Zomertijd. De klok moet om 2 uur in don nacht van donderdag op Vrijdag l unr vooruit gezet werden. IJMUIDEN. De Dageraad. Dinsdagavond hield de af-deeiing van do. Vereeniging tot bevordering der Vrije gedachte De Dageraad en op< n- bare vergadering in den schouwburg Thalia, die dicht bezet was. Als voorzitter fungeerde wederom de heer Hijman Croiset van Amsterdam, die een inleidend woord sprak. Spreker was ook dezen avond de heer D. de Kok, die tot onderwerp had „De roman van een monnik". De heer de Kok, het woord verkrij gende, zeide dat de voorzitter er al op wees, dat de heer B. Th. de Wolf uit Amsterdam, die te Velseroord met spr. gedebatteerd had, dezen avond niet zou komen. Spr. zegt dat de heer de Wolf meermalen tot een debatavond uitgenoodigd, maar er komt nooit iets van. Tot zijn onderwerp komende, zeide spr. dat zijn onderwerp steunt op fei ten en persoonlijke indrukken, omdat spr. zelf monnik is geweest. De hoofd persoon van den roman is Jan, dien spr. voorstelt als een jongen van 12 jaar. liet doel der familie was dat Jan opgroeide tot een echte Roomselie jon gen. Hij was misdienaar en was dus el- k.-n dag den geestelijke behulpzaam. Nadat Jan zijn eerste communie ge daan had, kwam de pastoor van 't dorp op bezoek op de Brabantsche boerderij. !t Doel van dit bezoek was Jan, die-op 't seminarie moest. De ouders vonden, dat Jan' ook mee moest beslissen en als bij wilde, zouden ze 't.zelf betalen. Jan zei aan den pastoor, dat hij hoer wilde worden, maar de laatste vond, dat Jan wel wat anders worden kon. En beslist werd dat Jan in October naar 't séminarie zou gaan. Maar de ouders vonden, dat hij naar de paters moest gaan, om te leeren. En de ouders kregen hun zin. Jan kwam bij de pa ters op 't seminarie. 't Was daar gezellig, er waren toch meer dan 150 jongens. Zes jaren gingen in studie voorbij en de jongen wist nog nooit of hij al of niet pater zou worden Een bezoek bij den rector zou beslissen over zijn verderen levensloop. De rec tor vond dat Jan bij zijn orde moest gaan. Jan had echter bezwaar, hij zag erg tegen het klooster op. De rector wendde zijn invloed aan bij de ouders, die schreven, dat ze Jan thuis niet meer gebruiken konden. De rector zei dat Jan of in de maat schappij schipbreuk moest lijden, of in "t klooster moest gaan. Jan zei dat hij dan maar monnik zou worden, maar dan ging hij niet hij de orde van den rector, maar hij de Jezuïeten. Daarover ging de rector heftig te keer en «Is Jan dat deed, zou hij zijn handen geheel van hem aftrekken. Daarop gaf Jan maar toe. In 't begin ging het in 't klooster nog welï Er waren meer jongelui en er was wel afwisseling. Een gewichtige dag brak aan, toen Jan de kloostergelofte moest afleggen. Ook Jan ging er toe over en legde de geloften af. Van toen af was Jan Monnik. Een klein geschenk van een hem dierbare op dezen dag deed Jan opeens man worden en bracht dc tragedie in zijn leven. Hij wist, dat hij dien morgen tegen de natuur in zijn leven gegeven had. Een tijd van groote worsteling ving aan. Maar Jan kon het niet dragen en maakte zijn smart openbaar. Men zei hem, dat ïiij dankbaar moest zijn voor deze beproevingen. Jan wierp zich met alle macht op de studie, ofschoon zijn geloof in den godsdienst reeds sterk ge schokt was. De studie der wijsbegeerte deed Jan's overtuiging nog sterker schokken. De priesterwijding greep Jan niet aan, omdat zijn hart te vol was van twijfel. Hij hoopte dat een aanstelling hem wat afwisseling zou brengen in zijn som ber bestaan. En die kwam, want Jan werd professor aan het seminarie, waar hij zelf geleerd had. Dat was wat voor Jan, want de stu die was hem alles. Er kwam nog meer afleiding voor Jan, want de jonge pro fessor zag ook de sociale wantoestan den in Brabant, waar de arbeiders vaak nog 24 uur aan één stuk moesten werken. Jan ging over deze misstanden in de courant schrijven en riep aldus de menschen wakker. Daarna kwam de professor in aan raking met de vrijgestelden der vak- vereenigingen