ORGAAN VOOR DE Gi NTE VELSEN No. 40 Zaterdag 17 Maart 19183 Verschijnt FVeensdggs Zaterdags Oliën met gegarandeerde; a»a]y?e HA.BINGK.1DE TELEE 298 1 BIOSCOOP „FLORA" 8e Jaargang IJMUIDER COURANT Abonnementsprijs: f 1.per 3 maanden, franco per post f 1.35 Abonnementen worden aangenomen aan het Bureau en bij de Agenten. Tot plaatsen van advertentiën van Buiten de gemeente VELSEN in dit blad is uitsluitend gerechtigd het Advertentie bureau P. F. C. ROELSE, IJMUIDEN. Advertentiën uiterlijk in te zenden WOENSDAG tot D uur v.m. en VRIJDAGS tot 4 uur n.m. Uitgave van de N. V. UITGEVERS MIJ. „IJMUIDEN" ADRES VOOR REDACTIE EN ADMINISTRATIE N. V. DRUKKERIJ SINJEWEL Willemsplein 11 Telefoon 153 IJmuiden Ingezonde mededeeliugen 40 ets. per regel Advertenties van 11. en m 5 regels iedere regel meer 20 ets. Compact gezette advertenties van 1 t enm.B regels f 1.26, iedere regel meer 25 ets. Kleine advertenties en familieberichten zoomede vereemgings advertenties uit de gemeente, uitsluitend bn vooruitbeta ling, van 1 tot en met 5 regels f 0.75, iedere regel moer 15 ets. Bij niet contante betaling worden de gewone prijzen berekend Advertenties //adres bureau van dit blad' 10 ets. extra; voor bezorging van op advertenties ingekomen brieven wordt 10 ctB. m rekening gebracht Bovenstaande regelpnjzen worden met 5 ets. verhoogd voor advertenties van buiten de gemeente Velsen DIT NUMMER BESTAAT UIT TWEE BLADEN, DRINGEND VERZOEK am bij mhaliiog hit onds en kat nlanwa adfas, NIET ïan den loapcx, steek aan aas ba» reaa WILLEMSPLEIN tl, sgs te saven. Da Atfmlalstzstle, Klaflaa Advaztentlea en Famillebedekten kosten bij VOORUITBETALING elaekts IS Cent $ex zegel, OFFICIEEL. Bekendmaking Drankwet. Burgemeester en Wethouders der gemeente Velsen brengen ter openbare kennis, dat op 8 Maart 1923 bij hen is ingekomen een verzoekschrift van Cornelis Pandelaar, zonder beroep, wonende te Velsen, om verlof voor den verkoop van alcoholhoudenden drank anderen dan sterken drank in de navolgende lokaliteit: de(benedenlokaliteit van het per ceel, plaatselijk gemerkt L 56, en gelegen aan de Burg. Weertsstraat aldaar. Binnen twee weken na de dagteekening dezer bekendmaking kan een ieder tegen het verleenen van dit verlof schriftelijk bezwaren bij Burgemeester en Wethouders inbrengen. Velsen, 13 Maart 1923. Burgemeester en wethouders van Velsen, de secretaris, de burgemeester, J. KOSTELIJK. RIJKENS. DIENSTPLICHT. Bekendmaking van uitspraken inzake vrijstelling. De Burgemeester van Velsen brengt ter algemeene kennis, dat omtrent aanvraag om vrijstelling van den dienstplicht betref fende den hieronder genoemden persoon de uitspraak is geschiedt, bij zijn naam vei meld. Bak de, Cornelis, lichting 1922, voor twee jaren, vrijstelling van den Diensplicht verleend, wegens kostwinnerschap, met in gang van 16 Maart 1923, bij besluit v. d. Minister van Oorlog, 10 Maart 1923. Velsen, 13 Maart 1923. De burgemeester voornoemd, RIJKENS. Schoolidealen. -Wie de schoolboeken voor het lager onderwijs van vijftig jaar geleden bij die van thans vergelijkt, merkt een groote verandering en verbetering en het schoollokaal is zeker nog meer vooruitgegaan. Het is minder gevan genisachtig, gezelliger, lichter, vroo- lijker. Er is ook meer verband tusschen school en leven gekomen en het Ligt- hartideaal spoort vele onderwijzers aan, om met lust en liefde 't werk te doen en niet de kinderen af te richten en te dresseeren maar hun geest tot