IJmuider Courant 13 Zaterdag 9 Juni 1923. 2e blad OFFICIEEL. Bekendmaking Drankwet. Burgemeester en Wethouders der gemeente Velsen brengen ter openbare kennis, dat op 31 Mei 1923 bij hen is ingekomen een verzoekschrift van: Jan Reek, van beroep timmerman, wonende te Velsen, om verlof voor den verkoop van uitsluitend alcoholvrijen drank in de navolgende localiteit: beneden voorlokaal, van het perceel, plaatselijk gemerkt L 246, en gelegen aan den Wijkerstraatweg aldaar. Binnen twee weken na de dagteekening dezer bekendmaking kan een ieder tegen het verleenen van dit verlo'f schriftelijk bezwaren bij Burgemeester en Wethouders l inbrengen. Velsen, den 5 Juni 1923. Burgemeester en wethouders voornoemd, de secretaris, de burgemeester, J. KOSTELIJK. R1JKENS. Herhalingsoefeningen. De Burgemeester van Velsen roept den in het verlofgangersregister dezer gemeente ingeschreven verlofganger, hieronder ver meld, bij dezen op om in 1923, krachtens art, 31, eerste lid in verband met art. 33 der Dienstplichtwet (Staatsblad 1922, no. 43), voor herhalingsoefeningen in werkelijken dienst te komen. Scholts, Franciscus Jacobus, lichting 1918, 6e Regiment Veld-Artillerie, 18-30Juni 1923, Legerplaats bij Oldebroek. Velsen, 4 Juni 1923. De Burgemeester voornoemd, RIJ KENS. HINDERWET. Burgemeester en Wethouders der gemeente Velsen, brengen ter openbare kennis dat het verzoek van de N.V. Vereenigde Koninklijke Papier fabrieken der firma Van Gelder Zonen, te Velsen, om op het perceel, kadastraal be- kend Gemeente Velsen Sectie H, No. 4010, hare fabriek te mogen uitbreiden door in de machinekamer bij te plaatsen een stoom turbine 1000 K. W. (1480 P. K.) en op haar fabrieksterrein een stoomaccurnulator, door hen is toegestaan. Velsen, 30 Mei 1923. j Burgemeester en Wethouders voorn., de secretaris, de burgemeesier, J. Kostelijk. Rijkens Waterstand IJmuiden. Juni 1923 H. waler L. water 1 Dagen v.tn. n.m. v.m. n.m. 10 0.10 0.44 7.53 8.33 Si!l 1.09 1.37 8.48 9.24 12 1.53 2.15 9.31 10.04 2.25 2.48 10.15 10.38 14 2.59 3.23 10.57 11 19 15 3.33 3.59 11.34 11.52 •16 4.07 4.33 0.07 Geen Zomertijd. DE „E ID S V O L D" in verband niet de geschiedenis van Noorwegen. De naam van het pantser schip waar- j op wij dezer dagen Noorwegen's Koning de haven van IJmuiden zagen binnen I komen, is ontleend aan een belangrijke handeling in de geschiedenis van het f onafhankelijke Noo:rwegen. Want Noorwegen is sedert 1905 een Koninkrijk, onder een eigen vorst, vóór 1814 was het sedert een lange reeks van jaren een onder- deel van het Deenêche rijk, en daarna met Zweden verbonden onder het be- j stuur van éénzelfden koning, doch met eèn eigen constitutie-. De bewoners voor Noorwegen, de No- Yren, stammen af van de koene en gewel ddadige zeevaarders, Vikingen genaamd, odie ongeveer 500 jaren na het begin on zer jaartelling geheel Europa verbaas den en in opschudding brachten door hunne rooftochten, terwijl ze ook ge- I heele landstreken van Midden Europa onder hun gezag hielden. Eerst tijdens cl^ regeering van Karei den Groote kwam er een einde aan de invallen der Noormannen. L De drie Noorsche Rijken, Zweden, ^Noorwegen en Denemarken hadden Aanvankelijk hunne eigen vorsten, tot- eindelijk de heerschappij der De-, nen over de beide andere een zóódani werd, dat Margaretha, koningin i van Denemarken, in 1386 bij de Unie van Kalmar, de scepter kreeg te voeren