ORGAAN VOOR DE Gi VELSEN Verncb^nt Woensdags ZateriVgs MftRIME-OLIE No. 33 Woensdag 21 Februari 1923 8e Jaargang IJMUIDER COURANT Abonnementsprijs: fl.— per 3 maanden, franco per post f 1.35 Abonnementen worden aangenomen aan het Bureau en bij de Agenten. Tot plaatsen van advertentiën van Buiten de gemeente VELSEN in dit blad is uitsluitend gerechtigd het Advertentie- bureau P. F. C. ROELSE, IJMU1DEN. - - Advertentiën uiterlijk in te zenden WOENSDAG tot B uur v.m. en VRIJDAGS tot 4 uur n.m. Uitgave van de N. V. UITGEVERS Mij. „IJMU1DEN" ADRES VOOR REDACTIE EN ADMINISTRATIE N. V. DRUKKERIJ SINJEWEL Willemsplein 11 Telefoon 153 IJmuiden Ingezonde mededeelingen 40 ots. per regel Advertenties van 11. en m. 5 regels fl. iedere regel meer 20 ets. Compact gezette advertenties van l't en m. 5 regels f 1.25, iedere regel meer 26 ets. Kleine advertenties en familieberiebten zoomede vcreeniginge advertenties uit de gemeente, uitsluitend bij vooruitbeta ling, van 1 tot en met 5 regels f0.75, iedere regel meer 15 ets. Bij niet contante betaling worden de gewone prijzen berekend Advertenties *adrcs bureau van dit blad' 10 ets. extra; voor bezorging van op advertenties ingekomen brieven wordt 10 ets. in rekening gebracht Bovenstaande regelprijzen worden met 5 ets. verhoogd voor advertenties van buiten de gemeente Veisen VOOR ADVERTENTIES Vrijdags na 4 uur ingezonden wordt geen plaatsing in het Zaterdagnummer gegarandeerd. Kleine Advertenties Familieberichten kosten VOORUITBETALING slechts IS O ant pas regel. Ml DRINGEND VERZOEK 0el bij verhuizing het oude en het nieuwe adres, NIET aan den looper, deeh aan ens bu reau WILLEMSFLEIN 11, e? te geven. De Administratie. OFFICIEEL. DIENSTPLICHT. Bekendmaking van uitspraken in zake vrijstelling. De Burgemeester van Velsen brengt ter algemeene kennis, dat omtrent aanvraag om vrijstelling van den dienstplicht betref fende den hieronder genoemden persoon de uitspraak is geschiedt, bij zijn naam vei meld. Broek, Johannes, lichting 1923, voor één jaar vrijgesteld wegens kostwinnerschap, bij besluit v. d. Minister van Marine, 16 Februari 1923 No. 181. Velsen, 17 Februari 1923. De burgemeester voornoemd, RIJ KENS. VAN DEN WACHTTOREN. .Dalende misdadigheid. 't Is tegenwoordig alles moreele in zinking, wat de klok slaat. De klok van het publieke oordeel, die men kan hoo- ren in de pers, in de kerk, in wachtka mers en treinen, laat zeer sombere klanken hooren; aldoor hooren we: De me.nsch.en worden hoe langer, hoe Slechter. Er zijn gaten gekomen in den heg, die goed en kwaad van elkaar scheidt en jong en oud kruipen er door heen. De jeugd is verwilderd en de ouderen zijn onverschillig geworden! De crimineele statistiek, de cijfers over misdadigheid en misdadigers, ge ven echter aanleiding dit oordeel te herzien, om het althans niet al te haas tig en beslist uit te spreken. De daling van het aantal veroordee lingen, veroordeelde personen en reci divisten, de oude bekenden der justi tie, die na den oorlog is begonnen, heeft zich ook in 1921 voortgezet. Er waren in '21 ruim 19 duizend veroordeelden, waartoe bijna 7 duizend recidivisten behoorden, die dus, dommer dan de ezel zich wel voor de tweede keer aan den zelfden steen stootten. Volgens mr. G. L. Suermondt moet deze daling verklaard worden uit de ontspanning, die zich na de overspan ning der oorlogsjaren na '18 bij de ju stitie en de misdadigers openbaardehij spreekt van een algemeene inzinking van energie. Het is zeker waar, dat de oorlogsjaren ook in de neutrale