neden te drukken en vroeg den minis
ter daaraan een eind te maken. En toen
deze daartoe niet bereid bleek, omdat
de algemeene slechte financieele toe
stand gebood alleen in uitersten nood
subsidie aan gemeenten te geven en
loon bij werkverschaffing altijd hene
den loon in het vrije bedrijf moest blij
ven, diende hij een motie in, die de wen
schelijkheid daarvan uitsprak.
In de Eerste Kamer werd het voor
stel-Braat tot afschaffing van den zo
mertijd met slechts 9 stemmen vóór
verworpen, nadat de verschillende ar
gumenten voor en tegen nog weer eens
naar voren waren gebracht, als de be
sparing, de bezwaren voor den landbou
wende bevolking enz. en nadat de mi
nister verklaard had dit jaar don zo
mertijd! eerst omstreeks 1 Juni te kun
nen invoeren in verband met den dienst
der spoorwegen en in het vervolg vrij
te willen blijve.; ten opzichte van den
datum van invoering met het oog op de
naburige land?n.
Verder worden nog de beg ootingcr
van Onderwijs, Justitie en Waterstaat
behandeld. Bij de eerste betoogde Mr
1)3 Vries, dat de Lager Onderwijswet
vau .920 een te centraliseer J. ka rak
ter had en de vrijheid der bizondere
scholen aantastte, wat minister De Vis
ser betwistte met verwijzing ook naar
de noodzakelijkheid van paciricatie. En
bij de beide andere begrootingen werd
voor wijziging van het huwelijksgoe
deren een vennootschapsrecht, voor la
gere spoorwegtarieven, verandering
van de brug over de Koningshaven te
Botterdam, een brug over dpn Rijn hij
Arnhem -u de Waal bij Nijmegen e?iz.
gepleit.
NATUURWANDELINGEN.
(2e Serie)
ders en ook onervaren personen van al
lerlei stand zich op de teelt van bloem
bollen toeleggen en vele daarmede ge
luk en succes hebben, toch kan dit be
drijf voor dezulken blijken een vreemd
terrein te zijn waar zij zich op hegeven
hebben,
Want in vele gevallen bleek het, dat
de cultuur van bloembollen niet zoo een
voudig was en dat het ook een vak op
zich zelf is, waarvoor opleiding van
jongs af aan een zeer noodige zaak is.
Welke bolbloemcn zien wij nu van af
het vroegste voorjaar in deze omstre
ken ten Noorden van Velsen in bloei
komen?
In de eerste plaats zijn het voorzeker
de Sneeuwklokjes (Galanthus-nivalis),
enkelbloemige en dubhelbloemige.
Eigenlijk is het Sneeuwklokje dat in
deze contré meestal Akermaunetje
wordt genoemd, een wilde boschplant
dit blijft ze trouwens ook, want men
kweekt de bolletjes het gezondst als
men ze langs heggen, singels of ook in
boomgaarden laat groeien. Op bedden
uitgeplant en van mest voorzien, doet
ze spoedig ziek worden en hoe snel zij
anders op mageren grond, zelfs tus-
schen gras en onkruid ook voortteelen,
als cultuurbollen behandeld, is men
binnen weinige jaren zijn voorraad
kwijt.
Op de Sneeuwklokjes volgen de Cro
cus, in vele soorten bestaande. Een
eld Crocus is allerliefst, vooral wan
neer de lente eenige zonnige dagen
geeft en zij hun bloemkelken wijd open
zetten. Gonzende bijen zwermen, de eer
ste uitvliegers, zetten er zich op neder
om zich aan den zoeten honing te ver
kwikken. Gele, blauwe, purperen, boute
witte Crocus in variëteiten, zijn de
hoofdsoorten die gekweekt worden. De
bloemkelken worden hij de nieuwste
soorten steeds grooter in vergelijking
bij den oudere en dat is hun verdienste.
De allervroegste zijn voorzeker de Goud
laken (Susianus) en de
IV.
Lentebloemen.
De lente heeft haar intocht gedaan en
hoewel in deze streek slechts langzaam
aan de invloed van het zachtere jaar
getijde te bemerken valt, de teekenen
in dieren- en plantenrijk zijn er reeds
lang, dat de natuur met nieuw leven be
zield wordt.
In Januari en Februari begon er
reeds leven te komen en zagen wij dit
maal al buitengewoon vroeg de eerste
voorloopers der naderende lente hunne
nederige doch lieve bloempjes ont
plooien.