over de drie Skandinavische Rijken. Ze wordt in de geschiedenis de Semi- ramis van het Noorden genoemd. Het Deensche juk begon echter tij dens de regeering van Christiaan II bijgenaamd de Tyran, voor de Zweden te drukkend te worden en dientenge volge begonnen de Zweden een bevrij dingskamp, die eindigde met de ver-1 drijving der Denen en liet uitroepen van Gustaaf Wasa tot Koning van Zwe den, 1524. Noorwegen bleef echter onder Dene marken en werd door dat moederland, vrijwel als een soort wingewest behan deld. Sommige Deensche Koningen be toonden echter hunne belangstelling voor de Noren, zooals Christiaan IV die 60 jaren regeerde en er een goed be stuur instelde. Tijdens Christiaan de IV werden Christiania, de tegenwoor dige hoofdstad en ook Christiansand gesticht, 1624 en 1641. In vroegere eeuwen zijn Denen en Noren contra de Zweden steeds met el kaar in onmin geweest. Reeds tijdens den 30-jarigen oorlog streed Denemar ken tegen Gustaaf Adolf, Zwedens ko ning en later hielden Denen en Noren stand tegen de oorlogzuchtige Zweed- sche Koningen Karei X en Karei XII. Laatstgenoemde sneuvelde in 1718 hij de belegering der Noorsche grensves ting Fredrikshald. Na de Fransche revolutie, toen het in alle landen giste en de geest der ver andering begon door te dringen, werd die ook in de Skandinavische- 1a.nden binnen gebracht. Zweden zette zijn ko ning, den zwakken Gustaaf IV af, de laatste uit het Stamhuis der Vasa's; droeg de regeering op aan den eenig overgebleven kinderloozen oom des konings, een hoog bejaard man (1809) die als Karei XIII den troon voor kor ten tijd bezette. Inmiddels kozen de Zweden tot troonopvolger den Franschen Maar schalk Bernadotte, een generaal van Napoleon, die echter onmiddellijk na zijne benoeming tot Zweedscli Kroon prins, tegen zijn vroegeren gebieder partij koos. In den reuzenstrijd waarin geheel Europa door Bonaparte werd gewik keld, waren Denemarken met Noorwe gen genoodzaakt zich bij de Franschen onder Napoleon aan te sluiter. De En gel scher. zochten twist met de-Denen en ook met de Noren, Kopenhagen en ook plaatsen op de Noorsche kust wer den gebombardeerd en de vloot der De nen werd vernietigd om te verhinde ren dat ze Napoleon in handsa zou val len. In 1812 sloot Rusland met Zweden een tractaat om elkaar bij ie staan te gen Napoleon en werd Noorwegen daarvoor aan Zweden toegewezen De Noren waren hier echter niet van gediend. Op het landgoed „Eidsvold" kwamen vcor 't eerst de afgevaardig den uit de verschillende districten bij een om zoo mogelijk te trachten c. n onafhankelijk Noorwegen te stichten, want sedert eeuwen waren Noren en Zweden vijanden geweest, terwijl daar bij de karakters der beide volken verre uiteenliepen. Zoo ziet men op een plaat het Witte Huis: „Eidswold" genaamd, waarin de Möte (vergadering) wordt gehouden. Inwendig versierd met groene slingers, zitten daarin op lange banken, de ouderwetsch gekleedde afgevaardig den, sommige in nauwe zwarte rokken met kanten jabots, anderen in het een voudig kostuum der bergbewoners. Ze willen een onafhankelijk Noorwe gen onder een eigen vorst. Ze vinden eindelijk Christiaan Frederik prins van Denemarken bereid, als zoodanig op te treden, docl\ daar Fredrik VI de Deen sche koning geen hulp kan bieden, om dat cle zaken aldaar cloor den ongeluk- kigen oorlog tot een staatsbankroet hebben geleid, zijn de vaderlandslieven