ORGAAN VOOR DE GEMEENTE VELSEN No. 68 Verschijnt Woensdags Zaterdsgs Oliën met gegarandeerde analyse Zaterdag 23 Juni 1923 8e Jaargang IJMUIDER COURANT Abonnementsprijs: fl.— per 3 maanden, franco per post 11.35 Abonnementen worden aangenomen aan het Bureau en bij de Agenten. Tot plaatsen van advertentiên van Buiten de gemeente VELSEN in dit blad is uitsluitend gerechtigd bet Advertentie- bureau P. F. C. ROELSE, 1JMU1DEN. Advertentiên uiterlijk in te zenden WOENSDAG tot 0 uur v.m. en VRIJDAGS tot 4 uur n.m. Uitgave van de N. V. UITOEVERS Mij. „IJMU1DEN" ADRES VOOR REDACTIE EN ADMINISTRATIE N. V. DRUKKERIJ SINJEWEL Willemsplein II Telefoon 153 IJmuIden Ifljeiondo meiedaeliigm 40 cta. p« r«g«l Advertentie! iu 11. en m. S ratelt 11. iedere regel meer 20 ets. Compact gerette advertenties van 1 t. en m. 5 regels f 1.26, iedere regel meer 26 ets. Kleine advertenties en familieberichten zoomede vereeniglngg advertenties nit de gemeente, uitsluitend bij v'ooi uitbeta ling, Tan 1 tot en met 6 regels f0.76, iedere regel meer 16 ets. Bij niet contante betaling worden de gewone pry zen berekend Advertenties ,adres bureau van dit blad' 10 ets. extra; voor bezorging van op advertenties ingekomen brieven wordt 10 ets, in rekening gebraeht Bovenstaande regelpryzen worden met 6 ets. verhoogd voor advertenties ran buiten de gemeente Velsen DIT NUMMER BESTAAT UIT TWEE BLADEN. EERSTE BLAD Kleine Advertenties en Familieberichten kosten by VOORUITBETALING slechts!5 Cent per regeL DRINGEND VERZOEK om bi] verhuizing het oude en het nieuwe adres, NIET aan den looper, doch aan ons bu reau WILLEMSPLEIN llf op te geven De Administratie. VAN DEN WACHTTOREN. De trap des ouderdoms. Op de vergadering der Maatschappij der Ned. Letterkunde de vorige week was een aantal prenten tentoongesteld, die den trap des ouderdoms voorstellen. De voorzitter Dr. G. J. Boekenoogen heeft ze toegelicht en gewezen op de aardige rijmpjes, die bij deze voorstel ling van het menschelijk leven behoo- ren. Het zijn prenten uit verschillende eeuwen, sommigen al heel oud. Maar "de opgang en neergang met de jaren is voor den mensch in alle eeuwen gelijk en daarom gelden die prenten ook nog voor ons. Een der rijmpjes luidt aldus: Tien kina 20 jongeling. 30 man. 40 komt de wijsheid an. 50 is de hoogste trap. 60 is de nederstap. 70 grijs. 80 niet wijs. 90 kinderspot. 100 in de aard verrot. Er is niets belangrijker voo~ d^n mensch dan het leven en er wordt dan ook in alle tijdon veel over nagedacht. Dit rijmpje geelt ook heel wat te don ken. Twee opmerkingen vielen ons bij het oplezen te binnen. De dichter is geen jonge man moer geweest. Wie twintig jaar is, verbeeldt zich, dat hij don hoogsten trap bereikt heeft. Hij is volwassen en voelt zich be vuil vele ouderen verheven, die aan al lerlei ouderwetsche denkbeelden lijden. Als men twintig is, houdt men iemand van veertig al voor een oud man. Deze dichter echter is overtuigd, dat pas met veertig de wijsheid komt en dat -Ie mensch met vijftig den hoogsten trap heeft bereikt. We gelooven het niet ver mis te holben, als we zijn leeftijd op minstens vijftig stellen. Dit versje is zeker al een paar eeuwen oud. Een dichter van onzen tijd zou al les precies zoo bunnen schrijven, maar hij zou niet op de gedachte komen, dat de negentigjarige een bespotting voor de kinderen is. Er is een tijd geweest, dat gekken, lammen, blinden, oude menschen en andere gebrekkige a vrij wel algemeen voor den mal werden ge