waarvan P. de Boer voor het Kantonge recht werd gedagvaard dat ten dage der behandeling, op 13 December 1922, de ambtenaar van het Openbaar Ministerie, na ter terechtzitting de juiste toedracht te hebben vernomen, vrijspraak requieerde, waarna de heei kantonrechterop staande voet den beklaagde vrijsprak; dat adressant zich had gevleid, dat nu eindelijk een gunstige beschikking ten spoedigste zoude volgen, doch hij daarin werd teleurgesteld, daar hij op 24 Dec. 1922 een afschrift ontving van eene op 19 December 1922 door burgemeester en wet houders genomen beschikking, waarbij de gevraagde vergunning werd geweigerd op grond, dat het bepaalde bij art. 7, alinea 1 der Bouw- en Woningverordening niet zou worden inachtgenomen dat adressant zich in de eerste plaats de opmerking meent te mogen veroorloven dat, wanneer die grond voor afwijzing terecht mocht hebben bestaan, het in de eerste plaats niet duidelijk is, waarom bur gemeester en wethouders niet uit krachte van art. 83 der bouw- en Woningverordening vrijstelling hebben verleend van het bepaalde bij art. 7 alinea 1, doch bovendien het kwalijk valt in te zien, waarom burgemeester en wethouders ruim tien maanden noodig hebben gehad om naar een argument voor afwijzing te zoeken, totdat zij bovengenoemd argument hebben gevonden; dat adressant echter van oordeel is, dat de door burgemeester en wethouders aan gevoerde grond, waar het een bestaand gebouw betreft, dat herstelling behoeft, en het niet geldt eene min of meer ingrijpende verbouwing, niet steekhoudend is, in welke meening hij is gesterkt door de jurispru dentie van den Hoogen Raad der Neder landen; dat adressant het liefst de aangelegenheid in der minne tot een bevredigende oplos sing gebracht ziende, zich mitsdien tot Uwen raad wendt, met eerbiedig verzoek, dat hei den raad moge behagen, met vernietiging van het besluit van burgemeester en wet houders Uwer gemeente van 19 December 1922, alsnog aan adressant de gevraagde bouwvergunning teverleenen, willendeadres- sant nochthans niet geacht worden te er kennen, dat zoodanige vergunning volgens het heerschende recht vereischt wordt, waaromtrent adressant zich dus wel uit drukkelijk alle zijne rechten voorbehoudt; dat adressant tenslotte Uwen raad eer biedig verzoekt in deze, ter voorkoming van grootere schade door adressant te lijden, zoo spoedig mogelijk, kan het zijn in de eerstvolgende raadsvergadering, eene be slissing te nemen. 'tWelk doende enz. O. VELLINOA. Velsen, 22 Jan. '23. Bij de Woensdag ten overstaan van Notaris Boerlage uit Velsen gehouden verkooping werden van de 13 perc. tuin en bloembollengrond de perc. 6 en 7 ge kocht door den heer J. v. d. Lijn alhier' voor f 1282. De andere perceelen wer den opgehouden. Deze perceelen zijn ge legen aan den Rijksstraatweg tegenover, Rozensteyn. De perc. wei- en hooiland in de Vel- ser-Oostbrock en de Velser-Westbroek werden gekocht door den heer J. Visser te Velseroord voor f 19486. VELSEROORD. Ju rif Jeum-concert Euphonic. Woensdagavond had in Tivoli het ju- bileuin-concert plaats van het Sympho- nie-orkest Euphonie. De zaal was vol, te vol, want het was er zeer warm. Nadat het orkest op het podium, waarvoor een plan ten versiering prijkte, had plaatsgenomen, nam de voorzitter de heer J. Visser, het woord. Deze zeide dat er voldoende redenen waivn om het 5-jarig bestaan te herdenken. Aan de donateurs heeft Euphonie veel te dan ken, daarom biedt Euphonie dit concert] aan. In de 5 jaren van haar bestaan heeft de Vereer.iging al heel wat doorge maakt. Van de 17 leden, waarmede be gonnen werd, zijn er nog slechts vier (•ver. Daaronder is één dame, n.l. Mej. Jansen, die de voorzitter huldigt met een bouquet bloemen, den