de Noren aan eigen kracht overgelaten. Zij grijpen naar de wapenen en voeren vooral aan den Zweedschen grens scherpe gevechten o.a. hij Fredrikssten, tegen de overmachtige legers van den Zweedsciicr kroonprins Karei Johan (Bernadotte), die inmiddels Noorwegen tracht binnen te rukken om het voor Zweden te veroveren. De vaderlandsliefde op de Mote paa Eidswold in woorden aan den dag ge legd wordt met de wapenen in daden omgezet. Karei Johan vindt een ernsii- gen tegenstand. Doch hoe dapper de Noren zich ook weren, de Mogendheden: Rusland, l'rui- s m, Oostenrijk en Groot-Brittanie op het Congres te Weenen vergaderd, om over het lot van Europa na den val vail Napoleon te beschikken, besluiten bij het verdrag van Kiel in 1814, dat de ko ning van Denemarken, Noorwegmi moet afstaan en dat bet met Zweden ver- eenigt zal worden onder één koning (die van Zweden). Noorwegen zal zijn eigen grondwet hebben,-zijn eigen vlag (doch voorzien van bet unieteeken in den linkerboven hoek) enz. Niettegenstaande hun verzet tegen de Zweden en ook door de zwakke posi tie van Chiisliaan Fredrik, zijn ao No ren ten slotte gedwongen zich tegen wil en dank te onderwerpen. Vooral in de eerste regeering,?jaren van de in 1818 koning geworden Berna dotte, die als koning van Zvvedca «m Noorwegen den naam van Karei XIV aannam, was er nog al eens tegenstrib beling onder de Noren. Het nationaliteitsgevoel werd steeds aangewakkerd, door mannen als Ole Bull, H. Wergeland, Sören Jabeck en anderen, te veel om op te noemen, want het Noorsche Volk heeft tal van geleer den, schrijvers, dichters en ook volks menners opgeleverd. Wij hebben nog melding te maken van Björstjerne Björnson, Ibsen, Johan Sverdrup van lat er en tijd. De kwestie van de vlag is steeds een question bruiante in Noorwegen ge weest. De patriotten wenschten steeds -de rein Noorsche Vlag (zonder het Unie teeken), hetgeen door de Zweedsche re geering steeds werd geweigerd op grond van het prestige dat de vereenigde ko ninkrijken daardoor op zee zouden ver liezen. De op Karei Johan (in 1844 overleden) volgende koningen Oscar I (1844'59), Karei XV (1859'72) hebben alles in 't werk gesteld om Zweden en Noorwegen goed te besturen en vooruit te brengen doch het separatisme der Noren uitte zich ook vooral tijdens de lange regee ring van Oscar II (18721905) in ver schillende regeeringszaken. De Zweed sche regeering, waarbij ook Koning Os car aan 't lioofd, gaf eindelijk toe aan den drang der Noren en heide volken gingen in 1905 in vrede van elkander. De socialistische Noren riepen echter de republiek niet uit, doch kozen zich 'een eigen koning. Met bijna 300.000 stemmen verklaarde het Noorsche volk zich voor een constitutioneel konink rijk, terwijl er slechts 65.000 stemmen op den republikeinschen regeerings- vorm werden uitgebracht. Na die volkstelling was Prins Ka- rel van Denemarken dan ook bereid, om als koning van Noorwegen op te treden. Zoo zagen wij dien vorst, die bij den aanvang zijner regeering den naam van Haakon VI heeft aangenomen, aan loord van de „Eidsvold" een bezoek brengen aan Nederland. Dat cle ontvangst van het hoofd van het Noorsche broedervolk, waarmede wij steeds bevriend waren, een harte lijke blijkt te zijn, is ongetwijfeld. S. Chr. L. P. SAMEN-SPRAAK. Goeden morgen! buur. Goeden morgen! Waar moet je heen?, ik zie je niet veel in deze buurt. Neen buur, dat is zoo, ik