ont waking en ontwikkeling te brengen. Het is echter goed, dat velen met in richting en> methode en geest der lage re school niet tevreden zijn. Wie meent dat hij er is, komt zeker achteraan en wie daarentegen bij het bereikte niet wil blijven, omdat hij het hoogere en betere voor zich ziet, gaat het snelst vooruit. Een leeraar heeft een brochure ge schreven over de verschoolmeesterde H.B.S. en de nieuwe school. Hij schrijft, dat de leerlingen bij het middelbaar onderwijs veel namen leeren, die zij vergeten en weinig begrijpen, die hel der en scherp voor hun geest staan. De spankracht en frischheid van den geest lijdt volgens hem door de methode van Africhterij cu schooimeesterij. Het le- ygn vraagt: Wat kan je? en de school antwoordt: Ik kan niets, maar ik ken iets, of eigenlijk ken ik het nog niet goed. Er is in deze critiek veel waarheid en zij geldt niet alleen het middelbaar onderwijs. Er wordt heel veel geleerd, waarvan men kan zeggen: Zoo gewon nen, zoo geronnen. Menige gestudeerde papa snauwt zijn kind, leerling van de hoogste klas se eener lagere school af, als deze vraagt naar een jaartal, den naam van een der eilanden onzer archipel met een: Ik heb nou geen tijd! Je moet zulke dingen zelf weten! Zeur nou niet! En naar waarheid moet hij zeggen: Kind, daar weet vader heelemaal niets meer van! Een aardige opmerking uit den mond van een hoogleeraar tot zijn studenten is deze: Jullie hoeft al die data en fei ten niet te weten, als je maar weet waar je ze vinden kunt. Er zijn woordenboe ken, atlassen, encyclopediën, die veel secuurder zijn dan het beste geheugen. Waarom zullen we van onze geest een warenhuis van kennis maken, die bo vendien nog voor een groot deel nooit te pas komt, wanneer we in hoeken alles kunnen vinden, wat we noodig hebben. Het onderwijs heeft, te veel als hoofd doel, hei bijbrengen van kennis en het allermoeilijkste wordt te weinig ondcr- vezen: Hei moedige, vr.vj 3 en krachtige denken. De geest van het kind wordt gevuld c-n niet gevormd. De kinderen woru.-n volgepropt met de gedachten van hun leerboeken^ maar met tot eigen gedachten aangespoord. Tusschen school en leven blijft nog steeds een wijde kloof en de scholier, die in het leven komt, moet dan ook een vaak gevaarlijke sprong maken. Hij ervaart al spoedig, dat hij veel geleerd heeft, dat geen nut heeft en daarentegen veel niet geleerd heeft, wat noodig is. Nu we toch aan het critiseercn zijn naar aanleiding van den ontevreden leeraar, willen we nog een bezwaar uit spreken. Er is zoo weinig eenheid in de verschillende vakken van het onder wijs. Een samenvattende grondgedach te ontbreekt. Daardoor doet de school te weinig voor de vorming van per soonlijkheden. Of -er dan weinig van het onderwijs deugt? Bij vroeger zijn we flink vooruitgegaan, maar tegen over het ideaal valt er nog veel te kla gen en te vragen, te streven en te strij den. Politie en geweld. In de schoone rede, door burgemees ter Zimmerman in de af scheidszitting van den Rotterdamschen Gemeenteraad gehouden, heeft deze ook gesproken over het handhaven der openbare orde, oen der plichten van den burgemeester. Daartoe heeft hij de beschikking over de politie. Zimmerman bracht warme hulde aan de politie der stad, waarvan hij 17 jaar lang hoofd is geweest. Hij verzekerde, dat zijn taak als hoofd der politie niet gemakkelijk is geweest. Geen jaar ging voorbij, of er deden zich ernstige arbeidsconflicten voor, waar bij bijzondere