Velen zijn slechts oppervlakkig met
die kinderen van Flora bekend, zooals
daar zijn: het Sneeuwklokje, de Winter-
aconiet, de Crocus, de Narcis enz. wier
bloemen, nu wij al in April zijn, reeds
wederom hebben afgedaan.
Over 't algemeen is de bloeitijd der
bolgewassen in 't bizonder zeer kort en
spoede men zich in deze Aprilmaand
hetzij Noord- of Zuidwaarts om van het
fraaie schouwspel te genieten. De bloei
langer of korter, hangt tevens veel van
het weder af en hoe warmer het wordt,
des te eerder is ze voorbij, terwijl ook
het voor de cultuur noodzakelijk afsnij
den cn afplukken der bloemen, de kleu
renpracht snel doet verdwijnen.
Ditmaal gaan wij noordwaarts van
Velsen, waar de cultuur ook reeds se
dert jaren groote afmetingen heeft aan
genomen. De Hyacinthenteelt is in de
zen omtrek in den loop der jaren zeer
op den achtergrond gedrongen, ook al
een gevolg van de malaise in het vak
gedurende de oorlogsjaren, den te ge
ringen afzet en de hooge kosten dier
teelt.
Waar vroeger onder Schoten en
Santpoort flinke velden met hyacinthen
te zien waren en die zich ook zelfs tot
de magere gronden onder Velsen uit
strekten, dat is om verschillende ande
re redenen voorbij en moet men Zuid
waarts van Haarlem gaan om groote
hyacinthenakkers te zien.
Rondom Beverwijk, onder Wijk aan
Duin, en verder noordwaarts gaande,
wordt de lente aangekondigd en dat
reeds lang vóórdat de heggen en weiden
beginnen te groenen, door de heldere
en sprekende kleuren der Narcissen en
Tulpen. Er zijn bijna geen tuinen of men
ziet er één of meer akkers schitteren
met Gele of Witte Narcissen of ook met
Scharlakenroode, rose, vitte, helderge
le en oranje Tulpen. Behalve de eigen
lijke vaklieden, de bloembollenkwee
kers van beroep, hebben hier bijna ook
alle tuinders één partij of meerdere van
genoemde bolgewassen. Vooral diegenen
die een goeden kijk op de zaken hebben
gehad, en daartoe door den hoogen op
brengst van aardbeien en andere tuin-
producten gedurende dien oorlogstijd
van bloembollen voorzien, om wanneer
er een keerpunt kwam en de tuinpro-
dukten in prijs zouden dalen, weer iets
anders gereed te hebben dat strekken
kon om hunne gronden produktief te
maken.
Ofschoon zooals wij zeiden, vele tuin-
een opfrissching moge 'deelachtig wor
den!
Wordt vervolgd.
S. C. L. P.
MARK TWAIN.
NIEUWE SCHOENEN.
Sommige menschen hebben nooit
hoofdpijn of kiespijn gehad, en ik hen
er een van; maar ieder heeft wel eens
te nauwe laarzen gedragen, een uur of
wat, en kent de weelde, ze uit te trekken
in een hoekje en zijn voeten te zien op
zwellen, tot ze den hemel verduisteren.
Eens toen ik nog een groen, verlegen
jongetje was, ging ik met een eenvou
dig, onsentimenteel hoerenjuffertje
naar een tooneelvoorstelling. Ik kende
haar één dag en vond haar goddelijk;
ik had nieuwe laarzen aan.
Na het eerste half uur zei ze: „Wat
morrel je toch met je voeten?" Ik zei:
„Doe ik dat?" en ik lette er op en hield
mij stil. Een half uur later zei ze:
„Waarom zeg je niet anders dan „ja"
en „o zeker!" op al wat ik vraag, al is
het heelemaal geen antwoord daarop?
Ik bloosde en bekende haar, dat ik 'n
beetje verstrooid was geweest.
Nog een half uur later vroeg ze
„Waarom trek je zulke rare gezichten
en kijk je zoo grijnzend in de lucht?"
Ik legde haar uit, dat ik altijd zoo
deed, als ik over iets nadacht.
Een uur verliep; toen keerde zij zich
half om, keek mij aan met haar ernsti
ge oogen en vroeg: „Waarom zit je toch
aldoor te huilen?" Ik vertelde, dat ik hij
een grappige komedie altijd moest hui
len.
