doen hebben met (voor een gröot ge ile althans) uitgestootenon, uitge- tcolen door werkgevers en uitgestoo- ;en door hun collega's-werknemers. 1'. i i deele is dat in de verschillende te i! icii hier wel reeds uitgekomen. .'.1 i beeft hier gesproken van „niet ge ur op de werken", men heeft gezegd ,J,-t er gepast werd voor hen in de or- ni a tie" en uit de verslagen in de o ui en bleek duidelijk dat men langs „organisatie" iets wilde be- i eiken en liet tegelijkertijd, sprekers óptrcden, welke niet geheel vrij waren van -ovjet"-vlekjes, doch dat was ge heel hun zaak, niet de onze; ter oriën teering van een Raadslid, welke mede moei beslissen over loonen en arbeids voorwaarden van deze heeren is het misschien niet vreemd dit hier eens op te halen. Wat hebben dez'e menschen de laat- sti jaren gedaan? Het zijn voor het grootste deel losse arbeiders. Waarom u-orden deze menschen gehouden bui tel den lossen arbeid te IJmuiden? V carom laten de werkgevers juist de ze menschen geen enkele zelfs maar sporadische toe tot den lossen arbeid? Ik weet het, U, noch het College kunt deze vragen beantwoorden, maar ik geef U in overweging, laat de werkver schaffing toch vooral zijn toetsingsge- legenheid, laat toch vooral toezicht ho den en de ervaringen zoo mogelijk individueel vastleggen. Met toezicht en schifting zult hier buitengewoon veel nut kunnen stichten. Ik heb de lijsten der sollicitanten ingezien en ik zou velen dezer menschen met wie ik persoonlijk als zoovele anderen reeds ervaringen opdeed, willen toeroepen, welnu hier wordt U nu een kans ge boden, toont nu dat gij werken wilt, want is deze proef mislukt, dan brengt gij hiermede aan U zelf en aan Uw medearbeiders een harde slag toe. Ik weet, dat de geheele organisatie van den werkoosheidsdienst moet worden opgebouwd, doch heb hot volle vertrouwen in den goeden wil van U en dc andere heeren van het College en ook in de bekwaamheden van de hee- i cn, onder wiens toezicht het werk zal w orden uitgevoerd. Reeds in de dbor mij gestelde vragen liggen voldoende waarschuwingen, dat hier nog vraag- stokken ter oplossing liggen, zoo moei lijk, dat werkelijk de geheele Raad wel eensgezind achter het College mag staan in deze kwestie. Moge behalve een zekexe aanmoedi ging van het College van Burgemees ter Wethouders, het doo>- mij aan gevoerde daartoe een aansporing zijn. De heer Diependaal zegt misschien wol 't beste op de hoogte te zijn van het arbeidersleven. Spr. weet dat 40 cent te kort is om een gezin te onder houden. Maar hij weet ook dat de menschen beter kunnen werken, dan steun ontvangen. Spr. vraagt of er ook menschen te werk gesteld zullen worden, die niet uitgetrokken zijn en hoopt dat dit zal gebeuren. Er zijn verscheidene men schen, die minder per week ontvangen dan f 18, b.v. in Santpoort de bouwvak arbeiders f 16.80 en de land- en tuin- bouwarbeiders f 10.20. Men kan dus be ter werken. Spr. hoopt ook dat allereerst aan 't werk zullen gezet worden menschen, die met grondwerk op de hoogte zijn en vaders van groote gezinnen. Spr. wilde eerst niet meewerken tot dit voorstel, hij vond het loondruk. Maar hij is eens met den heer Warde- cc, r het wordt dan weer een lijdens- kwesl.ie. Als secretaris zijner organi se ik- heeft spr. van verschillende le den gehoord, dat ze liever willen wer ken. De lieer Balmeyer vraagt of Alkmaar oo subsidie had gevraagd of voor eigen risico een hooger loon wilde ge en Als -wij meer dan 40 cent zouden geven, zal er van den Voorzitter dan actie uitgaan, om het raadsbesluit vernietigd te krijgen? Spr. wijst er op dat de provincie u die vooi' zulke werken geven