maatregelen niet achter wege konden blijven. Dikwijls moest hij daarbij militaire hulp inroepen. Men heeft hem wel verweten, dat hij in het nakomen van dit deel zijner ambts plichten strenger was dan anderen, maar hij kon in zijn afscheidsrede niet zonder voldoening getuigen, dat in de jaren van zijn bewind in de bedoelde gevallen nooit een druppel bloed is vergoten. Een ervaring, die er voor pleit, dat de door hem gevolgde ge dragslijn ten slotte in effect niet de minst harde is. In zijn afscheidsrede van de Rotter- damsche politie zeide burgemeester Zimmerman, dat de politie de sterke arm der overheid is en zal blijven. De overheid heeft nimmer geweld te zoe ken, maar voor ieder bestuur kan het oogenblik komen, dat geweld moet worden gebruikt. Die sterke arm kan zoo worden gebruikt, dat geweld ach terwege blijft en het voorkomend ka- INGEZONDEN MEDEDEELING. VELSEROORD Geeft altijd het mooiste, altijd het nieuwste rakter op den voorgrond staat. Burge meester Zimmerman omschreef aldus de taak der politie: „Zoo is dus de politie de sterke vriend der burgerij, die weet dat ten allen tijd, overdag en bij nacht en bij ontij de politie daar is, om lijf en goed der burgers te beschermen." Er is in onzen tijd, nu het geweld zoo ontzettend veel kwaad gedaan heeft en nog dreigt te doen, een sterke afkeer te gen alle geweld. Maar men kan toch in alle redelijkheid nicè- ontkennen, dat geweld tegen de misdadige krachten, die er in de samenleving schuilen, nood zakelijk is. Men beschouwt de politie wel als de commissarissen van orde in het publieke leven. Maar zulk een com missaris moet wel eens een lastigen, dwarsclrijvenden persoon stevig hij de arm vatten. Wapenvertoon worde door de politie zooveel mogelijk vermeden en wapengeweld nog meer. Maar zoodra de meening bovendrijft: Ze doen je lekker toch niks! is de politie machteloos ge worden. Daarom is waarheid in de pa radoxale redeneering van den man, die geen burgemeester van Rotterdam meer is, "maar toch nog lang als burge meester Zimmerman hekend zal blijven n.l., dat het streng optreden vaak zacht optreden is. Vele monden maken de boterham dun. Onze bevolking neemt snel toe; gaat de aanwas op denzelfden voet als de inatste jaren voort, dan zal onze natie binnen veertig jaar tweemaal zoo groot zijn geword'T'. Tn tijd van bloei en wel vaart. wanneer er vele nieuwe arbeids krachten gevraagd worden, is die volkstoename geen kwaad. Ma ir in tijd van malaisé en crisis is er reden zich ernstig bezorgd te maken over zulke groote toename der bevolking. Nederland In eft vroeger Wé vreem delingen iot zich getrokken; zoo kwa men uit Duits.'h'and vroeger de „han- nekemaaiers", maar door cr':-sissen in d.-ii landbouw en den geweldigen indu- Suèeolen opbloei van Duit eek land werden de 7o-len omgekeerd. Duizui den gingen naar Duitschland. Vroeger ginger;, ook vele werkkrachten van het platteland naar de steden, maar de steden hebber', nu eer werkkracht te veel dan te veinig en zoo blijft vooral het platteland met een te groote bevol king zitten. Over dit \raagstuk heeft onlangs de heer Gerritsz, seer, van den Ned. Wer- keloosheidsraan gesproken. Hij noem de verschillende tegenwerkende facto rer., die de verslechtering van het le vvt.speil der arbeiders door te groot aanbod van werkkracht verhinderen. In de eerste en voornaamste plaats de vakorganisatie, die zich krachtig tegen die verslechtering verzet. 