Eindelijk moest de menschelijke na
tuur 't opgeven en ik schoof heimelijk
mijn laarzen uit. Dit was 't domste wat
Zilverlaken Ikunnen doen, want ik kon ze niet
(Versicolor); evenwel zijn er die bij
zacht weer steeds in het late najaar
bloeien, zooals onder meer de Saffraan
Irocus (Sativus).
Ongeveer gelijktijdig met Sneeuw
weer aan de voeten krijgen, 't Was een
regenachtige avond; er reden geen om
nibussen onzen kant uit; en zooals ik'
naai* huis wandelde, vuurood van
schaamte, met het meisje aan den eenen
klokjes en Crocus, komen ons als eerstelarrQ en de schoenen onder den anderen
- was ik eenig medelijden waard, voor
al in die oogenblikken van martelaar
schap, als ik in 't licht kwam van een
gaslantaarn. Eindelijk vroeg die lande
lijke onschuld: „Waar zijn je laarzen?'
en aldus betrapt, geheel onvoorbereid,
maakte ik een waardig slot aan de
dwaasheden van dien avond met de on-
noozele opmerking: „Deftige lui drager
geen schoenen als rze naar de komedie
gaan."
voorjaarsboden met hunne lieve licht
blauwe en korenblauwe bloempjes ver
assen de Chionodoxa, door de Engel
schen „Glory of the Snow", genoemd,
welke naam voldoende zegt. Rijkbloei
end is dit bolletje en kweekt ook hard
voort, evenals dat wij in de tweede
plaats wallen noemen: de Scilla. De
hoofdsoort van deze, die men hier het
meeste ziet, is de Scilla Siberica of het
„Siberische hyacint je". Het prachtigste
blauw geven deze bloempjes te aan
schouwen. Ze vormen veel zaad en tee
len gemakkelijk voort, doch evenals de
Sneeuwklokjes en Crocus kunnen ze
geen grond verdragen, die met verschen
stalmest is bereid geworden. Als de ver
dere voornaamste vroegbloeiers noemen
we nog o.a. de Blauwe en Witte Druifjes
(Ilyacinthus botrioïdes), die ook liever
aan kanten en in het wild groeien dan
op bedden uitgeplant, en de Belgische
Hyacinthen (Hyac. beïgicus) rose, blauw
of wit, die veel op de eigenlijke hyacinth
gelijken doch nietiger zijn.
In eenige tuinen om en hij Beverwijk,
bloeit ook de Keizer Kroon (Frittelaria
imperialis), een eigenaardig bolgewas
dat vrij hoog groeit en veel op de Lelie
gelijkt. De ronde klokvormige bloemen
zitten onder de bladerkroon, de opening
naar beneden gekeerd. Men heeft ze in
rood, oranje en geel, ook zelfs met zil
verbont blad. De bollen die zeer groot
zijn, verspreiden een sterke doordrin
gende lucht.
Men plant ze hier en daar op dë kant
bedden der tulpen-akkers om het on
gedierte daarvan af te weren (water
ratten, veldmuizen enz.)
Na de opsomming van bovenstaande
vroegbloeiende gewassen naderen wij
nu den hoofdschotel dezer streek, de
bolgewassen die voor degenen die ze
teelen het meeste, gewicht in de schaal
leggen n.l. de Narcissen en de Tulpen.
Wie nog van hun kleurenpracht wil
profiteeren die late zich nu langs de
velden voeren.
Het vele geel, geel
oranje, of alleen wit (roomkleurig) dat
men ziet, dat zijn meest de bloemen der
Narsissen. De Gouden Spoor (Golden
Spur), de goudgele Dubbele von Sion, de
Poëticus Ornatus, zij zijn hier thuis.
Tot afwisseling van het vele geel ziet
men akkers en akkertjes scharlakenroo
de, helgele, roomwitte en sneeuwwitte
tulpen, om niet te vergeten de rose en
paarsche, de dubbelbloemige, die als er
zon is, grooter dan rozen, schitteren in
BINNENLAND.
HET PROVINCIAAL
ELECTRICITEITSBEDRIJF.
Te Amsterdam vergaderde de afdee-
ling Noord-Holland van de vereen, van
Ned. gemeenten om te bespreken de
nieuwe voorstellen van Ged. Staten
aangaande finantieele regelingen inza
ke het P. E. N.
