Umuider Courant
[Zaterdag 21 April 1923.
2e blad
PREDIKBEURTEN
VOOR ZONDAG A,S,
IJMUIDEN.
NED. HERV. KERK.
ylO uurDs. Erdman.
5 uurDs. Eggink, Pred. te Velsen.
Zaterdagavond 8 uur Bidstond.
Doopsgez. Gem. Afd. Prot. Bond.
10.30 uurDs. W. Luikinga.
GEREF. KERK.
J0 uurDs. Jansen.
5 uurDezelfde.
CHR. GEREF. KERK.
10 uur: Ds. Croes.
5 uur: Ds. Croes. Bevesting van nieuwe
lidmaten.
LEGER DES HEILS.
^7 uur: Bidstond.
10 uur: Heiligingsdienst.
12 uur: Kindersamenkomst.
3 uur: Openluchtsamenkomst, Velseroord
5 uur: Kindersamenkomst.
8 uur: Verlossingssamenkomst.
AI deze samenkomsten zullen ge
leid worden door Komd. Zandwijk,
van Amsterdam.
VELSEROORD.
NED. HERV. KERK.
10 uur: Ds. Kroese.
5 u'jr: Dezelfde.
GEREF. KERK.
10 uur: de heer O. B. Würth, van
Santpoort.
2.30 uur: Dezelfde.
VELSEN.
NED. HERV. KERK.
10 uur: Ds. Eggink.
WIJKEROOG.
GEREF. KERK.
10 uur: Ds. J. Jansen.
5 uur: Dezelfde.
SANTPOORT.
NED. HERV. KERK.
10 uur: Dr. O. A. v. d. Bergh van Eysinga.
EVANGELISATIE.
10 uurDs. F. Faber.
OFFICIEEL.
INGELEVERDE GELDIGE LIJSTEN
VAN CANDIDATEN.
De Voorzitter van het centraal stem
bureau voor de verkiezing van de leden
Van den Raad der gemeente Velsen
maakt bekend, dat van alle hoofdstem-
bureaux de mededeeling is ontvangen,
welke geldige lijsten van candidaten
voor die verkiezing zijn ingeleverd.
Herinnerd wordt, dat binnen zeveri da
gen na heden de gemachtigden der on
derteekenaars van lijsten deze tot een
groep kunnen verbinden door een daar
toe strekkende gemeenschappelijke ver
klaring schriftelijk bij het centraal
stembureau in te leveren. Formulieren
«oor deze verklaringen zijn ter gemeen
tesecretarie verkrijgbaar.
Velsen, 20 April 1923.
De Voorzitter voornoemd,
RIJKENS.
VERJARING VAN VORDERINGEN.
Burgemeester en Wethouders van
Velsen brengen belanghebbenden in
herinnering, dat alle vorderingen ten
laste van het Rijk, de provincie en de
gemeente, over het dienstjaar 1922 vóór
of op den laatsten Juni aanstaande, bij
de besturen en de ambtenaren, dien
het aangaat, moeten zijn ingediend. Al
le op dien termijn niet-ingediende vor
deringen worden voor VERJAARD en
VERNIETIGD gehouden.
Voorts worden belanghebbenden ver
zocht niet den uitersten termijn af te
wachten, maar de indiening dpr bewijs
stukken zooveel mogelijk te bespoedi
gen.
Velsen, 25 April 1923.
Burgemeester en wethouders voorn.,
de secretaris, de burgemeester,
J. KOSTELIJK. RIJKENS.
NATUURWANDELINGEN.
(2e Serie).
„Om en bij Velsen".
Onze uitgang was tot hiertoe van af
IJmuiden en Velsen zuidwaarts gericht
en zijn wij thans voornemens om ook
wandelingen noordwaarts van die
plaatsen te gaan doen om het een en
-Ander op natuur- en historisch gebied
aan de geachte lezers mede te deelen.
Vooraf willen wij echter nog de oude
Ambachtsheerlijkheid Velsen, waar-
i over reeds in het begin der le Serie een
len ander is gezegd, andermaal in be-
f schouwing nemen.
f Op Let punt van natuurschoon is Vel
sen zeer zeker hard achteruitgegaan,
doch de bevolking nam sedert 1853, toen
het cijfer voor de geheele gemeente on
geveer 2200 inwoners bedroeg, snel toe,
en klom tot 28.000 in 1922.
