landbouw was, een machtiging, waar
voor de lieer Hiemstra een beslist ge*
bod in de plaats wilde stellen. Deze
jachtschappen, waarvan alle grondge
bruikers en ook de eigenaars, die zich
het jachtrecht voorbehielden, lid zou-
den zijn, zou toezicht op de jacht uit
oefen en, het aantal personen tot jacht
gerechtigd, kunnen beperken, voor
waarden stellen met 't oog op den wild
stand enz. Op voorstel van den heer
Dresselhuys en na de belofte van den
Minister, dat hij zelf met een voorstel
in dien geest zou komen, trok de heer
Deckers echter zijn amendement in.
De Kamer is daarna de behandeling
van de begrooting der Posterijen be
gonnen. De heer Van Braambeek, die
over te groote sleur bij den dienst en
een teveel aan hooge ambtenar
klaagde, vond er aanleiding in een mo
lie in te dienen, de wenschelijkheid uit
sprekende, dat de kosten van portvrij
dom niet op deze begrooting maar op
de verschillende hoofdstukken der
Staatsbegrooting zouden drukken. An
dere heeren spraken over de noodzake
lijkheid van bezuiniging en verhooging
van inkomsten, die ook wellicht door
verlaging der posttarieven te bereike
kon zijn; de heer Beumer over de nieu
we postzegels en over het verzuim van
vrouwelijke ambtenaren, dat hij over
't algemeen het dubbel van dat der
mannen achtte en verschillende afge
vaardigden over de tegen Dr. Stürm-
kop ingekomen bezwaren, die ze groo-
tendeels gerechtvaardigd meenden.
In de Eerste Kamer zijn verschillende
wetsontwerpen en na eenige discussie
ook de wijziging der Stoomwet aange
nomen.
Bij de behandeling der Indische be
grooting kwam de heer Mendets voor
de Indische bevolking op, die 54 pCt.
der belasting te betalen bad, terwijl de
suikercultuur met een winst van 600
millioen in 1920 (378 millioen verbeter
de de heer Idenburg) maar 167 millioen
belasting betaalde en de Koninklijke
met een winst van 300 slechts 25 milli
oen. Enkele heeren pleitten voor meer
dere vrijheid voor de zending. En de
minister stelde nu het uitvoerrecht pe
troleum niet meer geheven wordt een
nieuwe aardolie-belasting voor 1 jaar
in uitzicht.
UIT ONS PARLEMENT.
Abnormale gebeurtenissen scheppen
abnormale toestanden. En met deze
toestanden moet rekening worden ge
houden. Dat is blijkbaar de gedachten-
gang der regeering geweest, voor zij
liet ontwerp tot tijdelijke beperking
van den invoer van schoenwerk indien
de. Want van het beginsel der protec
tie wilde het blijkbaar geen uitdruk
king geven. In ons land is als regel
vrijhandel voordeeliger dan protectie
en een algemeene protectionistische po
litiek zou voor een land als het onze
absoluut in strijd zijn met het alge
meen belang, verklaarde immers mi
nister Aalberse nadrukkelijk. Het was
een zelfde gedachte als die de heer
Vliegen ontvouwd had, toen hij zich in
den strijd tusschen vrijhandelaars en
protectionisten geen partij bekende,
waar alleen het directe arbeidersbe
lang voor hem richtsnoer was, maar
toch de overtuiging uitsprak, dat de lig
ging van ons land het op den vrijhan
del aanwees. Maar de consequentie
was een andere. De heer Vliegen toch
zag in een bescherming als het ontwerp
feitelijk inhield, niet het middel om de
schoenenindustrie uit de impasse te
helpen, waarin ze tengevolge van valu-
ta-concurrentie, malaise en verminder
de koopkracht het waren de drie
oorzaken, die de heer Fleskens opsom
de maar alleen een middel om de
prijs der schoenen te verhoogen. De in
dustrie kan, meende hij, alleen gehol
pen worden, wanneer men alleen de
goed geoutilleerde ondernemingen op
voile kracht liet doorwerken on de an
deren kapitaal verschafte om zich tot
een zelfde hoogte omhoog te werken.
Ook de heer Van Gijn en mej. Van Dorp
hadden deze gedachte van steun aan
ondernemingen aan de hand gedaan.