wil, one !hankelijk van de bijdrage van het Rijk. En spr. meent dat de provincie ook niet zulke onmogelijke eischen zal stellen. Als we de zaak zelf financieren redelijker loon geven als het gelooft spr. dat de provincie daar in meegaan en steun verleenen zal. en spreekt nu wel van noodmaatre- ui, maar de menschen moeten er toch voor werken. En van dat werk zal le gemeente in later tijd haar nut heb ben. De Voorzitter zegt dat Alkmaar ook om subsidie had gevraagd, want het be it is vernietigd op voordracht van het Ministerie van Arbeid, afd Werk oosheidsverzekoring. Wat den steun der provincie aan- act, daarover wil spr. alleen mede- iing doen in geheime zitting, ar we moeten dezen avond een i-es'.issjng nemen. Spr. vindt 40 cent el te weinig, en neemt er ook geen acnoegen mee. We zullen dan ook tr.-u htcn een hooger loon te verkrijgen. Maar de menschen moeten aan 't wark, er zijn gezinnen, die het zeer noodig hebben. De heer Baarda: Hoeveel draagt het Rijk bij? De Voorzitter: 5 procent, als het tenminste een bijdrage geeft. De heer Nijssen vraagt allereerst ge- organiseerden aan 't werk te stellen. Die' menschen hebben hun plicht be grepen en er wat voor over gehad. De heer Sluiters: Er is 't heele jaar nog geen organisatie geweest, .die werkloozen hebben opgegeven. De heer Wardenaar: Ja zeker, kijkt u maar in 't dossier. Er zijn tal van conferenties geweest met den Wethou der en den Voorzitter der raadscom missie. Maar nu er agitatie gemaakt wordt, gaat 't veel vlugger. De Voorzitter: Daar protesteer ik te gen, agitatie is er niet gevoerd. De heer Dunnebier zegt dankbaar te zijn voor den steun der leden aan het voorstel. Wij ook zijn er niet enthousi ast- voor, maar wij staan voor het ge val, dat we van twee lichamen subsi die kunnen krijgen. We moeten in vre desnaam nu maar beginnen. Bij een vroegere werkverschaffing met een gelijk loon o.g. als het stan- daardloon werd er geen werk gepres teerd. Spr. hoopt dat dit thans anders zal zijn. Ons voornemen is zooveel mo gelijk in taakwerks te laten arbeiden. De voorbereidende maatregelen zijn reeds getroffen. Er hebben zich 150 menschen aangemeld, waarvan er van daag 15 aan 't werk hadden kunnen gaan. Laten we nu een beslissing ne men, dan kunnen wé morgenochtend beginnen. De. heer Vermeulen zegt dat de heer Davidson heeft gevraagd hoe de men schen van f 18 kunnen rondkomen. Die vraag kan niemand beantwoorden, ook spr. niet. Maar niemand kan ook zeg-' gen, hoe de menschen moeten rondko men, als de raad dit verwerpt. De heer Netscher meent ook dat de raad wel zal moeten beslissen. Maar laten we nu ook verwachten dat we bij zulk laag loon een laag soort werk zullen krijgen. We zouden al Russische naturen moeten hebben om de men schen bij zulk een loon aan te sporen. Spr. wil een woord van protest doen hoóren, dat van hooger hand aldus op onze besluiten wordt ingegrepen op een wijze, die althans voor onze ge meente beneden critiek is. De heer Davidson: Kunt u meedeelen tot welk bedrag het Rijk steun verleent, voor f 10000 of voor f 100000? De Voorzitter: Voor zooveel als nood zakelijk zal blijken. De heer Peek: Is 't mogelijk een kin dertoeslag te geven? De Voorzitter: Helaas niet. Hierna gaat de raad in besloten zit ting. Na heropening vraagt de heer Die- pendaal of ook de feestdagen en mo gelijke regendagen zullen uitbetaald worden. De heer Dunnebier; U vraagt meer als ik verantwoorden kan. De heer Baarda zegt dat men nood gedwongen zijn stem aan het voorstel zal moeten geven. Spr. hoopt nog op hooger loon en wijst er op dat 't Rijk mede oorzaak is van de groote werk loosheid in deze streek. Als