waarvan P. de Boer voor het Kantonge
recht werd gedagvaard
dat ten dage der behandeling, op 13
December 1922, de ambtenaar van het
Openbaar Ministerie, na ter terechtzitting
de juiste toedracht te hebben vernomen,
vrijspraak requieerde, waarna de heei
kantonrechterop staande voet den beklaagde
vrijsprak;
dat adressant zich had gevleid, dat nu
eindelijk een gunstige beschikking ten
spoedigste zoude volgen, doch hij daarin
werd teleurgesteld, daar hij op 24 Dec.
1922 een afschrift ontving van eene op 19
December 1922 door burgemeester en wet
houders genomen beschikking, waarbij de
gevraagde vergunning werd geweigerd op
grond, dat het bepaalde bij art. 7, alinea 1
der Bouw- en Woningverordening niet zou
worden inachtgenomen
dat adressant zich in de eerste plaats de
opmerking meent te mogen veroorloven
dat, wanneer die grond voor afwijzing
terecht mocht hebben bestaan, het in de
eerste plaats niet duidelijk is, waarom bur
gemeester en wethouders niet uit krachte
van art. 83 der bouw- en Woningverordening
vrijstelling hebben verleend van het bepaalde
bij art. 7 alinea 1, doch bovendien het
kwalijk valt in te zien, waarom burgemeester
en wethouders ruim tien maanden noodig
hebben gehad om naar een argument voor
afwijzing te zoeken, totdat zij bovengenoemd
argument hebben gevonden;
dat adressant echter van oordeel is, dat
de door burgemeester en wethouders aan
gevoerde grond, waar het een bestaand
gebouw betreft, dat herstelling behoeft, en
het niet geldt eene min of meer ingrijpende
verbouwing, niet steekhoudend is, in welke
meening hij is gesterkt door de jurispru
dentie van den Hoogen Raad der Neder
landen;
dat adressant het liefst de aangelegenheid
in der minne tot een bevredigende oplos
sing gebracht ziende, zich mitsdien tot Uwen
raad wendt, met eerbiedig verzoek, dat hei
den raad moge behagen, met vernietiging
van het besluit van burgemeester en wet
houders Uwer gemeente van 19 December
1922, alsnog aan adressant de gevraagde
bouwvergunning teverleenen, willendeadres-
sant nochthans niet geacht worden te er
kennen, dat zoodanige vergunning volgens
het heerschende recht vereischt wordt,
waaromtrent adressant zich dus wel uit
drukkelijk alle zijne rechten voorbehoudt;
dat adressant tenslotte Uwen raad eer
biedig verzoekt in deze, ter voorkoming
van grootere schade door adressant te lijden,
zoo spoedig mogelijk, kan het zijn in de
eerstvolgende raadsvergadering, eene be
slissing te nemen.
'tWelk doende enz.
O. VELLINOA.
Velsen, 22 Jan. '23.
Bij de Woensdag ten overstaan van
Notaris Boerlage uit Velsen gehouden
verkooping werden van de 13 perc. tuin
en bloembollengrond de perc. 6 en 7 ge
kocht door den heer J. v. d. Lijn alhier'
voor f 1282. De andere perceelen wer
den opgehouden. Deze perceelen zijn ge
legen aan den Rijksstraatweg tegenover,
Rozensteyn.
De perc. wei- en hooiland in de Vel-
ser-Oostbrock en de Velser-Westbroek
werden gekocht door den heer J. Visser
te Velseroord voor f 19486.
VELSEROORD.
Ju rif Jeum-concert Euphonic.
Woensdagavond had in Tivoli het ju-
bileuin-concert plaats van het Sympho-
nie-orkest Euphonie. De zaal was vol,
te vol, want het was er zeer warm.
Nadat het orkest op het podium,
waarvoor een plan ten versiering prijkte,
had plaatsgenomen, nam de voorzitter
de heer J. Visser, het woord. Deze zeide
dat er voldoende redenen waivn om het
5-jarig bestaan te herdenken. Aan de
donateurs heeft Euphonie veel te dan
ken, daarom biedt Euphonie dit concert]
aan.
In de 5 jaren van haar bestaan heeft
de Vereer.iging al heel wat doorge
maakt. Van de 17 leden, waarmede be
gonnen werd, zijn er nog slechts vier
(•ver. Daaronder is één dame, n.l. Mej.
Jansen, die de voorzitter huldigt met
een bouquet bloemen, den weusch uit
sprekend dat zij nog lang lid mag blij
ven.
