landbouw was, een machtiging, waar voor de lieer Hiemstra een beslist ge* bod in de plaats wilde stellen. Deze jachtschappen, waarvan alle grondge bruikers en ook de eigenaars, die zich het jachtrecht voorbehielden, lid zou- den zijn, zou toezicht op de jacht uit oefen en, het aantal personen tot jacht gerechtigd, kunnen beperken, voor waarden stellen met 't oog op den wild stand enz. Op voorstel van den heer Dresselhuys en na de belofte van den Minister, dat hij zelf met een voorstel in dien geest zou komen, trok de heer Deckers echter zijn amendement in. De Kamer is daarna de behandeling van de begrooting der Posterijen be gonnen. De heer Van Braambeek, die over te groote sleur bij den dienst en een teveel aan hooge ambtenar klaagde, vond er aanleiding in een mo lie in te dienen, de wenschelijkheid uit sprekende, dat de kosten van portvrij dom niet op deze begrooting maar op de verschillende hoofdstukken der Staatsbegrooting zouden drukken. An dere heeren spraken over de noodzake lijkheid van bezuiniging en verhooging van inkomsten, die ook wellicht door verlaging der posttarieven te bereike kon zijn; de heer Beumer over de nieu we postzegels en over het verzuim van vrouwelijke ambtenaren, dat hij over 't algemeen het dubbel van dat der mannen achtte en verschillende afge vaardigden over de tegen Dr. Stürm- kop ingekomen bezwaren, die ze groo- tendeels gerechtvaardigd meenden. In de Eerste Kamer zijn verschillende wetsontwerpen en na eenige discussie ook de wijziging der Stoomwet aange nomen. Bij de behandeling der Indische be grooting kwam de heer Mendets voor de Indische bevolking op, die 54 pCt. der belasting te betalen bad, terwijl de suikercultuur met een winst van 600 millioen in 1920 (378 millioen verbeter de de heer Idenburg) maar 167 millioen belasting betaalde en de Koninklijke met een winst van 300 slechts 25 milli oen. Enkele heeren pleitten voor meer dere vrijheid voor de zending. En de minister stelde nu het uitvoerrecht pe troleum niet meer geheven wordt een nieuwe aardolie-belasting voor 1 jaar in uitzicht. UIT ONS PARLEMENT. Abnormale gebeurtenissen scheppen abnormale toestanden. En met deze toestanden moet rekening worden ge houden. Dat is blijkbaar de gedachten- gang der regeering geweest, voor zij liet ontwerp tot tijdelijke beperking van den invoer van schoenwerk indien de. Want van het beginsel der protec tie wilde het blijkbaar geen uitdruk king geven. In ons land is als regel vrijhandel voordeeliger dan protectie en een algemeene protectionistische po litiek zou voor een land als het onze absoluut in strijd zijn met het alge meen belang, verklaarde immers mi nister Aalberse nadrukkelijk. Het was een zelfde gedachte als die de heer Vliegen ontvouwd had, toen hij zich in den strijd tusschen vrijhandelaars en protectionisten geen partij bekende, waar alleen het directe arbeidersbe lang voor hem richtsnoer was, maar toch de overtuiging uitsprak, dat de lig ging van ons land het op den vrijhan del aanwees. Maar de consequentie was een andere. De heer Vliegen toch zag in een bescherming als het ontwerp feitelijk inhield, niet het middel om de schoenenindustrie uit de impasse te helpen, waarin ze tengevolge van valu- ta-concurrentie, malaise en verminder de koopkracht het waren de drie oorzaken, die de heer Fleskens opsom de maar alleen een middel om de prijs der schoenen te verhoogen. De in dustrie kan, meende hij, alleen gehol pen worden, wanneer men alleen de goed geoutilleerde ondernemingen op voile kracht liet doorwerken on de an deren kapitaal verschafte om zich tot een zelfde hoogte omhoog te werken. Ook de heer Van