kom hier niet veel, en ik kan u gerust zeggen, dat ik liever met stormweer op zee ben, als voor dit geval, hierheen te komen. Wel, buur, wat heb je dan wel op je kerfstok? Gelukkig niets, tenminste, waar ik van bewust ben. Maar, wat is er dan aan de hand dat je zoo terneergeslagen bent? Nu, als je het dan weten wil, zal ik het je zeggen: Ik ga naar het Schaal- armbestuur. Ik moet noodgedwongen heen, daar er anders geen weg open staat, mijn schip ligt stil en thuis is er gebrek. Maar buur, versta ik je goed, je had het immers over het Schaalarm- bestuur! je bedoelt toch zeker de werk- loozesteun, is 't niet? Neen, neen buur! je hebt me wel terecht goed verstaan, dat ik sprak van het Schaalarmbestuur. Weet je dan biet dat de trawlerman van IJmuider, en- Egmond niet in de termen vallen der werkloozensteun? Maar man wat heb ik er nou aan! Je hebt toch dezelfde rechten als elk ander burger? Ik krijg toch óók werk loozensteun. Ja, buur, hier zit nou juist de kink in den kabel je moet weten, dat er een artikel in het Werkloozenkas-Re glement staat, dat een trawlervisscher- man, van Mei tot December, als seizoen arbeider wordt beschouwd, en geduren de dien tijd uitgesloten is van steun. Maar, buur, nu wordt het me toch al te gek! Wie krijgt dat nu in zijn kop, om een trawlervisscher als seizoen arbeider te beschouwen. Och ja, buur, ze schijnen met de regeling der werkloozensteun een gro ve fout te hebben begaan. Maar zeg eens, buur, hoe is dat nou mogelijk! Ik zou zoo zeggen, vol gens mijn bekrompen verstand, dat, zoo goed als ze uit weten te visschen hoe veel lever- en kuitgeld en zootjes-geld (waar je in Engeland voor bij de visch moet staan) een matroos per reis ontvangt, en waarvoor hij ook nog be lasting moet betai -ii, ze ook wel kunn-ui weten dat een t.rawlman geen seizoen arbeider is. Ja, buur, wat de belasting betreft, kan ik je wel vertellen dat je daarin niet vergeten woi dt als zeeman; om den drommel niet. Maar je zegt daar dat ze je niet vergeten. Dat ben ik toch niet met je eens! Daar straks heb je me verteld, dat ze je naar het Armbestuur verwijzen. Noem je dat dan iemand goed beden ken en je niet vergeten? Neen, maar nou gaat me lampje uit. Ja, buur, als dat het ergste nu nog maar was! Maar nu moet je weten dat, als je daar komt, voordat men zijn ver- eelde handen op mag houden om een enkele gulden in ontvangst te nemen, je eerst op moet geven, of je getrouwd bent, hoeveel kinderen je hebt, hoe lang dat je zonder vaart ben, of je nog fami lie hebt, welke je kunnen onderhouden enz., enz. Nu, buur, ik kan je wel zeggen, dat de meesten liever honger lijden dan op zoo'n manier een paar gulden te ont vangen. Doch je bent je eigen baas niet, in dit geval moet je het doen voor vrouw en kinderen, welke thuis zitten te wachten of je met een paar- centen thuis komt om er eten voor Ie halen. Maar, buur, hier is toch wel wat aan te doen? Er is toch wel een wijzi ging in deze steunregeling te brengen? zulks wordt toch wel meer gedaan? een wijziging, bijvoorbeeld in een wet geving of iets dergelijks. Ik weet het niet buur! Ik ben niet zoo letterwijs, maar wel weet ik, dat er al eens met den betrokken minister over gesproken is; doch de uitslag is geweest, dat er geen wijziging wordt aangebracht en hierdoor de zeeman verstoken blijft van steun. Ja, huur, dat is allemaal goed en wel, maar moeten de zeelui