IJmuider Courant
GEREF. KERK.
CHR. GEREF. KERK.
GEREF. KERK.
NED. HERV. KERK.
10 uur: Ds. Eggink.
GEREF. KERK.
NED. HERV. KERK.
OFFICIEEL.
Bekendmaking Drankwei.
Zaterdag 23 December 1022 Tweede blad
10
uur
5
uur
10
uur
5
uur
10
uur
PREDIKBEURTEN
IJMUIDEN.
VOOR ZONDAG A.S.
EN DE KERSTDAOEN.
NED. HERV. KERK.
Ds. van Oostrom Soede.
Ds. Erdman.
Ie Kerstdag
Ds. van Oostrom Soede.
Ds. Erdman.
2e Kerstdag
Ds. van Oostrom Soede.
Zaterdagavond 8 uur, bidstond.
DOOPSGEZ. GEM. AFD. PROT.-BOND
10.30 uur: Ds. W. Luikinga.
Ie Kerstdag
10.30 uur: Ds. W. Luikinga.
6 uurKerstfeestviering Zondagschool
IJ muiden en Velseroord
2e Kerstdag
Oeen dienst.
10 uur: Ds. Jansen.
5 uurDs. J. D. Boerkoel, van Wijkeroog
le Kerstdag
10 uurDs. Jansen.*
5 uur: Oeen dienst.
2e Kerstdag
10 uurDs. Jansen.
5 uur: Oeen dienst.
10 uur: Ds. J. B. O. Croes.
5 uurDezelfde.
le Kerstdag
10 uur: Ds. J. B. O. Croes.
5 uur: Kerstfeestviering.
s 2e Kerstdag
10 uur: Ds. J. B. O. Croes.
VELSEROORD.
NED. HERV. KERK.
10 uur: Ds. Kroese, Zang van het Kerkkoor
5 uurDs. Foeken, van Haarlem.
le Kerstdag
10 uurDs. Kroese.
5 uurDezelfde, Zang van het Kerkkoor.
2e Kerstdag
Oeen dienst.
10 uurDs. Wissink.
5 uurDezelfde.
le Kerstdag
10 uurDs. Wissink.
j 5 uurDezelfde.
2e Kerstdag
10 uurGeen dienst.
3.30 uur: Kerstfeest, Zondagschool.
VELSEN.
5.30 uurDezelfde.
le Kerstdag
10 uur: Ds. Eggink.
6 Lur: Kerstfeest Kinderkerk, Lokaal
Wijkeroog.
2e Kerstdag
2 en 6 uur: Kerstfeest Zondagschool.
WIJKEROOG.
10 uur: Ds. Boerkoel.
5 uur: Ds. Jansen, van IJmuiden.
le Kerstdag
10 uur: Ds. Boerkoel.
5 uurOeen dienst.
2e Kerstdag
10 uurDs. Kuiper, van Haarlem.
5 uurOeen dienst.
SANTPOORT.
10 uur: Dr. G. A. v. d. Berg van Eysinga.
le Kerstdag -
10 uur: Dezelfde.
2e Kerstdag
5 uurKerstboomviering van de Zondag
school.
Burgemeester en Wethouders der gemeente
Velsen brengen ter openbare kennis, dat op
19 Dec. 1922 bij hen is ingekomen een
verzoekschrift van
Hendrik Ruiter, van beroep visscher-
man, wonende te IJmuiden, om verlof
voor den verkoop van alcoholhoudenden
drank anderen dan sterken drank in de
navolgende localiteit: de voorlokaliteit van
het perceel, plaatselijk gemerkt C 23 zwart
en gelegen aan de Prins Hendrikstraat
aldaar.
Binnen twee weken na de'dagteekening
dezer bekendmaking kan een ieder tegen
het verleenen van dit verlof schriftelijk
bezwaren bij Burgemeester en Wethouders
inbrengen.
Velsen, 20 December 1922.
