neden te drukken en vroeg den minis ter daaraan een eind te maken. En toen deze daartoe niet bereid bleek, omdat de algemeene slechte financieele toe stand gebood alleen in uitersten nood subsidie aan gemeenten te geven en loon bij werkverschaffing altijd hene den loon in het vrije bedrijf moest blij ven, diende hij een motie in, die de wen schelijkheid daarvan uitsprak. In de Eerste Kamer werd het voor stel-Braat tot afschaffing van den zo mertijd met slechts 9 stemmen vóór verworpen, nadat de verschillende ar gumenten voor en tegen nog weer eens naar voren waren gebracht, als de be sparing, de bezwaren voor den landbou wende bevolking enz. en nadat de mi nister verklaard had dit jaar don zo mertijd! eerst omstreeks 1 Juni te kun nen invoeren in verband met den dienst der spoorwegen en in het vervolg vrij te willen blijve.; ten opzichte van den datum van invoering met het oog op de naburige land?n. Verder worden nog de beg ootingcr van Onderwijs, Justitie en Waterstaat behandeld. Bij de eerste betoogde Mr 1)3 Vries, dat de Lager Onderwijswet vau .920 een te centraliseer J. ka rak ter had en de vrijheid der bizondere scholen aantastte, wat minister De Vis ser betwistte met verwijzing ook naar de noodzakelijkheid van paciricatie. En bij de beide andere begrootingen werd voor wijziging van het huwelijksgoe deren een vennootschapsrecht, voor la gere spoorwegtarieven, verandering van de brug over de Koningshaven te Botterdam, een brug over dpn Rijn hij Arnhem -u de Waal bij Nijmegen e?iz. gepleit. NATUURWANDELINGEN. (2e Serie) ders en ook onervaren personen van al lerlei stand zich op de teelt van bloem bollen toeleggen en vele daarmede ge luk en succes hebben, toch kan dit be drijf voor dezulken blijken een vreemd terrein te zijn waar zij zich op hegeven hebben, Want in vele gevallen bleek het, dat de cultuur van bloembollen niet zoo een voudig was en dat het ook een vak op zich zelf is, waarvoor opleiding van jongs af aan een zeer noodige zaak is. Welke bolbloemcn zien wij nu van af het vroegste voorjaar in deze omstre ken ten Noorden van Velsen in bloei komen? In de eerste plaats zijn het voorzeker de Sneeuwklokjes (Galanthus-nivalis), enkelbloemige en dubhelbloemige. Eigenlijk is het Sneeuwklokje dat in deze contré meestal Akermaunetje wordt genoemd, een wilde boschplant dit blijft ze trouwens ook, want men kweekt de bolletjes het gezondst als men ze langs heggen, singels of ook in boomgaarden laat groeien. Op bedden uitgeplant en van mest voorzien, doet ze spoedig ziek worden en hoe snel zij anders op mageren grond, zelfs tus- schen gras en onkruid ook voortteelen, als cultuurbollen behandeld, is men binnen weinige jaren zijn voorraad kwijt. Op de Sneeuwklokjes volgen de Cro cus, in vele soorten bestaande. Een eld Crocus is allerliefst, vooral wan neer de lente eenige zonnige dagen geeft en zij hun bloemkelken wijd open zetten. Gonzende bijen zwermen, de eer ste uitvliegers, zetten er zich op neder om zich aan den zoeten honing te ver kwikken. Gele, blauwe, purperen, boute witte Crocus in variëteiten, zijn de hoofdsoorten die gekweekt worden. De bloemkelken worden hij de nieuwste soorten steeds grooter in vergelijking bij den oudere en dat is hun verdienste. De allervroegste zijn voorzeker de Goud laken (Susianus) en de IV. Lentebloemen. De lente heeft haar intocht gedaan en hoewel in deze streek slechts langzaam aan de invloed van het zachtere jaar getijde te bemerken valt, de teekenen in dieren- en plantenrijk zijn er reeds lang, dat de natuur met nieuw leven be zield wordt. In Januari en Februari begon er reeds leven te komen en zagen wij dit maal al