Beiden vreesden, ondanks des minis
ters verklaringen, van dit ontwerp een
eersten stap in pr.oteetionistischen
richting, waar feitelijk andere indu
strieën in geen andere omstandighe
den verkeerden. In deze vrees werden
ze versterkt door den uitgesproken
wensch van den heer Fleskens en an
deren om de geheele lederindustrie en
zelfs ook de textiel-industrie en het
confectie-bedrijf in deze bescherming
te betrekken. Maar de meerderheid, die
tenslotte voor het ontwerp stemde,
scheen met dergelijke protectionisti
sche neigingen toch niet bezield. De
meeste voorstanders althans spraken
hot, schoon vaak minder nadrukkelijk
dan de minister, uit, dat ze geen pro
tectionisten hoewel evenmin principi-
eele vrijhandelaars waren, waar dat ze
met de omstandigheden rekening wen
schen te houden en zich" door den drang
dier omstandigheden lieten leiden. En
onder hen waren ei' meerdere, die
meenden, dat de regeering dat niet vol
doende of niet tijdig gedaan had, waai
de schoenen-industrie reeds dusdanig
ontredderd zou zijn, dat deze hulp te
iaat kwam.
Als hulp aan een ander bedrijf was
de wijzigng in de registratiewet be
doeld, die o.a. het half procent registra
tierecht bij groenteveilngen afschaft en
door den heer Duijs als een gevolg-
werd gezien van zijn desbetreffend
voorstel, dat hij nu introk. Maar het
had bovendien ook ten doel aan de
ontduiking een einde te maken, die
van een uitlegging van den Hoogen
Raad van art. 27 der wet het gevolg-
was.
Vroeger was bij den verkoop van on-
roerenu goed alleen registratierecht
verschuldigd hij de overdracht, dat is
bij de overschrijving ten kadasterkan
tore. Dat had de wetswijzigng van 1918
willen veranderen. Maar een arrest van
den Hoogen Raad maakte die wijziging
krachteloos. En de nu voorgestelde wij
ziging noemde daarom de voorloopige
koopcontracten met namen. Den heer
Üuü kwam dit weinig wenscheiijk voor
En hij stelde daarom voor de regeling
van vóór 1918 te herstellen. En üe Ka
mer bleek het hiermede eens en nam,
den tegenstand van minister De Geer
ten spijt, het amendement aan.
Tegen de bepaling, dat bij processen
de staat niet verplicht zou zijn zich
door procureurs te laten vertegenwoor
digen, maar registratie-ambtenaren aJs
zoodanig dienst zouden kunnen doen.
kwam de heer Dreselhuys tevergeefs in
verzet.
Eveneens bleek de poging van den
heer Boon vergeefsch, uie de afwijzing
der in den kieskring Tiel door den Vrij
heidsbond ingediende candidatenlijsten
wegens een formeele afwijking, onge
daan wilde gemaakt zien. Ook de heer
Beumer, die bij de behandeling der be
grooting van Posterijen en Telegrafie,
een motie indiende, om als regel vrou
welijke ambtenaren voor ontsLag te la
ten voorgaan, had geen succes.
Over de bezetting van het Roergebied
interpelleerde de heer Brautigain naar
aanleiding van de belemmeringen die
onze handel er van ondervonden had.
Het bleek, dat de regeering vrij diligent
te dezer zake geweest was, al had ze
dan, als de heer Dresselhuys het blijk
baar wenschte, niet voor de werkelijke
schade tengevolge van iedere schen
ding van de Rijnvaart-akte geleden,
ergoeding gevraagd. Minister Van
Karnebeek verklaarde althans, dat zij
op de rechten en belangen van Neder
land had opmerkzaam gemaakt en te
gen iedere benadeeling geprotesteerd
en dat verschillende verbeteringen wa-
en verkregen o.a. door dat bepaalde
goederen thans vrij ingevoerd mochten
orden, terwijl goederen die op 21 Ja
nuari reizend waren, vrij zullen wor
den doorgelaten en contracten, die op
1 Februari liepen, alsnog kunnen wor
den uitgevoerd. Voor een gemeenschap
pelijk optreden tezamen met andere re
geeringen bleek Zijne Excellentie ech
ter niet te vinden.