Aan dei; tegenwoordigen directeur
(<Le heer M. Adam te Haarlem), is
Euphonie veel verschuldigd, aldus de
voorzitter. Hij toch heeft de Vereeniging
tot haar tegenwoordigen bloei gebracht,
zoodat het orkest nu 30 leden telt. Uit
erkentelijkheid daarvoor bood spr. den
directeur een foto van het orkest in
mooie lijst aan.
Spr. richtte daarna nog woorden van
dank tot den Beschermheer, Dr. Ooster-
w'ijk, die eerst tegen de pauze verscheen
en tot het eerelid, den lieer A. de Wit.
Daarop nam de heer de Wit het
woord, die zeide het eerelidmaatschap
aanvaard te hebben uit liefde tot de
Vereeniging. Spr. zeide dat de oudste
donateurs nog altoos levendig belang
stellen in Euphonie. Als spr. woorden
van dank spreekt, wil hij die allereerst
richten tot den voorzitter, die trots al
le tegenspoeden heeft volgehouden.
Door hem is Euphonie wat het thans is.
Waar de Vereeniging reeds 3 directeu
ren versleten heeft, hoopt spr. dat ze
den heer Adam nog jaren als dirigent
mag behouden.
Hierna kwamen nog een stroom van
gelukwcnschen los. De heer Erbrink
sprak namens de Gem. Zangver. Poly
hymnia alhier, en bood prachtige bloe
men aan, wat hij eveneens deed namens
de exploitanten van Tivoli. De heer A.
de Waal deed het namens de IJmuider
Volksstem, de heer De Greef na
mens de Harmoniekapel De Eendracht
der Papierfabriek te Velsen. En nog
meerdere bloemstukken werden aange
dragen, zoodat het podium als in een
tuin was herschapen. Een der bestuurs
leden van Euphonie, de heer Raadman,
richtte daarop het woord tot den voor
zitter en huldigde hem voor zijne lei
ding, daarbij hem een vulpen als sou-
verair aanbiedende.
Eerst toen, kwart voor negen, kon het
concert aanvangen. Dit werd geopend
met een jubileummarsch van den di
recteur, die warm werd toegejuicht .en
waarvoor hem een prachtige bloemen
mand werd aangeboden.
Een prachtig programma werd dezen
avond door Euphonie uitgevoerd. We
zullen er niet over in bijzonderheden
treden, het één was mooier dan het an
der, maar genoten hebben we den gan-
schen avond.
Mooie nummers waren het, de Ouver
ture van Keler Bèla, de Ballet Musik
van Schubert, de Dorfkinder Walner
van Kalman, enz. Bijzonderlijk willen
we echter noemen Ases Tod, dat een su
blieme vertolking genoot, zóó mooi, dat
we het gaarne nog eens hadden gehoord
Het publiek was geestdriftig en aan '1
eind was het applaus zóó groot, dat de
marsch van den directeur nog eens
werd gespeeld. Daarna bleef men nog
geruimen tijd gezellig bijeen.
Euphonie heeft haar 5-jarig bestaan
met een mooi concert gevierd. Wij ook
spreken den wensch uit, dat de Ver
eeniging nog lang zulke schoone avon
den zal kunnen schenken.
VELSEN.
Melkinrichting „Velsen".
Eenigen tijd geleden werd het perso
neel dezer inrichting de mededeeling ge
daan, dat een loonsverlaging zou wor
den ingevoerd van f 2 per week in twee
termijnen, en wel de eerste 28 Januari
en de tweede 10 Februari.
Na een conferentie,, welke het hoofd
bestuur der Nederlandsche Vereeniging
van Fabrieksarbeiders had met het be
stuur der werkgevers-organisatie, zijn
naar Hl. Dbl. meldt, deze datums ver
schoven tot 10 Februari en 10 Maart. Ge
tracht zal nog worden de tweede verla
ging ingetrokken te krijgen.
IJMUIDEN.
Aan de ijswerkers alhier was door
de patroons alhier tegen 31 Januari een
loonsverlaging van f 2.50 per week aan
gezegd. Hierover hebben de arbeiders
vergaderd. Besloten werd in deze loons
verlaging te berusten, hoewel er ont
stemming was, dat deze verlaging zoo
maar aangezegd was, buiten de organi
saties om. Dat zou men een volgende
maal zich niet laten welgevallen.
