ORGAAN VOOR DE GEMEENTE VELSEN No. 48 Zaterdag 14 April 19J3 8e Jaargang Verschijnt Woensdags Zaterdags Oiiën met gegarsiideerde analyto BIOSCOOP „FLORA" IJMUIDER COURANT Abonnementsprijs: f 1.— per 3 maanden, franco per post f 1.35 Abonnementen worden aangenomen aan het Bureau en bij de Agenten. Tot plaatsen van advertentiën van Buiten de gemeente VELSEN in dit blad is uitsluitend gerechtigd het Advertentie- bureau P. F. C. ROELSE, 1JMUIDEN, Advertentiën uiterlijk in te zenden WOENSDAG tot 0 uur v.m. en VRIJDAGS tot 4 uur n.m. Uitgave van de N. V. UITOEVERS Mij. „IJMUIDEN" ADRES VOOR REDACTIE EN ADMINISTRATIE N.V. DRUKKERIJ SINJEWEL Willemsplein 11 Telefoon 153 IJmuiden Ingezonde mededeeliugün 40 ot». per regel Adrertenties ren 11, en m. 5 regels f 1. iedere regel meer 20 cte. Compact gocette adrertenties ran 1 t en m. 6 regels f l.SB, iedere regel meer J5 cte. Kleine adrertentiee en familieberichte!, loomede rereeniglnge adrertentiee nit de gemeente, niteluitend bij roornitbetr.- ling, ran 1 tot en met 6 regela f0.76, iedere regel meer 15 cte. Bij niet contante betaling morden de gewone prijien berekend Adrertentica .adres bnrean van dit blad' 10 ota. eitrt: roor bezorging ran op adrertenties ingekomen brieren wordt 10 cte. m rekening gebracht Borenetaande regelprijzen worden met bots. reraoogd roor adrertenties ran bniten de gemeente Veisen DIT NUMBER BESTAAT UIT TWEE BLADEN. EEESTB BLAD. BBINBEND TBRIOBE m bil TUhBlzlag hot «ais an kat alaawa alns, NIET Mi den Iiifai, dseh aan aai ba. raaa WILLB1MPLBIN tl, af ta garen. Da AdaUaiatistta, Kleins AdTiitentlaa an Faaelllabartahtan kasten tü VOORUITBETALING •laakt! II Oant fas sage!. HINDERWET. Burgemeester en Wethouders der gemeente Velsen brengen ter openbare kennis dat ter Gemeentesecretarie ter inzage ligt een verzoek met bijlagen van A. Zeegers, te Wijkeroog, om vergunning tot het uitbreiden zijner bakkerij, door het bijplaatsen van een kneedmachine, gedreven door een electromotor van 1 P.K., op het perceel kadastraal bekend gemeente Velsen, Sectie B No. 1164; plaatselijk bekend Wijkerstraatweg, Wijk L No. 197. Op Donderdag, den 26 April 1923, des voor middags te elf uren, zal ten Gemeentehuize gelegenheid bestaan om bezwaren tegen dit verzoek in te brengen en deze mon deling en schriftelijk toe te lichten. Zoowel de verzoeker als zij, die bezwaren hebben, kunnen gedurende drie dagen voor het bovenvermelde tijdstip op de Secretarie der Gemeente kennis nemen van de ter zake ingekomen schrifturen. Voorts wordt er aan herinnerd, dat vol gens de bestaande jurisprudentie niet tot beroep gerechtigd zijn zij, die niet overeen komstig artikel 7 der Hinderwet voor het Gemeentebestuur of een of meer zijner leden zijn verschenen, teneinde hunne bezwaren mondeling toe te lichten. Velsen, den 12 April 1923. Burgemeester en Wethouders voornoemd, de secretaris, de burgemeester, J. KOSTELIJK. RIJKENS. VAN BEN WACHTTOREN, Het land van Hoboken. Het geslacht der Rotterdamsche koop lui van Iloboken stamt af van een ven tertje, die op de straat zijn waar aan bood en op Amerikaansclie manier tot grooten rijkdom wist te komen. Midden in het westelijke deel der stad ligt een mooi stuk weiland, dat naar haar eigc naar liet land van Iloboken heet. Rot terdam heeft prachtige rivieren, verder weinig natuurschoon, maar dit weiland met zijn rust en groen en ruimte is el ken dag een vreugde voor duizenden oogen, die er naar zien. De eigenaar is gestorven; de erfgenamen zijn voorne mens het land voor bouwterrein te