In de Eerste Kamer zijn inmiddels de
algemeene beschouwingen over de be-
grooting begonnen. De uitslag dei-
stemming werd besproken en als een
succes voor de rechtsche partijen vast
gesteld. Maar de heer De Vos van
Steenwijk laakte het in het kabinet,
dat de Eerste Kamer niet geraadpleegd
as, wat daarentegen prof. Diepenhorst
anderen geheel juist achten. De
noodtoestand onzer industrieën werd
evenals in de Tweede Kamer be
klaagd, wat ook de strijdvraag-protec-
tie of vrijhandel ter sprake bracht. En
de heer Wibaut bracht den nood dei-
gemeenten en de tegenstelling tusschen
doelmatige bezuiniging en bezuiniging-
op 't papier naar voren. De heer Iden
burg pleitte voor de wederinvoering
der doodstraf. En de heer Van Embden
stelde bij motie voor een commissie te
benoemen, die te onderzoeken zou heb
ben welk geheel van militaire machts
middelen met een jaarlijksche uitgave
van 30 millioen te verkrijgen zou zijn.
RAADSOVERZICHT.
Zitting van 20 Maart.
Deze zitting heeft gestaan in het tee-
ken der a.s. gemeenteraadsverkiezing
en het teelten was zeer angstig. Wel zei
de heer Peelt wat ironisch, dat hij over
tuigd was, dat de raadsleden niet voor
de kiezers spraken, doch wij kregen de
overtuiging, dat dit bij een aantal
De kwestie liep over de vraag of van
ambtenaren en gemeentewerklieden
een gedeelte terug gevorderd mag wor
den van de premiestorting voor hun
pensioen. Zooals bekend verondersteld
mag worden genieten de ambtenaren en
gemeentewerklieden thans premievrij
pensioen d.w.z. van hun salaris wordt
geen persèntage ingehouden tot bestrij
ding van de kosten aan pensioenuitkee
ring verhonden. Indien hij de bepaling
der salarissen daarmede geen rekening
is gehouden, zoodat hun loonschaal ge
lijk is aan die van ambtenaren en werk
lieden, die niet in dienst van een Over
heidslichaam zijn, dan volgt daaruit,
dat de positie der gemeente-ambtena
ren en werklieden zeer begunstigd is
boven die van anderen. Zelfs al zoude
een eventueele premiebetaling in min
dering te achten zijn van loon, dan nog
zouden de pensioengerechtigden be
voordeeld zijn boven particulieren, om
dat de laatsten zich onmogelijk voor
zóó geringe premie een pensioen zou
den Kunnen verzekeren gelijk aan dat
der pensioengerechtigden. Hoe de heer
Dalmeyer kon verklaren, dat het voor
de sociaal-democratische raadsfractie
geen kwestie van principe was of al
dan niet wordt bijgedragen voor pen
sioen is ons dan ook een raadsel. Ons
dunkt het wel degelijk een principiëele
zaak en staan wij daarin geheel aan de
zijde van den heer Vermeulen, 't Is het
daarom ook al, omdat als bij de vast
stelling der loonen geen rekening
wordt gehouden met in uitzicht gestelu
pensioen en geen bijdrage van de amb
tenaren of werklieden wordt geëisckt.
de geheele pensioenbetaling komt ten
laste van de gemeenschap, dus grooten
deels van de niet-pensioengerechtigden
Nog meer heeft ons verrast de over
weging der sociaal-democraten bij
monde van den heer Dalmeyer en een
gelijkluidende verklaring van den heer
Wardenaar, dat het al of niet heffen
van een bijdrage in de pensioenspremie
afhankelijk zoude zijn van den finan
tiëelen toestand der gemeente. Zeer te
echt werd deze absurte bewering
door den heer Vermeulen gewraakt. In
gemeenten met meer of minder gun
stige positie zou zoodanige premie dus
wel en in gemeenten met meer of min
ongunstige positie zou de premie niet
geheven moeten worden. Dit bewijst
temeer, dat het hier wel degelijk een
principiëele kwestie raakt n.l. bijdra
gen voor eigen- en weduwen- en wee-
zenpensioen of niet bijdragen.
Het al of niet heffen van de kleine bij
drage van 3x/2 procent scheelt aan onze
gemeente een uitgave van Achttiendui
zend gulden.