weusch uit sprekend dat zij nog lang lid mag blij ven. Aan dei; tegenwoordigen directeur (<Le heer M. Adam te Haarlem), is Euphonie veel verschuldigd, aldus de voorzitter. Hij toch heeft de Vereeniging tot haar tegenwoordigen bloei gebracht, zoodat het orkest nu 30 leden telt. Uit erkentelijkheid daarvoor bood spr. den directeur een foto van het orkest in mooie lijst aan. Spr. richtte daarna nog woorden van dank tot den Beschermheer, Dr. Ooster- w'ijk, die eerst tegen de pauze verscheen en tot het eerelid, den lieer A. de Wit. Daarop nam de heer de Wit het woord, die zeide het eerelidmaatschap aanvaard te hebben uit liefde tot de Vereeniging. Spr. zeide dat de oudste donateurs nog altoos levendig belang stellen in Euphonie. Als spr. woorden van dank spreekt, wil hij die allereerst richten tot den voorzitter, die trots al le tegenspoeden heeft volgehouden. Door hem is Euphonie wat het thans is. Waar de Vereeniging reeds 3 directeu ren versleten heeft, hoopt spr. dat ze den heer Adam nog jaren als dirigent mag behouden. Hierna kwamen nog een stroom van gelukwcnschen los. De heer Erbrink sprak namens de Gem. Zangver. Poly hymnia alhier, en bood prachtige bloe men aan, wat hij eveneens deed namens de exploitanten van Tivoli. De heer A. de Waal deed het namens de IJmuider Volksstem, de heer De Greef na mens de Harmoniekapel De Eendracht der Papierfabriek te Velsen. En nog meerdere bloemstukken werden aange dragen, zoodat het podium als in een tuin was herschapen. Een der bestuurs leden van Euphonie, de heer Raadman, richtte daarop het woord tot den voor zitter en huldigde hem voor zijne lei ding, daarbij hem een vulpen als sou- verair aanbiedende. Eerst toen, kwart voor negen, kon het concert aanvangen. Dit werd geopend met een jubileummarsch van den di recteur, die warm werd toegejuicht .en waarvoor hem een prachtige bloemen mand werd aangeboden. Een prachtig programma werd dezen avond door Euphonie uitgevoerd. We zullen er niet over in bijzonderheden treden, het één was mooier dan het an der, maar genoten hebben we den gan- schen avond. Mooie nummers waren het, de Ouver ture van Keler Bèla, de Ballet Musik van Schubert, de Dorfkinder Walner van Kalman, enz. Bijzonderlijk willen we echter noemen Ases Tod, dat een su blieme vertolking genoot, zóó mooi, dat we het gaarne nog eens hadden gehoord Het publiek was geestdriftig en aan '1 eind was het applaus zóó groot, dat de marsch van den directeur nog eens werd gespeeld. Daarna bleef men nog geruimen tijd gezellig bijeen. Euphonie heeft haar 5-jarig bestaan met een mooi concert gevierd. Wij ook spreken den wensch uit, dat de Ver eeniging nog lang zulke schoone avon den zal kunnen schenken. VELSEN. Melkinrichting „Velsen". Eenigen tijd geleden werd het perso neel dezer inrichting de mededeeling ge daan, dat een loonsverlaging zou wor den ingevoerd van f 2 per week in twee termijnen, en wel de eerste 28 Januari en de tweede 10 Februari. Na een conferentie,, welke het hoofd bestuur der Nederlandsche Vereeniging van Fabrieksarbeiders had met het be stuur der werkgevers-organisatie, zijn naar Hl. Dbl. meldt, deze datums ver schoven tot 10 Februari en 10 Maart. Ge tracht zal nog worden de tweede verla ging ingetrokken te krijgen. IJMUIDEN. Aan de ijswerkers alhier was door de patroons alhier tegen 31 Januari een loonsverlaging van f 2.50 per week aan gezegd. Hierover hebben de arbeiders vergaderd. Besloten werd in deze loons verlaging te berusten, hoewel er ont stemming was, dat deze verlaging zoo maar aangezegd was, buiten de organi saties om. Dat zou men een volgende maal zich niet laten welgevallen. De Hervormde School in de Kei zer Wilhelmstraat alhier zal in Mei 25 jaar hebben bestaan. Dit feit zal feeste lijk worden herdacht, o.a. door het hou den van een bazar. In de commissie voor dezen bazar zijn gekozen uit het schoolbestuur de heeren J. C. Dunne- bier, S. Tijssen, P. Heere en J. Medik. VISSCHERIJ. Vischomzet. De omzet in de Rijksvischallen bedroeg in Januari van dit jaar f 1.199.791.tegen f 890.845.