en 't gevolg was, dat er nieuwe vakvereenigingen werden op gericht, waarvan Jan geestelijk advi- eur werd. De jonge professor zorgde dat op de fabrieken eerst het tweeploe- gvn- en daarna het drieploegenstelsel werd ingevoerd. Maar Jan kreeg de fabrikanten tegm zich, de pater was te rood en uien zorg de dat Jan door zijn overste naar oen klein afgelegen klooster tusschen oude paters werd geplaatst. Jan voelde echter 't verzet in zich groeien on dat hij met de R.K. Kerk breken moest. En Jan brak en zocht hulp bij een predi kant, die zorgde dat hij onderdak kreeg. Jan werd in den ban gedaan on kortl VELSEROORD. daarop trouwde Jan met haar, die hem j jn onlangs gehouden huishoude- dierbaar was van zijn jeugd af aan. I Jan trachtte in de journalistiek zijn brood te verdienen. Men maakte 't hem echter onmogelijk. Een Roomsch mi nister was vroeger de vriend van Jan. maar de minister zeide hem niet te mogen helpen. Zelfs kon hij de hulp van den minister niet verkrijgen, om zijn eigen papieren terug te hebben, Toen na een jaar Jan's vrouw een kleine verwachtte, werd Jan's vader bewerkt, die den dokter vroeg Jan's vrouw niet te helpen. De medicus wees den ouden echter de deur. Jan en zijn gezin moesten verhuizen, en al meer verviel men tot armoede. Toen Jan en do zijnen in de grootste ellende ver keerde, kwam de vroegere overste van Jan, die wilde helpen, als Jan terug keerde naar het klooster. Maar Jan en zijn vrouw weigerden, echter werd de ellende zoo nijpend, dat Jan in zijn radeloosheid schreef, dat Djke vergadering van den A. N. O. O. B. afd. Velseroord, trad als penningmeester af de heer C. Weij; in diens plaats werd benoemd mej. J. Rolloos—Koning, die tevens het verzorgen van de colportage van „De Geheelonthouder" op zich nam. Maandagavond hield de vereeniging Ziekenfonds „Velseroord" haar algemeene ledenvergadering in het café van den Boogaard. Na de opening brachten de secretaris en penningmeester verslag uit van het afgeloo pen jaar. De eerste kon wijzen op een sterke groei van het ledental, de tweede op een sterkeren financiëelen toestand als het vorige jaar, daar er toen. een tamelijke schuld was, waartegenover nu de balans een overschot aanwijst, wat een gevolg is van de tijdelijke hoogere contributieheffing en een gelukkig verloop, wat betreft de ernstige ziekten, dus naar verhouding minder uitgaven. Dat het verslag van den secretaris hij komen zou. En Jan ging en moest;kon aanwijzen een sterke toename van heb kort daarna naar Zuid-Amerika. Maar ledental, is in de eerste plaats wel te danken; ook daar werd Jan weer opstandig en aan de correcte behandeling van den ge-: na den oorlog keerde hij weeV terug,.neesheer Dr. Oosierwijk, wat ook staande om weer met vrouw en kinderen te ]e-jde vergadering door alle aanwezige leden ven. Maar nergens vond Jan vrouw en werd naar voren gebracht, kinderen meer en zeer waarschijnlijkBij de bestuursverkiezing werden de 3 ziin ze tiideus den oorloc in Frankrijk aftredende leden, te weten de heeren Otto, -. - - Wolterminvan der Aar, z., D. de Krijger- van Duyn, d. Overleden: Michiel Valentijn de Vries, oud 70 jaar, echlgen. van W. A. J. Correljé. SANTPOORT. Aan den heer G. Hoenderdos alhier, is vergunning verleend tot het bouwen Van een woonhuis aan den Biezenweg, hoek Spekkenwegje. Nat. Concours voor Harmonie- en Fanfarecorpsen te Santpoort. Het bericht in hei nummer van 26 Mei behoeft nog eenige verbetering en aanvul ling. Niet 48 inschrijvingen hadden plaats, waarvan 15 wegens te laat inkomen werden afgewezen, doch 63, zoodat het aantal deelnemers 48 blijft. Verder deelt men ons mede dat sinds de loting nog een 9-tal corpsen zich aanmeldden, zoodat over gebrek aan belangstelling zeker niet te klagen valt. Deze kunnen echter ook niet meer toegelaten worden. INGEZONDEN Buiten verantwoordelijkheid der Redactie. Geachte Redactie, In uw blad van j.l. Zaterdag geeft U eene Mag Dit was tie geschiedenis van een inon-1 herkozenin de plaats van den heer j