buitengewoon vroeg de eerste voorloopers der naderende lente hunne nederige doch lieve bloempjes ont plooien. Velen zijn slechts oppervlakkig met die kinderen van Flora bekend, zooals daar zijn: het Sneeuwklokje, de Winter- aconiet, de Crocus, de Narcis enz. wier bloemen, nu wij al in April zijn, reeds wederom hebben afgedaan. Over 't algemeen is de bloeitijd der bolgewassen in 't bizonder zeer kort en spoede men zich in deze Aprilmaand hetzij Noord- of Zuidwaarts om van het fraaie schouwspel te genieten. De bloei langer of korter, hangt tevens veel van het weder af en hoe warmer het wordt, des te eerder is ze voorbij, terwijl ook het voor de cultuur noodzakelijk afsnij den cn afplukken der bloemen, de kleu renpracht snel doet verdwijnen. Ditmaal gaan wij noordwaarts van Velsen, waar de cultuur ook reeds se dert jaren groote afmetingen heeft aan genomen. De Hyacinthenteelt is in de zen omtrek in den loop der jaren zeer op den achtergrond gedrongen, ook al een gevolg van de malaise in het vak gedurende de oorlogsjaren, den te ge ringen afzet en de hooge kosten dier teelt. Waar vroeger onder Schoten en Santpoort flinke velden met hyacinthen te zien waren en die zich ook zelfs tot de magere gronden onder Velsen uit strekten, dat is om verschillende ande re redenen voorbij en moet men Zuid waarts van Haarlem gaan om groote hyacinthenakkers te zien. Rondom Beverwijk, onder Wijk aan Duin, en verder noordwaarts gaande, wordt de lente aangekondigd en dat reeds lang vóórdat de heggen en weiden beginnen te groenen, door de heldere en sprekende kleuren der Narcissen en Tulpen. Er zijn bijna geen tuinen of men ziet er één of meer akkers schitteren met Gele of Witte Narcissen of ook met Scharlakenroode, rose, vitte, helderge le en oranje Tulpen. Behalve de eigen lijke vaklieden, de bloembollenkwee kers van beroep, hebben hier bijna ook alle tuinders één partij of meerdere van genoemde bolgewassen. Vooral diegenen die een goeden kijk op de zaken hebben gehad, en daartoe door den hoogen op brengst van aardbeien en andere tuin- producten gedurende dien oorlogstijd van bloembollen voorzien, om wanneer er een keerpunt kwam en de tuinpro- dukten in prijs zouden dalen, weer iets anders gereed te hebben dat strekken kon om hunne gronden produktief te maken. Ofschoon zooals wij zeiden, vele tuin- een opfrissching moge 'deelachtig wor den! Wordt vervolgd. S. C. L. P. MARK TWAIN. NIEUWE SCHOENEN. Sommige menschen hebben nooit hoofdpijn of kiespijn gehad, en ik hen er een van; maar ieder heeft wel eens te nauwe laarzen gedragen, een uur of wat, en kent de weelde, ze uit te trekken in een hoekje en zijn voeten te zien op zwellen, tot ze den hemel verduisteren. Eens toen ik nog een groen, verlegen jongetje was, ging ik met een eenvou dig, onsentimenteel hoerenjuffertje naar een tooneelvoorstelling. Ik kende haar één dag en vond haar goddelijk; ik had nieuwe laarzen aan. Na het eerste half uur zei ze: „Wat morrel je toch met je voeten?" Ik zei: „Doe ik dat?" en ik lette er op en hield mij stil. Een half uur later zei ze: „Waarom zeg je niet anders dan „ja" en „o zeker!" op al wat ik vraag, al is het heelemaal geen antwoord daarop? Ik bloosde en bekende haar, dat ik 'n beetje verstrooid was geweest. Nog een half uur later vroeg ze „Waarom trek je zulke rare gezichten en kijk je zoo grijnzend in de lucht?" Ik legde haar uit, dat ik altijd zoo deed, als ik over iets nadacht. Een uur verliep; toen keerde zij zich half om, keek mij aan met haar ernsti ge oogen en vroeg: „Waarom zit je toch aldoor te huilen?" Ik vertelde, dat ik hij een grappige komedie altijd moest hui len. Eindelijk moest de