er weer geld beschikbaar werd gesteld voor de werken van den sluisbouw, zouden vele menschen werk kunnen vinden. Spr. vraagt of de raad geen adhaesie kan betuigen aan het schrijven der ge meente Amsterdam aan de Staten-Ge- neraal om een grooter bedrag voor de ze werken beschikbaar te stellen. De heer Netscher: Als er werk ge zocht wordt, laden we dan ook denken om den Slaperdijk (gelach). De heer Netscher: Er wordt wel om gelachen, maar de toestand is treurig. Deze dijk is méér kanaal dan weg. De heer DaLmeyer: Na 't geen we in geheime zitting gehoord hebben, moe ten we wel voorstemmen, om de zaak op gang te helpen. De heer Davidson. Sluit zich daarbij aan, De heer Peek: Ik ook, maar onder protest. Stemmen: Nu ja! De heer Peek vraagt of de volgende week weer dezelfde 15 man aan 't werk gaan. De heer Dunnebier: Dat zullen we wel zien. De heer Netscher zegt dat er aan den Duinenberger weg ook nog wel wat te doen is. De heer Baarda wenscht nog een antwoord op zijn vraag inzake 't adres van Amsterdam. De Voorzitter zegt dat 't voor ons ook van belang is met 't oog op ver mindering der werkloosheid. Daarom kunnen B. en W. wel een schrijven op stellen. Bij de rondvraag vraagt dë heer Die- pendaal 't betrachten van meer spoed bij openbare werken bij het terugzen den van teekeningen. Dat is ook ter be vordering der werkloosheid. De heer Dunnebier: Als men een gang naar B. en W. maakt, helpt dit ook wel. Daarna wordt de vergadering geslo ten. VISSCHERIJ. Gedurende de maand October zijn te IJmuiden aan den rijksvischafslag aangekomen 266 stoomtrawlers met f 593.282 besomming tegen in October van het vorig jaar 226 stoomtrawlers, die f 614.507 besomden en in de eerste tien maanden van dit jaar 2259 stoom trawlers met f 5.207.817 besomming te gen 1592 stoomtrawlers met f 4.449.932 besomming iii de eerste tien maanden van het vorig jaar. Verder kwamen van de trawlvissche- rij in October van dit jaar aan de markt; 134 zeiltrawlloggers met f 46457 besomming tegen in October van het vorig jaar 32 dier vaartuigen met f 13.613 besomming en in de eerste tien maanden van dit jaar 1664 zeil trawlloggers met f 695.717 besomming tegen in gelijk tijdvak van het vorig jaar 1323 zeiltrawlloggers met f 781.669 besomming; 8 sleepboottrawlers met f 6322 besomming tegen in October van het vorig jaar 5 sleepboottrawlers met f 4721 besomming en in de eerste tien maanden van dit jaar' 83 sleepboot trawlers, die f 78.3i8 besomden tegen 39 dier vaartuigen met 54.390 besom ming in gelijk tijdvak van het vorig jaar; 179 motortrawlers met f 11.370 be somming tegen- in October van het vo rig jaar 142 dier vaartuigen m. f 21.414 besomming en in dc eerste tien maan den van dit jaar 1445 motortrawlers met f 123.601 besomming tegen in ge lijk tijdvak van het vorig jaar 1672 mo tortrawlers met f 235.934 besomming; 40 zeiltrawlers met f 797 besomming tegen 109 zeiltrawlers met f 3997 be somming in October van hel vorig jaar en in de eerste tien maanden van dit jaar 229 zeiltrawlers, die f 6735 besom den tegen in de eerste tien maanden van het vorig jaar 903 zeiltrawlers met f 40.381 besomming; 6 motorloggers met f 2310 besom ming tegen geen dier vaartuigen in October van het vorig jaar en in de eer- te tien maanden van dit jaar 66 mo torloggers, die 36.067 besomden tegen 45 motorloggers met f 33.333 besom ming in gelijk tijdvak van het vorig jaar. Van vreemde nationaliteit kwamen in October van dit jaar hier aan de markt: 124 Dhitsche stoomtrawlers met f 250.366 besomming, 5 Duitsche mofortrawlers m. f 2560 besomming, 2 Duitsche zeiltrawlers, die f 853 besom den, 11 Deensche