Burgemeester en Wethouders voorn.,
de secretaris de burgemeester
J. Kostelijk. Rijkens.
Burgemeester en wethouders van Velsen
maken bekend, dat op 16 December 1922
bijlHen is ingekomen een afschrift van een
aan Gedeputeerde Staten dezer provincie
gericht verzoekschrift van Francois Blom Jr
wonende te Velsen om vergunning voor
den verkoop van sterken drank in het klein
aan logeergasten in de gezelschapszaal en
de leeszaal van het casino, gelegen aan den
Nieuwen Schulpweg te Velsen.
Binnen twee weken na de dagteekening
dezer bekendmaking kan ieder tegen het
verleenen van deze vergunning schriftelij
bezwaren bij Burgemeester en Wethouders
inbrengen.
Velsen, 19 December 1922.
Burgemeester en wethouders voornoemc
De secretaris, De burgemeester,
J. Kostelijk Rijkens.
HINDERWET.
Burgemeester en wethouders der gemeente
Velsen, brengen ter openbare kennis dat
het verzoek van
J. C. de Bilt,.te Haarlem, om" in het ge
bouw op het perceel,kadastraal bekenc
gemeente Velsen, Sectie H No. 914, een
electromoter van 10 P.K. te mogen plaatsen
tot het omwisselen van draaistroom in ge
lijkstroom ten dienste van bioscoopvoor
stellingen, door hen is toegestaan.
Velsen, den 21 December 1922.
Burgemeester en Wethouders voorn,
de Secretaris, de Burgemeester,
J. Kostelijk. Rijkens.
6.
7.
8.
OPENBARE VERGADERING
van den gemeenteraad van Velsen op
Donderdag 28 December 1922, desnamid
dag 7 uur, ten gemeentehuize.
1. Belastingzaken.
2. Ingekomen stukken en mededeelingen
3. Tweede stemming over het voorstel
van den heer Vermeulen om den post
volgnr. 9 der begrooting voor de ge
zondheidscommissie voor 1923 te
schrappen.
4. Verdere behandeling der voormelde
begrooting.
5. Verlenging van den termijn van ont
ruiming van eenige onbewoonbaarver
klaarde woningen te Velseroord.
Verkoop van gedeelten van de langs
de Kennemerlaan gelegen voetpaden,
na onttreking aan den openbaren dienst
Verhuur van woningen en grond.
Verleenen van vergunning tot verleg
ging van een gedeelte van de Brede
roodsche beek.
Idem tot het aanleggen van een straat
te Driehuis, tot het aan den openbaren
dienst onttrekken van een gedeelte van
het Santpoorterpad (Kerkpad) en tot
het rioleeren van een gedeelte beek.
Contract voor de straatverlichting.
Naamsveranderingen van wegen.
Praeadvies op .het verzoek van H. van
Kralingen Ozn. te Velsen om onthef
fing van het bepaalde in art. 68, alinea
7, der bouw- en woningverordening.
Opheffing van de rijwielvoorziening in
eigen beheer.
Praeadvies inzake een verzoek tot het
aanbrengen van watermeters in de
huizen van de woningstichting „Patri
monium".
Samenstellen der raadsverslagen.
Credieten inzake de werkverschaffing.
Intrekking van het raadsbesluit, betref
fende de toekenning van studietoelagen
voor het volgen van onderwijs aan een
gymnasium of de daarmede gelijkge
stelde klassen van een lyceum.
Uitbreiding en verböuw der openbare
lagere school D te Velseroord.
Samenvoeging van het 7e leerjaar van
school B met dat van school C en in
verband daarmede overplaatsing van
een onderwijzeres van school B naar
school C te IJmuiden.
Praeadvies op het verzoek van de
afdeeling Velseroord der S. D. A. P.
om ten behoeve van een door haar
opgerichten ontwikkelingscursus ge
bruik te mogen maken van een lokaal
der o.l. school H te Velseroord.
10.
11.
12.
13.
14.
15.
16.
17.
18.
19.
20
21.
22.
23.
a.
e.
8-
h.
Vaststelling van een concept-adres aan
den Minister van Binnenlandsche Zaken
inzake de classificatie der gemeenten
volgens het bezoldigingsbesluit.
Ooedkeuring suppletoire begrooting van
het R. K. burgerlijk armbestuur voor
1922.