landen veel van de krachten eischten. De strijd voor onze gezinnen en onze maag werd hoe langer hoe moeilijker. Wij voelden ons na '18 verlicht; de schijnbloei, die op den oorlog volgde, gaf ons een ge voel van zekerheid en kracht. De uit drukking: inzinking van energie lijkt ons minder juist. We hadden meer liet gevoel, dat we door de branding waren en in veiligen haven binnengevallen Na de jaren van angst kwamen de ja ren van pret. Maar ook de malaise heeft de misdadigheid nog niet vermeerderd. De cijfers van de misdadigheid over '22 zullen waarschijnlijk ook nog de dalen de lijn volgen. Daar werkeloosheid de misdadigheid in de hand werkt, moeten we onze verwachting niet al te hoog spannen. Doch in elk geval blijken de klachten over moreele inzinking over dreven te zijn. Het aantal economische misdaden (diefstallen) is afgenomen, maar buitengewoon hoog is het cijfer der sexueele misdadigheid. De reinheid en het zelfbedwang, die het geslachts leven moeten leiden en tot een zegen kunnen maken, hebben in de oorlogs jaren sterk geleden en ook heeft het dolle pretleven, waarin velen na den oorlog op- en ondergingen, veel kwaad gedaan. De mobilisatie, die zoovelen uit hun gezin en werk haalde voor langen tijd en hen wierp in een ruw, onordelijk le ven vol verveling, bevorderde de mili taire criminaliteit; deze is thans weer gedaald, bijna tot het peil van voor den oorlog. Men moet met zijn gevolgtrek kingen uit de gegevens der statistiek uiterst voorzichtig zijn, maar als de we reld werkelijk zulk een Sodom en Go- morra geworden was, als tegenwoordig de echte en napraat-boetepredikers zeggen, dan zouden de cijfers der crimi neele statistiek er zeker slechter uit zien. De jacht en de landbouw. Er ligt een ontwerp-Jachtwet voor behandeling gereed, waarop de heeren jagers duchtig mikken en lospaffen. In dit ontwerp laat de regeering het be lang van den landbouw als zwaarder dan <het belang der jacht ook het zwaarst wegen. De grondeigenaar heeft thans het jachtrecht en het ontwerp verleent hei; dei. grondgebruik Daarom zijn de jagers sterk tegen en de grondgebruikers warm voor deze be paling. Thans moet de grondgebruiker toelaten, dat 'hazen en konijnen onder zijn oog de vruchten van zijn arbeid ko men oppeuzelen. Hij mag deze onge- noode gasten wegschreeuwen maar niet wegschieten. Als hij er jacht op ging maken, zou hij als strooper op zijn eigen land bekeurd worden. Vooral op de zandgronden is de wildschade niet gering; het wild tiert in bosch en op hei en maakt graag eens een uitstapje naar de akkers en weiden. In een vergadering der vereeniging „Het Grondbezit" heeft de heer J. S. van Braam de jacht verdedigd tegenover het landbouwbedrijf. Zij is meer dan sport, maar produceert eetbare goede ren, een ietwat ongewone aanduiding voor konijn, fazant of wild varken. De jacht heei't maatschappelijk nut. Bij het vaststellen van de pachtsom wordt rekening gehouden met de jachtschade aan de veldgewassen. De jacht heeft ook goedbetaalde arbeidskrachten noodig. Om al die voordeelen is het de plicht der overheid te zorgen voor een wildbe scherming en handhaving der politie Het wild is ook nuttig, omdat het ook voor de volkshuishouding waardelooze boomvruchten nuttigt en zelfs schadc- lijk gedierte als ratten, muizen, insec ten enz. Aan den eenen kant wake de overheid tegen een overmatigen wild stand, aan den anderen kant tegen het afslachten van alle wild; daarom moet het jachtrecht blijven hij den grond eigenaar. Zoo oordeelt de heer Braam. Dat