Allereerst kwam aan de orde een mo
tie van het bestuur om zich te verzetten
tegen de bedreiging om indien de hooge
tarieven niet worden aanvaard, in ge
meenten waarvoor het contract spoedig
afloopt, boven de dan in te voeren hoo-
gere tarieven nog de niet-aanvaarde
verhooging te verhalen of daar met
voorbijgaan van het Gemeentebestuur
direct aan huis te leveren; en om in
dien die bedreiging niet wordt ingetrok
ken maatregelen van tegenweer te ne
men, bestaande in het houwen van
eigen centrales enz.
Nadat in de vergadering het vertrou
wen was uitgesproken dat Ged. Staten
hun bedreiging zullen intrekken en dal
de Statenvergadering daartoe althans
niet zal wallen, medewerken, werd het
tweede deel der motie voorloopig inge
trokken en de dus gewijzigde motie
aangenomen.
Na korte discussie werd met slechts
enkele stemmen tegen, aangenomen dc
volgende, door het bestuur voorgestelde
en wit, geel en motie:
De afdeeling Noord-Holland der
Vereeniging van Nederl. Gemeenten
spreekt, evenals in 1919, bij de behande
ling van de 50% verhooging op de maxi
male belasting, met de meeste klemde
groote wenschelijkheid uit, dat het oor-
logskopkapitaal met de rente daarvan
een gevolg niet van de bedrijfspoli-
tiek van het P. E. N., maar van de cri
sis-maatregelen van het Provinciaal
Bestuur, waarvan het grootste deel der
zacht rose, rood en geel gevlamd, oranje I gemeenten evenmin geprofiteerd heeft
en sneeuwwit. Alles is een halve maand
vroeger dan anders, zelfs de late tulpen
soorten beginnen reeds hunne kleuren
tc vertoonen. Doch hoe schoon alles ook
kleurt en geurt, het weer is guar cn een
flinke zoele regenbui zou op deze meest
al schrale zandgronden wonderen doen.
Ook het gras der weiden en de knoppen
van het alom uitbottend groen, zij snak
ken naar regen. Dat ons spoedig zulk
als Amsterdam en Haarlem niet ten
laste komt, in den vorm van verhoogde
stroomtarieven, alleen van de bij het P.
E. N. aangesloten gemeenten, maar van
de geheele provincie en dus uit de mid
delen van de provincie moet worden
gedekt, opdat ter zijner tijd stroomta
rieven verlaagd kunnen worden ter be
vordering der algemeene electriciteits-
voorziening.
Zij besluit daartegenover al het moge
lijke te doen, om de gemeenten, die de
50 verhooging voor de maximale be
lasting nog niet betalen, tot die betaling
te brengen en er voor zooveel mogelijk
toe mede te werken, dat deze gemeen
ten daartoe desnoods worden verplicht,
onder voorbehoud echter, dat op deze
verhooging of in anderen vorm voor al
le gemeenten te gelijk in de toekomst
tariefsverlaging worde toegepast, zoo
dra dit wegens de finantieele uitkom
sten van het P. E. N. mogelijk zal blij
ken."
De enkele tegenstemmers hadden be
zwaar om zonder nader overleg hun ge
meenten de 50 verhooging te doen bij
dragen.
De derde bestuursmotie werd zonder
discussie met algemeene stemmen aan
genomen. Zij luidt als volgt:
„De afdeeling Noord-Holland der Ver
eeniging van Ned. Gemeenten besluit
ter kennis van de Staten van Noord-
Holland te brengen, dat, afgezien van
de in de voorstellen van Ged. Staten
vervatte bedreiging, het „rechtsstreeks
leveren aan huis", overal, waar het ge
meentebestuur of een andere instelling
die door dezelfde beginselen van alge
meen belang geleid wordt, de taak van
stroomdistributie op zich wil nemen,
maar haar meening ongewenscht ge
acht moet worden, zoowel voor de
stroomverbruikers als voor het P. E. N.
Amsterdamsche Ballast Maatschappij.