hier dan maar genoegen mede nemen, met het onrecht dat hun in dezen wordt aange daan en hierin maar blijven berusten? Och ja, buur, dat wordt toch altijd door den zeeman gedaan. Zij berusten overal in. Je zult je den tijd der instel ling van Regeeringsvisch nog wel her inneren, toen werd er toch ook niet door den zeeman over gemoppert dat deze instelling hem elke reis idem zooveel kostte. Er lag in elke 1000 gulden visch, welke door de Regeering in beslag werd genomen destijds, 1121/2 gulden arbeids loon in opgesloten. Maar och, wat last, als een zeeman wat verdiend, heeft hij wat voor een ander ook over. Al hadden ze destijds de Regeeringsvisch voor niets willen hebben, hadden de zeelui zich niet verzet. De boeren echter schreeuwden moord en brand, en moes ten met dwang geprest worden om van hun productie wat af te staan. Juist daarom, buur, moet je het thans wel dubbel gevoelen, dat je in de ze, wat de ondersteuning betreft, on rechtvaardig behandeld wordt. Ja, buur, ik begin het nu ook meer en meer in te zien hoe de zeeman in re kening is. Als er wat te halen is van hun zijn ze wel te vinden, dat hebben de meesten wel kunnen gevoelen aan de hun opgelegen oorlogswinstbelasting. En ik zou zoo zeggen dat, wanneer ze den zeeman niet van gebrek willen la ten omkomen, ze nu toch eens zoo lang zamerhand moeten weten in den Haag het verschil tusschen een seizoen-vis- scher of een trawler-visscher. Ik maak er tenminste uit op dat, of ze weten in den Haag niet het verschil tusschen trawlvisscherij of haringvisscherij, of er wordt misbruik gemaakt van de dom heid van den visscherman. Maar, buur, ik heb geen tijd meer, anders zou ik die paar gulden van het Armbestuur nog verloopen. Ik walg er wel van om ze te halen, doch het is de harde noodzakelijkheid. Honger is een scherp zwaard, maar wanneer de nood op het hoogst is, is de redding nabij. Misschien worden de zeelieden in deze nu ook eens bewust dat zij Staatsbur gers zijn. Nu goeden morgen, buur! tot ziens. Een Zeeman en een Havenarbeider. BINNENLAND Aanaard- en schoffelmacliine voor klein bedrijf. De Commissie voor verbetering yan landbouwwerktuigen van de Vereoni- ging tot Ontwikkeling van den Land-, bouw in Hollands Noorderkwartier werd door de Land- en Tuinbouwver- eeniging „De Eendracht" te Medemhlik in kennis gesteld met het feit, dat door landbouwers in overleg met smeden verbeteringen zijn aangebracht in de aanaard- en schoffelmachines, die voor handbedrijf in den handel worden ge bracht, waardoor deze werktuigen zich bijzonder voor het verrichten van aller lei werkzaamheden leenen en de aan dacht verdienen van al onze kleine landbouwers en tuinders. Zij was eenigen tijd geleden vertegen woordigd bij een demonstratie, die door de heeren Veerman te Oost woud, door wie veel tot deze verbetering is bijge dragen en *den lieer D. Koolhaas te fwisk, secretaris van bovengenoemde vcreeniging voor haar werd gehouden en heeft daarbij bevonden, dat deze ver- beterde aanaard- en schoffeimachines geschikt zijn voor do volgende wetk- 1 zaamheden: 1. I-Iet aanaarden van de aardappe len direct na het poten, mede voor het vullen van de met pootstok of hoor ge maakte gaten. 2. Het aanaarden na het opkomen ter voorkoming van bevriezen door nachtvorst en ter bestrijding van on kruid. 