de leden der ver. „Het Grondbe zit" het met deze redeneering eens zijn, is nog al „wiedus". Een vereeniging van landbouwers zou zeker anders oor- deelen en van de nuttige jacht niet wil len hooren. Het algemeen belang heeft o.i. meer schade dan voordeel van den wildstand. Men kweekt geen fazanten als varkens om het boutje; dat zou de kosten niet opbrengen. De konijnen fokkerij is een liefhebberij van jongens en dierenvrienden, maar is finantieel een slechte onderneming. Ook kost het wild aan het rijk ieder jaar een vrij groote som voor het bewaken van de jachtterreinen en de bescherming van het wild tegen stroopers. Maatschappe lijk voordeel achten wij dan ook in be houd van den wildstand niet gelegen. Trouwens deze zal wel verminderen, maar behoeft nog niet te verdwijnen, in dien het jachtrecht aan den grondge met gegarandeerd 15°/0 verdikte raapolie. HAEÏN&KADB TEL?F 298 BBeaasmaafl BIOSCOOP „F LOK -V' i Geeft altijd het mooiste, altijd het nieuwste IIIIIHM mill mm 11 I|,I :r; in bruiker toegekend wordt. Het ontnemen van dit recht aan den grondeigenaar is revolutionair, Bols je wistisch, kortom onrecht genoemd. Is dat inderdaad het geval? De eigenaar draagt door den huur een groot deel van zijn rechten op den gebruiker over. Deze krijgt het recht, op den grond te werken, dien te bebouwen, de vruchten te oogsten. In vele gevallen krijgt hij ook het recht, om eieren te zoeken; kan hij anderen daartoe vrijheid geven of het ook te verbieden. De landheer staat daarbuiten, al is naar een oud gebruik hier en daar de huurder verplicht, hem eens een mandje kievietseieren cadeau te do.e>.! nc A,-x, Vip ot jxu?er over dracht van recht, Waarom mag de wet het jachtrecht daartoe ook niet reke nen? De eigenaar zal ook daarvoor ver goeding krijgen. Immers houdt de wild schade op, dan zal de huur daardoor stijgen. We mogen ons in dit geval tot de neutralen rekenen. We maken hoog stens jacht op een al te muzikale kat in den nacht en kweeken niets dan sjalot ten, radijzen en andere producten van een amateurstuintje. Neutralen zijn best bevoegd, over recht en onrecht te oordeelen. Wij voelen meer voor het jachtrecht aan den verbruiker dan aan den eigenaar en kiezen dus tegen de ja gers en voor de regeering. PLAATSELIJK NISUY/3* IJMUIDEN. Lozing Protestantenbond. Vrijdagavond had" de af deeling van den Nod. Protestantenbond weder een lezing georganiseerd. Dezen avond trad voor haar op Ds.H. G. van Wijngaar den, voorganger der Vrije Gemeente te Amsterdam, met het onderwerp „Gods Voorzienigheid en de menschelijke wil' De Doopsgezinde Kerk was geheel be zet. Ds. W. Luikinga sprak een openingswoord, waarna wij eerst moch ten genieten van schoonen zang van Mevr. Teilegen en vioolspel van Mevr, Rutten, beide op 't orgel begeleid dooi den heer N. Gonlag. Daarop verkreeg Ds. van Wijngaar den het woord. Deze zeide dat zijn on derwerp er al eeuwen lang een is van twistgesprek en twistgeschrijf. Velen gelooven niet aan Gods voorzienigheid omdat ze niet aan God gelooven, ande ren niet, omdat er dan geen werkzaam heid blijft voor de menschelijke wil. Over de voorzienigheid zegt spr. niet veel te zullen zeggen. De meeste men schen gelooven aan een voorzienigheid, zij, die religieus zijn in die van God, an deren noemen het lot of noodlot. In de mythe van Eudipus zien wij de voor zienigheid ontgaan en bestreden, maar tevergeefs. De voorzienigheid wordt in het leven van zeer weinigen opgemerkt, zeide spr. Ilij wijst daarbij op Mozes en Na poleon. In heider leven