In aansluiting van de reeds vermelde
jaarcijfers ontleenen wij aan het ver
slag per 1922 nog het volgende:
De krachtens machtiging in de alge
meene vergadering van 30 April 1921 ge
sloten 7 obligatieleening groot
f 500.000, werd in den loop van het jaar
1922 geheel afgelost. Ook stelden onze
geldmiddelen ons in staat een belang
rijk deel van de op de ons in eigendom
toebehoorende bouwterreinen rustende
hypotheken, af te lossen. Voor het jaar
1923 is en werd de Maatschappij
heiast met de uitvoering van de navol
gende werken en contracten t.w.: het
ophoogen der terreinen ten behoeve van
Amsterdam-Zuid; zandlevering aan de
gemeente Amsterdam; ontgravingen
voor de werkputten van de nieuwe
Noordzee-sluis te IJmuiden; grondwer
ken op de terreinen der Nederlandsche
Dok Maatschappij, ophoogen van ter
reinen nabij de Ivostverlorerivaart te
Amsterdam, grondwerker» in bruinko
lengroeven der maatschappij „Caris-
borg" te Heerlerheide. Ten einde onze
arbeidssfeer ook buiten de landsgren
zen uit te breiden heeft onze maatschap
pij zich geïnteresseerd bij de Union Gere
rale Industrielle, gevestigd te Parijs,
welke maatschappij o.a. teh doel heeft
de uitvoering van allerlei groote wer
ken. Aan ons uitgebreid en groot mate
riaal wordt daardoor een gelegenheid
te meer geboden, om in loonend emplooi
te blijven. In overleg met commissaris
sen wordt van 't netto winstcijfer groot
f 491.588 allereerst, overeenkomstig de
statuten, aan aandeelhouders uitge
keerd 6% of f 60.000, blijft f 43I:588. Te
verdeelen als volgt: reserve 7:/-> 32.369
directie en commissarissen (inclusief
tantièmebelasting) f 118.686, aandeel
houders f 240.000, onverdeeld dividend
f 13.382, dividend belasting f 27.150. In
dien de vergadering dit goedkeurt zal
per aand. f 300 (onv.) worden uitgekeerd.
DE ZENDING.
Men meldt ons:
In een persbericht van een tiental da
gen geleden heeft het Zendingsbureau
te Oegstgeest reeds herinnerd aan de fi
nancieele moeilijkheden van het najaar
1922 en erop gewezen, dat het eerste
kwartaal van dit jaar reeds een beden
kelijk tekort in de ontvangsten deed
311.
Om te voorkomen, dat straks in het
najaar opnieuw een noodkreet moet
aangeheven worden, werd in de achter
ons liggende weken telkens weer aan
gespoord tot regelmatig geven; "hoe
dankbaar de Besturen ook zijn voor de
vele bewijzen van sympathie, welke ont
vangen werden, is het resultaat zóó
dat de toestand zeker zorgvol genoemd
moet worden.
En d&t, terwijl het Zendingswerk pers
pectieven opent als nimmer te voren!
Dezer dagen zenden de Corporaties
(de Zes in Oegstgeest samenwerkenden)
een circulaire, waarin gevraagd wordt
de „Pinkster-collecte" te houden on
voor te bereiden!
Straks op den Pinksterdag rekenen de
Corporaties op allen, die belang stellen
in den Zendingsarbeid! Moge er zijn een
ijken Pinksterzegen en een blijmoedig
offer!
straat Madoera, in rep en roer. De zee
was over een kleine oppervlakte heftig
bewogen, talrijke waterstralen schoten
er omhoog, doordat een groote school
van ongeveer 60 potvisschen zich daar
in de onmiddellijke nabijheid van het
strand aan het vermeien was. Bij het
afloopen van den vloed liepen de on
gelukkige dieren in den val; zij konden
het diepe water niet meer bereiken en
bleven zoodoende alle hulpeloos, brul
lend en blazend, op het strand liggen,
waar ze na een paar dagen omkwamen.
Een der dieren vond nog gelegenheid
om in die dagen een levend jong te wer
pen van ongeveer Vj2 M., dat door een
employé van een der nabijzijnde suiker
fabrieken werd medegenomen, doch
evenmin in leven kon worden gehouden.
Het is begrijpelijk, dat deze eigenaar
dige drenkelingen, waarvan de grootste
de respectabele lengte had van 5l/2 M.,
van heinde en ver toeschouwers trok
ken. Lang duurde dat vermaak niet,
daar de ontbinding der reusachtige lij
ken reeds na een drietal dagen zoo'n
stank verwekte, dat men tot een snelle
begrafenis moest overgaan.