menschelijke na tuur 't opgeven en ik schoof heimelijk mijn laarzen uit. Dit was 't domste wat Zilverlaken Ikunnen doen, want ik kon ze niet (Versicolor); evenwel zijn er die bij zacht weer steeds in het late najaar bloeien, zooals onder meer de Saffraan Irocus (Sativus). Ongeveer gelijktijdig met Sneeuw weer aan de voeten krijgen, 't Was een regenachtige avond; er reden geen om nibussen onzen kant uit; en zooals ik' naai* huis wandelde, vuurood van schaamte, met het meisje aan den eenen klokjes en Crocus, komen ons als eerstelarrQ en de schoenen onder den anderen - was ik eenig medelijden waard, voor al in die oogenblikken van martelaar schap, als ik in 't licht kwam van een gaslantaarn. Eindelijk vroeg die lande lijke onschuld: „Waar zijn je laarzen?' en aldus betrapt, geheel onvoorbereid, maakte ik een waardig slot aan de dwaasheden van dien avond met de on- noozele opmerking: „Deftige lui drager geen schoenen als rze naar de komedie gaan." voorjaarsboden met hunne lieve licht blauwe en korenblauwe bloempjes ver assen de Chionodoxa, door de Engel schen „Glory of the Snow", genoemd, welke naam voldoende zegt. Rijkbloei end is dit bolletje en kweekt ook hard voort, evenals dat wij in de tweede plaats wallen noemen: de Scilla. De hoofdsoort van deze, die men hier het meeste ziet, is de Scilla Siberica of het „Siberische hyacint je". Het prachtigste blauw geven deze bloempjes te aan schouwen. Ze vormen veel zaad en tee len gemakkelijk voort, doch evenals de Sneeuwklokjes en Crocus kunnen ze geen grond verdragen, die met verschen stalmest is bereid geworden. Als de ver dere voornaamste vroegbloeiers noemen we nog o.a. de Blauwe en Witte Druifjes (Ilyacinthus botrioïdes), die ook liever aan kanten en in het wild groeien dan op bedden uitgeplant, en de Belgische Hyacinthen (Hyac. beïgicus) rose, blauw of wit, die veel op de eigenlijke hyacinth gelijken doch nietiger zijn. In eenige tuinen om en hij Beverwijk, bloeit ook de Keizer Kroon (Frittelaria imperialis), een eigenaardig bolgewas dat vrij hoog groeit en veel op de Lelie gelijkt. De ronde klokvormige bloemen zitten onder de bladerkroon, de opening naar beneden gekeerd. Men heeft ze in rood, oranje en geel, ook zelfs met zil verbont blad. De bollen die zeer groot zijn, verspreiden een sterke doordrin gende lucht. Men plant ze hier en daar op dë kant bedden der tulpen-akkers om het on gedierte daarvan af te weren (water ratten, veldmuizen enz.) Na de opsomming van bovenstaande vroegbloeiende gewassen naderen wij nu den hoofdschotel dezer streek, de bolgewassen die voor degenen die ze teelen het meeste, gewicht in de schaal leggen n.l. de Narcissen en de Tulpen. Wie nog van hun kleurenpracht wil profiteeren die late zich nu langs de velden voeren. Het vele geel, geel oranje, of alleen wit (roomkleurig) dat men ziet, dat zijn meest de bloemen der Narsissen. De Gouden Spoor (Golden Spur), de goudgele Dubbele von Sion, de Poëticus Ornatus, zij zijn hier thuis. Tot afwisseling van het vele geel ziet men akkers en akkertjes scharlakenroo de, helgele, roomwitte en sneeuwwitte tulpen, om niet te vergeten de rose en paarsche, de dubbelbloemige, die als er zon is, grooter dan rozen, schitteren in BINNENLAND. HET PROVINCIAAL ELECTRICITEITSBEDRIJF. Te Amsterdam vergaderde de afdee- ling Noord-Holland van de vereen, van Ned. gemeenten om te bespreken de nieuwe voorstellen van Ged. Staten aangaande finantieele regelingen inza ke het P. E. N. Allereerst kwam aan de orde een mo tie van het bestuur om zich te verzetten tegen de bedreiging om indien de hooge tarieven niet worden aanvaard, in ge meenten waarvoor het contract spoedig