Het begin van de groote verandering
die tot den tegenwoordigen toestand
leidde, is geweest de doorgraving der
duinenreeks genaamd „Holland op zijn
Smalst" en het totstand komen van het
NoordzeekanaalT
Vóór 1863 was Velsen, een aloud dorp,
gelegen aan den voet van schoonbe-
groeide duinen. Ten oosten bevond zich
het Wijkermeer, een deel van het IJ,
dat hoewel met een zwakke dijk (de
Velserdijk) was afgesloten, in den zo
mer een heerlijk schoone en bevaarba
re watervlakte aanbood, doch in den
winter dikwijls buiten zijne oevers trad
en door storm in beroering gebracht,
groot gevaar opleverde voor de geheele
omgeving.
Er zijn jaren geweest dat in den win
ter of ook in het vóór- en najaar de gol
ven van het Wijkermeer opgezweept
werden en het water het tegenwoordige
Meerland (de Meerweiden) en den Vel-
serbroekpolder overstroomde. Vooral in
1825 moet de toestand zeer kritiek ge
weest zijn. De achtergebleven klei die
te vinden is in genoemde polders tot
langs den Alkmaarschen straatweg toe,
toont nog aan, hoever het water geko
men is. Het vee werd dikwijls met groo
te moeite gered en binnengebracht, de
hazen vluchtten naar de zijde der dor
pen en der hooger gelegen zandgronden
En toch werden er kort nabij de
oevers van dat Wijkermeer tijdens het
midden der 18e eeuw buitenplaatsen
gevonden, die in den zomer bewoond
door rijke familiën, uit de eerste koop
mansstanden en ook door bestuurders
der Stad Amsterdam, voor den smaak
in dien tijd schoon golden, als bevatten
de schoone tuinaanleg, bosch-, plant
soenen, stijf geschoren palmheggen,
vijvers enz. Allen waren ook daarop in
gericht dat de eigenaars met een boot
of gondel in het Wijkermeer konden ko
men, om daar te visschen en te spele
varen.
Wie met ons den tegenwoordigen
Hofgeesterweg bezoekt, waar nu niet
anders dan eenige oude en ook eenige
nieuwere boerderijen gelegen zijn en
niets u het vergezicht belemmert, alles
in weiland sedert dien herschapen is,
daar hebben eertijds, vooral in de 17e
en 18e eeuw, in den bloeitijd van de Re
publiek der Geünieerde Provinciën, de
lustverblijven bestaan der Amsterdam-
sche Patriciërs.
Van al de namen dier landgoederen
ontmoeten wij slechts nog een spoor op
het overgebleven inrijhek van t'huis
,,'t Spijck", de thans groene wallen in
het vierkant, hebben het geheel moeten
beveiligen tegen het water bij eventu-
eele overstrooming. In plaats het vroe
gere heerenhuis staat er nu een boe
renwoning.
Gaat men den Velserstraatweg langs
de nu nog bestaande landgoederen
Meer vliet, Waterland en Beeckesteijn,
dan zijn ook daar nog overblijfselen te;
vinden van vroegere dammen en water-
keeringen. Velsen was zooals we zei
den, langen tijd een lustoord. Men ge
troostte zich den langen rit langs
slechte wegen en over den eindeloos
langen Slaper- en Spaarndammerdijk,
gezeten in logge koetsen en getrokken
door zware rossen om van zijn buiten
verblijf naar de Hoofdstad te reizen.
Langs den hoofdweg bewoog zich de
diligence, die ook de post vervoerde en
na elk uur rijdens op de poststations
van versche paarden werd voorzien.
De duinen ontlastten ook hunne wa
teren door helder vlietende beken en
onden hun eindpunt in het Wijker
meer. De bekende Engelmundusbeek
was er een van de vele; ze ontsprong
tusschen de Breesaap en het Velserduin
liep doQr Velserbeek en langs de Vel-
erkerk met een duiker onder den weg
door, het Meerland in.