Benoeming van
een Ieeraar in de Engelsche taal aan
de gemeentelijke visscherijschool voor
het jaar 1923.
drie leden van het schaalarmbestuur.
één lid van het Roomsch Katholiek
burgerlijk armbestuur,
vijf leden der commissie vanJbijstand
in het beheer der openbare werken,
vijf leden der commissie voor gas en,
water.
vier leden der commissie van bijstand
voor de financiën.
vijf leden der commissie van voorbe
reiding voor de plaatselijke strafwet-
gevng.
twee leden der commissie van overleg
voor de ambtenaren.
twee leden der commissie van overleg
voor de werklieden.
twee leden der commissie van overleg
k.
voor de politieambtenaren,
drie leden en twee plaatsvervangende
leden der reclamecommissie inzake ver
gunningsrecht.
I. acht leden der schouwcommissie.
m. vijf leden der commissie van plaatselijk
schooltoezicht te Velsen.
één lid der commissie van toezicht op
de Rijks Hoogere Burgerschool,
één lid der commissie van toezicht op
de Handelsavondschool,
één lid der commissie van toezicht op
de Nijverheidsavondschool,
één lid der commissie van toezicht op
de visscherijschool.
n.
o.
Vrede op aarde.
Er zal dezer dagen veel over vrede ge
sproken en gedacht worden. Gedurende
de oorlogsjaren is er zelfs hier en daar
aan het front een soort wapenstilstand
geweest. Ook in de loopgraven werden
Kerstboomen opgericht en Kerstliede
ren gezongen. Het Kerstfeest spreekt
immers van den Vredevorst en nooit is
zoo algemeen op dit feest van den We
reldvrede getuigd als in de laatste jaren
Het ideaal is te schooner en aantrekke
lijker, naar mate de werkelijkheid droe
ver en donkerder isr^ Daarom zien we
thans graag sparregroen en roode hulst
bessen, nu in de natuur de vroolijke
kleuren ontbreken en alles zoo vaal en
zwart is.
Een ontwapende menschenwereld ach
ten sommigen een onbereikbaar ideaal
omdat het in strijd is met de menschelij
ke natuur. De oorlogen komen voorbuit
den zondigen aard der menschen. Kin
deren kunnen al geen uurtje met elkan
der spelen, of ze maken onderling ruzie
En in den kring der allernaasten, tus
schen man en vrouw, ouders en kroost
zijn er ook telkens weer onaangenaam
heden en oneenigheden. Zoo bestrijden
rassen en volkeren, religies en partijen
elkaar vaak met groote bitterheid. Men
kan nu eenmaal een kraai niet leeren
zingen als een nachtegaal en een wolf
niet tot een schoothondje maken. Zoo
zullen de volkeren ook niet leeren in
vrede met elkander te leven!
Deze redeneering is juist, als men on
der wereldvrede een toestand verstaat,
waarbij iedere natie bereid is, het eigen
belang ondergeschikt te maken aan dat
der anderen, toe te geven bij kwesties, te
dienen en te verdragen, een zachtmoe
digheid te toonen, die kwaad niet met
kwaad maar met goed beantwoordt.
Gewoonlijk staat de massa zedelijk la
ger dan de enkeling. Wij zullen lang
kunnen wachten, voordat een natie zich
zoo chvistelijkjzal gedragen. In heel dè
geschiedenis weten we geen enkel voor
beeld, dat een natie zich voor een ander
opofferde, tenzij dat offer ook in haar
eigen belang was.
Maar het ideaal van den wereldvrede
is minder verheven en daarom niet on
bereikbaar. Het is meer negatief dan
positief; daarom doet men beter van
ontwapening dan van wereldvrede te
spreken. Alle Nederlanders zijn thans
ils burgers ontwapend; een enkele mis
dadiger alleen gebruikt nog wel eens
mes of revolver. De tijd, dat ieder zijn
eigen rechter was, ligf achter ons. Ver
reweg de meesten kunnen geen schiet
tuig hanteeren en hebben er een heilza
me- vrees voor en met een mes snijden
we onze boterham, maar we gebruiken
het niet als wapen. Toch leven we niet
in vrede met elkaar. Onder onze naasten
zijn er, die we niet kunnen uitstaan en
ook met onze allernaasten kibbelen we
wel eens, we maken elkaar het leven
zuur en verwenschen elkaar soms.