Het zonderlingst in deze aangelegen
heid was wel de houding der Katholie
ke raadsfractie. Deze toch had een
oorstel bij B. en W. ingediend om van
de ambtenaren een bijdrage te heffen
en B. en W. hadden dienvolgens een
uitgewerkt plan van heffing overeen
komsiig het voorstel van genoemde
■aadsfractie aan den raad voorgelegd.
Toen het in behandeling kwam trok de
a,adsfractie aan den broek. Het kie-
zersspook waarde rond. Eerst werd bet
oorstel in zooverre teruggenomen, dat
de bijdrage niet zou ingaan 1 Januari
doch 1 Augs. 1923 om later het geheele
oorstel terug te nemen, om dit bij de
begrooting voor 1924 opnieuw onder de
oogen te 'zien. Dan zijn de verkiezin
gen achter den rug, snapt ge.
Bij deze gelegenheid kregen we nog
een kort debat over den finantiëelen
toestand der gemeente en kreeg het en
fant terrible uit den raad, de heer Tu-
senius een reprimandum van den
Voorzitter. Hij had het n.l. doen voor
komen of onder de leiding van dezen
burgemeester de finantiëele toestand
meer binnenskamers was besproken en
de min gunstige toestand daardoor
minder naar buiten was gekomen.
De Voorzitter gaf den heer Tusenius
een afstraffing en verklaarde, dat de
finantiëele toestand der gemeente nim
mer binnenskamers was behandeld en
die toestand onzer gemeente in veel op
zichten gunstig uitstak- boven die van
vele andere gemeenten, getuige de
vlotte - wijze, waarop onze gemeente-
eeningen geplaatst konden worden.
We meenen ook, dat de heer Tusenius
zich wel eens te weinig rekenschap
geeft van de snelle wijze waarop hij
zijn gedachten in het openbaar uit
spreekt; toch wenschen we hem, even
als de heer Schilling deed, misschien
minder oprecht dan wij, herkiezing toe,
are het alleen maar als tegenhanger
van de uiterst linksche raadsfractie.
Het werkgevers-element is in onzen
aad beslist te zwak vertegenwoordigd.
Tenslotte memoreeren we over die
raadsleden wel het geval was en de1 premiebijdrage voor pensioen nog de
wat veelal niet meer het geval is.
We hebben ook een debat over „vloe
ken" gehad en daarbij eveneens typi
sche uitlatingen. „Wat is een vloek en
wat niet" vraagt de heer Schilling en
hij voegt er aan toe: „Iemand, die
nooit eens een vloek zegt, is geen
mensch". Gossiemijne, O, jé, daar
vloek ik ook, dus ben ik een mensch,
daar zal menigeen het met den heer
Schilling niet eens zijn. Doch flink
vonden we zijn protest tegen een uit
lating van den heer Vermeulen en van
den heer Sluiters, alsof hier in IJmui-
den (Velsen) speciaal bar gevloekt
wordt; dat je met Christelijke ooren
niet meer behoorlijk langs de straat
kan loopen. „Er zijn Christenen van
onverdacht allooi, beste menschen, die
óók wel eens vloeken en ik acht ze er
niet minder om", zei de heer Schilling
en hij voegde er aan toe, dat hier langs
de straat niet meer vloeken gehooid
worden dan waar ook.
Voor enkele eveneens belangrijke za
ken als uitbreiding van het aantal
leerkrachten voor buitengewoon lager
onderwijs (aan achterlijke kinderen),
de opmerkingen van den Voorzitter
van den Raad over de brandweer hij
haar optreden tijdens den brand in de
Breesaapstraat mogen we naar het
verslag verwijzen, ofschoon we hier
gaarne willen herinneren aan de liar
telijke dank, die de Voorzitter bracht
aan de krachtige hulp daarbij dooi
den heer Schilling verleend.
Eveneens meenen we te moeten toe
lichten, dat het voorstel van den heer
Tusenius om aan de Eerste Kamer te
verzoeken het Braatwetje over den Zo
mertijd niet aan te nemen, niet werd
verworpen omdat de raad tegen den
Zomertijd was, doch omdat men dat
adres niet tot de competentie van den
Raad achtte en er ook geen heil van
verwachtte.
Tenslotte nog dit. Journalistiek
schijnt een loonend vak te zijn. De hee-
•cn journalisten gaan per auto naar en
van het raadhuis en in de auto nemen
ze onderweg nog raadsleden mede, dien
ze daarvoor niets in rekening brachten.