In 1871 was het Wijkermeer droogge
legd, het Noordzeekanaal 1 Nov. 1876
geopend. Reeds tijdens de eerste jaren
van de kanaalgraving wa3 de invloed
op de omgeving van Velsen wat betreft
de water-onttrekking aan land en dui
nen zeer groot. Toen het Kanaal een
maal op peil kwam, verbeterde de toe
stand wel iets, doch de duingronden en
bosschen die veel van de droogte had
den te lijden, werden nooit meer dat,
wat zij vroeger geweest waren.
De drooglegging van het Wijkermeer,
dat herschapen werd in vruchtbaar
bouwland, strekte tot groote verbete
ring. Het gevaar voor overstrooming en
het binnendringen van het zeewater van
uit de Zuiderzee was nu voor altijd af
gewend, de waterreus bedwongen.
De duinen die tot bij het dorp Velsen
strekten, waren voor een groot deel
eigendom van den Ambachtsheer, doch
later na de Revolutie van 1795 en den
toestand van verwarring waarin Neder
land tot omstreeks 1813 en het herstel
van het Huis van Oranje, verkeerde,
kwam het duinenbezit ook in handen
van anderen. De zorg voor verstuiving
en de beplanting kostten veel geld, ter
wijl de eigenlijke baten, die de duinen
toen opleverden, in dien tijd zeer gering
waren. Er kwamen vele klachten in
over de schade door konijnen aange
richt en vooral ook in de Velser duinen
huisden deze schadelijke knaagdieren
in massa.
De duinen die in het begin en in het
midden der vorige eeuw meestal voor
ieder vrij en toegankelijk waren, bevat
ten een rijken plantengroei, er was niet
zooals nu, gebrek aan vocht, waterlei
dingen zogen er het water niet weg.
Voor den plantkundige on planten
liefhebber waren die duinen een zeer
oorspronkelijk en interessant te; rein.
Zoo leest men uit de dagen van Hilde-
brand (Nicolaas Beets), dat deze met
zijn akademievriend naar het liefelijk
Velsen zou gaan om daar te botanisee-
ren. Zij verkozen echter niet den eento-
nigen straatweg van af Haarlem, neen
ze gingen bij Overveen de duinen in,
om bij Velsen in de Breesaap uit te ko-,
men. Duin door, zonder hindernissen.
Wat een heerlijke tijd! Zonder te stui
ten tegen draadversperringen of door
koddebeiers te worden verdreven, het
geen in den tegenwoordigen tijd onver
mijdelijk het geval zou zijn.
Ook schrijver dezes heeft dien tijd ge
kend, toen wij als jongens de duinen
vrij ingingen en daar een groot deel van
de Paaschvacantie doorbrachten. De
breede duinenzoom achter Overveen en
Velsen was rijk aan berkenbosschen,
doornenvlakten, naast hooge duintop
pen en aan den voet daarvan begroeide
dalen en vochtige valleien. Dikwijls
stonden die blank van het water en zoo
ver het oog rijkte was het gelijk een
groot meer. Vandaar ook dat de water
vogels gaarne hunne nesten in de ruig
te maakten, er hunne eieren legden en
uitbroedden. Het zal nog wel zoo zijn
dat vooral de wilde eend in duin hare
eieren uitbroedt, en als het broed uit
gekomen is, langs de beken met haar
kroost afzakt, om het groote water op
te zoeken.
