ORGAAN VOOR D
LSEN
Zaterdag 14 Juli 19*3
Yersehyiit VI oensdagt- Zaterdags
Wo. 74
8e Jaargang
iJMUlDER COURANT
Aoonnementspriji: f 1.P« 3 maanden, franco per post f 1.35
Abonnementen worden aangenomen aan het Bureau en bij de
Agenten. Tot plaatsen van advertentiën van Buiten de gemeente
VELSEN in dit blad is uitsluitend gerechtigd hef Advertentie
bureauJM=^J?OEL;SEJJMU1DEN;___-__^___j-
Advertentiën uiterlijk in te zenden
WOENSDAG tot 0 uur v.m. en VRIjDAOS tot 4 uur n.m.
Uitgave van de N. V. UITGEVERS Mij. „IJMU1DEN"
ADRES VOOR REDACTIE EN ADMINISTRATIE
- N. V. DRUKKERIJ SINJEWEL
Willemsplein 11 Telefoon 153 IJmuiden
Ingeionde mededeelmgen 40 ets. per regel - Advertenties van 11. en m. 5 regels
fl. iedere regel meer 20 ets. Compact gezette advertenties van 1 t enm.6
regels f 1.26, iedere regel meer 26 ctB. Kleine advertenties en familieberichten
zoomede vereeniglngs advertenties uit de gemeente, uitsluitend bfi vooiuitbeta-
hng, van 1 tot en met 6 regels f0.76, iedere regel meer 16 ets. Bfi niet oont&nte
betaling worden de gewone prijzen berekend Advertenties ffadres bureau van
JS vl extra: T00r bezorSmg op advertenties ingekomen brieven
wordt 10 ets. in rekening gebracht Bovenstaande regelprijzen worden met
5 ets. verhoogd voor advertenties van buiten de gemeente Veisen
DIT NUMMER BESTAAT UIT TWEE
BLADEN. EERSTE BLAD
Kleine Advertenties
en Familieberichten kosten bi]
VOORUITBETALING
slechtsl5 Cent per regeL
DRINGEND VERZOEK
om bij verhuizing het onde en
het nieuwe adres, NIET aan
den looper, doch aan ons bu
reau WILLEMSPLEIN 11, op te
geven De Administratie.
VAN DEN WACHTTOREN.
Het Fransch op de lagere school.
De discussie ie er weer over in vollen
gang. Het komt wellicht, omdat het
weer tegen den tijd van overgang naar
gymnasiums en burgerscholen gaat en
weer gevoeld wordt, hoe weinig dezen
aansluiten bij het lager onderwijs.
In deze discussie lazen we een rake
opmerking van den opvoedkundige Co-
menius: Iemand een vreemde taal te
willen leeren voor hij de vaderlandsche
kent, is hetzelfde, alsof gij uw zoon wil
de leeren paardrijden, voor hij loop en
kan.
Het is lang niet makkelijk de kinderen
in zes jaar onze taal eehigszins behoor
lijk te leeren lezen en schrijven. Taal is
wel een der moeilijkste vakken op de
lagere school. Waar het leerplan toch al
zoo overladen is, moeten de andere vak
ken wel in het gedrang komen, als men
zoo vroeg reeds begint met de studie
eener vreemde taal. Bovendien moeten
de kinderen eerst allerlei grammatische
regels en onderscheidingen kennen van
hun eigen taal voordat ze met een
vreemde kunnen beginnen. Kinderen
van het vierde en vijfde leerjaar worden
al ingewijd in zelfstandige naamwoor
den, bijvoegelijken enz. Ze leeren ontle
den in onderwerp, gezegde en lijdend
voorwerp, terwijl hun taalgevoel daar
voor nog veel te weinig ontwikkeld is.
Dit is ook een bezwaar tegen het
Fransch op de lagere school, dat het on
derwijs in de eigen taal er door gefor
ceerd wordt.
Terecht is gezegd, dat het Fransch op
de lagere school alleen uit historie en
traditie verklaard kan worden. Als men
geheel vrij daarvan een leerplan voor
de lagere school moest vaststellen, zou
men veeleer Engelsch of Duitsch daar
op een plaats geven. Het Fransch is in
ons land eenige eeuwen lang de offici-
eele taal, althans de taal der fijnere be
schaving geweest: in kleeding, manie
ren, smaak gaf Frankrijk hier den toon
aan. Dit is thans lang niet meer in die
mate het geval en daarom is er geen re
den het Fransch een bevoorrechte posi
tie bij het onderwijs te geven. In de dis
cussie wordt thans een argument niet
meer gehoord, dat twee jaar geleden bij
de afschaffing van het Fransch op de
lagere school soms wel gebruikt werd.
Toen heete deze afschaffing wel het
werk te zijn van voorliefde voor
Duitschland en haat tegen Frankrijk.
We zijn in de laatste jaren in dit op
zicht toch wel wat verstandiger gewor
den en de oorlogstegenstellingen spelen
niet zulk een grooten rol meer.