afloopt, boven de dan in te voeren hoo- gere tarieven nog de niet-aanvaarde verhooging te verhalen of daar met voorbijgaan van het Gemeentebestuur direct aan huis te leveren; en om in dien die bedreiging niet wordt ingetrok ken maatregelen van tegenweer te ne men, bestaande in het houwen van eigen centrales enz. Nadat in de vergadering het vertrou wen was uitgesproken dat Ged. Staten hun bedreiging zullen intrekken en dal de Statenvergadering daartoe althans niet zal wallen, medewerken, werd het tweede deel der motie voorloopig inge trokken en de dus gewijzigde motie aangenomen. Na korte discussie werd met slechts enkele stemmen tegen, aangenomen dc volgende, door het bestuur voorgestelde en wit, geel en motie: De afdeeling Noord-Holland der Vereeniging van Nederl. Gemeenten spreekt, evenals in 1919, bij de behande ling van de 50% verhooging op de maxi male belasting, met de meeste klemde groote wenschelijkheid uit, dat het oor- logskopkapitaal met de rente daarvan een gevolg niet van de bedrijfspoli- tiek van het P. E. N., maar van de cri sis-maatregelen van het Provinciaal Bestuur, waarvan het grootste deel der zacht rose, rood en geel gevlamd, oranje I gemeenten evenmin geprofiteerd heeft en sneeuwwit. Alles is een halve maand vroeger dan anders, zelfs de late tulpen soorten beginnen reeds hunne kleuren tc vertoonen. Doch hoe schoon alles ook kleurt en geurt, het weer is guar cn een flinke zoele regenbui zou op deze meest al schrale zandgronden wonderen doen. Ook het gras der weiden en de knoppen van het alom uitbottend groen, zij snak ken naar regen. Dat ons spoedig zulk als Amsterdam en Haarlem niet ten laste komt, in den vorm van verhoogde stroomtarieven, alleen van de bij het P. E. N. aangesloten gemeenten, maar van de geheele provincie en dus uit de mid delen van de provincie moet worden gedekt, opdat ter zijner tijd stroomta rieven verlaagd kunnen worden ter be vordering der algemeene electriciteits- voorziening. Zij besluit daartegenover al het moge lijke te doen, om de gemeenten, die de 50 verhooging voor de maximale be lasting nog niet betalen, tot die betaling te brengen en er voor zooveel mogelijk toe mede te werken, dat deze gemeen ten daartoe desnoods worden verplicht, onder voorbehoud echter, dat op deze verhooging of in anderen vorm voor al le gemeenten te gelijk in de toekomst tariefsverlaging worde toegepast, zoo dra dit wegens de finantieele uitkom sten van het P. E. N. mogelijk zal blij ken." De enkele tegenstemmers hadden be zwaar om zonder nader overleg hun ge meenten de 50 verhooging te doen bij dragen. De derde bestuursmotie werd zonder discussie met algemeene stemmen aan genomen. Zij luidt als volgt: „De afdeeling Noord-Holland der Ver eeniging van Ned. Gemeenten besluit ter kennis van de Staten van Noord- Holland te brengen, dat, afgezien van de in de voorstellen van Ged. Staten vervatte bedreiging, het „rechtsstreeks leveren aan huis", overal, waar het ge meentebestuur of een andere instelling die door dezelfde beginselen van alge meen belang geleid wordt, de taak van stroomdistributie op zich wil nemen, maar haar meening ongewenscht ge acht moet worden, zoowel voor de stroomverbruikers als voor het P. E. N. Amsterdamsche Ballast Maatschappij. In aansluiting van de reeds vermelde jaarcijfers ontleenen wij aan het ver slag per 1922 nog het volgende: De krachtens machtiging in de alge meene vergadering van 30 April 1921 ge sloten 7 obligatieleening groot f 500.000, werd in den loop van het jaar 1922 geheel afgelost. Ook stelden onze geldmiddelen ons in staat een belang rijk deel van de op de ons in eigendom toebehoorende bouwterreinen