— in Januari van het vorig jaar. De Deensche schoïvisscherij. C. G. J. Petersen. Over het scholbe stand en de schoïvisscherij in verschil lende wateren. Rapport aan het Mini sterie van Landbouw van het Deerisch biologisch station XXIX, Copenhagen 1922. In bovenstaand geschrift geeft Dr. Petersen een samenvattend overzicht van de resultaten zijner waarnemingen in de Deensche wateren, die hij nu wel haast 40 jaren verricht heeft. Zijn voor naamste doel is, te onderzoeken welken invloed de visscherij heeft op het schol bestand in verschillende richtingen,' zooals: de groottte der schollen, hun ouderdom en groeisnelheid, de dicht heid van de bezetting van den bodem en de grootte der jaarlijksche opbrengst. Het belang van den mensch brengt nu eenmaal mede om van de in zee aanwe zige schollen de grootst mogelijke jaar lijksche opbrengst te krijgen en daarin speelt de hoeveelheid beschikbaar voed sel een hoofdrol, daar er natuurlijk niet moer schol voortgebracht kan worden dan waarvoor voedsel is. Voor de oplossing van dit -vraagstuk hebben de onderzoekingen van Dr. Pe tersen, gedurende vele jaren verricht omtrent de gesteldheid van den zeebo dem in de Deensche wateren, groote be- teekenis. Hij heeft dit gedaan met be hulp van een klein trawlnet, waarmede trekjes gedaan worden van 10 minuten. In het gebied van Nissum kreeg men gemiddeld 293 schollen per trek; dit aantal neemt snel af in de Limfjord; in de gebieden waar scholletjes uitgepoot zijn vindt men spoedig daarvan 23 stuks per trek. In het Kattegat en de Belten van 6 tot 0; op slechts enkele plaatsen is het aantal grooter. M. a. w. de dichtheid van het bestand is over het algemeen zeer gering, zonder twijfel kleiner dan vóór het overal doordringen der „Snurrevaadde". Trots deze. geringe dichtheid blijft de visscherij met de mo derne vischtuigen loonend; met de Snurrevaade met lange lijnen kan men tot c.a. 20 schollen per trek opvisschen; dat maakt In 10 tot 12 trekken per dag des zomers 200—240 stuks per dag. Soms is het resultaat natuurlijk veel slechter. De dichtheid zal steeds mini maal blijven, want zoodra er zich ergens meer vertoonen stroomen daar de vis schers samen, zoodat het bestand spoe dig weer gereduceerd is. Dr. Petersen vestigde de aandacht op de beteekenis der scherpe steeën voor het sparen van den vischstand. Hier kunnen de visschers met hun zegen niet komen, waardoor de schollen een zeke re bescherming erlangen, zonder welke het er misschien gek uit zou zien met den aanwas van kuitschieters. De leeftijdsbepaling en gedeeltelijk ook de groei, kan geschieden door het onderzoek der jaarringen in de even- wichtsteentjes. Deze heide staan in het nauwste verhand met de intensiviteit der visscherij. De oorspronkelijke toe stand in de Deensche wateren schijnt deze geweest te zijn, dat er een zeer dichte, waar de begrensde hoeveelheid voedsel beperkte bevolking van oude schollen was. Er was niet toereikend voedsel voor een noemenswaardigen jaarlijkschen groei, doch slechts voor levensonderhoud. Toen nu een intensie ve visscherij begon werd het oude be stand snel gedund, maar er bleef des te meer voedsel voor de achtergeblevenen schollen, die daardoor sneller groeien. In de Nissumfjord, overbevolkt met schollen, groeien deze uiterst langzaam. Er zijn daar zoo goed als geene boven de minimummaat 25.7 c.M. Gedurende een reeks van jaren heeft men nu