De Hervormde School in de Kei
zer Wilhelmstraat alhier zal in Mei 25
jaar hebben bestaan. Dit feit zal feeste
lijk worden herdacht, o.a. door het hou
den van een bazar. In de commissie
voor dezen bazar zijn gekozen uit het
schoolbestuur de heeren J. C. Dunne-
bier, S. Tijssen, P. Heere en J. Medik.
VISSCHERIJ.
Vischomzet.
De omzet in de Rijksvischallen bedroeg
in Januari van dit jaar f 1.199.791.tegen
f 890.845.— in Januari van het vorig jaar.
De Deensche schoïvisscherij.
C. G. J. Petersen. Over het scholbe
stand en de schoïvisscherij in verschil
lende wateren. Rapport aan het Mini
sterie van Landbouw van het Deerisch
biologisch station XXIX, Copenhagen
1922.
In bovenstaand geschrift geeft Dr.
Petersen een samenvattend overzicht
van de resultaten zijner waarnemingen
in de Deensche wateren, die hij nu wel
haast 40 jaren verricht heeft. Zijn voor
naamste doel is, te onderzoeken welken
invloed de visscherij heeft op het schol
bestand in verschillende richtingen,'
zooals: de groottte der schollen, hun
ouderdom en groeisnelheid, de dicht
heid van de bezetting van den bodem en
de grootte der jaarlijksche opbrengst.
Het belang van den mensch brengt nu
eenmaal mede om van de in zee aanwe
zige schollen de grootst mogelijke jaar
lijksche opbrengst te krijgen en daarin
speelt de hoeveelheid beschikbaar voed
sel een hoofdrol, daar er natuurlijk niet
moer schol voortgebracht kan worden
dan waarvoor voedsel is.
Voor de oplossing van dit -vraagstuk
hebben de onderzoekingen van Dr. Pe
tersen, gedurende vele jaren verricht
omtrent de gesteldheid van den zeebo
dem in de Deensche wateren, groote be-
teekenis. Hij heeft dit gedaan met be
hulp van een klein trawlnet, waarmede
trekjes gedaan worden van 10 minuten.
In het gebied van Nissum kreeg men
gemiddeld 293 schollen per trek; dit
aantal neemt snel af in de Limfjord; in
de gebieden waar scholletjes uitgepoot
zijn vindt men spoedig daarvan 23
stuks per trek. In het Kattegat en de
Belten van 6 tot 0; op slechts enkele
plaatsen is het aantal grooter. M. a. w.
de dichtheid van het bestand is over het
algemeen zeer gering, zonder twijfel
kleiner dan vóór het overal doordringen
der „Snurrevaadde". Trots deze. geringe
dichtheid blijft de visscherij met de mo
derne vischtuigen loonend; met de
Snurrevaade met lange lijnen kan men
tot c.a. 20 schollen per trek opvisschen;
dat maakt In 10 tot 12 trekken per dag
des zomers 200—240 stuks per dag.
Soms is het resultaat natuurlijk veel
slechter. De dichtheid zal steeds mini
maal blijven, want zoodra er zich ergens
meer vertoonen stroomen daar de vis
schers samen, zoodat het bestand spoe
dig weer gereduceerd is.
Dr. Petersen vestigde de aandacht op
de beteekenis der scherpe steeën voor
het sparen van den vischstand. Hier
kunnen de visschers met hun zegen niet
komen, waardoor de schollen een zeke
re bescherming erlangen, zonder welke
het er misschien gek uit zou zien met
den aanwas van kuitschieters.
De leeftijdsbepaling en gedeeltelijk
ook de groei, kan geschieden door het
onderzoek der jaarringen in de even-
wichtsteentjes. Deze heide staan in het
nauwste verhand met de intensiviteit
der visscherij. De oorspronkelijke toe
stand in de Deensche wateren schijnt
deze geweest te zijn, dat er een zeer
dichte, waar de begrensde hoeveelheid
voedsel beperkte bevolking van oude
schollen was. Er was niet toereikend
voedsel voor een noemenswaardigen
jaarlijkschen groei, doch slechts voor
levensonderhoud. Toen nu een intensie
ve visscherij begon werd het oude be
stand snel gedund, maar er bleef des te
meer voedsel voor de achtergeblevenen
schollen, die daardoor sneller groeien.
In de Nissumfjord, overbevolkt met
schollen, groeien deze uiterst langzaam.
Er zijn daar zoo goed als geene boven de
minimummaat 25.7 c.M.