ver- koopen en om dit mooie landschap zal een hooge schutting getimmerd worden met bonte en schreeuwerige reclame. Over eenigen tijd zullen daar nieuwe straten met huizen verrijzen en het mooiste plekje in de oude stad zal ver loren gaan. Daarover zit Rotterdam in last. Sommigen raden aan uit vrijwillige bijdragen de enorme som bijeen te bren gen, om de weide voor de stad te behou den; anderen willen de gemeente er voor spannen en bijna allen noemen het een schande, dat zoo een stuk na tuurschoon voor menschen, die dagen lang niets dan straatsteenén en huizen zien, verloren gaat. Zoo iets moest niet mogen! Daartegen moest de wet zich verzetten. Wat wil men echter? Er kan in het publiek belang voor den aanleg van wegen en spoorbanen, voor de verbreeding van straten onteigend worden, als de eigenaar niet bereid is goedschiks zijn grond af te staan. Er is zeker van het standpunt van recht veel voor te zeggen, dat om behoud van na tuurschoon het omhakken van bos- schen of het verknoeien daar van tot villaparken, maar ook het rooien van bosschen en het ontginnen van mooie heidevelden, waardoor een streek vaak at haar aantrekkelijkheid verliest, te gengegaan zou kunnen worden. Men bedenke echter wel, dat iedere verandering en ook zelfs ieder gebruik van den bodem min of meer ingrijpt in het algemeen belang, de keuze b.v. van de gewassen, die men verbouwen gaat, het slecht en slordig gebruik van den bodem zal gaan beheerschen en ook voor het laatste de voordeelen ervan zuilen zijn. De enkele voorzichtige wet telijke onteigeningsbepalingen wijzen ook ongetwijfeld in de richting der landnationalisatie. Zij zijn de eerste stap, die naar dit doel leidt, tenzij men bang is om verder te gaan en daarom het bij den eersten stap laat. Maar de consequente toepassing van het begin sel der wet is ongetwijfeld de oude eisch: De grond aan allen! Het leven op andere hemellichamen. Een der meest gevierde Nutssprekers is Mr. J. G. Salm, een advocaat, die graag een sterrekundig onderwerp be handelt. Een geestig causeur, die de moeilijkste dingen duidelijk en de ver velendste amusant weet te maken. Hij behandelt ook de vraag naar de moge lijkheid en waarschijnlijkheid van le ven op andere hemellichamen. Zeker heid bestaat er niet, daar er nog geen verbinding tusschen aarde en andere sterren gevonden is. Maar mr. Salm vindt het mogelijk en redelijk, dat het leven niet alleen op aarde bestaat. Zou de Schepper, zoo vraagt hij, alleen op onze aarde, op dat nietige zandkorreltje het leven geopenbaard hebben? De voorwaarden, waaraan het leven ge bonden is, veranderen en zijn onbe grensd. In de steenkoollagen vindt men de resten van een eens welig tierend le ven in een tijd, toen de dampkring zoo dicht was, dat geen zonnestraal door drong tot onze aarde en onze organis men er niet in zouden kunnen leven. Het diepzeeonderzoek heeft aange toond, dat nog 5000 M. onder de opper vlakte van den oceaan ondanks den ge weldigen druk van 500 atmosferen vis- schen kunnen leven. En Prof. Kamer ling Onnes heeft levenskiemen, zes we ken lang in een temperatuur van 250° gehouden; de levensprocessen stonden stil, maar zij behielden de levenskracht. Er zijn dus veel meer levensmogelijk heden, dan men gewoonlijk meent. En zegt mr. Salm, het kan toch niet de bedoeling van den Schepper ge weest zijn, op dit zielig kleine plekje, onze aarde alleen maar in het groote heelal het leven te openbaren en het is zeer aanmatigend te denken, dat de mensch de laatste schakel zou zijn in de ontwikkeling