levende schol bij Nissum opge- vischt en deze weer in de dieper land inwaarts gelegen deelen van de Lim fjord uitgepost, w'har zij rijkelijk voed sel vonden. In een enkelen zomer groei den zij tot marktgrootte aan en werden daarop bijna alle opgevischt. De verandering, die het scholbestand in Denemarken alzoo heeft doorge maakt verklaart het eigenaardige feit, dat ofschoon de intensiteit der vissche rij zoowel door het aantal der booten als door de verbetering hunner uitrus ting, enorm is vooruitgegaan, sinds 1890 de totaalproductie van het Kattegat in de laatste 30 jaar vrijwel constant is ge bleven. De vroegere visscherij werd bedreven op een dicht bestand van kleine, oude, langzaam groeiende schollen, terwijl die van tegenwoordig geschiedt op een dun bestand van jonge, snel groeiende schol. Ten slotte behandelt Dr. Petersen de vraag wat er gedaan kan worden tot bevordering der schoïvisscherij. Voor de Limfjord is er door de verplanting een rationeele grondslag geschapen voor exploitatie van het bestand. Voor het Kattegat heeft Dr. Petersen gelijk ook Dr. A. C. Johansen reeds vroeger voorgeslagen de nu vigeerende minimummaat van 25.7 c.M. te verhoo- gen tot 30 c.M. Indien dat zoetjes aan geschiedt behoeft er geen nadeel voor de visschers uit voort te vloeien. De snel wassende schollen in het Kattegat ma ken een zoo hooge minimummaat na tuurlijk wenschelijk! Men bereikt een belangrijke gewichtstoename der ge vangen schol en daarmede een nog veel grooter waardevermeerdering. Grootere schollen kunnen grooter bodem-dieren als voedsel gebruiken, zoodat men daar mede het scholvoedsel zou benutten. Voorts zou een verhoogde minimum maat een grooter aantal visschen tot de geslachtsrijpheid doen opgroeien, waar mede de voortplanting wordt verzekerd. Buiten de beschouwing van het schol bestand zelf moet men zijn opmerk zaamheid wenden tot de schar, een uit gesproken concurrent met de schol in den strijd om het voedsel. Een verhoog de afvissching van de scharren in het Kattegat is daarom aanbevelenswaar dig. Men moet een aanwending te land vinden voor de schar, bijv. als meststof; immers het helpt niet veel of men ze al weer in het water werpt, daar ze krab ben, zeesterren, etc. in het leven houden, die ook weer het voedsel van de schol eten. Uit een en ander moge blijken dat dit geschrift van groot belang is voor de schoïvisscherij. DE TOESTAND DER ZEEVISSCHERIJ in December 1922. Naar de Af deeling Visscherijen van het Departement van Binnenlandsche Zaken en Landbouw ons mededeelt, werd de Zeevisscherij in December met ongeveer hetzelfde aantal vaartuigen uitgeoefend als in de overeenkomstige maand van het vorige jaar. De hoeveelheid en opbrengst der aan gevoerde visch bedroegen volgens voor- loopige opgave respectievelijk: 5.758.500 K.G. en f 1.388.800 tegen 5.303.000 K.G. en f 1.376.200 in Decem ber 1921. Er waren 109 stoomtrawlers in de vaart, waarvan 12 uitsluitend en 25 ge deeltelijk in Engeland havenden, ter wijl toenmaals 121 van deze vaartuigen in bedrijf waren, waarvan 4 hun vang sten uitsluitend en 48 gedeeltelijk in Engeland losten. In het geheel voerden onze stoom trawlers hier aan 1.212.410 K.G. visch, welke f 513.510 opbracht, tegen 1.779.700 K.G. visch met een opbrengst van f 733.600 in December van het vorige jaar. De Duitsche stoomtrawlers losten in het geheel 1.021.000 K.G. met een op brengst van f 284.100 en gevangen in 124 reizen. Niettegenstaande dezen druk ken aanvoer waren de prijzen der trawl- visch vrij goed. De vangsten waren ech ter schraal, n.l. gemiddeld per reisdag slechts 646 K.G. (852 K.G. in December 1921). Dientengevolge waren de besom mingen slechts matig (per reisdag f 274 tegen f 351 in December 