Wij zouden liefst elke vreemde taal
van de lagere school weren, maar moes
ten we een der moderne talen kiezen,
dan de voorkeur geven aan het En
gelsch, waarvan de grammatica veel
makkelijker is dan de Fransche. Ook op
praktische gronden zouden we alge
meen onderwijs in het Engelsch aanbe
velen, omdat we veel meer met Engel-
schen en Amerikanen dan met Fran-
schen in aanraking komen.
Bij de brug.
Londen is een stad met nauwe stra
ten en een steeds drukker wordend ver
keer. Er wordt streng de hand gehou
den aan de regels van het verkeer en de
Engelsche politie is wereldberoemd, om
het rustige en zekere optreden, het
staan boven de branding van het ver
keer en het beheerschen daarvan, maar
toch is het aantal ongelukken niet ge
ring en wordt het verkeer door herhaal-
de opeenhooping en verstopping telkens
j belemmerd.
I Men zal de straten moeten verbreed en
en dus huizen afbreken of het geheele
goederenvervoer ondergronds leiden.
Beiden zou echter reusachtige sommen
kosten. Vooral het toenemend aantal
i zeer groote bussen met motorkracht
j maakt de straten gelijk aan een rivier,
die het water niet meer verzwelgen kan.
I In ons land doet alleen het verkeer in
i enkele drukke en nauwe straten der
groote steden aan de toestanden in
j Londen denken. Er wordt hier wel veel
I over verkeersmoeilijkheden geklaagd,
maar die zijn voor een goed deel het ge
volg van den beroemden vrijheidszin
van onze natie. Men stoort zich niet aan
anderen maar gaat zijn eigen gang.
Ieder beschouwt den weg als zijn weg;
men wil voor een ander geen plaats
maken en de kunst van wachten ver
staat men in het geheel niet.
Dezer dagen stonden we op een druk
ken marktdag bij een brug. Tergend
langzaam voeren een paar schepen door
en tergend langzaam werd de brug
j dichtgedraaid. Ieder wachter maakte
zich een beetje kwaad en bedacht geen
oogenblik, dat het niet gauwer kan.
Heel duidelijk leesbaar waren aan hei
de kanten van de brug horden aange
bracht met het gebod, om rechts te hou
den en om voetgangers te laten voor
gaan, dan pas mochten allerlei rijtui
gen hun weg vervolgen. Maar wat ge
beurde, toen de brug dichtgedraaid
werd? Kleine karren en fietsen waren al
op de brug, toen nauwelijks de ketting
weggehaald was. Voetgangers zochten
links en rechts een gaatje, rm er door
te sluipen. Motorfietsen en auto's toe
terden dreigend en joegen de massa te
gen elkaar op. Midden op den brug stond
een juffrouw met een kinderwagen; ze
kon niet meer vooruit en achteruit. Een
politieagent duwde ei schreeuwde naar
alle kanten; het was ie reine chaps van
menschen, die zich heelemaal niet om
de anderen bekommerden maar haast-
je-rep-je zoo gauw mogelijk aan den an
deren kant trachtten te komen en dan
soms even staan bleven >ui naar de klu
wen van menschen en rijtuigen zagen
met een lachend gezicht, als wilden ze
zeggen: Dat hebben we 'm mooi gelapt!
De angstige moeder met de kinderwa
gen wekte groote lachlust op door haar
wanhopige pogingen, om eruit te ko
men.
Zoo is helaas nog ons publiek en heb
ben we verkeersmoeilijkheden in Leeu
warden, Deventer en Alkmaar, als wa
ren dat wereldsteden als Londen, Parijs
en New-York.
Ons publiek heeft nog we] een beetje
opvoeding in goed gedrag en gemeen
schapszin noodig en wie niet hoor en wil
moet voelen; laat de politie maar eens
steviger en strenger optreden tegen de
vele verkeersonhebbelijkheden, waar
aan men zich schuldig maakt.
De lokomotiefvreugde.
Er is in Friesland een predikant, een
zeer verstandig man, een man met een
helder oordeel over vele dingen, een
man zonder buitensporigheden, die er
niet naar streeft om anders te doen, te
spreken en te zijn dan gewone men
schen, maar die een zonderling zwak
heeft voor lokomotieven. Hij woont vlak
bij het station en kent alle lokomotie
ven met al hun eigenaardigheden even
goed als zijn gemeenteleden. Hij heeft
ze lief met hun deugden en gebreken.
Hij herkent ze aan hun stem en het is
zijn grootste vreugde, wat hem een en
kele maal ook gelukt, om met den ma
chinist te mogen rijden, om het intie
me leven van de lokomotief gade te
slaan en met den machinist over al haar
eigenaardigheden te praten.
Brusse zal dien predikant begrijpen.
Hij beeft als journalist overal toegang
en bij zijn onderzoek naar onze Spoor
wegen is het hem ook gelukt een reis
per lokomotief te mogen meemaken.
Echt jongensachtig stapte hij de hooge
treden der machine op met een gevoel
van trots, dat hem alleen het voorrecht
ten deel viel op de leidende plaats van
den trein te mogen staan. Hij geeft een
prachtige beschrijving van zijn sensa
ties. De snelle vaart, het opwekkende
trillen en hotsebotsen, het gezelschap
van den meester met zijn voorzienig be
stier en den bezigen leerling, de warm
te van den laaienden vuurhaard en de
bolderende, driest flapperende wind, de
sportieve spanning om enkele minuten
vertraging weer in te jakkeren en het
landschap, dat zich als een film voort-
wentelt.