Er lag daar een heel kapitaaltje door
Moeder Natuur op het strand gewor
pen, waarvan men echter niet geprofi
teerd heeft. Slechts enkele exemplaren
zijn door de inlanders gebruikt om er
traan van te koken, het allergrootste
deel der waardevolle traan, spermaciti
een vloeibaar vet, dat deze beesten in
den massieven kop dragen en van de
z.g. ambergris, de welriekende stof, wel
ke men in hunne darmen vindt, zijn on
benut gebleven. In den Oostelijken ar
chipel weet men daar beter raad mede;
wanneer men daar zulk een waterreus
heeft buit gemaakt, wordt het beest tot
het laatste restje verwerkt, terwijl ook
zijn ivoren, stompe tanden uit de onder
kaak met zorg worden verzameld en ge
bruikt.
De eenigen, die van dez enorme ver
ongelukte school nut getrokken hebben,
zijn de krokodillen geweest, die in groo
te getale van alle kanten zijn aangeko
men, om zich aan de lijken te goed te
doen, zoodat men zelfs eenige nachten
lang een sterke wacht aan het strand
moest plaatsen, ten einde te voorkomen,
dat de krengen der dieren steeds weer
werden opgegraven.
De „Derika".
Voor het Haagsche Gerechtshof dien
de Woensdag de appèlzaak van de „De
rika" te IJmuiden tegen de Deutsche
VISSCHERIJ.
Gestrande potvisschen.
Een eigenaardige gebeurtenis bracht
in het begin van dit jaar de kustbevol
king van Mlandingan (Besoeki) aan
Continental Versicherungs-Gesellschaft
terzake van een door de Rotterdamsche
Rechtbank niet-toegewezen vordering
van f 10.000.
De advocaat van apellante, mr. J. 3.
Hoek, zette voor het Hof de zaak uiteen.
In 1917 is het Ilollandsche visschers-
schip de „Derika" door de Duitschers tot
zinken gebracht, waarop door geïnti
meerde het voor de lading verzekerde
bedrag van f 23.000 aan den directeur
was uitbetaald, op voorwaarde, dat dit
bedrag aan haar zou worden terugbe
taald, indien de onderhandelingen tus-
chen de Nederlandsche en de Duitsche
Regeering zouden leiden tot schadever
goeding door de laatste. Toe dit inder-
laad geschiedde, is door den directeur,
zonder dat hij het protocol had gelezen,
liet bedrag van f 23.000 geretourneerd.
,ater bleek hem echter, dat de door de
Duitsche Regeering getaxeerde lading-
vaarde slechts f 13.000 bedroeg en dat
ook slechts dit bedrag was vergoed,
waarop door hem de te veel terugbe
taalde f 10.000 werd teruggeëischt. Het
verzekerd bedrag bedroeg volgens de
polis-voorwaarden, volgens de taxatie-
en de behouden varenclausule f 23.000,
elk bedrag dus door assuradeuren
diende te worden uitgekeerd; aan assu-
adeuren behoefde niet meer te worden
terugbetaald dan de waarde van de la
ding inderdaad bedroeg, zoodat appel-
lante's vordering van f 10.000 vast staat
Volgens geïntimeerde heeft zij recht
op een tegenvordering van f 10.000, welk
bedrag dient te worden betaald uit an
dere interesten. Dit zou echer volgens
pleiter alleen moeten gebeuren, indien
alle andere interesten volledig vergoed
zouden zijn, wat niet het geval was.
De advocaat van geïntimeerde, mr.
Nauta, wees er op, dat appellante van
Duitschland slechts f 13.000 schadever
goeding voor de lading had gevraagd,
zoodat de taxeering in de polis f 10.000
te hoog was, wat dus volgens het Wet
boek van Koophandel als bovenmatige
opgave moet worden gequalificeerd. Dat
was ook het standpunt der Rotterdam
sche Rechbank.
Door appellante is de verklaring af
gelegd, dat zij voor de schade f 23.000
had ontvangen, indien de Duitsche re
geering schadevergoeding toekende. Nu
echter heeft apellante haar standpunt
gewijzigd en zij vraagt f 13.000 schade
vergoeding voor de lading en f 10.000
volgens de behouden-varen-clausule.
Waarom heeft echter de „Derika" die
f 10.000 andere interesten ook niet ver
goed gevraagd van de Duitsche Regee
ring? Indien zij dat niet deed, heeft zij