zien wij zoo goed als niets van een voorzienigheid, van een voorbeschikt zijn om groote man nen te worden; spr. schetst in groote •ekken daartoe het leven dezer grootcn En toch is er een bewarende voorzienig heid, zegt spr. en wijst daarbij op het vinden van Mozes in het biezenkistje en op het feit, dat Napoleon op wonder lijke wijze gespaard bleef, toen hij niet met zijn vrienden mee wilde en dezeri allen door het ijs zakten en verdronken En zulke gevallen zien wij telkens in het leven van ons allen. Grijpt de voorzienigheid in ons leven in? Sommigen meenen alleen in groote momenten. Maar dat is niet juist, zegt spr., want als de voorzienigheid in het leven van Mozes en Napoleon in enke le groote momenten heeft ingegrepen deed zij het ook in alle andere momen ten. Anderen zeggen alleen bij belangrijke personen. Maar ook dezen maatstaf acht spr. niet juist, want voor tiendui zenden is de detective-schrijver een be langrijk persoon en kant slechts voor weinigen. En toch is de wijsgeer be langrijker. Spr. zegt dat de redelijkheid ons spreekt van de voorzienigheid. Maar dan beheerscht deze ons aller leven en dan in alle momenten. In de geschiede nis van Mozes loeren wij dat de leugen door God wordt gedicteerd. Gelooven wij dus aan de voorzienigheid, het is toch mogelijk daarbij ook te gelooven in de menschelijke wil. In de pauze zong Mevr. Tellegen weer eenige liederen, waarbij het heerlijke „Komm doch I-Ierr Jesu, wo bleibst Du so lange?" van Bach en genoten we wederom van het gevoelvol spel van Mevr. Rutten. Ds. van Wijngaarden, zijn rede ver volgend, zeide dat het geloof in de voor zienigheid rust en vrede geeft. Maar er is toch iets in ons, dat zich daartegen verzet: onze zelf-activiteit. De kunste naars, de, denkers, zij leven maar niet luk-raak, zij gebruiken hun tijd en hun gaven. Zij, die zitten klagen dat men er alleen met geluk komt, zijn meest fut loos en werken niet.. De menschelijke wil doet velen slagen, schoon ze licha melijk als voorbeschikt leken onge schikt te zijn. Daarom is het wonder lijk, zegt spr., maar gelooven we niet dat de voorzienigheid den leugen ons in den mond geeft. Paulus zeide „Werkt uws zelfs zaligheid met vreezen en be ven". Wij kunnen van ons leven een hemel, maar ook een hel maken, zieken kunnen gelukkig, gezonden ellendig zijn. Wij gelooven in de menschelijke wil, maar zegt spr., Paulus wist het, toen hij zei „Het. is God, die in ons werkt, beide het willen en 'het werken". De wilskracht moet groeien uit Gods voor zienigheid. Moeten we daarom rustig afwachten? Goed, zegt sr., maar wi~ niet doet wat noodzaak is, komt in de grootsten nood. Gods voorzienigheid i ons eigen innerlijkst wezen. Na-nog eenige nummers van zangeres en violiste, sprak Ds. Luikinga een woord van dank aan den spreker en tot. hen, die dezen avond op zoo schoone wijze hebben opgeluisterd, waarbij ook de heer Gonlag. voor zijn sublieme he geleiding. De heer J. F. A. Jungbacker be haalde op den Nationalen Reciteerwed strijd, uitgeschreven door de Verecni ging „Mutua Amicitia" den 2den prijs in de hoogste afdeeling luim. Sleden en gewoonten der Timoreezen. Over dit onderwerp sprak Vrijdag avond in het gebouw v. Chr. Belangen Ds. T. J. v. Oostrom Soede. Ter verduidelijking werden lichtbeel den en nijverheidsproducten van Timor vertoond. De spreker, die eenige jaren predikant te Koepang (Timor) is geweest begon met de opmerking dat hij, sprekende over Timoreezen, hiermede niet bedoeld al de tegenwoordige bewoners van den Timor-archipel