van het leven. Mr. Salm verkondigt de onderstelling die echter door vele sterrenkundigen een dwaling geacht wordtdat de le venskiemen van onzen aardbol en an dere door leven bewoonde planeten zou den afstuiven en andere jonggevormde hemellichamen bevruchten. Mars en Venus acht hij vermoedelijk bewoond, de maan daarentegen vermoedelijk dood. Er is zeker veel voor deze onder stelling te zeggen. Onze schepping is toch niet een wereldstad met ontelbaar vele huizen, waarvan slechts een en nog wel een kleine bewoond is. Maar tus schen onderstelling en zekerheid ligt nog een diepe kloof en de pogingen, om tot zekerheid te komen, zijn tot nu toe mislukt. Marconi schijnt inderdaad pogingen gedaan te hebben, om een interplane taire verbinding te zoeken, om draad loos met Mars te converseeren. Zelfs als het gelukte, om contact te krijgen, zou den we nog niet verder zijn. Want hoe veel talen men op Mars ook moge spre ken, er zal wel geen enkele aan onze aardsche talen gelijk zijn. De fantasti INGEZONDEN HEDEDEELING. HABINGKA.DE TELEF 298 VELSEROORD Geeft altijd het mooiste, altijd het nieuwste "HÜSl sche poging, om door geweldige vuren in de woestijn met Mars te seinen, is op niets uitgeloopen. Maar we weten, dat veel, wat onmogelijk heette, -werkelijk heid is geworden en wellicht zullen wij nog eens aansluiting kunnen krijgen met Mars, Venus en vele andere sterren, waardoor onze kennis ontzaglijk ver meerderd zou worden en de schepping nog Wonderbaarlijker zou blijken, dan we nu reeds weten. Wettelijk droog of werkelijk droog? Telkens lezen we in de groote bladen verhalen over de totale mislukking, om in Amerika den alkohol en het alkohol- kwaad door een verbodswet te bannen. Moest men die berichten gelooven, dan zou die wet meer kwaad dan goed doen en een volmaakte mislukking wezen. De wet zou algemeen ontdoken worden; en zou heimelijk nog meer gedronken worden dan vroeger openlijk. Het ge bruik van methylalkohol, cocaine, opi um zou ontzettend zijn toegenomen. Dc verboden waar zou algemeen begeerd worden en zoet smaken enz. enz. Prof. Slotenmaker de Bruine heeft een paar jaar geleden een bezoek aan Amerika gebracht en den indruk gekre gen, dat er een perscampagne over de geheele wereld gevoerd wordt tegen de drooglegging en dat bet verbod veel be ter gehandhaafd wordt en veel meer uitwerking ten goede heeft, dan wij in de oude wereld wel denken. Maar Prof. Slotemaker de Bruine is een bekend drankbestrijder en, zoo oor deelden velen, daarom partijdig en on vertrouwbaar. Hij zou de nieuwe we reld te veel door een blauwe bril bezien hebben. Uit al de berichten en oordeelvellin gen, die we onder oogen kregen, vorm den we ons deze meening. Amerika is nog lang zoo droog niet, als de bedoe ling der verbodswet is, maar ook lang niet meer zoo nat als vroeger. In elk ge val kwam het ons erg voorbarig voor, deze wet nu reeds voor een volkomen mislukking te noemen. Het nauwkeurige onderzoek door twee afgevaardigden van de Ned. Ver. tot Afsch. van Alc. Dranken, de heeren P. v. d. Meulen en N. de Vries in Ameri ka kan ons zeker nader bij de waarheid brengen. Maar daar beiden onthouders en bekende drankbestrijders zijn, zal het publiek de resultaten van hun on derzoek ook allicht als te gunstig voor de werking der verbodswet opvatten. Door den Indisc.hen Volksraad is in '18 een Alcobolbestrijdingscommissie ingesteld. Aan een der leden dezer com missie Dr. F. M. G. van Walsum werd opgedragen zich in de Ver. Staten op de hoogte te stellen van de toepassing en de