Gijn en mej. Van Dorp hadden deze gedachte van steun aan ondernemingen aan de hand gedaan. Beiden vreesden, ondanks des minis ters verklaringen, van dit ontwerp een eersten stap in pr.oteetionistischen richting, waar feitelijk andere indu strieën in geen andere omstandighe den verkeerden. In deze vrees werden ze versterkt door den uitgesproken wensch van den heer Fleskens en an deren om de geheele lederindustrie en zelfs ook de textiel-industrie en het confectie-bedrijf in deze bescherming te betrekken. Maar de meerderheid, die tenslotte voor het ontwerp stemde, scheen met dergelijke protectionisti sche neigingen toch niet bezield. De meeste voorstanders althans spraken hot, schoon vaak minder nadrukkelijk dan de minister, uit, dat ze geen pro tectionisten hoewel evenmin principi- eele vrijhandelaars waren, waar dat ze met de omstandigheden rekening wen schen te houden en zich" door den drang dier omstandigheden lieten leiden. En onder hen waren ei' meerdere, die meenden, dat de regeering dat niet vol doende of niet tijdig gedaan had, waai de schoenen-industrie reeds dusdanig ontredderd zou zijn, dat deze hulp te iaat kwam. Als hulp aan een ander bedrijf was de wijzigng in de registratiewet be doeld, die o.a. het half procent registra tierecht bij groenteveilngen afschaft en door den heer Duijs als een gevolg- werd gezien van zijn desbetreffend voorstel, dat hij nu introk. Maar het had bovendien ook ten doel aan de ontduiking een einde te maken, die van een uitlegging van den Hoogen Raad van art. 27 der wet het gevolg- was. Vroeger was bij den verkoop van on- roerenu goed alleen registratierecht verschuldigd hij de overdracht, dat is bij de overschrijving ten kadasterkan tore. Dat had de wetswijzigng van 1918 willen veranderen. Maar een arrest van den Hoogen Raad maakte die wijziging krachteloos. En de nu voorgestelde wij ziging noemde daarom de voorloopige koopcontracten met namen. Den heer Üuü kwam dit weinig wenscheiijk voor En hij stelde daarom voor de regeling van vóór 1918 te herstellen. En üe Ka mer bleek het hiermede eens en nam, den tegenstand van minister De Geer ten spijt, het amendement aan. Tegen de bepaling, dat bij processen de staat niet verplicht zou zijn zich door procureurs te laten vertegenwoor digen, maar registratie-ambtenaren aJs zoodanig dienst zouden kunnen doen. kwam de heer Dreselhuys tevergeefs in verzet. Eveneens bleek de poging van den heer Boon vergeefsch, uie de afwijzing der in den kieskring Tiel door den Vrij heidsbond ingediende candidatenlijsten wegens een formeele afwijking, onge daan wilde gemaakt zien. Ook de heer Beumer, die bij de behandeling der be grooting van Posterijen en Telegrafie, een motie indiende, om als regel vrou welijke ambtenaren voor ontsLag te la ten voorgaan, had geen succes. Over de bezetting van het Roergebied interpelleerde de heer Brautigain naar aanleiding van de belemmeringen die onze handel er van ondervonden had. Het bleek, dat de regeering vrij diligent te dezer zake geweest was, al had ze dan, als de heer Dresselhuys het blijk baar wenschte, niet voor de werkelijke schade tengevolge van iedere schen ding van de Rijnvaart-akte geleden, ergoeding gevraagd. Minister Van Karnebeek verklaarde althans, dat zij op de rechten en belangen van Neder land had opmerkzaam gemaakt en te gen iedere benadeeling geprotesteerd en dat verschillende verbeteringen wa- en verkregen o.a. door dat bepaalde goederen thans vrij ingevoerd mochten orden, terwijl goederen die op 21 Ja nuari reizend waren, vrij zullen wor den doorgelaten en contracten, die op 1 Februari liepen, alsnog kunnen wor den