maar alleen die stam men die oorspronkelijk het geheele WITTE KRUIS. Stel niet uit lid te worden van het Witte Kruis tot dit noodig is. Ziekte komt onverwachts, het noodlidmaat- schap kost u dan f 4. Voor f 1.50 Contributie per jaar dus 3 cent per week is men lid en heeft dan recht op kostelooze hulp van een der wijkzusters en tevens gebruik van ver- pleegmateriaal. Opgave van lidmaatschap gelieve men te richten aan den Administrateur den heer J. F. -de Liefde, Lagerstraat 12 te Veis er oord. eiland Timor bevolkten en thans in de hooge binnenlanden zijn teruggetrok ken. Deze Timoreezen, een kruising van Papoea's en het Maleische ras, zijn ge middeld iets kleiner dan de Europea nen, maar, vooral de vrouwen, kunnen wonderlijk zware arbeid in het berg land verrichten. Zij zijn zeer verzot op sieraden waarvoor in normale tijden massa's gouden en zilveren munten verbruikt werden. Hun woningen zijn laag, bijna geheel dak. Dikwijls kan men slechts kruipende de ingang hin- npn komen van het huis waar alle men- schcn en dieren in een kamer, met een rustbank in het rond, te samen huizen. Zindelijkheid is niet de voornaamste deugd die betracht wordt, want nie mand die ooit zijn haar knipt of zich wascht. Hoogstens wordt eens per jaar de huid ingesmeerd met een versche laag klapperolie. De kleeding bestaat uit enkele stuk ken van eigen geweven stof, waarvan pracht-exemplaron vertoond werden en de versierselen. Jammer is het dat ook die kleeding nooit van het lichaam komt voor het versleten is. Bij het hu welijk ontvangt de familie der bruid van den bruidegom en zijn familie groote bruidschatten. Als een kind ge boren is mogen moeder en kind in de eerste 2 maanden de woning niet verla ten en wordt in de woning, die geen schoorsteen bezit, steeds een rookend vuur aangehouden. Wanneer een sterfgeval heeft plaats gevonden, worden de lijken gekist, doch de begrafenis wordt dagen lang (bij hoofden soms jaren) uitgesteld. In de onreine woning kan men dat beetje lijkenlucht wel gewend raken. Heeft eens de begrafenis plaats van liet overschot, dan worden alle kostelijke kledingstukken en versierselen mee begraven. De oorzaak van al deze ongezonde toestanden is de vrees die den Timorces voortdurend vervolgt. Uit vrees voor de Nipoe (kwade gees ten) die steeds om hem heen zweven bouwt hij zijn woning- klein, in het don ker, zonder ramen, de ingang zoo klein als het maar kan, opdat geen Nipoe kan binnenkomen. De Timoreezen gelooven dat er ziele- stof huist in de haren en de uitwaze- mingen der menschen. Vrees daarvan te verliezen, dringt ze tot die onreinheid van hun lichaam. Waar de Nipoe, en vooral de zielen der afgestorvenen steeds trachten de zielestof der levenden naar zich toe te trekken is 'het gevaarlijk, zwakke le vens aan hunne aanvallen bloot te stel len. Vandaar die onhygiënische be-* handeling van jonge moeders. De zielen der afgestorvenen worden in het doodenrijk toegelaten zoolang hunne lichamen nog rieken en om dat ontbindingsproces te bespoedigen, laat men de lijken in het tropisch klimaat boven de aarde staan. Zoo maakt de vrees de Timoreezen steeds tot wezens aan wier leven alle hygiëne vreemd is. Slechts in een opzicht kunnen zij den Europeanen tot voorbeeld gesteld wor den. Als er oorlog tusschen twee stam men is uitgebroken; trekken de legers van beide zijden tegen elkander op. Zijn ze elkaar genaderd dan komt er geen veldslag, doch de priester-aanvoerders

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1923 | | pagina 1