houden. Dat onze houding tegenover al die ongelukkigen altijd waardig, zouden we niet graag durven zeggen. Maar het is een feit, dat er thans over het alge meen respect is voor heel oude men schen. De negentigjarige onder ons wordt niet meer bespot, ook niet door kinderen. In dat opzicht zijn we. toch een weinig vooruitgegaan en is er een tikje meer beschaving dan in vroegere barbaarsche en donkere tijden. Geen tijd, om leest te vieren. Toen de oorlog in '18 uit was en de vredesonderhandelingen begonnm, heeft men slechts van een enkel plan gehoord, om feest te vieren, als de vrede tot stand zou zijn gekomen. Het was immers eea uitkomst voor alle volke ren, dat het moorden en verwoesten op hield en men een kans kreeg, om lang - zamerhand weer uit de diepten van vele ellenden te komen. Voor ons was het een opluchting; een voortdurende angst, dat wij ook nog in de oorlogsrazernij meegesleept zouden worden, werd van ons afgewenteld. Toch was er van uit bundige blijdschap geen spoor. Het hart stond niet naar feest vieren. Er was te veel geleden en te veel verloren on bo vendien begreep men, dat ernstige en moeilijke tijden nog zouden komen. Ze zijn gekomen, veel moeilijker en ernsti ger dan verreweg de meesten gedacht hebben. Men heeft in '18 gelachen om de uitspraak, dat de oorlog wel voorbij was, maar dat er nu een tijd zou komen even erg als de oorlog. Minder wreed en moorddadig zijn de vier vredesjaren ge weest, maar zouden ze minder leed ge bracht hebben als de oorlogsjaren? Een groot deel van ons volk maakt zich gereed in September het zilveren regeeringsjubilé der koningin te vieren. We hebben enkele stemmen gehoord van warme vrienden van het koning schap, die aandrongen op eenvoud en zuinigheid hij het komende nationale feest. De tijden zijn er niet naar, om dui zenden en honderdduizenden uit te ge ven voor vuurwerken en versieringen enz. Deze kwestie komt thans in verschil lende gemeenteraden aan de orde. Er wordt aangeklopt om subsidie voor de feestelijkheden. In eenige groote steden zijn vrij groote sommen toegestaan door een kleine meerderheid der stemmen. Menige particulier zal maar een kleine feestgave uit zijn beurs geven, al is hij koningsgezind, omdat zuinigheid de boodschap is. Die boodschap geldt ech ter niet minder voor de gemeentekassen en er mag daarom wel eens ernstig ge vraagd worden, of het geoorloofd is dui zenden te geven voor opluistering van een feest, terwijl op noodzakelijke uit gaven bespaard moet worden en zelfs wel uitgaven voor nuttige doeleinden nagelaten. De bende. Brusse schrijft in de N. R. Crt. een in teressante serie feuilletons over de Ned- Spoorwegen. Hij deelt daarin mee, dat er het vorige jaar door de Ned. Spoor wegmij. 31750 schoolkaarten zijn uitge reikt. Wie zou niet graag dit heele leger leuke, ondeugende, brutale snoeten eens bij elkaar zien. Het is de hoop des va derlands. Over het algemeen jongens, die goed leeren kunnen, die vaak met groote opoffering hunner ouders naar de stad gaan naar verschillende inrich tingen van onderwijs, ambachtsscholen, M. U. L. O.