uitgevoerd. Voor een gemeenschap pelijk optreden tezamen met andere re geeringen bleek Zijne Excellentie ech ter niet te vinden. In de Eerste Kamer zijn inmiddels de algemeene beschouwingen over de be- grooting begonnen. De uitslag dei- stemming werd besproken en als een succes voor de rechtsche partijen vast gesteld. Maar de heer De Vos van Steenwijk laakte het in het kabinet, dat de Eerste Kamer niet geraadpleegd as, wat daarentegen prof. Diepenhorst anderen geheel juist achten. De noodtoestand onzer industrieën werd evenals in de Tweede Kamer be klaagd, wat ook de strijdvraag-protec- tie of vrijhandel ter sprake bracht. En de heer Wibaut bracht den nood dei- gemeenten en de tegenstelling tusschen doelmatige bezuiniging en bezuiniging- op 't papier naar voren. De heer Iden burg pleitte voor de wederinvoering der doodstraf. En de heer Van Embden stelde bij motie voor een commissie te benoemen, die te onderzoeken zou heb ben welk geheel van militaire machts middelen met een jaarlijksche uitgave van 30 millioen te verkrijgen zou zijn. RAADSOVERZICHT. Zitting van 20 Maart. Deze zitting heeft gestaan in het tee- ken der a.s. gemeenteraadsverkiezing en het teelten was zeer angstig. Wel zei de heer Peelt wat ironisch, dat hij over tuigd was, dat de raadsleden niet voor de kiezers spraken, doch wij kregen de overtuiging, dat dit bij een aantal De kwestie liep over de vraag of van ambtenaren en gemeentewerklieden een gedeelte terug gevorderd mag wor den van de premiestorting voor hun pensioen. Zooals bekend verondersteld mag worden genieten de ambtenaren en gemeentewerklieden thans premievrij pensioen d.w.z. van hun salaris wordt geen persèntage ingehouden tot bestrij ding van de kosten aan pensioenuitkee ring verhonden. Indien hij de bepaling der salarissen daarmede geen rekening is gehouden, zoodat hun loonschaal ge lijk is aan die van ambtenaren en werk lieden, die niet in dienst van een Over heidslichaam zijn, dan volgt daaruit, dat de positie der gemeente-ambtena ren en werklieden zeer begunstigd is boven die van anderen. Zelfs al zoude een eventueele premiebetaling in min dering te achten zijn van loon, dan nog zouden de pensioengerechtigden be voordeeld zijn boven particulieren, om dat de laatsten zich onmogelijk voor zóó geringe premie een pensioen zou den Kunnen verzekeren gelijk aan dat der pensioengerechtigden. Hoe de heer Dalmeyer kon verklaren, dat het voor de sociaal-democratische raadsfractie geen kwestie van principe was of al dan niet wordt bijgedragen voor pen sioen is ons dan ook een raadsel. Ons dunkt het wel degelijk een principiëele zaak en staan wij daarin geheel aan de zijde van den heer Vermeulen, 't Is het daarom ook al, omdat als bij de vast stelling der loonen geen rekening wordt gehouden met in uitzicht gestelu pensioen en geen bijdrage van de amb tenaren of werklieden wordt geëisckt. de geheele pensioenbetaling komt ten laste van de gemeenschap, dus grooten deels van de niet-pensioengerechtigden Nog meer heeft ons verrast de over weging der sociaal-democraten bij monde van den heer Dalmeyer en een gelijkluidende verklaring van den heer Wardenaar, dat het al of niet heffen van een bijdrage in de pensioenspremie afhankelijk zoude zijn van den finan tiëelen toestand der gemeente. Zeer te echt werd deze absurte bewering door den heer Vermeulen gewraakt. In gemeenten met meer of minder gun stige positie zou zoodanige premie dus wel en in gemeenten met meer of min ongunstige positie zou de premie niet geheven moeten worden. Dit bewijst temeer, dat het hier wel degelijk een principiëele kwestie raakt n.l. bijdra gen voor eigen- en