rustende hypotheken, af te lossen. Voor het jaar 1923 is en werd de Maatschappij heiast met de uitvoering van de navol gende werken en contracten t.w.: het ophoogen der terreinen ten behoeve van Amsterdam-Zuid; zandlevering aan de gemeente Amsterdam; ontgravingen voor de werkputten van de nieuwe Noordzee-sluis te IJmuiden; grondwer ken op de terreinen der Nederlandsche Dok Maatschappij, ophoogen van ter reinen nabij de Ivostverlorerivaart te Amsterdam, grondwerker» in bruinko lengroeven der maatschappij „Caris- borg" te Heerlerheide. Ten einde onze arbeidssfeer ook buiten de landsgren zen uit te breiden heeft onze maatschap pij zich geïnteresseerd bij de Union Gere rale Industrielle, gevestigd te Parijs, welke maatschappij o.a. teh doel heeft de uitvoering van allerlei groote wer ken. Aan ons uitgebreid en groot mate riaal wordt daardoor een gelegenheid te meer geboden, om in loonend emplooi te blijven. In overleg met commissaris sen wordt van 't netto winstcijfer groot f 491.588 allereerst, overeenkomstig de statuten, aan aandeelhouders uitge keerd 6% of f 60.000, blijft f 43I:588. Te verdeelen als volgt: reserve 7:/-> 32.369 directie en commissarissen (inclusief tantièmebelasting) f 118.686, aandeel houders f 240.000, onverdeeld dividend f 13.382, dividend belasting f 27.150. In dien de vergadering dit goedkeurt zal per aand. f 300 (onv.) worden uitgekeerd. DE ZENDING. Men meldt ons: In een persbericht van een tiental da gen geleden heeft het Zendingsbureau te Oegstgeest reeds herinnerd aan de fi nancieele moeilijkheden van het najaar 1922 en erop gewezen, dat het eerste kwartaal van dit jaar reeds een beden kelijk tekort in de ontvangsten deed 311. Om te voorkomen, dat straks in het najaar opnieuw een noodkreet moet aangeheven worden, werd in de achter ons liggende weken telkens weer aan gespoord tot regelmatig geven; "hoe dankbaar de Besturen ook zijn voor de vele bewijzen van sympathie, welke ont vangen werden, is het resultaat zóó dat de toestand zeker zorgvol genoemd moet worden. En d&t, terwijl het Zendingswerk pers pectieven opent als nimmer te voren! Dezer dagen zenden de Corporaties (de Zes in Oegstgeest samenwerkenden) een circulaire, waarin gevraagd wordt de „Pinkster-collecte" te houden on voor te bereiden! Straks op den Pinksterdag rekenen de Corporaties op allen, die belang stellen in den Zendingsarbeid! Moge er zijn een ijken Pinksterzegen en een blijmoedig offer! straat Madoera, in rep en roer. De zee was over een kleine oppervlakte heftig bewogen, talrijke waterstralen schoten er omhoog, doordat een groote school van ongeveer 60 potvisschen zich daar in de onmiddellijke nabijheid van het strand aan het vermeien was. Bij het afloopen van den vloed liepen de on gelukkige dieren in den val; zij konden het diepe water niet meer bereiken en bleven zoodoende alle hulpeloos, brul lend en blazend, op het strand liggen, waar ze na een paar dagen omkwamen. Een der dieren vond nog gelegenheid om in die dagen een levend jong te wer pen van ongeveer Vj2 M., dat door een employé van een der nabijzijnde suiker fabrieken werd medegenomen, doch evenmin in leven kon worden gehouden. Het is begrijpelijk, dat deze eigenaar dige drenkelingen, waarvan de grootste de respectabele lengte had van 5l/2 M., van heinde en ver toeschouwers trok ken. Lang duurde dat vermaak niet, daar de ontbinding der reusachtige lij ken reeds na een drietal dagen zoo'n stank verwekte, dat men tot een snelle begrafenis moest overgaan. Er lag daar een heel kapitaaltje door Moeder Natuur op het strand gewor pen, waarvan men echter niet geprofi teerd heeft. Slechts enkele exemplaren zijn door