-scholen, H. B. S. en gymna sium. Men ziet ze steevast met een tasch, waar ze allerwonderlijkst mee omgooien: ze staan gewoonlijk al op het perron, voordat de trein stilstaat en ze maken 's morgens en 's avonds een le ven als een oordeel. Brusse somt dit zon deregister van de treinbende op: „Zij smijten van alles uit de portie ren, trachten elkander onder de banken of in het bagagenet te stoppen, slaan nu en dan een raampje kapot, er worden er betrapt, die met behulp van een zak mes de sloten moeren; ze probeer en de coupe in brand te steken, vrij ernstige mishandelingen komen ook wel voor." De reizigers, die tot het niet-school gaand publiek behooren, klagen steen en been over de bende, maar durven niets tegen hen beginnen. Wie de bende tot de orde durft roepen, wordt gehoond, gesard, getreiterd. De maatschappij hoort telkens klach ten over de scholieren en nu en dan wordt er een abonnement afgenomen, maar steevast ook krijgt de deliquent de kaart weer terug. Dat is een groote fout Daardoor staan de conducteurs ook machteloos. Wanneer aan een belhamel maar eens een kaart afgenomen en niet teruggegeven werd, zou de bende al spoedig geen bende meer wezen. Nog eens trein en autobus. De eerste reisgids die den loop van trein en- tram en autodienst aangeeft, is verschenen. Een verstandige uitge ver ruikt als het ware de behoefte van het publiek. Maar deze reisgids bewijst ook, hoe sterk zich de autobusdienst in korten tijd ontwikkeld heeft. Mitschien hebben de pessimisten gelijk en zal de slijtage en het onderhoud dezer auto- INGEZONDEN HEDEDEBLING. Het beste adres voor H4RTNGKADB TELEP 298 bus, die een paar jaar na het aanschaf fen aan het licht komen en zich doen gelden, wat temperend werken. Waar schijnlijk zal de Overheid op de auto- dienst een wegbelasting gaan leggen, waar inderdaad veel voor te zegger. Is. Maar daarmee zal de concurrent van trein en tram niet teruggedrongen zijn. De autobus heeft daarvoor te groote voordeelen. De verkeersdeskundige, de heer F. S. Bosman heeft een interessante beschou wing gegeven over deze in korten tijd opgekomen en sterk ontwikkelde nieu wigheid in het verkeerswezen. Hij deelt mee, dat deze concurrentie ook in het buitenland opgekomen is. Speciaal in Denemarken en Zwitserland hebben de spoorwegen er sterk onder te lijden Ook in Amerika, vooral in het dichtbe volkte Oosten wordt sterk den invloed van de auto vooral voor het vrachtver voer gevoeld. De locomotief noemt de heer Bosman een zeer oneconomisch werkende ma chine, die een groot' deel zonne-energie voortdurend door haar schoorsteen laat ontsnappen. We leven wel in een wereld van groote veranderingen. Nog geen eeuw geleden werd de lokomotief beschouwd als een wonderpaard, voor wien niets te zwaar was en die voor geen snelheid terugdeinsde. En nu is de lokomotief verouderd, een onpraktisch, duur ding geworden! Voor minder drukke lijnen noemt de heer Bosman de lokomotief een ongeschikt voortbewe gingswerktuig. In het schraalbevolkte Westen van Amerika maakt de lokomo tief al meer plaats voor benzol- en olec- trische motorwagens. Daarmee kan men 90 K.M. per uur halen en men heeft slechts één bestuurder noodig en be spaart dus aanzienlijk op personeel. Daarbij komt nog, dat de gewone spoor een groot, ten deele zelfs onnoodig groot „dood gewicht" heeft. Dat is vol gens Ford waarom zoo menige spoor lijn met verlies geëxploiteerd wordt. Het dood gewicht is het gewicht der wa gens, lokomotief, kolen enz. Er zijn trei nen, waarvan het dood gewicht op meer dan 900 K.G. per reiziger komt. Ook is de lokomotief een dure eter, die nooit verzadigd is. Ze kost kolen, ook als ze stil staat en met gedekt vuur vaak uren lang geheel buiten gebruik is. De motor wagen op rails zal de concurrentie te gen den autobusdienst beter kunnen weerstaan, wellicht op den duur den strijd winnen. In het buitenland, zoo