Doch vele beken zijn tegenwoo.idig
droog of bevatten al zeer weinig water
Zoo kwamen de duinen „de Bree
saap" omstreeks 1850 in handen van
den heer J. W. Arnold te 's Graverdiage,
die ook een buitenplaats bezat te Bloe
men daal, het tegenwoordige „Duinen-
daal"
De heer A. uit Indië gekomen, kocht
de „Breesaap" van den heer Stuart. De
„Arosterdamsche Kanaal Maatschap
pij kreeg vergunning om de duinen van
de „Breesaap" te doorgraven. Het werk
dat voor dien tijd een reuzenonderne-
ming was, vorderde in de eerste jaren-
niet zoo vlug, het waren Engelschen
die er bet begin met de werken hebben
gemaakt., doch Hollanders moesten die
tot een goed einde brengen. Anno 1874
IJmuiden bestaat nog niet, ook bij de
opening in 1876 waren er slechts een
paar gebouwen te vinden. Velseroord
(de Heide) was een buurtschap van
schamele hutten, waar naderhand ach
tergebleven polderwerkers zich neer
zetten. De omgeving bleef stil en wild
rijk, vooral aan konijnen. Na 1900 be
gint eerst voor IJmuiden de snelle aan
was der bevolking door het in werking
komen der trawlvisscherï] en de vesti
ging van een vischafslag sedert 1885,
die later door een Rijksvischhal werd
vervangen. Het ligt verder niet op onzen
weg om de geheele historie van I Jmui
den hier op te rakelen, doch wij blijven
ons verder op het gebied der natuur
bewegen, dat echter hier onder Velsen
door de veranderde omstandigheden
van allerlei aard zeer in 't gedrang is
gekomen. Er zijn echter nog plaatsen,
hier in de omgeving overgebleven die
waard zijn in beschouwing te worden
genomen. Wij zagen reeds de vroegste
bloemen der lente in bloei komen, hun
aantal neemt bij den dag toe, het lied
der vogels wordt steeds sterker, haas
ten wij ons dus, het schoone ons alom
geboden in oogenschouw te nemen.
Daaraan zal een volgend artikel gewijd
worden.
S. C. L. P.
VERSLAG VISSCHERIJSCHJJL
over 1922.
Commissie van Toezicht. Deze be
stond uit de heeren J, F. Klercq, voor
zitter, G. Carst, secretaris, J. Drijver, W.
van Rooij en S. Baarda, leden.
Vergaderingen. De Commissie werd
3 maal ter gewone vergadering bijeen
geroepen en éénmaal in buitengewone
vergadering, ingevolge art. 6 van het
Huishoudelijk Reglement.
Aan de orde kwamen achtereenvol
gens:
a. de benoeming van een voorzitter,
waartoe de heer J. F. Klercq, Directeur
der Algemeene Visscherij Mij., werd ge
kozen en van een Secretaris, waartoe de
heer G. Carst, Directeur der Visscherij
Mij. „Praxis", werd gekozen. Beide hee
ren namen de benoeming aan.
b. de bespreking en de vaststelling
van het jaarverslag 1921.
c. de bespreking en vaststelling der
begrooting voor 1923.
d. de bespreking en vaststelling van
een ontwerp reglement voor de school
en ontwerp-instructie voor het perso
neel daarvan.
e. uitbreiding van het programma
der school, in verband met opleiding
voor de handelsvaart, welke uitbreiding,
nadat ook de meening van den Inspec
teur van het Zeevaartkundig Onderwijs
was gebleken, werd goedgekeurd. Er
werd tenslotte besloten aan d<ui Raad
te advisee ren. dat er in 1922 ou 1923,
naast de aanwezige opleidingen voor de
visscherij, zal bestaan een voc-oplei-
ding van dek- en machinepersoneel, dat
zich voor fcn rang bij de handelsvaart
wil bekwamen.
Personeel. De heer Lavoo werd weer
voor de wintermaanden (October t/m.
Maart) aangesteld om 3 avonduren per
week les te geven in de practijk der
Scheepwerktuigkunde.
Aan den heer J. H. Doderer, leeraar
in de gymnastiek, werd op zijn verzoek
eervol ontslag verleend, terwijl in zijn
plaats werd benoemd de heer P. Dijk
stra.
Leermiddelen. De leermiddelen voor
eenvoud, proeven op natuurkundig ge
bied en voor aardrijkskunde werden be
langrijk uitgebreid, eveneens de boeken
voorraad, terwijl ook eenige voor navi
gatie onbruikbare zeevaartkundige in
strumenten werden aangekocht, ter de
monstratie.
In het voorjaar werd, nadat tever
geefs was getracht de beschikking te
krijgen over een 2e hands boot, voor de
jongere leerlingen der school, een lich
te boot besteld bij den hr. de Koning te
IJmuiden. Deze 7 M. lange boot waarin
12 jongens tegelijk kunnen roeien, vol
doet zeer goed, zoowel voor roeien als
zeilen.