Gedurende een reeks van jaren heeft
men nu levende schol bij Nissum opge-
vischt en deze weer in de dieper land
inwaarts gelegen deelen van de Lim
fjord uitgepost, w'har zij rijkelijk voed
sel vonden. In een enkelen zomer groei
den zij tot marktgrootte aan en werden
daarop bijna alle opgevischt.
De verandering, die het scholbestand
in Denemarken alzoo heeft doorge
maakt verklaart het eigenaardige feit,
dat ofschoon de intensiteit der vissche
rij zoowel door het aantal der booten
als door de verbetering hunner uitrus
ting, enorm is vooruitgegaan, sinds 1890
de totaalproductie van het Kattegat in
de laatste 30 jaar vrijwel constant is ge
bleven.
De vroegere visscherij werd bedreven
op een dicht bestand van kleine, oude,
langzaam groeiende schollen, terwijl
die van tegenwoordig geschiedt op een
dun bestand van jonge, snel groeiende
schol.
Ten slotte behandelt Dr. Petersen de
vraag wat er gedaan kan worden tot
bevordering der schoïvisscherij. Voor de
Limfjord is er door de verplanting een
rationeele grondslag geschapen voor
exploitatie van het bestand.
Voor het Kattegat heeft Dr. Petersen
gelijk ook Dr. A. C. Johansen reeds
vroeger voorgeslagen de nu vigeerende
minimummaat van 25.7 c.M. te verhoo-
gen tot 30 c.M. Indien dat zoetjes aan
geschiedt behoeft er geen nadeel voor
de visschers uit voort te vloeien. De snel
wassende schollen in het Kattegat ma
ken een zoo hooge minimummaat na
tuurlijk wenschelijk! Men bereikt een
belangrijke gewichtstoename der ge
vangen schol en daarmede een nog veel
grooter waardevermeerdering. Grootere
schollen kunnen grooter bodem-dieren
als voedsel gebruiken, zoodat men daar
mede het scholvoedsel zou benutten.
Voorts zou een verhoogde minimum
maat een grooter aantal visschen tot de
geslachtsrijpheid doen opgroeien, waar
mede de voortplanting wordt verzekerd.
Buiten de beschouwing van het schol
bestand zelf moet men zijn opmerk
zaamheid wenden tot de schar, een uit
gesproken concurrent met de schol in
den strijd om het voedsel. Een verhoog
de afvissching van de scharren in het
Kattegat is daarom aanbevelenswaar
dig. Men moet een aanwending te land
vinden voor de schar, bijv. als meststof;
immers het helpt niet veel of men ze al
weer in het water werpt, daar ze krab
ben, zeesterren, etc. in het leven houden,
die ook weer het voedsel van de schol
eten.
Uit een en ander moge blijken dat dit
geschrift van groot belang is voor de
schoïvisscherij.
DE TOESTAND DER ZEEVISSCHERIJ
in December 1922.
Naar de Af deeling Visscherijen van
het Departement van Binnenlandsche
Zaken en Landbouw ons mededeelt,
werd de Zeevisscherij in December met
ongeveer hetzelfde aantal vaartuigen
uitgeoefend als in de overeenkomstige
maand van het vorige jaar.
De hoeveelheid en opbrengst der aan
gevoerde visch bedroegen volgens voor-
loopige opgave respectievelijk:
5.758.500 K.G. en f 1.388.800 tegen
5.303.000 K.G. en f 1.376.200 in Decem
ber 1921.
Er waren 109 stoomtrawlers in de
vaart, waarvan 12 uitsluitend en 25 ge
deeltelijk in Engeland havenden, ter
wijl toenmaals 121 van deze vaartuigen
in bedrijf waren, waarvan 4 hun vang
sten uitsluitend en 48 gedeeltelijk in
Engeland losten.
In het geheel voerden onze stoom
trawlers hier aan 1.212.410 K.G. visch,
welke f 513.510 opbracht, tegen 1.779.700
K.G. visch met een opbrengst van
f 733.600 in December van het vorige
jaar.
De Duitsche stoomtrawlers losten in
het geheel 1.021.000 K.G. met een op
brengst van f 284.100 en gevangen in 124
reizen. Niettegenstaande dezen druk
ken aanvoer waren de prijzen der trawl-
visch vrij goed. De vangsten waren ech
ter schraal, n.l. gemiddeld per reisdag
slechts 646 K.G. (852 K.G. in December
1921). Dientengevolge waren de besom
mingen slechts matig (per reisdag f 274
tegen f 351 in December 1921).
