders zouden willen dat hier geen Duitsche trawlers kwamen, dat de grens gesloten bleef voor Duit sche visch, maar dat voor de Holland sehe trawlers alles vrij was en deze naar Engeland kunnen gaan, zoodra daar de visch een dubbeltje duurder is. Spr. wijst er op dat er heel w at Duit sche ondernemingen in ons tana zijn, die visch afnemen, b.v. de vischmeel- fabriek te Beverwijk, die visch af neemt, welke anders weer in de zee geworpen moesten worden. Als de vischprijzen hoog zijn en het bedrijf toch niet rendabel, kan dit dan misschien zitten in de exploitatie. Vroeger, toen de kolen f 70 per ton kostten, klaagde men steen en been. Nu kosten ze nog geen f 20 en men klaagt nog. Antwoord van B. en W. De heer Landeweert verdedigt nog maals de financiëele politiek van de bedrijven voor gas en water. We zijn hier met de gasprijs nooit het hoogst geweest en hebben dien dezen zomer weer 2 cent kunnen verlagen. Inzake het zeevaartkundig onder wijs aan de visscherijschool zegt spr. aan den heer Tusenius, dat in het ko mende voorstel ook is opgenomen een vooropleiding voor machinisten. Als men de Visscherijschool wil behouden, wil spr. toch zeggen dat de reeders er wel wat meer propaganda voor mo gen maken. Nu zijn er vaak maar wei nig leerlingen. De heer Handgraaf blijft optimis tisch inzake de nooduitkeering door het Rijk. Wat de armbesturen betreft, spr. er kent dat daar thans menschen komen, waarvan het wel droevig is dat ze daar moeten heengaan. Spr. heeft dit in den Haag ook gezegd. De heer Dunnebier zegt dat inzake woningbouw voor volkshuisvesting spr. nog steeds op een bericht uit den Haag wacht, of er mee mag worden doorgegaan. Maar de bèvoricing van den parti culieren bouw zit spr. in het bloed. Echter is hij altoos welwillend tegen over Vereenigingsbouw. Bij den pre miebouw zijn hoofdzakelijk goede ar beiderswoningen gezet en maar weinig middenstandswoningen. De Voorzitter zegt er weinig voor te gevoelen om weer opnieuw een com missie in 't leven te roepen, die zal be raadslagen over inkrimping van de politie. De heer Schilling zegt daar niet per sé op te staan, als eventueele vacatu ren maar niet worden aangevuld. Verschillende heeren willen nog het woord. De Voorzitter vindt het nu welletjes De replieken zijn soms nog langer ge weest dan de beschouwingen. Spr. zegt dat ook B. en W. er niets voor voelen nu nog duplieken te houden. Daarop wordt de vergadering geslo ten en verdaagd tot Vrijdag i.s. OFFICIEEL. Voortgezette openbare vergadering van den gemeenteraad van Velsen op Vrijdag 8 December 1922, des namiddags 6.30 uur ten gemeentehuize. AOEND A: Behandeling van de verschillende be grootingen voor 1923. Aan de orde komt tevens a. onmiddellijk vóór de gemeente- begrooting; le. hei volgende voorstel van den heer J. A. Dalmeijer: „Ik heb de eer, U voor te stellen: a. niet te besluiten tot buitengewone af lossing op eene geldleening; b. het daardoor vrijkomende bedrag van f 50.000.te verdeelen over diverse volgnummers, die uitgaven beoogen voor sociale doeleinden, en die ver wacht mogen worden in de naaste toekomst hoogere bedragen te zullen vereischen c. een eventueel overschot, dan nog aan wezig, te voegen bij den post voor onvoorzien". 2e. de volgende motie van den heer J. A. Dalmeijer; „De raad der gemeente Velsen van meening, dat voor eene zeer noodige regeling van de arbeidsverhoudingen in het IJmuider bedrijf ais geheel, meer speciaal wat betrelt de z.g. losse arbeiders, de in stelling van een arbeidsbeurs te IJmuiden dringend gewenscht is, noodigt burge meester en weihouders uit, ten spoedigste daartoe een voorstel aan den raad te doen". b. bij volgno. 193 der gemeentebegrootingj de voorgestelde wijziging der begroo ting van de gemeentelijke visscherij school voor 1923 in verband met de wijziging van het reglementdierschool c. bij volgno. 203a der gemeentebegroo- ting het voorstel tot het nemen van een besluit, waarbij de oprichting en instandhouding van den huishoudcur- sus van het St. Agnus-patronaat te Velseroord noodig wordt geoordeeld.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1922 | | pagina 3