De gewesten van vele landen hebben
elkaar eens fél en bloedig bestreden,
ook al waren ze van dezelfde nationali
teit en spraken ze dezelfde taal. De Frie
zen smalen nu wel eens op de Hollan
ders en de Hollanders vinden de Frie
zen koppig en boersch, maar ze gaan el
kaar niet meer te lijf. Er is eenheid tus-
schen de staten van Duitschland en
Noord-Amerika gekomen. De tegenstel-
"ingen zijn er nog wel, maar oorlog is
tusschen hen een onmogelijkheid ge
worden. Waarom geen Staten van Eui'O-
pa en wel de U. S. A., waarom geen Ver.
Staten der Wereld? Indien Volkenbond,
Hof van Arbitrage en andere instellin
gen van volkenrecht en vrede aan
kracht winnen en de orde en gerechtig
heid tusschen de staten handhaven, is
ontwapening zeker mogelijk, al zullen
menschen dan nog geen engelen zijn.
Het ideaal van het Kerstfeest gaat
dieper én beteekent meer dan volken-
vrede en ontwapening. De vrede, dien
Christus den zijnen beloofde, is in de
harten. Zou er een mensch in de wereld
zijn, in wiens hart volkomen vrede
heerscht, geen onrust voorkomt, geen
twijfel, geen onvervulbare begeerte"
geen strijd? We mogen al blij zijn, in
dien ons hart in vree toeneemt, maar
den vollen vrede zal wel niemand berei
ken. En zeker is er geen vrede in ons
hart, als we denken aan de gewapende
wereld. Het is niet naar onze natuur, om
een medemensch, al is het een wild
vreemde, met een bajonet te doorboren
of met een kogel neer te schieten. De
mogelijkheid, dat die schande en gru
wel en dwaasheid zich weer in de we
reld herhaalt, stoort den vrede in ons
hart.
Eerst vrede in de harten en dan op
aarde! Met evenveel recht kan men het
omgekeerde zeggen: Eerst vrede op aar
de en dan in de harten. Beiden is waar
Met hoeveel meer blijdschap zouden we
ons Kerstfeest vieren, als we de regee
ringen slagschepen zagen sloopen, in
plaats van bouwen, hun militaire hitga
ven verminderen, in plaats van ver
meerderen.
Dat het vredesideaal ons bekoort, be
wijst, dat het met onze natuur in over
eenstemming is. Leeuwen en tijgers
zouden het niet aantrekkelijk vinden
niet langer te bijten en te verslinden
Maar wij hooren naar de profetie van
den vrede als naar muziek en een belof
te, een bede, een roepstem, een missie is
ons het schoone woord van den dichter
Vrede, spreid gij uw zachte vleugels
Over de donk're aarde heen
Over de moeden en gewonden,
Over de duizenden, die verzwonden,
Over al de snikkende monden,
Die verbleekt zijn van geween!
UIT ONS PARLEMENT.
"Ieder jaar opnieuw worden in onze
Tweede Kamer de bespreking en be
strijding vaak van allerlei begrootings-
posten en de beschouwingen over de
partementsuitgaven en ministerieële
daden en beslissingen afgebroken door
een steeds in denzelfden toonaard ge
houden min of meer principieel debat
over de reden van bestaan van een der
departementen zelf en het voortbestaan
van het voorwerp zijner zorg. En ieder
jaar ook splitst zich dit Marine-debat
als 't ware weer in de telkens terug-
keerende beschouwingen, wier tegen
stelling het beheerscht, over de nood
zakelijkheid, de wenschelijkheid en de
mogelijkheid eener Nederlandsche Ma
rine. Dat het dit jaar, nu met het oog
op den berooiden stand onzer schat
kist, alle dubbeltjes wel tweemaal om
gekeerd mogen worden, minder dan
ooit achterwege kon blijven, was te
voorzien.