deelt de heer Bosman mee, zijn spoorwegmaatschap pijen, die autobusdiensten organiseerer. in aansluiting met de treinen. De bus sen voeden zoo de hoofdlijnen: Ze bren gen de reizigers erheen. In deze heele geschiedenis is het wer kelijk vêrbazend, dat de lokomotief als duur en onpraktisch wordt afgekeurd. Ze zal voor de hoofdlijnen en de lange afstanden en groote snelheden blijven bestaan, maar voor het lokale verkeer waarschijnlijk al spoedig geheel ver dwijnen. Wie weet, hoe het spoorboekje in 1933 er zal uitzienl De tramdienst zal dan wel geheel in de versukkeling zijn ge raakt en de autodienst wellicht meer plaats innemen dan de spoorwegdienst. Óf zouden de auto's nog zoo goedkoop en de tijden zoo welvarend worden, dat we allemaal een auto hebben als thans een fiets. Om van de mogelijkheden van het luchtverkeer nog maar te zwij gen. NATUURWANDELINGEN. 2e Serie. VIII. Om Beverwijk, de Scheijbeeck, Beeckzangli, Akerendam Het natuurschoon rondom Beverwijk en in geheel Kennemerland, geraakt in den laatsen tijd meer en meer in 't ge drang. De belangen der zoo nabij liggen de steden Amsterdam, Haarlem en vooral het Noordzeekanaal met de fa brieken en hoogovens, zijn ten nadeele van alles wat strekt om het oude ka rakter dezer streek te kunnen behou den. Dat karakter 't welk onze liefde heeft is gelegen in het ongerepte woeste na tuurschoon, dat inzonderheid deze duin ouwe aanbiedt in hare met kreupelhout sparren- of dennenhegroeide duinen, de duinvalleien met dorens en wilde planten bezet, en inzonderheid in de kronkelende en snelstroomende heek jes die hunne glasheldere wateren voe ren naar de lagere polderlanden en wei den. Reeds bij de inkomst van Beverwijk wezen we reeds op het fraaie landgoed „Scheijbeek", dat helaas in de laatste jaren niet meer bewoond wordt. Het ontleent zijn naam aan de daar doorstroomende beek, die even achter het landgoed de scheiding vormt tus- schen drie gemeenten, n.l. Velsen, Be verwijk en Wijk aan Duin. Een drie kantige hardsteenen scheipaal toont den voorbijganger aan, waar de grens dier gemeenten samenvalt. De Scheibeek is een echte duinbeek, zij komt uit het westwaarts liggende duin en kronkelt zich door de Wijker- tuinen, totdat ze zich in de buitenplaats die haar naam draagt, vergadert ais in een bekken. Casper van Baerle, lid van den heken den Muiderkring, een vereeniging van letterkundigen, geleerden en dichters in de 17e eeuw, tijdgenoot van Vondel, Hooft en Baeck, heeft het volgend ge dicht aan de Scheijbeek gewijd: „Beeckje, waar de duijn haer droppen ,,'t Saem versamelt in een bron, „Als zij met haer witte toppen „Glinstert in de morgenson. „Beeckje, als men u ziet vloeijen „Als men hoort uw soet geruisch „Voelt men al zijn gee3ten gloeijen „En verhuijsen druck en kruijs. „Hier heeft Hooft gescherpt zijn veder, „En gewrocht zijn zinrijk dicht „Hier sat Vondel dikwijls neder „Als hij van der aerd gelicht. „Drong omhoog door al de woleken, „Boven bergen, boven locht „En verliet de aardsche kolken „Van dit beeckjens nat bevocht. „Sleep het leven van de Baeckon „Alsoo langh als gij hier loopt „Wil niet eer uw stroomen staecken „Voordat Baeck zijn leven sloopt. „Dan zal Jupiter uw straelen, „Al uw dropjens, al uw nat, „Opwaerts tot de sterren haelen „Boven d'oude Beverstad. Toen Laurens Baeck op „Scheij beeck" woonde, was de toestand in de Republiek der Vereenigde Nederlanden verre van rustig en eensgezind. Men was verdeeld op staatkundig en gods