3. Het aanaarden ongeveer een week of veertien dagen later om de ruggen wat breeder te maken ter voorkoming van het groen worden der aardappelen, tevens voor vernietiging van onkruid en als bescherming tegen nachtvorst. 4. Schoffelen heen en terug tusschen de aardappelrijen om den grond, waar in door het aanaarden geulen zijn ont staan, vlak te maken, zoodat lvij ge schikt wordt voor tusschcnteelt. 5. Wieden van de tusschenteelt. 6. Het gerooide, veld schoffelen voor het goed sluiten van den grond, ter be strijding van uitdroging. 7. Het recht en overdwars schoffelen van knol. 8. Het aanaarden en wieden van winteraardappelen en muizen zonder tusschenteelt, gedurende den geheelen groeitijd hij een rijsnafstand van 50 a 60 c.M. 9. Het schoffelen van erwten en an dere gewassen en van vrij veld. De Commissie houdt zich aanbevolen voor wenken, die tot verbetering van landbouwwerktuigen kunnen strekken. Zij bestaat uit de heeren P. Stapel Cz., te Hoogkarspel, voorzitter; Ir. C. Nobel, te Haarlem, Kenaupark 9, secretaris; J. Blaauwboer Gz., te Kolhorn; P. J. Vis- scher, te Wieringerwaard en C. Kramer Glynis, te Stompetoren. KAMER VAN KOOPHANDEL. In 1924 wordt te Stockholm een con gres van de Werelclpostvereeniging gehouden. De Kamer van Koophandel te Haar lem (Kruisweg 70) stelt belangheb benden in de gelegenheid, vóór 25 Ju ni 1923, voorstellen bij haar in te die nen, welke van belang geacht kunnen worden voor dit congres en betrek king hebben op den internationale post dienst. Elk voorstel (met toelichting) is bij voorkeur te stellen op een afzonder lijk blad, terwijl deze in de Nederland- sche taal gesteld kunnen worden. SCHEEPVAART. De aanvaring tussohen cle „Groenlo" en een Fransch stoomschip. De Raad voor de Scheepvaart deed Donderdag uitspraak inzake de aanva ring tusschen het Ncderlandsche stoom schip „Grocnlo" en het Fransche stoom schip „P. L. M. 2". De Raad acht het, bij de onderlinge tegenstrijdigheid der getuigenverkla ringen, moeilijk om tot een zekere con clusie te komen betreffende de vraag, of de kapitein van de „Grocnlo" juist heeft gémanouvreerd, vooral waar ook de verklaringen van den kapitein en zijn eigen loods met elkaar in strijd zijn Immers, wel blijft de kapitein verant woordelijk, doch, indien de loods, die plaatselijk door en door bekend is, en de onder de loodsen heerschende ge bruiken kent, zich geheel vereonigt met des kapiteins plan om te passeeron, dan mag het ondernemen dier manoeuvre daargelaten de uitvoering daarvan. den kapitein niet te zwaar worden aangerekend. Echter de tegenspraak valt hier moeilijk op te lossen. Wat ech ter ten deze wèl vaststaat is, dat het passeeren in het Noordzeekanaal is verboden. Dat verbod kan natuurlijk niet buiten werking worden gesteld, doordat het andere schip tegen dat pas seeren geen bezwaar heeft. Intusschen wil de Raad rekening houden met het feit, dat het passeeren in het Noordzee kanaal wel voorkomt. Ook neemt de Raad aan, dat het sein van twee stoo- ten den kapitein van de „Groenlo" in den waan heeft gebracht, dat de ,,P. L. M. 2" daarmede te kennen gaf, aan de „Groenlo" aan stuurboord voljoende ruimte tot passeeren te geven, waarin dus ook lag opgesloten, dat de „P. L. M. 2." niets zou ondernemen, wat de „Groenlo" bij het passeeren zou hinde ren. Er waren geen andere schepen in de nabijheid en de verklaring van den loods der „P. L. M. 2", dat hij met dat

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1923 | | pagina 5