1921). Evenals in de voorafgaande maanden namen de zeilloggers en motorkustvis- schers drukker, de zeilkustvisschers minder druk aan de trawlvisscherij deel, dan in dezelfde maand van het vo rige jaar en waren de bedrijf suitkom- sten van alle drie dezer vaartuigsoorten weer onbevredigend. De oorzaak hier van moet voor een belangrijk deel in het slechte weer gezocht worden. Gemid deld per reisdag vingen de zeilloggers 108 K.G. (132 K.G. in December 1921) en gemiddeld per reisdag de motor- en zeilkustvisschers respectievelijk 168 en 100 K.G. (226 en 133 K.G. in December van het vorige jaar). Aan de beugvisscherij namen 3 stoom- en 7 zeilschepen deel (verleden jaar December 5 stoom- en 9 zeilsche pen). De visscherij met zeilschepen werd ernstig belemmerd door het slechte weer. In het geheel werd aangevoerd 40.700 K.G. beugvisch met een opbrengst van f 27.500 (tegen 74.000 K.G. met een op brengst van f 44.900 in December 1921). De drijfnetvisseherij op haring werd deze maand als naar gewoonte beëin digd. Er namen nog 20 stoom-, 9 motor en 100 zeilloggers (verleden jaar Decem ber 16 stoom-, 13 motor- en 93 zeillog gers) aan deel. De vangsten bleven slecht en de prijzen laag, zoodat de uit komsten der visscherij ook deze maand ongunstig waren. Gemiddeld per reisdag bedroegen hoe veelheid en opbrengst der aangevoerde visch respectievelijk: voor de stoomlog- gers 1345 Kg. en f 203 (1318 Kg. en f 209 in December 1921), voor de motorlog- gers 761 K.G. en f 114 (913 K.G. en f 148 in December 1921) en voor de zeillog gers 457 K.G. en f 69 (645 K.G. en f 104 in December 1921). Door Engelsche stoomdrifters werd aangevoerd 225.000 K.G. versche haring, welke f 26.800 opbracht. BINNENLAND. Adverteeren een bron. van inkomsten. Het volgende berichtje vonden wij in De Telegraaf. BREDA. „Reiziger gevraagd, voor dagel. gebruikt artikel. Br. m. porto v. antw. onder no. 0345, bureau dezer", stond er in Oct. j.l., in de Nieuwe Til- burgesche Courant. Natuurlijk offerde er menigeen zijn dubbeltje, tot tevredenheid van den steller, den 20-jarigen W. F. J. II. uit Tilburg, een werkloos arbeider, die op gelijke wijze reeds meermalen de goe gemeente in het ootje genomen had. Ditmaal werd hij echter betrapt en had zich voor de arr.-rechtbank te Breda te verantwoorden. Bekl. bekende en gaf als motief op, momenteel buiten verdiensten geweest te zijn. Het O.M. eischte één maand gevange nisstraf, zeide, geen hoeten te kunnen eischen, omdat op een delict als boven bedoeld slechts vrijheidsberooving stond, doch wel gunstig te willen advi se eren, zoo een request om gratie in zee ging. De officier stelde echter als voor waarde de restitutie van de binnenge haalde gelden. Uitspraak 12 Februari. Is dit het adverteeren, waarin een postzegel voor antwoord wordt ge vraagd, in ons land r§eds een bron van inkomsten, hoeveel meer moet het dit zijn voor buitenlanders, vooral voor Duitschers en Oostenrijkers. Herhaal delijk komen in Ned. bladen adverten ties voor van een Duitsche firma, waar in in een z.g. prijsrebus de namen van twee steden, waarvan de letters ver keerd geplaatst zijn, moet raden. Nu kan een kind op 't eerste gezicht reeds die namen (Venlo en Berlin) zien. 