dienstig gebied. Vooral ging het er scherp toe tusschen Remonstranten en Contra-remonstranten. De edele Johan van Oldenbarnevelt, Raadpensionaris der Republiek, viel zelfs als een offer der wraak van de Prins Maurits-partij en moest zijn leven op het schavot boe ten, Toch waren er menschen die zich met HET CONSULTATIEBUREAU zal geopend zijn Woensdagmiddag van 33 nnr, WUlemsbeekweg 42, Velser- oord. Het onderzoek is kosteloos en ge schiedt door Dr. Anema nit Haarlem. Voorzitter van het Consnltatiebnreau aldaar. woord en geschrift tegen de dwingelan- roemde dichter Joost van Vondel. Hij hulde de waarheid in het kleed der ver dichting en bracht hulde aan Oldcnbar- nevelt's nagedachtenis door hier op „Scheijbeeck" als gast van zijn vriend Laurens Baeck, een gedicht te vervaar digen getiteld: „Palamede3 oi de ver moorde Onnoozelheid". Vondel koos den Griekschen held Pa lamedes die Troje hielp belegeren tot hoofdpersoon van zijn gedicht, waarin hij de gezagvoerende regeering hier te lande er geducht van langs gaf, en Ol denbarnevelt verheerlijkte. In de schil dering van het Trojaansche landschap, gezien van af den berg Ida, die in dit treurspel voorkomt, herkende ieder des kundige dat hiermede „Kennemerland" bedoeld werd. De vrienden van Vondel waren niet weinig verbaasd over diens moed om te durven getuigen van hetgeen er ook in hun gemoed omging. In 1625 verscheen „Palamedes" in druk, doch begrijpelij kerwijze was de Amsterdamsche Regee- dij der Contraremonstranten bleven verzetten. Onder hen was ook de be ring minder met den inhoud ingenomen en wilde den dichter wegens majesteits schennis doen terecht staan. Vondel vluchtte toen naar Beverwijk, iets wat in deze dagen niet veel baten zou, en vond er een wijkplaats bij Baeck op „Scheijbeeck". Ilier vervaardigde Vondel uit dank baarheid jegens de familie Baeck, den bekenden „Beecksangh" gewijd aan Ca- tharina, Baecks oudste dochter. De aantrekkelijkheid van „Scheij beeck" komt naar voren in de volgende regelen, gesteld in de overdreven dicht maat van dien tijd: „O! hofstee, lustprieel der wijzen! „Hoe heerlijk zien wij nu alreê „Uw hoog geboomt' ten hemel rijzen, „En kijken over duin en zee, „Veel verder dan de Grieksche tempen „Nu kan de tijd Uw grooten naam „In geen vergetelpoelen dempen. „Maar eeuwig zal uw schelle faam „Zich laten hooren in de wolken „Zoolang als Baerle's maatgezang „In waarde blijft bij alle volken „Van t'Oosten tot den Ondergang. Laurens Baeck, eigenaar van „Scheij beeck", die onzen beroemden Vondel een schuilplaats bood, overleed in 1702. Na hem heeft het landgoed vele eigenaars gehad, het heeft ai dikwijls zus of zoo gestaan, of de plaats was in sloopers- handen gevallen, hetgeen zoowel voor Beverwijk als voor het geheele Neder- landsche Volk te betreuren zou zijn. „Scheijbeeck" blijft immers een der interessante monumenten uit onze ge schiedenis, en zou bij eventueelen ver koop zeer zeker waardig zijn om des noods van Staatswege, als zoodanig in bescherming te worden genomen. Wel licht was de omgeving van het landgoed in Vondei's tijd stiller en rustiger dan nu, want al hetgeen er in de nabijheid gebouwd is, kan nu juist niet strekken te zijn in overeenstemming met het prachtige bosch en het waterwerk der buitenplaats. Een nog oudere huizing is het een eindweegs verder gelegen „Akerendam" waarover in het volgende artikel eenige bizonderheden, M Chr. L, P.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1923 | | pagina 1