weduwen- en wee- zenpensioen of niet bijdragen. Het al of niet heffen van de kleine bij drage van 3x/2 procent scheelt aan onze gemeente een uitgave van Achttiendui zend gulden. Het zonderlingst in deze aangelegen heid was wel de houding der Katholie ke raadsfractie. Deze toch had een oorstel bij B. en W. ingediend om van de ambtenaren een bijdrage te heffen en B. en W. hadden dienvolgens een uitgewerkt plan van heffing overeen komsiig het voorstel van genoemde ■aadsfractie aan den raad voorgelegd. Toen het in behandeling kwam trok de a,adsfractie aan den broek. Het kie- zersspook waarde rond. Eerst werd bet oorstel in zooverre teruggenomen, dat de bijdrage niet zou ingaan 1 Januari doch 1 Augs. 1923 om later het geheele oorstel terug te nemen, om dit bij de begrooting voor 1924 opnieuw onder de oogen te 'zien. Dan zijn de verkiezin gen achter den rug, snapt ge. Bij deze gelegenheid kregen we nog een kort debat over den finantiëelen toestand der gemeente en kreeg het en fant terrible uit den raad, de heer Tu- senius een reprimandum van den Voorzitter. Hij had het n.l. doen voor komen of onder de leiding van dezen burgemeester de finantiëele toestand meer binnenskamers was besproken en de min gunstige toestand daardoor minder naar buiten was gekomen. De Voorzitter gaf den heer Tusenius een afstraffing en verklaarde, dat de finantiëele toestand der gemeente nim mer binnenskamers was behandeld en die toestand onzer gemeente in veel op zichten gunstig uitstak- boven die van vele andere gemeenten, getuige de vlotte - wijze, waarop onze gemeente- eeningen geplaatst konden worden. We meenen ook, dat de heer Tusenius zich wel eens te weinig rekenschap geeft van de snelle wijze waarop hij zijn gedachten in het openbaar uit spreekt; toch wenschen we hem, even als de heer Schilling deed, misschien minder oprecht dan wij, herkiezing toe, are het alleen maar als tegenhanger van de uiterst linksche raadsfractie. Het werkgevers-element is in onzen aad beslist te zwak vertegenwoordigd. Tenslotte memoreeren we over die raadsleden wel het geval was en de1 premiebijdrage voor pensioen nog de wat veelal niet meer het geval is. We hebben ook een debat over „vloe ken" gehad en daarbij eveneens typi sche uitlatingen. „Wat is een vloek en wat niet" vraagt de heer Schilling en hij voegt er aan toe: „Iemand, die nooit eens een vloek zegt, is geen mensch". Gossiemijne, O, jé, daar vloek ik ook, dus ben ik een mensch, daar zal menigeen het met den heer Schilling niet eens zijn. Doch flink vonden we zijn protest tegen een uit lating van den heer Vermeulen en van den heer Sluiters, alsof hier in IJmui- den (Velsen) speciaal bar gevloekt wordt; dat je met Christelijke ooren niet meer behoorlijk langs de straat kan loopen. „Er zijn Christenen van onverdacht allooi, beste menschen, die óók wel eens vloeken en ik acht ze er niet minder om", zei de heer Schilling en hij voegde er aan toe, dat hier langs de straat niet meer vloeken gehooid worden dan waar ook. Voor enkele eveneens belangrijke za ken als uitbreiding van het aantal leerkrachten voor buitengewoon lager onderwijs (aan achterlijke kinderen), de opmerkingen van den Voorzitter van den Raad over de brandweer hij haar optreden tijdens den brand in de Breesaapstraat mogen we naar het verslag verwijzen, ofschoon we hier gaarne willen herinneren aan de liar telijke dank, die de Voorzitter bracht aan de krachtige hulp daarbij dooi den heer Schilling verleend. Eveneens meenen we te moeten toe lichten, dat het voorstel van den heer Tusenius om aan de Eerste Kamer te verzoeken het Braatwetje over den Zo mertijd niet aan te nemen, niet