nik, zeide spr., die met eén donderend Nijhorst, die zich niet herkiesbaar stelde,! applaus werd beloond. j werd de heer A. van Bodegraven gekozen, j ^"rdige speling in de ciifers De voorzittel' zeide dat de spreker1 Jammer dal zoo weinige leden aanwezigelg™„„ ik er nog het volgende aan toe dat tevens ook een bewijs is de duidelijk heeft gemaakt, dat er naast deze voorbovmrgenoemd zieken-]y gebleven, dan zou bi]-he, zelfde Ware het aantal leden niet uitgebreid (ot onzejandsregeering nog een regeering, fonds nuttige vergadering. I stemmental de uitslag geheel anderszijn is, n.l. die van de R.K. Kerk, die in al-geweest. De kiesdeeler was dan 10265: lerlei opzicht streeft naar de macht. VELSEN. 'n 603 14/17 en de verdeeling der zetels Spr. gispte scherp het „Verdeel en besturen van verschillende zang-jzou dan zijn: heerscli dat hij de h.Iv. Iverk op de verenigingen in onze gemeente kwamen'c D A P •rit een reven. dezer dagen bjj eii<aar( om je beraadslagen A spits wordt gedreven. Spr. zegt dat gehoorzaamheid, al" over de deelneming aan de zanghulde aan p'lr'c p moede en zuiverheid m het klooster ge- w n izK iv.a.t H. M. de Koningin, ter gelegenheid vanyrj.-z pem Haar rptrpprinrrcinhilcnm nn f\ Confamhar 1 Vrijheidsbond 0 makkelijk is, maar deze drie in het vol- Haar regeeringsjübileum, op 6 Septemberc"'u Unie le menschénleven uit te leven, js veel n- unie moeilijker en veel hooger. Spr. zegt dat alle godsdienst ge grondvest is op vrees en De Dageraad bestrijdt daarom den godsdienst als te gennatuurlijk. De godsdienst houdt ook den arbeiders 1 (overschot) 1 1 te Amsterdam. Waarschijnlijk zullen verschillende onzer j (zangvereenigingen aan deze aubade deel-, dus 9 rechts en 8 links. nemen. De toestand zou dan bijna gelijk zijn j t aan dien van thansalleen de Vrijheidsbond j Ds. J. Ph. Eggink alhier is beroepen*had dan een zetel verloren, die door de vooruitgang tegen, want de j bij de Ned. Herv. Gemeente te Meppel. j: Chr. (jnie gewonnen zou zijn. hebben alleen, verbetering] Tegen een jongen, die een stuk houtTen opzichte van de lijst te Santpoort dan nog op te merken, dat die in dit gekregen door aaneensluiting en eigen cj0Qr harden strijd. Voor ons is het voor-, naamste kennis, die de macht is, wel ke ons de wereld doet overwinnen. j Aangehouden werd een zwerver, bonden geweest, dan zou het overschot Er was geen debat, waarop de verga-zekere V., die in het alg. Politieblad gesig- der Vrijz. Dem. lijst kleiner geweest zijn een ruit van een passeerende auto had geworpen is proces-verbaal opgemaakt. Seva' wel een zetel zou bezorgd hebben r aan de Vrijz. Dem., want was zij niet ver- dering werd. door den voorzitter gesloten Ingevolge Koninklijke machtiging is de heer E. Dijksen erkend en toegelaten als vice-consul van Zweden alhier. Ds. W. Luikiriga alhier heeft bedankt voor het beoep naar de Doopsgezinde Gemeente te Balk-Woudsend. naieerd stond en nog eenige vonnissen had dan dat der Chr. H. Unie en zou deze te vereffenen. BURGERLIJKE STAND. VELSEN. Bevallen: J. Veerman—van Dok, W. Nukoop—Smit, d., 2 zoons, A. Servaas- d. B. Kok—Kerkwijk Hakker, z., C. M.Velsen, 28 Mei laatste nog een zetel toegewezen zijn. Was daarentegen de lijst te Santpoort met die van den Vrijheidsbond verbonden, dan zou dat op deze laaisten geen invloed hebben uitgeoefend. Met dank voor de plaatsing. J. DEINUM. 23. MARK TWAIN. DE GESTOLEN WITTE OLIFANT. „Zet een sterke wacht uit feen der tig man, met dertig voor aflossing op de plaats, waar de olifant is gesto len, om dag en nacht te waken en te zorgen dat niemand naderbij komt behalve reporters zonder schriftelijk verlof van mij." „Ja, meneer". „Plaats detectives in gewone kleeren aan de stations, bij de stoombooten en overzetveeren, op alle wegen, die uit gaan van Jersey City, met order, alle verdachte personen te fouilleeren „Ja, meneer." „Voorzie al die mannen met een photografie en bijgevoegd signalement van den olifant, en geef hun instructie, alle treinen, veerbooten en andere