Dank zij de goede autodienst Hoge
land, dien we onze hulde brengen voor
zijn onderneming.
VOETBAL.
StormvogelsFrisia 5—3
Overzicht.
Stormvogels groot'er was 'dan daï de
Friezen.
Scheidsrechter Dalmeyer leidde al
immer: streng, doch correct en onpai
tijdig.
Be wedstrijd.
Om 2.12 fluit Dalmeye: de volgend
elftallen in 't veld:
Terhorst.
Struys Koster
Bakker, Sprokkreeff, Snoeks
Oldenburg Jr., Blinkhoff Sr., Blinkhof
Jr., Visser, Scharpff
O
Sprok, Th. Kingsma, Neuyen, Visser
Jr., Steinvoorte
v. Oosterum, Eriks, Visser Sr.
de Jong Nijhuis
Overmeer.
Van den aftrap af worden we vergast
op een aantrekkelijk, vlug spel. Visser,
Blinkhoff Sr. en Oldenburg Jr., rennen
over het veld, dat het een lieve lust is
en Sprokkreeff is handiger dan ooit.
Bij Frisia valt het keurige, vlugge afge
ven in de voorhoede op, zoodat de bei
de backs regelmatig moeten ingrijpen.
Als er 13 minuten gespeeld is, valt de
Stormvogels-linkerwing vurig aan en
het gelukt Visser zoowaar tusschen
Overmeer's beenen door te scoren (10)
Van den aftrap af, neemt Frisia den
bal mee, Steinvoorte wordt te veel vrij
gelaten en weet met een magnifique
schot gelijk te maken (1—1). Vijf minu
ten later weet dezelfde speler nogmaals
van zijn onvoldoende bewaking te pro-
fiteeren (12). Nu is het Stormvogels,
dat van den aftrap af den bal mee
neemt. Nijhuis wil wegtrappen, doch
doet het tegen het hoofd van Eriks en
via de paal springt de bal in het net.
2).
Over en weer volgen nu fiksche aan
vallen. Blinkhoff Jr. geeft zoo af en toe
een aardige trough-pass, doch blijkt
geen schutter, althans hij ligt geregeld
overhoop met de hoogte der goal-palen.
Oldenburg Jr. onderneemt een paar
fraaie rushes, die hij met goede voor
zetten besluit. Een dezer kopt Blink
hoff Jr. juist over. Dan onderneemt
Blinkhoff Sr. nog een fraaie ren, één
van de soort, waarop we vroeger zoo
vaak vergast werden en geeft Storm
vogels tenslotte de leiding (32). In de
resteerende minuten voor de rust los
sen Blinkhoff Jr. en Bakker een paar
uitstekende schoten, die Overmeer op
dezelfde wijze stopt.
Na de thee valt al spoedig te eonsta-
teeren, dat den mannen van Waites
Stormvogels' op-den-bal-zitten te
machtig is. Ze bepalen zich dan ook
hoofdzakelijk tot verdedigen. Het zou
eentonig worden geregeld te moeten
herhalen, hoe Blinkhoff Jr. en Scharpfl
,'oor het doel langs of tegen de lat
schoten, hoe gemakkelijk de Stormvo-
els-middenlinie den Frieschen aanval
bedwang hield, hoe Visser, Blink
hoff Sr. en Oldenburg Jr. steeds hun te
genstanders de hielen lieten zien en
hoeveel kansen er niet benut werden.
We volstaan dus met mede te deelen,
dat na ongeveer een half uur spelen,
Visser ten vierde male scoorde en kort
aarop Scharpff ten vijfde male (52)
'oen kwam Frisia nog even opzetten
n het was zoowaar Steinvoorte weer,
tic nummer drie scoorde (53), nadat
Terhorst eerst een schot van Sprok
eurig had gestopt. Deze stand bleek
tenslotte ook de eindstand te zijn.
Haarlem-CombinatieRoode Duivels
1—i.
Frisia, de Noordelijke eerste klasser,
was met haar volledige elftal naar
Jmuiden gekomen en heeft deson-
anks een gevoelige nederlaag geleden,
die gemakkelijk nog veel grooter had
unnen zijn. Immers, Terhorst liet
twee o.i. wel houdbare hallen glippen
n de Stormvogels-voorhoede weigerde
halsstarrig meer dan 5 goals te maken,
ondanks de vele kansen, die zij hiertoe
kreeg.