motortrawlers met f 13.570 besomming en 3 Engelsche stoomtrawlers met f 8443.besom ming tegen in October van het vorig jaar 68 Duitsche stoomtrawlers met f 159.509 besomming, 2 Duitsche motor- trawler- met f 1972 besomming en 6 Deensche motorkotters met f 10.577 be somming en in de eerste tien maanden van dit jaar 825 Duitsche stoomtraw lers met f 1.706.551 besomming, 11 Duitsche motortrawlers met f 5885 be somming, 3 Duitsche zeiltrawlers met f 1010 besomming, 72 Deensche mo tortrawlers met f 76.476 besomming en 7 Engelsche stoomtrawlers met f 21.414 besomming tegen in de eerste tien maanden van het vorig jaar 505 Duit sche stoomtrawlers, die f 1.466.920 be somden, 49 Duitsche motortrawlers met f 56.953 besomming, 100 Deensche motorkotters met f 156.905 besomming. 56 Engelsche stoomtrawlers met f 46.596 besomming en 1 Engelsche .zeiltrawler, die f 426 besomde. Van de beugvisscherij kwamen in October van dit jaar aan de markt 14 zeilbeugers (sloepen) met f 24.746 b; somming tegen in October van het vo rig jaar 17 zeilbeugers met f 17.426 be somming en in de eerste tien maanden van dit jaar 94 stoombeugers met f 219.635 besomming en 143 zeilbeu gers, die f 237.083 besomden tegen in gelijk tijdvak van het vorig jaar 135 stoombeugers met. f 417.854 besomming en 146 zeilbeugers met f 255.186 besom ming. Van de haringvisscherij kwamen in October van dit jaar binnen: 18 zeillog- gers met f 44.548 besomming, 5 motor- loggers met f 19.663 besomming en 1 stoomlogger, die f 468 besomde en uit Engeland bovendien 177 stoomdrifters met f 157.398 besomming tegen in Oc tober van het vorig jaar 36 zeilloggers met f 136.849 besomming, 7 motorlpg- gers, dië f 27.811 besomden, 2 stoom loggers met f 12.520 besomming en 176 Engelsche stoomdrifters met f 164.669 besomming en in de eerste tien maan den van dit jaa^r kwamen van de ha ringvisscherij binnen: 44 zeilloggers met f 107.918, 9 motorloggers met f 34.987, 2 stoomloggers met f 1959 be somming en 7 open booten met f 112 besomming en 190 Engelsche stoom drifters, die f 172.788 besomden tegen in de eerste tien maanden van het vo rig jaar 118 zeilloggers met f 464.331 besomming, 22 motorloggers met f 120.959 besomming, 5 stoomloggers, die f 31.655 besomden, 13' open booten met f 214 besomming en 254 Engelsche stoomdrifters met f 284.082 besomming De in consignatie aangevoerde visch- zendingen brachten in October van dit jaar op f 5558 (een gering bedrag we gens het Duitsche uitvoerverbod) in October van het vorig jaar f 35.571; in de eerste tien maanden van dit jaar f 220.276 en in gelijk tijdvak van het vorige jaar f 247.18 4. De in October van dit jaar door alle schepen aangevoerde visch bracht op f 1.188.825 en die van October van het vorig jaar f 1.225.162 terwijl de totaal opbrengst van alle in de eerste tien maanden van dit jaar' aangevoerde visch bedraagt f 8.955.326 tegen in de eerste tien maanden van het vorig jaar f 9.148.628. NATUURWANDELINGEN. XXVII. De Houtkap. Thans is het de tijd, begin December, dat men in de couranten geannonceerd ziet: Houtveilingen te V. ten overstaan van Notaris die of die, in de bosschen of op het landgoed genaamd: zoo of zoo; doch in deze dagen minder dan vroeger. Velen weten het, en de reden is niet ver te zoeken. Het gebrek aan brandstof en aan brandhout gedurende de laatste oorlogsjaren en de hooge prijzen die daarvan het gevolg waren, deden de bosschen zoozeer slinken, dat er van een geregeld voortzetten van den houtkap ieder jaar, zooals voor heen, vooreerst geen sprake kan zijn. In deze omstreken geeft de tijd dat het hout gehakt en opgemaakt moet worden, een