Evenals in de voorafgaande maanden
namen de zeilloggers en motorkustvis-
schers drukker, de zeilkustvisschers
minder druk aan de trawlvisscherij
deel, dan in dezelfde maand van het vo
rige jaar en waren de bedrijf suitkom-
sten van alle drie dezer vaartuigsoorten
weer onbevredigend. De oorzaak hier
van moet voor een belangrijk deel in het
slechte weer gezocht worden. Gemid
deld per reisdag vingen de zeilloggers
108 K.G. (132 K.G. in December 1921) en
gemiddeld per reisdag de motor- en
zeilkustvisschers respectievelijk 168 en
100 K.G. (226 en 133 K.G. in December
van het vorige jaar).
Aan de beugvisscherij namen 3
stoom- en 7 zeilschepen deel (verleden
jaar December 5 stoom- en 9 zeilsche
pen).
De visscherij met zeilschepen werd
ernstig belemmerd door het slechte
weer.
In het geheel werd aangevoerd 40.700
K.G. beugvisch met een opbrengst van
f 27.500 (tegen 74.000 K.G. met een op
brengst van f 44.900 in December 1921).
De drijfnetvisseherij op haring werd
deze maand als naar gewoonte beëin
digd. Er namen nog 20 stoom-, 9 motor
en 100 zeilloggers (verleden jaar Decem
ber 16 stoom-, 13 motor- en 93 zeillog
gers) aan deel. De vangsten bleven
slecht en de prijzen laag, zoodat de uit
komsten der visscherij ook deze maand
ongunstig waren.
Gemiddeld per reisdag bedroegen hoe
veelheid en opbrengst der aangevoerde
visch respectievelijk: voor de stoomlog-
gers 1345 Kg. en f 203 (1318 Kg. en f 209
in December 1921), voor de motorlog-
gers 761 K.G. en f 114 (913 K.G. en f 148
in December 1921) en voor de zeillog
gers 457 K.G. en f 69 (645 K.G. en f 104
in December 1921).
Door Engelsche stoomdrifters werd
aangevoerd 225.000 K.G. versche haring,
welke f 26.800 opbracht.
BINNENLAND.
Adverteeren een bron. van inkomsten.
Het volgende berichtje vonden wij in
De Telegraaf.
BREDA. „Reiziger gevraagd, voor
dagel. gebruikt artikel. Br. m. porto v.
antw. onder no. 0345, bureau dezer",
stond er in Oct. j.l., in de Nieuwe Til-
burgesche Courant.
Natuurlijk offerde er menigeen zijn
dubbeltje, tot tevredenheid van den
steller, den 20-jarigen W. F. J. II. uit
Tilburg, een werkloos arbeider, die op
gelijke wijze reeds meermalen de goe
gemeente in het ootje genomen had.
Ditmaal werd hij echter betrapt en had
zich voor de arr.-rechtbank te Breda te
verantwoorden.
Bekl. bekende en gaf als motief op,
momenteel buiten verdiensten geweest
te zijn.
Het O.M. eischte één maand gevange
nisstraf, zeide, geen hoeten te kunnen
eischen, omdat op een delict als boven
bedoeld slechts vrijheidsberooving
stond, doch wel gunstig te willen advi
se eren, zoo een request om gratie in zee
ging. De officier stelde echter als voor
waarde de restitutie van de binnenge
haalde gelden.
Uitspraak 12 Februari.
Is dit het adverteeren, waarin een
postzegel voor antwoord wordt ge
vraagd, in ons land r§eds een bron van
inkomsten, hoeveel meer moet het dit
zijn voor buitenlanders, vooral voor
Duitschers en Oostenrijkers. Herhaal
delijk komen in Ned. bladen adverten
ties voor van een Duitsche firma, waar
in in een z.g. prijsrebus de namen van
twee steden, waarvan de letters ver
keerd geplaatst zijn, moet raden. Nu
kan een kind op 't eerste gezicht reeds
die namen (Venlo en Berlin) zien. 't Is
de firma dan ook natuurlijk te doen om
de Hollandsche postzegels, die men er
bij moet doen.
Tot onzen spijt is in ons blad van Za
terdag 27 Januari ook zoo'n advertentie
geslopen. Een mijnheer uit Dortmund
biedt ijverige personen bijverdienste
aan van f 67 per dag, nog wel thuis te
verdienen. Gevraagd wordt 20 cent por
to in te sluiten. Vijf brieven en deze op-
lichter(?) heeft thuis (zonder er iets
voor te doen, 1000020000 mark ver
diend. Honderd brieven en hij heeft
2oo.ooo4oo.ooo mark opgestreken, al
naar de koers is.