'Bovendien neemt de bevolking toe, maar ook som mige bedrijven groeien. Sterk is dit het geval met het mijnbedrijf in ons land, waar in '13 9700 en in '22 26000 arbei ders uit ons volk werk en brood vinden Men kan ook het Nederlandsch fabri- caat bevorderen en daardoor de werk gelegenheid verruimen. Verder kan het verkeerswezen ver beterd worden en daardoor vele han den aan het werk gezet worden. Dan zijn er de ontginningen. De Zuiderzee belooft plaats aan 200000 menschcn en een paar honderdduizend H.A. woeste grond wachten op ontginning. Als de autoriteiten ze maar niet te lang laten wachten! De heer Gerritsz beval ook een mid del aan, over de waarde waarvan ver schillend gedacht wordt. De staat moet volgens hem levensvatbare onderne mingen steunen. Bij inschrijvingen moet hij aan de Nederlandsche onder nemers een voorsprong geven. Deze komen nu ten achter, omdat de loonen hier hooger zijn en het buitenlandsche geld minderwaardig is geworden. Als maatregel tegen deze valuta-concur- rentie stelt de heer Gerritsz voor, dat de staat bijslag op het loon zal geven. Hij zou f 1000 kunnen geven, om f 100000 aan loon hier in het land te houden. De ze maatregel is echter protectionistisch van strekking en zou licht kunnen lei den tot misbruik of verslapping van on dernemingen. De staat weet in dergelij ke gevallen wel, waar hij begint, maar niet waar hij moet ophouden. De eene onderneming wel en de andere niet de zen steun verleenen, zou tot willekeur en bevoorrechting leiden. Overigens is het juist, dat er allerlei maatregelen genomen kunnen worden tegen een mogelijk kwaad, dat uit de sterke bevolkingstoename kan voortko men. Landverhuizing zal ons daartoe in den eersten tijd weinig helpen kun nen. Duitschland geeft geen werk en brood meer aan vreemden. En Amerika laat maar een beperkt aantal toe en de hooge kosten houden velen bovendien terug. HET CONSULTATIEBUREAU zal gaopend zijn Woensdagmiddag van 2—1 aar, Wlllamsbeakwag 42, VeSstK- oord. Hot ondorzaok Is kostoloos en ge schiedt door Dr. Antina alt Haarlem, Voorzitter van het Consuliatlebnresa aldaar. PLAATSELIJK NIEUWS. IJMUIDEN. DE TOONEELWEDSTRIJD VAN „VARIA". In Haarlem's Dagblad heeft de heer J. B. Schuil, die lid van de jury was in den wedstrijd van Varia, een drietal artikelen over het optreden der ver schillende vereenigingen geschreven. Wij willen van deze deskundige na lezing gaarne ook onzen lezers doen genieten en zullen ze daarom achter eenvolgens plaatsen. In het eerste artikel schreef de heer Schuil over „Mutua Amicitia" en „J. J. Cremer". 1-Iet zal bij een tooneelwedstrijd maar zelden gebeuren, dat het publiek en de jury zoo eenstemmig zijn in hun oor deel over het spel der opgetreden ver eenigingen als bij het thans afgeloopen concours van „Varia" te IJmuiden. Al leen in appreciatie van „Varia" en „De Vrijë Club" was verschil; het publiek gaf in tegenstelling met de jury de voorkeur aan de Amsterdammers bo ven de vereeniging uit Vlaardingen, maar wees toch ook deze twee vereeni gingen een plaats in het centrum aan. „Mütua Amicitia" en „Cremer" kwa men bij publiek en jury respectiev. als nummer 1 en 2 uit de bus, terwijl de „Spaarnespelers" en „Oefening Baart Kunst" in dezelfde volgorde de hekke- sluiters werden. Uit deze eenstemmig heid van oordeel volgt vanzelf, dat de taak der jury in dezen wedstrijd riet zoo heel erg moeilijk is geweest. Men behoefde werkelijk niet bijzonder cri tisch aangelegd te zijn om de verschil lende vereenigingen