Dit jaar werd 2 maal, telkens met 15
leerlingen, een kruistocht van 7 dagen
per „Lichtstraal" op de Zuiderzee ge
maakt.
Leerlingen en Onderwijs. De leeftijds
grens voor de 2-jarige dagopleiding
voor de visscherijschool-eindexamens
werd verlaagd, wat een gunstigen in
vloed had op den toeloop. Deze klasse
wordt tevens dienstbaar gemaakt aan
de „Vooropleiding van onbevarenen tot
een zeevaartschool", terwijl de dagop
leidingen dek- en M. K. personeel voor
de visscherij-examens tevens dienstbaar
worden gemaakt aan de „Vooropleiding
van bevarenen tot een Zeevaartschool".
Voor de visscherij, uitsluitend, bestaan
nu nog de avondlessen tot opleiding
voor matroos, de avondklassen tot op
leiding voor de Rijks-examens (dek- en
M. K. personeel).
Door de bovengenoemde verlaging dei-
leeftijdsgrens, werden de klassen nu in
grooter aantal bezocht door de leerlin
gen die niet den vereischten leeftijd of
vaartijd hadden, om zich aan een dei-
examens te kunnen onderwerpen, waar
door het aantal per klasse van de exa
men-candidaten betrekkelijk gering
werd.
Klasse A. Werd in totaal door 27 leer
lingen bezocht, de gemiddelde sterkte
schommelde tusschen 14 in Januari en
18 op uit. Dec. Van deze leerlingen ver
wierf één het diploma „Boeten enz.".
Klasse B. Werd in totaal door 45
leerlingen bezocht; de sterkte wisselde
tusschen 15 in Januari 1921 en 31 op uit.
Dec. 3 leerlingen deden examen voor
stuurman ter visscherij en slaagden, 1
deed examen voor stuurman kleine
vaart en slaagde.
Klasse G. Werd in totaal bezocht
door 46 leerlingen, de sterkte schommel
de tusschen 25 in Januari 1921 en 22 op
uit. Dec. 3 leerlingen deden examen voor
machinist-visscherij en slaagden; 3 de
den examen voor machinist-stoker,
waarvan 2 slaagden.
Op het einde van het verslagjaar wa
ren onder de 22 leerlingen, een 16-tal
jongelieden van 14-18 jaar, die voor het
voorloopig diploma wenschten te wor
den opgeleid.
Klasse D. Deze klasse werd alleen in
de maand Dec. bezocht en door slechts
1 leerling. De uren werden benuttigd
voor achterlijke leerlingen uit de klasse
B voort te helpen en, in de laatste 4
maanden van het verslagjaar, om een
parallelklasse C te vormen. Dit was noo-
dig daar de aanleg en de kennis der
leerlingen in die klasse te veel uiteen
liepen.
Algemeen. Zooals reeds onder vorige
hoofden is medegedeeld, werd met April
1922 een vooropleiding voor Zeevaart
scholen ingevoerd. Deze vooropleiding
trok een groot aantal leerlingen en is, in
deze voor de visscherij zoo slechte tij
den, een krachtige steun voor de in
standhouding der „Visscherijschool".
PLAATSELIJK NIEUWS.
IJMUIDEN.
Te Haarlem is plotseling ovirle-
den de heer S. C. L. Reygersberg, in vis
scherij- en scheepvaartkringen hier wel
bekend.
De heer Reygersberg was directeur
er Zeevisscherij Mij. Batavier II, se-
ert 1889 vice-consul van Groot-Brittan-
ië en sedert 1906 vice-consul van Noor
egen alhier. Als zoodanig heeft hij
aan vele visschers onderscheidingen
uitgereikt.
De heer Reygersberg was hier verte
genwoordiger voor het hospitaal-kerk
schip De Hoop. Hij was ridder in de Or-
van St. Olaf van Noorwegen, Member
the British Empire en kreeg nog on
langs de medaille van Koning Albert
voor steun van de Belgische vluchtelin
gen.
De begrafenis heeft gisteren op het R.
Kerkhof te Schoten plaats gehad.
Feestelijke herdenking.