Er zijn er onder de heeren in de Ka
mer maar weinigen, die de wenschelijk
heid in bestaande omstandigheden per
tinent ontkennen, al bestaan er natuur
lijk omtrent de graad dier wenschelijk
heid een enorm verschil, dat loopt van
minister Westerveld en de heer Snoeck
Henkemans, die èen vloot voor ons land
een conditio sine qua van een de ge
dachte aan liquidatie landverraad ach
ten tot den heer Hugenholtz, die er
geen traan om zou laten, wanneer ze
bij den voorraad oud roest werd opge
borgen. Maar deze betrekkelijke eens
gezindheid leidt nog allerminst tot ge
lijksoortige conclusies omtrent het
voortbestaan. Want het blijkt vooral
ile meening omtrent de mogelijkheid,
dip hier den doorslag geeft. De heer
Marchant toonde dit wel het duide
1 ijkst, toen hij het vrahgstuk plaatste
tusschen de zeemacht der groote mo
gendheden eener- en onze financieele
zwakte anderzijds en tot de conclusie
kwam, dat we moeten afzien van een
verdediging, die boven onze krachten
gaat en ons tevreden stellen met een
politiemacht ter zee voor Indië en wat
klein materiaal ter bescherming onzer
zeegaten hier te lande. En hij-illustreer
de deze noodzakelijkheid met een sa
tirische boutade over cmze vlootpolitiek
en de telkens nieuw opduikende plan
nen, die al verouderd waren, voor we
aan haar uitwerking toekwamen.
's Heeren Hugenholtz' betoog sloot
zich hierbij vrijwel aan. Onze uitgaven,
zoo beweerde hij, waren van 16','2 mil-
lioen in 1913 tot 48V2 millioen gestegen
en nog hadden we geen vloot van eeni
ge beteekenis,getuige onze onmacüt
om de zeerooverijen in Indië te beper
ken en de onmogelijkheid om een oor
logschip naar Smyrna te zenden, en
zelfs na^ aanname der Vlootwet zouden
we er geen hebben.
Dit laatste bleek de minister niet met
den heer Hugenholtz eens. Maar zijn
uiting dat niet aanname dezer Vloot
wet liquidatie der vloot beteekonde,
duidde er wel op, dat zijn meening om
trent den tegenwoordigen toestand van
die des heeren Hugenholtz niet "00 b el
ver afstond. De heer Van der Voort van
Zijp, die, evenals de heer Snoeck Hen
kemans, sterk voor een goede vloot
bleek te ijveren, sprak die overeenstem
ming onomwonden uit. Zonder vast
plan hadden we zelfs aan een begroo
ting van 50 millioen niets. Van de 6120
man diehden slechts 2000 man werke
lijk op de vloot en van het materiaal
was 50 procent verouderd. De Vlootwet
was de eenige uitkomst en voor Indië
moest men zelfs niet op dié wet wach
ten. Qe andere heeren bewogen zich
over 't algemeen tusschen deze twee
opvattingen in, maar hadden soms wel
een zwaar hoofd in de kosten, nu onze
financieele toestand niet schitterend
is.
Die toestand drukt niet alleen de
vloot; ook de beeldende kunstenaars
en de tuinbouwers. Voor de eersten nam
de interpellatie van den heer Kleerekoo-
per het op, voor de tweeden gaf de heer
Duys zich moeite.
Door de regeering was indertijd een
commissie samengesteld van kunste
naars van beteekenis, die advies zou ge
ven omtrent het besteden der f 25.000,
die de regeering tot steun van de beel
dende kunstenaars had bestemd onder
voorwaarde," dat ook de betrokken ge
meenten het hare zouden doen. Die
commissie had het moeilijk gevonden
een bepaald criterium aan te geven om
dat soms miskende talenten toch later
nog een naam voor vele eeuwen bleken
gekregen te hebben, had daarom ont
heffing gevraagd en den raad gegeven
door bemiddeling van het Steuncomité
voor kunstenaars dat geld te verdeelon,
een raad, waar de regeering niet aan
had gewild, omdat zij meende in de be
staande omstandigheden niet zoo maar
geld te kunnen geven zonder eenige
controle of medezeggingschap harer
zijds en dus den post van de begrooting
afgenomen.