werd verworpen omdat de raad tegen den Zomertijd was, doch omdat men dat adres niet tot de competentie van den Raad achtte en er ook geen heil van verwachtte. Tenslotte nog dit. Journalistiek schijnt een loonend vak te zijn. De hee- •cn journalisten gaan per auto naar en van het raadhuis en in de auto nemen ze onderweg nog raadsleden mede, dien ze daarvoor niets in rekening brachten. Dank zij de goede autodienst Hoge land, dien we onze hulde brengen voor zijn onderneming. VOETBAL. StormvogelsFrisia 5—3 Overzicht. Stormvogels groot'er was 'dan daï de Friezen. Scheidsrechter Dalmeyer leidde al immer: streng, doch correct en onpai tijdig. Be wedstrijd. Om 2.12 fluit Dalmeye: de volgend elftallen in 't veld: Terhorst. Struys Koster Bakker, Sprokkreeff, Snoeks Oldenburg Jr., Blinkhoff Sr., Blinkhof Jr., Visser, Scharpff O Sprok, Th. Kingsma, Neuyen, Visser Jr., Steinvoorte v. Oosterum, Eriks, Visser Sr. de Jong Nijhuis Overmeer. Van den aftrap af worden we vergast op een aantrekkelijk, vlug spel. Visser, Blinkhoff Sr. en Oldenburg Jr., rennen over het veld, dat het een lieve lust is en Sprokkreeff is handiger dan ooit. Bij Frisia valt het keurige, vlugge afge ven in de voorhoede op, zoodat de bei de backs regelmatig moeten ingrijpen. Als er 13 minuten gespeeld is, valt de Stormvogels-linkerwing vurig aan en het gelukt Visser zoowaar tusschen Overmeer's beenen door te scoren (10) Van den aftrap af, neemt Frisia den bal mee, Steinvoorte wordt te veel vrij gelaten en weet met een magnifique schot gelijk te maken (1—1). Vijf minu ten later weet dezelfde speler nogmaals van zijn onvoldoende bewaking te pro- fiteeren (12). Nu is het Stormvogels, dat van den aftrap af den bal mee neemt. Nijhuis wil wegtrappen, doch doet het tegen het hoofd van Eriks en via de paal springt de bal in het net. 2). Over en weer volgen nu fiksche aan vallen. Blinkhoff Jr. geeft zoo af en toe een aardige trough-pass, doch blijkt geen schutter, althans hij ligt geregeld overhoop met de hoogte der goal-palen. Oldenburg Jr. onderneemt een paar fraaie rushes, die hij met goede voor zetten besluit. Een dezer kopt Blink hoff Jr. juist over. Dan onderneemt Blinkhoff Sr. nog een fraaie ren, één van de soort, waarop we vroeger zoo vaak vergast werden en geeft Storm vogels tenslotte de leiding (32). In de resteerende minuten voor de rust los sen Blinkhoff Jr. en Bakker een paar uitstekende schoten, die Overmeer op dezelfde wijze stopt. Na de thee valt al spoedig te eonsta- teeren, dat den mannen van Waites Stormvogels' op-den-bal-zitten te machtig is. Ze bepalen zich dan ook hoofdzakelijk tot verdedigen. Het zou eentonig worden geregeld te moeten herhalen, hoe Blinkhoff Jr. en Scharpfl ,'oor het doel langs of tegen de lat schoten, hoe gemakkelijk de Stormvo- els-middenlinie den Frieschen aanval bedwang hield, hoe Visser, Blink hoff Sr. en Oldenburg Jr. steeds hun te genstanders de hielen lieten zien en hoeveel kansen er niet benut werden. We volstaan dus met mede te deelen, dat na ongeveer een half uur spelen, Visser ten vierde male scoorde en kort aarop Scharpff ten vijfde male (52) 'oen kwam Frisia nog even opzetten n het was zoowaar Steinvoorte weer, tic nummer drie scoorde (53), nadat Terhorst eerst een schot van Sprok eurig had gestopt. Deze stand bleek tenslotte ook de eindstand te zijn. Haarlem-CombinatieRoode Duivels 1—i. Frisia, de Noordelijke eerste klasser, was met haar volledige elftal naar Jmuiden gekomen en heeft deson- anks een gevoelige nederlaag geleden, die gemakkelijk nog veel grooter had unnen zijn. Immers, Terhorst liet twee o.i. wel houdbare hallen glippen n