Laat ons echter eerst de goede pun
ten opsommen. In de eerste plaats zij
ermeld, dat de Stormvogels-aanval
lers weer eens „vrije" ballen kregen,
iets wal sinds lang al niet meer ge
beurd is. Blinkhoff Sr. voelde zich daar
door lil zijn element en smaakte liet
genoegen een werkelijk mooien goal te
maken. Ook Oldenburg Jr. zagen we in
lange.i tijd niet zoo op dreef. Visser
as „topscorer", wat hij door zijn ge
weldig enthusiasme ook wel verdiende,
loch blijven we er hij, dat hij, hij vlug-
algeven, het zich zeiven gemakke
lijk en de voorhoede productiever
maakt.
lil de middenlinie viel Sprokkreeff op
oor zijn weergalooze handigheid en
;jjn „koppen". Snoeks en Bakker
nochten er eveneens zijn. Het „plaat-
en" van Snoeks is echter beter dan
dat van Bakker.
Het elkaar begrijpen tusschen Kos
ter en Snoeks liet echter nog al eens
at te wenschen over, wat den Leeu
warders twee goals opleverde.
Zooals wij reeds mededeelden, werd
Blinkhoff Jr. als mid-voor geprobeerd.
Dat dit nu juist een openbaring was,
zullen we niet zeggen. Hij schoot slecht,
zacht en te hoog, maar hij schóót,
iets, wat Snoeks en Oldenburg Jr. in
den Haag op deze plaats absoluut niet
deden. En broer Jan kreeg nu nog weer
eens een hal behoorlijk toegespeeld.
Wij willen intusschen niet verhelen,
dat we meer van Blinkhoff Jr. hadden
verwacht.
Onmogelijk achten we het daarom
niet, dat de elftal-commissie nogmaals,
op zoek gaat naar een centre-forward. doelpunt te maken (14), in welken
De IJmuider Touring Club „Roode
Duivels" heeft goed ingezet door hun
eersten wedstrijd met sprekende cijfers
te winnen. Hieronder eenige bijzonder
heden van den match:
De strijd ging het eerste kwartier ge
lijk op en neer nu weer eens een
aanval van Haarlem, dan weer de Dui
vels in het offensief. Na twintig minu
ten spelens gelukt het den linksbinnen
van Haarlem onhoudbaar te scoren
(10); spoedig daarop echter een aan
val van de Duiyels, welke door Visser
tot een succes gemaakt wordt door met
een mooi schot gelijk te maken (11).
Voor de rust komt geen verandering
meer. Na halftime zijn de Duivels er
beter in, en gelukt het Van Pellecom
kort na elkaar 2 maal te doelpunten
3). Haarlem komt dan opzetten en
lost. menig schot op 't doel, doch door
het eminente keepen van Wichman,
bleven de pogingen zonder succes. Kort
Koor het einde wist Visser het vierd?
eenige der rechtsche raadsleden die
zich met souvereine zelfachting, daar
boven wist te stellen was de heer Ver
meulen, wiens principiëele verklaring,
niet alleen aangenaam aan deed te hoo-
ren, doch ook getuigde van niet te wil
len hunkeren naar kiezersgunst.
principiëele uitspraken van de heeren
Schilling en Vermeulen. De eerste
noemde de bijdrage loonsverlaging; de
tweede noemde liaar uitgesteld loon.
Dit laatste is alleen dan nog pas juist
als bij de loontoekenning met pensioen
en bijdrage wordt rekening gehouden,
Goed uitgerekend is thans Sprokkreeff
aan de beurt. We hebben zoo'n idee, dat
hij het in ieder geval er niet slechter
afbrengt dan de anderen.
Frisia's spel deed aanvankelijk veel
verwachten, vooral dat der voorhoede.
In de tweede helft bleek echter al spoe
dig, dat het uithoudingsvermogen der
stand geen verandering meer kwam.
Over de spiders het volgende: keeper
Wichman was buitengewoon goed, ook
het backstol Van Dijk-Nieborg heelt
uitstekend voldaan, terwijl de overige
spelers, met Vermaak, Van Pellecom
en Visser als uitblinkers, allen goed
werk hebben verricht.