resultaten van het aldaar bestaan de absoluut alcoholverbod. Dr. van Walsum heeft een reis door Amerika gemaakt en van zijn bevindingen een rapport uitgebracht. Hier is een man aan het werk geweest, die onbevooroor deeld naar waarheid zocht en niet door liefde of afkeer ten opzichte van den al kohol geleid werd. Zijn oordeel is merk waardig gunstig voor de verbodswet en haar nut. Het aantal gevangenen is be langrijk verminderd. Het aantal sterf gevallen aan alkobolisme daalde, even eens het aantal ongelukken. Sterk nam toe de belegging van gelden; er wordt door meer menschen gespaard als voor de invoering van het alkoholverbod. De economische toestanden zijn er door verbeterd. Volgens verschillende auto riteiten in Amerika is de indruk, dien buiten Amerika wel gewekt wordt, als zou de drooglegging een mislukking zijn, volkomen onjuist. De groote meer derheid is bereid iets van hun persoon lijke vrijheid prijs te geven om de groo te voordeelen der verbodswet. De con clusie, waartoe Dr. van Walsum komt, is deze: Amerika wordt steeds meer droog en zal dit ook in de toekomst blijven. Every day wil be a gain for prohibition. (Iedere dag is winst voor het verbod!) Hieruit blijkt, hoe tendentieus de groote bladen ons over de werking der verbodswet inlichten en hoe voorzich tig we met die berichten over de mach teloosheid en de mislukking dezer wet moeten zijn. Tevens leeren we, dat Amerika nog wel niet droog is, maar wel droog wordt en dat ook deze verbodswet haar tijd moet hebben, om te groeien en krachti ge n invloed uit te oefenen. En eindelijk blijken in Amerika velen bereid om een klein offer van persoon lijke vrijheid te brengen ten dienste van bet algemeen belang. Wie hiertoe be reid is, verliest trouwens feitelijk niets van zijn vrijheid. Immers hij voelt de wet niet als een dwang, die het nut eerier wet inziet en haar daarom ook be poid is te gehoorzamen. Waar het wil len en moeten samenvallen; blijft de vrijheid geheel behouden. Amsterdam. Dc hoofdstad, maar voor de meeste Nederlanders ook de stad van het hart. Wie gaat niet graag eens een paar da gen voor zijn pleizier naar Amsterdam. Den Haag is te stijf en te deftig, hoewel mooier stad dan Amsterdam door de nabijheid van bosch, duin en zee. Rot terdam is druk en rommelig, een echte werkstad. Maar Amsterdam trekt van ouds allen, die graag eens een poosje uit willen gaan. Het heugt ons nog uit onze kinderjaren het eerste bezoek aan Artis en Panopticum, de wintertuin van Kras en den Franschen bazar daardoor reeds was Amsterdam de uit verkoren stad van allen. Het ruime, mooie IJ met schepen van allérlei slag, de tjokvolle Kalverstraat met zooveel mooie winkels, de rustige en statige grachten, het vroolijke vertier en zekere uitbundigheid, waartoe de vele Joden niet weinig bijdragen, ook de achter buurten, waarin een roezemoezerige be volking krioelt in een sterken levens drang, dat alles maakt een bezoek aan de hoofdstad interessant. Uit het Statistische Jaarboekje over '20 en '21 blijkt het zielental al aardig naar de 7 millioen te loopen. Onder die 7 millioen zijn er velen, ruim een vijfde gedeelte, die tot geen enkel kerkgenoot schap behooren. Men meene echter niet, dat er in Amsterdam zoovelen anti godsdienstig of godsdienstloos zijn. Het sectewezen bloeit in onze hoofdstad en er zijn allerlei religieuse kringetjes bui ten de kerken om. In Amsterdam wonen ruim 11000 vreemdelingen, voornamelijk Duit- schers en Belgen; we herinneren ons nog levendig den eersten neger en ge staarten Chinees als kind in Amster dam gezien te hebben met evenveel nieuwsgierigheid als Nijlpaard en orang-oetang in Artis. Van de meeste vreemdelingen merkt men echter niet. dat zij vreemdelingen zijn. Ze zijn ge HET CONSULTATIEBUREAU zal geopend zijn Woensdagmiddag v?.