voertuigen te visiteeren". „Ja, meneer". „Als de olifant wordt gevonden, laat dan beslag op hem leggen en mij on middellijk waarschuwen per draad." „Ja, meneer". „Laat mij dadelijk weten, als er eenig spoor gevonden mocht worden voet stappen van het dier of iets van dien aard". „Ja, meneer". „Geef last aan de havenpolitie om te surveilleeren langs de kaden". „Ja, meneer". „Zend detectives in gewone kleeren met alle spoorwegen, noordwaarts tot Canada, westwaarts tot Ohio, zuid waarts tot Washington". „Ja, meneer". „Plaats experts in alle telegraafkan toren om te luisteren naar alle dépê ches; zij moeten eischen, dat alle cijfer telegrammen hun worden uitgelegd". „Ja, meneer". „Dat alles moet gedaan worden met de grootste geheimhouding; denk er aan: de meest ondoordringbare ge heimhouding". „Ja, meneer". „Kom mij geregeld rapport doen op het gewone uur". „Ja, meneer". I „U kunt gaan", j „Ja, meneer". Weg was hij. Inspecteur Blunt bleef een oogenblik stil en nadenkend, terwijl het vuur in zijn oogen koelde en wegstierf. Toen zei hij op een kalmen toon tot mij: „Ik houd niet van bluffen, dat is mijn gewoonte niet; maar wij zullen don olifant vinden". !Ik drukte hem met warmte de hand en dankte hem, en ik voelde mij wer kelijk dankbaar. Hoe meer ik zag van den man, des te meer hield ik van hem, en des te meer bewonderde ik en ver baasde ik mij over de geheimzinnige wonderen van zijn beroep. Wij namen afscheid voor dien avond, en ik ging naar huis met een veel lich ter hart dan ik meegedragen had naar zijn bureau. II. Den volgenden morgen stond alles in de kranten, tot in de geringste bizon- derheden. Er stond zelfs nog meer hij, over detective Zus, detective Zoo, en detective Dinges zijn „theorie", hoe de roof was gedaan, wie de roovers waren en waarheen ze gevlucht waren met hun buit. Er waren elf van die „theo rieën", die alle mogelijkheden inhiel den; dit enkele feit bewijst, wat voor zelfstandige denkers detectives zijn. Geen twee van die theorieën waren de zelfde, of geleken op elkaar, behalve in één treffende bizonderheid, waar over ze 't allen eens waren. Zij beweer den namelijk, dat hoewel de achter wand van mijn gebouw was uitgebro ken en de eenige deur gesloten geble ven, de olifant niet was verwijderd door de scheur, maar door een ande ren (onbekenden) uitgang. Allen waren het eens, dat de roovers het gat in den muur enkel hadden gemaakt om de detectives te misleiden. Mijzelf of een anderen leek zou dit nooit zijn opge vallen, maar de detectives waren geen oogenblik dupe. Zoo was het eenige, dat voor mij niet geheimzinnig leek, juist dat, waarin ik mij 't meest vergis te. j De elf veronderstellingen noemden ook de vermoedelijke dieven, maar geen I twee dezelfdenhet totaal der verdach- to personen beliep zeven-en-dertig. De nieuwsbladen besloten alle met de be- i langrijkste der verschillende meenin gen: die van den hoofd-inspecteur Blunt. Een gedeelte van die verklaring luidde als volgt: „De chef weet, wie de twee voor naamsten zijn, namelijk „dikke" Duffy en de „rooie" Mc Fadden. Tien dagen voor de diefstal Werd gepleegd, was hij reeds ingelicht, dat deze zou worden beproefd, en had orders gegeven, die bekende schavuiten in 't oog te houder: ongelukkigerwijze echter raakte men op den bev/uston avond hun spoor bijs ter, en eer het teruggevonden wer- was de vogel gevlogen dat wil zeg gen: de olifant. „Duffy cn Mc Fadden zijn de bru taalste van alle inbrekers; de chef heeft, reden om te gelooven, dat zij de mannen zijn, die de kachel hebben ge stolen uit hel: hoofdbureau van poli tie in een kouden nacht van den vorigor. winter tengevolge waarvan het ge- heele personeel onder geneeskundige behandeling; moest gesteld worden, met bevroren voeten, handen, ooren en andere lichaamsdelen". Toen ik de eerste helft van dezeme- dedeeling las, was ik verbaasder dan ooit over de merkwaardige scherpzin nigheid van dien vreemden man. Hij zag niet alleen elk ding in het heden met - een helderen blik, maar