de plaatsen aan te wijzen, die haar rechtens haar spel toe kwamen. Wanneer ik in ons blad thans over dezen wedstrijd ga schrijven, zie men hierin vooral niet een verslag van de jury; dit artikel geeft niet meer dan het persoonlijk oordeel van den recen sent van Haarlem's Dagblad, die in de zen wedstrijd toevallig ook de functie van voorzitter der jury bekleedde. Over het geheel stonden de opvoe ringen der meeste vereenigingen niet op een bijzonder hoog peil. Wanneer men bedenkt, dat de clubs vrij zijn in de keuze der stukken en wel alles zul len doen om op haar voordecligst uit te komen, dan rijst de vraag, of sommi ge vereenigingen niet wat al te licht oordeelen over het gaan naar een wed strijd. Eigenlijk waren „Mutua Amici tia" en „Cremer" de ecnige clubs, die volkomen voldeden aan de eischen, welke men aan vereenigingen op een wedstrijd mag stellen. De opvoering van „Onder één Dak" door „Mutua Amicitia" was zóó supe rieur, dat zoowel bij de jury als hij het publiek geen twijfel over den voorrang mogelijk was. Hier werd door dilettanten vrijwel het volmaakte be reikt. Deze opvoering was als geheel zelfs zóó, dat ik mij die van een goed beroepsgezelschap nauwelijks sterker kan denken. Over het algemeen ik wil het welbekennen ben ik geen groot bewonderaar van al het gelief- hebber op de planken, maar een voor stelling als deze zou mij bijna er mee verzoenen. Ik hoorde van verschillende kanten het bezwaar opperen, dat „Mutua Ami citia" met dit. stuk van Fabricius reeds meerderè prijzen had behaald en an dere vereenigingen dus door het mede dingen van de Rotterdammers wel zeer sterk gehandicapt waren. Er is al thans van de zijde der medespelende vereenigingen iets voor dit bezwaar te zeggen, maar ik vermoed, dat de le den van „Varia" bij het vele middelma tige, dat hun geboden werd, deze voor stelling toch niet gaarne gemist zouden hebben. En ten slotte heeft de vereeni ging, die den wedstrijd uitschrijft, meer met de meening van haar eigen leden dan met die der spelende clubs te ma ken. Maar is de klacht, voor wat „Mutua" betreft, gegrond? Het was hetzelfde stuk van den wedstrijd van Cremer, maar niet geheel dezelfde bezetting, waarmee de Rotterdamsch vereeniging naar IJmuiden kwam. De rollen van Dora, Antje en Liesbeth dat is dus een derde van de bezetting werden thans door andere krachten gespeeld dan verleden jaar en het pleit zeker voor de sterkte van „Mutua", dat deze bezetting althans voor wat Dora en Liesbeth betreft groote winst betee- kende. Als geheel stond de opvoering „Onder één Dak" te IJmuiden nog aan merkelijk boven die te Haarlem. Waar zij thans over het algemeen veel zwak ker concurrenten tegenover zich vond, was haar overwinning dus nog meer verzekerd. Voor een groot deel is het werkelijk voortreffelijk samenspel van deze ver eeniging ik denk hijvoorbeeld aan het tooneel der verloting van den vader en de twistscène tusschen Jakob en Wouter zeker aan de deskundige en artistieke regie van den heer en mevr. Tartaud te danken geweest. Men voel de, dat de leiding uit deze spelers alles had gehaald, wat er uit te halen viel. Maar je maakt geen vuist zonder hand! Dat „Mutua" over voortreffelijke krachten beschikt, bewees deze opvoe ring volkomen. Voget toonde in de rol van den vader evenals verleden jaar bij Cremer zijn sterke speelkwali- teiten. Dat was spel, dat de vergelijking

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1923 | | pagina 1