't Is de firma dan ook natuurlijk te doen om de Hollandsche postzegels, die men er bij moet doen. Tot onzen spijt is in ons blad van Za terdag 27 Januari ook zoo'n advertentie geslopen. Een mijnheer uit Dortmund biedt ijverige personen bijverdienste aan van f 67 per dag, nog wel thuis te verdienen. Gevraagd wordt 20 cent por to in te sluiten. Vijf brieven en deze op- lichter(?) heeft thuis (zonder er iets voor te doen, 1000020000 mark ver diend. Honderd brieven en hij heeft 2oo.ooo4oo.ooo mark opgestreken, al naar de koers is. Jammer genoeg zijn er nog vele men- schen, die op dit soort advertenties in gaan en er 40 cents postzegels (20 cent op den brief en 20 cent er in) aan wagen. Daarom is het onzen plicht op deze din gen te wijzen. En wij vertrouwen dat het de administratie ontgaan is, daar dq annonce anders wel niet geplaatst zou zijn. DE ZUIDERZEEWERKEN. De „Vereeniging van Belanghebben den der Nevenbedrijven der Visscherij, welke schade lijden bij de afsluiting en gedeeltelijke droogmaking der Zuider zee" heeft zich met een adres tot de Eer ste en Tweede Kamer gewend, waarin zij er de aandacht op vestigt, dat de toe stand in het Zuiderzeevisscherijbeürijf allertreurigst is. Als voornaamste oor zaken van dezen toestand beschouwt zij: le. de wijze, waarop de plannen tot afsluiting en gedeeltelijke drooglegging der Zuiderzee worden uitgevoerd of zul len worden uitgevoerd; 2e. de steeds mindere toeschietelijk heid van de Regeering in het verstrek ken van crediet aan de visschers. De eerstgenoemde oorzaak doodt alle energie, allen ondernemingsgeest. Langs de geheele Zuiderzee wordt geen enkele nieuwe schuit meer opgezet de toekomst is zoo onzeker, en toch zijn nieuwe schuiten noodig om de af gedankte te vervangen; eigenaars van deze laatsten kunnen zich nu geen an der vaartuig aanschaffen, zijn genood zaakt aan den wal te gaan vergroo- ten het leger der werkloozen. Want wie kan zulke menschen, die van jongs af de zee hebben bevaren en daar hun brood verdienden, nu, op jaren gekomen aan werk en brood helpen? De onder 2 genoemde oorzaak belet den visschers hun vaartuigen, zeilen en netten voldoende te onderhouden dat beteekent verval. De opbrengst der vis scherij is verre van loonend; vernieu wingen en reparation kunnen niet be taald worden. De leveranciers, aldus adressante, zul len genoodzaakt zijn hun leveranties aan de visschers geheel stop te zetten, daar deze in de onmogelijkheid verkee- ren hun schuld thans af te lossen en de toekomst niets belooft. Door dien maatregel zouden èn de visscherij èn de nevenbedrijven zeer ge dupeerd zijn en de reeds zoo ongunstige toestand op zeer bedenkelijke wijze ver ergerd worden. Nog voor korten tijd is aan den ambts voorganger van den minister het ver zoek gericht om het wetsontwerp, ir ge diend door den Zuiderzeeraad en be- oogende een definitieve schaderegeling voor visschers en nevenbedrijven ten spoedigste ter behandeling bij de Ka mer in te dienen. Het belang van allen, die, hetzij recht streeks, hetzij zijdelings betrokken zijn bij de afsluiting en drooglegging der Zuiderzee, eiseht dat die onzekerheid van de toekomst worde weggenomen. De betrokkenen zullen bij een eventueel besluit óf tot algeheele stopzetting van het werk (eventueel uitstel voor onbe- paalden tijd) óf tot krachtige doorvoe ring er van, (b.v. het leggen van den af sluitdijk Wieringen-Piaam in den kortst mogelijken tijd), minder te lijden hebben dan bij den tegenwoordigen toestand. Om deze redenen verzoekt adressante den minister te willen bevorderen, dat op een of andere wijze een eind gemaakt worde aan den onzekeren toestand waaronder tot heden èn de visscherij èn de nevenbedrijven gebukt gaan, waaronder zij langzaam maar zeker ten gronde gaan. DE STATENVERKIEZING. Socialistische Partij. De Socialistische Partij heeft voor de Statenverkiezingen in Noord-Holland candidaat gesteld: F. Kamstra, aftr. lid, Blaricum; H. Kolthek, Amsterdam; J. C. Peltenburg, Amsterdam; B. Lan- sink Jr., Amsterdam; L. Kelder, Zaan dam; Y. J. Reitsma, Velseroord; C. Tel, Zaandam; Joh. B. Meisner, Amsterdam, H. van Raam, Amsterdam en W. E. On- kenhorst, Amsterdam.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1923 | | pagina 2