de inlanders gebruikt om er traan van te koken, het allergrootste deel der waardevolle traan, spermaciti een vloeibaar vet, dat deze beesten in den massieven kop dragen en van de z.g. ambergris, de welriekende stof, wel ke men in hunne darmen vindt, zijn on benut gebleven. In den Oostelijken ar chipel weet men daar beter raad mede; wanneer men daar zulk een waterreus heeft buit gemaakt, wordt het beest tot het laatste restje verwerkt, terwijl ook zijn ivoren, stompe tanden uit de onder kaak met zorg worden verzameld en ge bruikt. De eenigen, die van dez enorme ver ongelukte school nut getrokken hebben, zijn de krokodillen geweest, die in groo te getale van alle kanten zijn aangeko men, om zich aan de lijken te goed te doen, zoodat men zelfs eenige nachten lang een sterke wacht aan het strand moest plaatsen, ten einde te voorkomen, dat de krengen der dieren steeds weer werden opgegraven. De „Derika". Voor het Haagsche Gerechtshof dien de Woensdag de appèlzaak van de „De rika" te IJmuiden tegen de Deutsche VISSCHERIJ. Gestrande potvisschen. Een eigenaardige gebeurtenis bracht in het begin van dit jaar de kustbevol king van Mlandingan (Besoeki) aan Continental Versicherungs-Gesellschaft terzake van een door de Rotterdamsche Rechtbank niet-toegewezen vordering van f 10.000. De advocaat van apellante, mr. J. 3. Hoek, zette voor het Hof de zaak uiteen. In 1917 is het Ilollandsche visschers- schip de „Derika" door de Duitschers tot zinken gebracht, waarop door geïnti meerde het voor de lading verzekerde bedrag van f 23.000 aan den directeur was uitbetaald, op voorwaarde, dat dit bedrag aan haar zou worden terugbe taald, indien de onderhandelingen tus- chen de Nederlandsche en de Duitsche Regeering zouden leiden tot schadever goeding door de laatste. Toe dit inder- laad geschiedde, is door den directeur, zonder dat hij het protocol had gelezen, liet bedrag van f 23.000 geretourneerd. ,ater bleek hem echter, dat de door de Duitsche Regeering getaxeerde lading- vaarde slechts f 13.000 bedroeg en dat ook slechts dit bedrag was vergoed, waarop door hem de te veel terugbe taalde f 10.000 werd teruggeëischt. Het verzekerd bedrag bedroeg volgens de polis-voorwaarden, volgens de taxatie- en de behouden varenclausule f 23.000, elk bedrag dus door assuradeuren diende te worden uitgekeerd; aan assu- adeuren behoefde niet meer te worden terugbetaald dan de waarde van de la ding inderdaad bedroeg, zoodat appel- lante's vordering van f 10.000 vast staat Volgens geïntimeerde heeft zij recht op een tegenvordering van f 10.000, welk bedrag dient te worden betaald uit an dere interesten. Dit zou echer volgens pleiter alleen moeten gebeuren, indien alle andere interesten volledig vergoed zouden zijn, wat niet het geval was. De advocaat van geïntimeerde, mr. Nauta, wees er op, dat appellante van Duitschland slechts f 13.000 schadever goeding voor de lading had gevraagd, zoodat de taxeering in de polis f 10.000 te hoog was, wat dus volgens het Wet boek van Koophandel als bovenmatige opgave moet worden gequalificeerd. Dat was ook het standpunt der Rotterdam sche Rechbank. Door appellante is de verklaring af gelegd, dat zij voor de schade f 23.000 had ontvangen, indien de Duitsche re geering schadevergoeding toekende. Nu echter heeft apellante haar standpunt gewijzigd en zij vraagt f 13.000 schade vergoeding voor de lading en f 10.000 volgens de behouden-varen-clausule. Waarom heeft echter de „Derika" die f 10.000 andere interesten ook niet ver goed gevraagd van de Duitsche Regee ring? Indien zij dat niet deed, heeft zij

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1923 | | pagina 2