de Stormvogels-voorhoede weigerde halsstarrig meer dan 5 goals te maken, ondanks de vele kansen, die zij hiertoe kreeg. Laat ons echter eerst de goede pun ten opsommen. In de eerste plaats zij ermeld, dat de Stormvogels-aanval lers weer eens „vrije" ballen kregen, iets wal sinds lang al niet meer ge beurd is. Blinkhoff Sr. voelde zich daar door lil zijn element en smaakte liet genoegen een werkelijk mooien goal te maken. Ook Oldenburg Jr. zagen we in lange.i tijd niet zoo op dreef. Visser as „topscorer", wat hij door zijn ge weldig enthusiasme ook wel verdiende, loch blijven we er hij, dat hij, hij vlug- algeven, het zich zeiven gemakke lijk en de voorhoede productiever maakt. lil de middenlinie viel Sprokkreeff op oor zijn weergalooze handigheid en ;jjn „koppen". Snoeks en Bakker nochten er eveneens zijn. Het „plaat- en" van Snoeks is echter beter dan dat van Bakker. Het elkaar begrijpen tusschen Kos ter en Snoeks liet echter nog al eens at te wenschen over, wat den Leeu warders twee goals opleverde. Zooals wij reeds mededeelden, werd Blinkhoff Jr. als mid-voor geprobeerd. Dat dit nu juist een openbaring was, zullen we niet zeggen. Hij schoot slecht, zacht en te hoog, maar hij schóót, iets, wat Snoeks en Oldenburg Jr. in den Haag op deze plaats absoluut niet deden. En broer Jan kreeg nu nog weer eens een hal behoorlijk toegespeeld. Wij willen intusschen niet verhelen, dat we meer van Blinkhoff Jr. hadden verwacht. Onmogelijk achten we het daarom niet, dat de elftal-commissie nogmaals, op zoek gaat naar een centre-forward. doelpunt te maken (14), in welken De IJmuider Touring Club „Roode Duivels" heeft goed ingezet door hun eersten wedstrijd met sprekende cijfers te winnen. Hieronder eenige bijzonder heden van den match: De strijd ging het eerste kwartier ge lijk op en neer nu weer eens een aanval van Haarlem, dan weer de Dui vels in het offensief. Na twintig minu ten spelens gelukt het den linksbinnen van Haarlem onhoudbaar te scoren (10); spoedig daarop echter een aan val van de Duiyels, welke door Visser tot een succes gemaakt wordt door met een mooi schot gelijk te maken (11). Voor de rust komt geen verandering meer. Na halftime zijn de Duivels er beter in, en gelukt het Van Pellecom kort na elkaar 2 maal te doelpunten 3). Haarlem komt dan opzetten en lost. menig schot op 't doel, doch door het eminente keepen van Wichman, bleven de pogingen zonder succes. Kort Koor het einde wist Visser het vierd? eenige der rechtsche raadsleden die zich met souvereine zelfachting, daar boven wist te stellen was de heer Ver meulen, wiens principiëele verklaring, niet alleen aangenaam aan deed te hoo- ren, doch ook getuigde van niet te wil len hunkeren naar kiezersgunst. principiëele uitspraken van de heeren Schilling en Vermeulen. De eerste noemde de bijdrage loonsverlaging; de tweede noemde liaar uitgesteld loon. Dit laatste is alleen dan nog pas juist als bij de loontoekenning met pensioen en bijdrage wordt rekening gehouden, Goed uitgerekend is thans Sprokkreeff aan de beurt. We hebben zoo'n idee, dat hij het in ieder geval er niet slechter afbrengt dan de anderen. Frisia's spel deed aanvankelijk veel verwachten, vooral dat der voorhoede. In de tweede helft bleek echter al spoe dig, dat het uithoudingsvermogen der stand geen verandering meer kwam. Over de spiders het volgende: keeper Wichman was buitengewoon goed, ook het backstol Van Dijk-Nieborg heelt uitstekend voldaan, terwijl de overige spelers, met Vermaak, Van Pellecom en Visser als uitblinkers, allen goed werk hebben verricht.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1923 | | pagina 2