nuttige en aangename be zigheid op menige boerderij en ook aan menigen tuinder of bloemist geduren de het eentonige en langdurige winter- -seizoen. De tijden en gewoonten zijn nadat HiVdebfand in zijn „Camera Obscura" een tafereel van een houtverkooping schetste, al zeer veranderd. De poëzie en de aardige variatie ten platten lan de zooals die in den ouden tijd beston den, ze zijn 'evenals zoovele oude ge bruiken in bitter proza opgegaan en Verdwenen. Er worden bij houtveilin gen geen ververschingen meer aange boden, geen kwinkslagen of grappen verkocht; de strijkgelden, het kwartjes halen als plok, zijn afgeschaft. Alleen beweegt zich de donkere koopersstoet op klompen voort van koop tot koop, vooraj gegaan door den aanwijzer der nummers en vergezeld door den nota ris of deurwaarder met zijn schrijvende assistentie. In plaats van den zoetelaar die.de bezoekers begeleidde en gelegenheid gaf iets op het terrein te gebruiken, drinkt men nu een afzakker in een dor nabijzijnde herb» rgen. Wie er al zoo koopen, het is vrij wol bekend. Het eiken hakhout en ook het iepen er, es- hen als dat er .is, levert den tuiniers hunne erwtenrijzen en boonenstaken. Groote hoornen koopen wagenmakers, terwijl berken en andere houtsoorten veelal voor brandstof en takkenbos- schen worden gebruikt. De boor moet palen hebben en koopt daartoe gaarne eiken waar een flinke pit in zit; ze moe ten dienen voor scheringen en land hekken en worden na op maat gezaagd te zijn, gewaterd, d.i. in een sloot of vij ver nabij de boerderij in het water ge deponeerd. Zoo worden ze taaier en sterker. Hoewel het hanteeren van bijl, zaag en hakmes een zwaar en hongerig werk is, staat men er dikwijls verbaasd over hoe handig en vlug sommigen in korten tijd een perceel hout kunnen opmaken. Na geestinspannenenden arbeid schijnt houtzagen ook een gezonde variatie te zijn, getuige de Engelsche Minister Gladstone (the great old man), die tot verpoozing steeds aan het houthakken ging en de ex-Keizer Wilhelm, die in den eersten tijd van zijn interneering te Amerongèn steeds aan het zagen was. Doch zulke dikke boomen als té Ame- rongen in de bosschen ,van Graaf Ben- tinck, hebben wij hier7 weinig of niet. De hoofdschotel in deze duinbosschen is eikenhakhout, afgewisseld door al lerlei, ook door berken en populieren. Op.de betere gronden tiert de esch; de els en wilg aan de waterkanten en op vochtige plekken. Nederland is een land waar bijna al le, ook vele uitheemsche houtsoorten groeien, al naar de gesteldheid van den grond, doch liefst niet in de nabijheid er Z6G. Op onze schrale zandgronden in Kennemerland, hebben de hakbossehen van eiken wel een twaalf a twintig jaar tijd noodig om nadat ze gekapt zijn, weer voldoende dik aan te groeien Doch het hakhout mag niet te dik en te oud worden, anders loopen de oude stoven niet meer uit en ook wordt het opgaand eikenhout van onder te kaal en te ijl om voldoende schuilplaats aan het wild te kunnen verschaffen. Er zijn vele houtsoorten die men niet als hakhout kan gebruiken en die na gehakt te zijn niet uitloopen. Dit zijn ondermeer: kastanjes, linden, beu ken, platanen, sparren, dennen, enz. Diegene die bij uitstek voor hakhout geschikt zijn, dat zijn eiken, esschen, elzen, wilgen, eschdoorns, iepen en ook vooral canadapopels. De berk kan ook als hakhout gebruikt worden, doch is een houtsoort die ontzettend veel van het konijn te leiden heeft. Is de acacia wel een der hardste houtsoorten, de berk is voorzeker wel de zachtste. Ze is de boom die tot' in het hooge Noor den en op de schraalste gronden kan tieren. De berk vergezeld van de den, laten