Jammer genoeg zijn er nog vele men-
schen, die op dit soort advertenties in
gaan en er 40 cents postzegels (20 cent
op den brief en 20 cent er in) aan wagen.
Daarom is het onzen plicht op deze din
gen te wijzen. En wij vertrouwen dat
het de administratie ontgaan is, daar dq
annonce anders wel niet geplaatst zou
zijn.
DE ZUIDERZEEWERKEN.
De „Vereeniging van Belanghebben
den der Nevenbedrijven der Visscherij,
welke schade lijden bij de afsluiting en
gedeeltelijke droogmaking der Zuider
zee" heeft zich met een adres tot de Eer
ste en Tweede Kamer gewend, waarin
zij er de aandacht op vestigt, dat de toe
stand in het Zuiderzeevisscherijbeürijf
allertreurigst is. Als voornaamste oor
zaken van dezen toestand beschouwt
zij:
le. de wijze, waarop de plannen tot
afsluiting en gedeeltelijke drooglegging
der Zuiderzee worden uitgevoerd of zul
len worden uitgevoerd;
2e. de steeds mindere toeschietelijk
heid van de Regeering in het verstrek
ken van crediet aan de visschers.
De eerstgenoemde oorzaak doodt alle
energie, allen ondernemingsgeest.
Langs de geheele Zuiderzee wordt
geen enkele nieuwe schuit meer opgezet
de toekomst is zoo onzeker, en toch
zijn nieuwe schuiten noodig om de af
gedankte te vervangen; eigenaars van
deze laatsten kunnen zich nu geen an
der vaartuig aanschaffen, zijn genood
zaakt aan den wal te gaan vergroo-
ten het leger der werkloozen. Want wie
kan zulke menschen, die van jongs af
de zee hebben bevaren en daar hun
brood verdienden, nu, op jaren gekomen
aan werk en brood helpen?
De onder 2 genoemde oorzaak belet
den visschers hun vaartuigen, zeilen en
netten voldoende te onderhouden dat
beteekent verval. De opbrengst der vis
scherij is verre van loonend; vernieu
wingen en reparation kunnen niet be
taald worden.
De leveranciers, aldus adressante, zul
len genoodzaakt zijn hun leveranties
aan de visschers geheel stop te zetten,
daar deze in de onmogelijkheid verkee-
ren hun schuld thans af te lossen en de
toekomst niets belooft.
Door dien maatregel zouden èn de
visscherij èn de nevenbedrijven zeer ge
dupeerd zijn en de reeds zoo ongunstige
toestand op zeer bedenkelijke wijze ver
ergerd worden.
Nog voor korten tijd is aan den ambts
voorganger van den minister het ver
zoek gericht om het wetsontwerp, ir ge
diend door den Zuiderzeeraad en be-
oogende een definitieve schaderegeling
voor visschers en nevenbedrijven ten
spoedigste ter behandeling bij de Ka
mer in te dienen.
Het belang van allen, die, hetzij recht
streeks, hetzij zijdelings betrokken zijn
bij de afsluiting en drooglegging der
Zuiderzee, eiseht dat die onzekerheid
van de toekomst worde weggenomen.
De betrokkenen zullen bij een eventueel
besluit óf tot algeheele stopzetting van
het werk (eventueel uitstel voor onbe-
paalden tijd) óf tot krachtige doorvoe
ring er van, (b.v. het leggen van den af
sluitdijk Wieringen-Piaam in den kortst
mogelijken tijd), minder te lijden hebben
dan bij den tegenwoordigen toestand.
Om deze redenen verzoekt adressante
den minister te willen bevorderen, dat
op een of andere wijze een eind gemaakt
worde aan den onzekeren toestand
waaronder tot heden èn de visscherij
èn de nevenbedrijven gebukt gaan,
waaronder zij langzaam maar zeker ten
gronde gaan.
DE STATENVERKIEZING.
Socialistische Partij.
De Socialistische Partij heeft voor de
Statenverkiezingen in Noord-Holland
candidaat gesteld: F. Kamstra, aftr. lid,
Blaricum; H. Kolthek, Amsterdam; J.
C. Peltenburg, Amsterdam; B. Lan-
sink Jr., Amsterdam; L. Kelder, Zaan
dam; Y. J. Reitsma, Velseroord; C. Tel,
Zaandam; Joh. B. Meisner, Amsterdam,
H. van Raam, Amsterdam en W. E. On-
kenhorst, Amsterdam.