De heer Kleerekooper stelde nu voor
die gelden weer uit te trekken, te meer
waar de betrokken gemeenten bereid
gebleken waren haar aandeel bij te dra
gen. Maar minister Ruys vond het een
beetje een lastig geval. De regeering kon
alleen die kunstenaars steunen, wier
waarde zoo groot was, dat behoud hun
ner talenten voor het vaderland v^m be
lang was. En waar zij een maatstaf mis
te, kon ze tot .de subsidie nog nh-t be
sluiten.
Met de tuinbouwers, voor wie de heer
Duys interpelleerde, bleek het een ander
geval. De minister bleek niet overtuigd
van den algemeenen nood, wei van het
bestaan van een algemee .e malaise op
dit gebied ere van een noodtoestand hier
en daar. De toestand werd, meende hij,
meer veroorzaakt door vrees voor het
ontstaan van een noodtoestand. En de
rapporten der tuinbouwconsuleutnn
hadden hem in die meening versterkt.
Met was hoofdzakelijk het gevolg yan
de verminderde koopkracht van het
buitenland. En daartegen was weinig
te doen. Maar de regeering had e n
commissie gevormd voor credietverlee-
ning en een voorstel tot afschaffing der
strijkgelden ingediend. Verder wilde ze
wel beloven maatregelen te overwegen
in de richting ook van de motie, die de
heer Duys voorstelde. Maar die motie
zelf kan ze evenmin als die van den
heer Dresselhuys-aanvaarden. Deze bei
de moties drongen beide op onmiddellij
ke steunverleening aan, de eerste door
middel van crediet, de ander door mid
del van borgstelling.
De heer Duys, die verschillende feiten
had opgesomd ten bewijze van het be
staan van een noodtoestand, zoodot het
vorig jaar voor 12 millioen, dit jaar
maar voor 3 millioen appelen in een
zelfde maand was uitgevoerd en dat de
omzetbedragen op veilingen met onge
veer 6 millioen waren gedaald, had ver
der een reeks maatregelen opgesomd,
die hij tot hulpverieenen doelmatig
achtte o# wel ter vermeerdering en ver
zekering van het afzetgebied, zoo door
verlaging der spoorwegtarieven, tot
vermindering der lasten, tot vergemak
kelijking van het crediet enz. Alleen ten
opzichte van de spoorwegtarieven kon
minister Ruys hem naar de tegemoetko
mingvan den minister van Waterstaat
verwijzen, die bij de behandeling der
begrooting zich tegen verlaging van de
tarieven zoo voor personen als goederen
in 't algemeen had verklaard, maar wel
voor wederinvoer van het buurtver
keer bleek te voelen en wanneer b.v.
tuinbouwers uit een streek 't gebruik
van een zeker aantal wagons konden
waarborgen b.v. 5000 in 2 maanden, op
die wijze wel wat verlaging der vracht
tarieven zou zien te verkrijgen.
Bij de behandeling der begroeting
van binnenlandsche zaken, die door dié
hier boveh besproken interpellaties
werd onderbroken kwamen nog de cir
culaire van den minister aan de ge
meenten, ter aansporing tot zuinigheid,
de hervorming van het evenredig kies
recht door een novelle tot wijziging van
den kiesdeeler, de regeling van de zo
mertijd, enz. ter sprake. In zake den
zomertijd wenschte de heer Bakker een
"regeling die de voordeelen van die tijd
voor de stedelingen behield, maar de
nadeelen voor de plattelandsbevolking
wegnam, terwijl de heer Van der Waar
den een motie indiende, door de Kamer
aangenomen, de regeering om gegevens
omtrent voor- en nadeelen verzoekende.
De Waterstaatsbegrooting bracht ver
der nog den Zondagsdienst aan de orde
en, allerlei plaatselijke belastingen. En
bij die van Marine sprak de heer Hu
genholtz zijn vreugde uit over vervan
ging van de oude houten loodsschoeners
en zijn teleurstelling over het niet ver
plaatsen van den loodsdienst van Hel-
levoetsluis naar Hoek van Holland en
de lieer Van de Bilt zijn tevredenheid
over de verbetering van den loodsdienst
in de Wielingen.