-; 3 nar, Willanxsbeekwas £2, Valse - aord. Hat andarxoek ia kostaioss en ge schiedt door Dr. Anema uit Haarlem, Voorzitter van het Consultatiebureau aldaar. kleed als wij en in het drukke straat- lawaai verstaat men wel een paar woor den maar geen zin. De bevolking van een kleine 7 milli oen woont in 15251 woningen. De Jor- daan is de dichts bevolkte buurt. Daar wonen bijna 1000 menschen op een I-I.A. Komt het daardoor wellicht, dat de Jordaners zooveel ruzie hebben? Ze loopen elkaar voortdurend in den weg en zelfs de beste vrienden krijgen wel eens oneenigheid, als ze altijd in elkan ders gezelschap zijn. Bewijs het huwe lijksleven! In de deftige buurt van het Concertgebouw wonen op die zelfde op pervlakte slechts 39 menschen. Daar. kent men niet het voortdurend omgaan en gekrakeel van de Jordaan. Buren kennen en groeten elkander daar zelfs niet en kunnen dus ook geen vijanden worden. De inkomsten der stad stegen van 1912 tot 1921 van 18 tot 77 millioen, de uitgaven van 18 tot 72 millioen. Dat is lang niet kwaad, menige gemeente staat er finantieel vrij wat slechter voor Toch staat Amsterdam niet als schriel bekend. De arbeidsvoorwaarden van het groote personeel in dienst der ge meente zijn beter dan in verreweg de meeste gemeenten. Voor onderwijs geeft de hoofdstad f 17.60, voor armenzorg f 20,99 en voor politie f 10.35 per hoofd uit. Amsterdam geeft veel moois te zien, maar al jarenlang ergert men zich als men in het hart der stad komt, den Dam Daar staat een der mooiste gebouwen uit ons land, daar heeft men een schit terend plein met zeer druk verkeer. Maar daar ziet men ook schuttingen, kuilen, plassen, gaten in de huizen als een „ouwe mond". De lijst, waarin het mooie plein gevat moet worden, is steeds nog niet af en wat is een mooi schilderij, wanneer er een heel stuk uit de lijst ontbreekt. Zoo is Amsterdam ook niet volmaakt op dit ondermaan- sche. Maar Artis en Kras en Kalvcrstr. en vele andere heerlijkheden uit onzen kindertijd zijn er nog en blijven voort durend duizenden provincialen trekken Ook de Amsterdamsche korstjes, het. lekkere gebak is gelukkig niet door mo derner waar van don confiseur geheel verdrongen. Volkszang. Volgens het Vaderland heeft minister de Visser aan de inspecteurs van het la ger onderwijs een wenk gegeven, om door middel van de school de volks zang te bevorderen. Hij noemt in zijn schrijven de onbekendheid der school kinderen en ook der volwassenen ten opzichte van de Nederlandsche volks liederen niet gering. Daarom acht hij opname van de meest bekende volkslie deren in de leerprograms gewenscht. Ook raadt hij, de kindéren bij het ver laten der school een boekje met liede ren uit te reiken, waarin ook volkslie deren moeten voorkomen. Het is een oude klacht, die minister de Visser doet hooren. Ons volk zingt niet, het schreeuwt alleen, als het pret heeft. Een enkele maal wordt men aan genaam getroffen en luistert men met blijdschap, als een vroolijk troepje wer kelijk mooi hoort zingen. Gewoonlijk schreeuwen allen door elkaar en schreeuwt men dan allerlei rare straat deuntjes met akelige woorden. Ieder, die wel eens een reisje door Duitsch- land gemaakt heeft, is daar onder dpn

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1923 | | pagina 1