Woensdagavond waren in het gebouw
voor Christelijke Belangen vele oud-Ka
tholieken bijeengekomen ter feestelijke
herdenking van de verkiezing van Cor
nells Steenoven tot Aartsbisschop van
Utrecht, welke verkiezing twee honderd
jaar geleden had plaats gehad. Als feest
redenaar trad op de ZeerEerw. heer B.
A. van Kleeff, O.-K. Pastoor te Zaandam,
met het onderwerp „Utrecht en Rome".
In een boeiende, met gloed van over
tuiging uitgesproken rede, die met on
verdeelde aandacht werd gevolgd, heeft
de eminente spreker ons een historisch
overzicht gegeven van het ontstaan of
eigenlijk van het zich vormen van de
Oud-Katholieke gemeente. In een glas
helder betoog heeft de heer van Kleeff
ons geschetst hoe de drang tot afschei
ding van de Roomsch Katholieke Kerk
zich langzaam maar zeker ontwikkelde
tot zij als het ware een voldongen feit
werd door de verkiezing van Corn.
Steenoven tot Aartsbisschop van Ut
recht in de Oud-Katholieke Kerk. In de
ze, vooral voor buitenstaanders zeer
leerzame rede toonde de begaafde spre
ker zich een groot geschiedkenner, die
met zeldzame helderheid ons de kerk
hervorming maalde en de da a-ruit voort
vloeiende gevolgen.
De luister van dezen avond werd ver
hoogd door de medewerking van het
O.-K. Zanggezelschap „Eensgezindheid",
dat onder Directie van den heer Jöh. Tol
verdienstelijk een aantal liederen zong,
waarvan het meerendeel een hartelijk
applaus verwierf. Verder trad op voor
het instrumentale gedeelte het trio C.
Tol, viool, L. Blazer, cello en J. Raman,
piano, dat ontegenzeggelijk veel goeds
te hooren gaf en waarbij wij vooral heb
ben genoten van het vioolspel van den
heer C. Tol, al kon zijn vertolking van
de Berceuse van R. Schumann ons per
soonlijk niet bekoren.
Des te meer boeide ons „Plaisir
d'Amour" van G. B. Martini in welk
werk we meendr-n eenige bekende melo-
diën terug te vinden.
Vermelden we nog, dat de heer P. Tol,
voorzitter der Zangvereeniging de bij
eenkomst met een pittige toespraak
opende, waarbij hij ook gelegenheid had,
de hier nieuw benoemde O.-K. pastoor
Rinkel hartelijk welkom te heeten on
te danken voor zijn groote belangstel
ling voor dezen feestavond.
Het was een intieme, gezellige feest
avond, waarbij een weinige versiering
van het podium zeker het feestelijk ka
rakter uitermate verhoogd zou hebben.
Aan het politiebureau is een rijwiel
gedeponeerd, dat op de Wilhelminaka-
de werd gevonden.
De rijwielhandelaar R. alhier deed
^angifte van de verduistering van eon
B. S. A. rijwiel, dat iemand bij hem ge
huurd had.
Gevonden voorwerpen.
Een portemonnaie met inhoud; eenige
boodschappen met levensmiddelen; een
paar dameshandschoenen; een zwart
meisjeshoedje; een broche; een honden
halsband met penning; een zwart lede
ren portemonnaie met inhoud; een
lorgnet met gouden monteering; een
zilveren kettinkje, een heerenrijwiel.
De heer PH. v. d. Born, stations
chef alhier, wordt als zoodanig naar
Leiden overgeplaatst, zulks met ingang
van 1 Juni a.s.
Het gerucht inzake een autobus
dienst van de Ned. Spoorwegen tusschen
IJmuiden en Haarlem zal wel niet juist
zijn. De firma Beynes te Haarlem deelt
althans mede, dat zij geen autobussen
voor de spoorwegen in de maak heeft.
Aangehouden werd een zekere B.,
een woonwagenbewoner, die gesigna
leerd stond in het Alg. Politieblad. Hij
betaalde het verschuldigde en is toen
weer vrijgelaten.
VELSEROORD.
Onze Harmonie „Kunst na Arbeid"
directeur de heer M. Adam, zal deelne
men aan het concours te Jan Gijsen-
vaart, uitgeschreven ter gelegenheid
van het 25-jarig bestaan van Wilhelmi-
na aldaar.