zelfs de toekomst kon niet verborgen voor hem blijven. Ik was spoedig aan zijn bureau en gaf hem te kennen, dat 't mij aange naam geweest zou zijn, als hij eerder die mannen in handen had gekregen, waardoor last en schade zou zijn voor komen. Doch zijn antwoord was een voudig en afdoende: ,,'t Is niet ons werk, misdaden te voorkomen, maar ze te straffen. Wij kunnen niet straffen, eer de daad is gepleegd." Ik merkte op, dat de geheimhouding waarmee wij begonnen waren, door de nieuwsbladen _was verbroken; niet al leen al onze feiten, plannen en voorzor gen werden onthuld, maar zelfs alle verdachte personen genoemd; dezen zouden zich nu bepaald gaan vermom men of verstoppen. „Laat ze maar. Ze zullen gewaar worden, dat als ik gereed ben, de hand op hen te leggeïi, ik dat doe, in huil ge heimste schuilhoeken, even zeker als de hand van 't lot. Wat de kranten be treft, die moeten wij te vriend hou den. Roem, goede naam, herhaaldelij ke publieke vermelding, dat is voor den detective zoo goed als brood. Hij moet zijn feiten publiceer en, anders meent men, dat hij niets weet; hij moet zijn theorie bekend maken, want niets is zoo merkwaardig en belangrijk als de theorie van een detective; die geeft hem ontzag; wij moeten onze plannen aan de kranten geven, anders ontstem men wij de journalisten. Wij moeten aanhoudend het publiek toonen, dat we aan 't werk- zijn, anders meenen ze, dat wij niets uitvoeren, 't Is veel prettiger, als een blad zegt: „Inspecteur Blunt's geniale en buitengewone scherpzinnig heid", dan wanneer het iets onvrien delijks schrijft, of erger nog: iets sar- kastisch'L „Ik begrijp u. Maar ik heb opgemerkt dat in uw verklaring aan de kranten u weigerde, uw meening te zeggen op zeker ondergeschikt punt". Ja, dat doen wij altijd, dat heeft een goed effect. Onder ons: ik had nog geen meening op dat punt". Ik deponeerde een belangrijk bedrag bij den inspecteur voor loopende uitga ven en ging zitten, wachtende op nieuws. Wij verwachtten elk oogenblik de eerste telegrammen. Intusschen her las ik de bladen en ook onze gedrukte circulaires, waarbij ik opmerkte, dat onze 25,000 dollars belooning enkel schenen te zijn uitgeloofd aan politie beambten. Ik vond, dat ieder er recht op had, die den olifant snapte. Blunt zei: "De detectives zullen den olifant vin den, dan komt de belooning terecht waar die behoort. Als andere menschen het beest vonden, zou 't enkel zijn dooi de politie te bespieden en gebruik te maken van de aanwijzingen van haar gestolen; feitelijk zouden dus toch de detectives recht hebben op de belooning De juiste werking van een premie is, de mannen aan te moedigen, die hun tijd cn geschiktheid geven aan dat werk, en niet om een meevallertje te verschaffen j, aan burgers, die toevallig een vangst doen zonder hun eigen verdienste of moeite". Dat was zeker heel aannemelijk. Op dit oogenblik begon 't telegraaf toestel te klikken, en de volgende dépê che was het resultaat: 1 Flower Station 7.30 „Heb een spoor. Vond een rij diepe voetstappen in 't bouwland. Volgde die twee mijlen oostwaarts zonder resul- j taat; denk olifant ging west. Zal speu- ren in die richting". Darley. „Darley is een der besten van het korps", zei de inspecteur. „We zullen wel spoedig meer van hem hooren". Telegram no. 2 kwam: Barker N. J. 7.40 „Juist aangekomen. Glasfabriek inge broken en achthonderd flesschen gesto len. Water in groote hoeveelheid alleen op vijf mijlen afstand. Zal daarheen gaan. Olifant zal dorstig zijn, Flesschen waren leeg". Baker. „Dat belooft ook wel iets", zei de chef. „Ik zei u al, dat het eten en drin ken geen slechte aanwijzingen geven". Telegram no. 3: Taylorville 8.15 „Hooischelf hier verdwenen in den nacht. Waarschijnlijk opgegeten. Heb een spoor". Hubbard. „Hij maakt een heelen omweg", zei Blunt. „Ik wist wel, dat 't een moeilijk karweitje was, maar we krijgen hem toch". Telegram no. 4: i Wordt vervolgd. V

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1923 | | pagina 2