alle andere boomsoorten verre achter zich zoodra de Poolcirkel wordt bereikt. Is Denemarken en zijne eilanden vermaard om de prachtige beuken en eikenbosschen, en vindt men nog noor delijker de hier in Nederland groeien de boomsoorten terug, zelfs de hazelaar die allervroegst bloeiende boom, die ook hier in Kennemerland zeldzamer is. Doch de grens van eik en beuk is on geveer aan de Dalalf in Zweden, die van den hazelaar bij Hudiksvall aan de Bothnische Golf; dan begint het rijk van spar, den en berk, die tot ver in Lapmarken en in Finland, het land met groote wouden bedekken, of in kleinere groepen worden aangetroffen De berk is kenbaar aan zijn zilver witte, van den stam loslatende schors; ze is in het voorjaar vroeg groen en het sap wordt in Scandinavië alsdan afge tapt uit de stammen en in kuipen op gevangen öm als een soort wijn te wor den gedronken. De schors dient om er allerhande van te maken zelfs schoe nen die door de landlieden gedragen worden. Spar en den, die hier in Hol land soms zoo slecht willen groeien be reiken in Norrland en Finland een on gekende hoogte, ja de den verdringt daar op den duur alle andere boomen ten slotte, ook de spar. Vroeger toen men de boschcultnur slechts aan de natuur overliet en de bosschen van het oerwoud alleen uoor afbranden gewijzigd en verjongd wer den, ontstond er door overgewaaid zaad of door hetgeen door vogels werd overgebracht jong bosch, ook van loof- boomen. Dit tierde eenige jaren voort doch de enkele of vele dennen die er door zaad waren tusschen gekomen, overheersch- ton ten slotte het gebeel. Zoo geschiedt het in hej, hooge Noor den, en gaat het hier ten deele op de zelfde wijze daar waar het naaldhout bij zaaiïng welig tieren wil. De hazelaar, die mooie boom van het geslacht der elzen, komt hier in Kenné- nerland slechts sporadisch voor, ze is een der vroegst bloeiende met zeer lan sje bloesems of katjes en wordt als eer- Te verkondiger Ier lente, bij bet hout hakken dikwijls gespaard. In het Gel- lersche en ook in andere i-nulen kpnit ze veelvuldige!' voor. 'want van waar komt ook anders de enorme voorraad hazelnoten die hier in de winkels le koop ligt? Ze worden uit andere stre len geimporteerd. Hierboven 'zeiden we dat dé noorde lijkste grens van don hazelaar strekt tot aan de kust van de Oostzee en de Bothnische golf, doch in een zweedsch werk wordt aangetoond, dat het gebied l'an den hazelaar vroeger veel noorde lijker moet hebben geloopen, hetgeen lit het vinden van een groot aantal versteende vruchten in den bodem van moerassige streken en in veen en turf- lagen aldaar is gebleken. Men vond ze daar bij honderden. Uit die vondst zou tevens blijken dat het klimaat van Europa in den loop der jaren kouder is geworden, want daar waar thans de fossile of versteen de noten in den bodem worden gevon den, daar groeit de hazelaar en ook de iep of olm reeds lang niet meer. Thans nu de natuur den winterslaap is ingegaan en de bijl van den bout hakker slechts weerklinkt in de ont bladerde bosschen, duisternis en tries tige luchten den wandelaar verhinde ren zijne ontdekkingstochten in de vxije natuur te vervolgen on het bin nenshuis aanlokkender is, staakt schrijver dezer Natuurwandelingen zijne beschrijving voor een wijle, om wanneer de lente wederom haar intre de heeft gedaan en de natuur begint te leven, opnieuw de aandacht der ge achte lezers voor verdere zwerftochten köor Kennemerland, welwillend te vragen. Hiermede neemt schrijver dus voorloopig afscheid van U en roept II een tot weerziens toe, S. Chr. L. P. i

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1922 | | pagina 2