„Door dit alles wordt uw triumphan-
telijkheid aangevuurd tot een overmoe-
digen roes, tot een blijde, trotsche ver
voering, alsof ge, in plaats van lauwe,
zoetige, oliegeurtjes en koolgruis en
walm en stoom, niet anders dan cham
pagne innam."
Bij deze enthousiaste beschrijving
krijgt men ook lust, om eens op den rug
van dat vurige, snelle paard mee te rij-
den en zich niet passief, slaperig door
hem te laten voorttrekken, in een mak-1
kelijk hoekje suffend, totdat het dier
stilstaat en de reis volbracht is.
Landverhuizing en overbevolking.
Hoe meer men over economische
kwesties nadenktdes te meer blijken
ze kwesties te zijn, hoe vluchtiger men
er over nadenkt, des te makkelijker
schijnen ze op te lossen. Wie van zijn
gemak houdt, moet daarom maar nooit
lang nadenken; alle denken is maar las
tig en een kip, die te stom is, om het
deurtje van zijn hok terug te vinden,
heeft het daarom heel wat makkelijker
dan wij Wil men echter achter de kwes
ties zien te komen, dan moet men er wel
goed over nadenken en dan is het eind
vaak nog, dat men er voor blijft staan
zonder bevredigend antwoord.
Er zijn in ons land ruim 100000 werk-
loozen; de bevolking neemt snel toe. Er
is voor alle handen geen werk en voor
alle monden geen brood, ergo is het noo
dig, dat een deel van ons volk zijn heil
elders gaat zoeken. Er is overbevolking,
dus de landverhuizing moet aangewak
kerd worden.
Dat is deze zaak op haar makkelijkst
bekeken en beoordeeld. Maar er zit veel
meer aan vast en het is zeer de vraag,
of die voor de hand liggende oplossing
wel de juiste is.
In ee>- vergadering van de Ned. Mij.
voor Nijverheid en Handel is deze kwes
tie behandeld. Het hoofdbestuur heeft
ze ingeleid door enkele algemeene op
merkingen. Het feit, dat er een 100000
werkloozen zijn, beteekent voor ons volk
een enorme schade. Afgezien van den
nood der werkloozen zelf, moet er per
jaar wel een 40 a 50 millioen uitgegeven
worden voor hulp van allerlei aard aan
de werkloozen. Deskundigen als een
Jhr. J. C. C. Sandberg en J. B. Wester-
dijk raden de landverhuizing aan. Vol
gens den laatste is er in de zuiver land
bouwende gemeenten geen plaats meer
voor de toenemende bevolking, terwijl
de steden evenmin werkgelegenheid
hebben noch voor de toenemende eigen
bevolking noch voor den aanvoer van
buiten.
Ter vergadering werd het onderwerp
ingeleid door den heer Mörzer Bruyns.
Deze wees erop, dat onze bevolking
jaarlijks met 100 a 150 duizend perso
nen toeneemt en wij daarom steeds
meer voedsel moeten invoeren en beta
len. Hieraan moet een eind gemaakt
worden. Dat kan geschieden door toe
nemende sterfte, door afneming der ge
boorten, door uitbreiding van het ge
bied en door landverhuizing. De eerste
methode behoeft niet eens besproken te
worden. De tweede methode doet in de
praktijk veel kwaad. Wij kunnen ons
grondgebied niet uitbreiden. Blijft dus
over de landverhuizing als eenig deug
delijk middel tegen de overbevolking.
De landverhuizing moet geschieden
naar landen wier bevolking het meest
met de onze overeenkomt en in wier
klimaat door Nederlanders handenar
beid verricht kan worden.
Onze landgenooten hebben als emi-
granten een goeden naam, verzekerde
de heer Möorzer Bruins. Amerika, Ca
nada en Australië zien graag Nederlan
ders en bij het onderzoek over bijna 2
millioen Amerikaansche soldaten bleek
de superioriteit, het hoogere peil van
ontwikkeling bij de Nederlanders en
Britten.
Er is overbevolking ergo is landver
huizing wenschelijk. Dat sluit als een
bus. Maar anderen ter vergadering
kwamen hiertegen op en verzekerden,
dat de deksel en de bus niet bij elkaar
pasten. Zoo werd niet ten onrechte de
vrees uitgesproken, dat de hesten zou
den heengaan en wij met „het uitschot"
zouden blijven zitten.
Prof. Limberg wees op de Zuiderzee
werken, waardoor land beschikbaar zal
komen voor landbouw en veeteelt, ter
wijl voor die werken zelf vele handen
noodig zijn. In dit verband kan ook ge-1
noemd worden het vele werk te verrich
ten aan betere afwatering en ontginning
van goede gronden. Wat overbevolking
schijnt te zijn, is een gevolg van de eco
nomische crisis. Er zijn niet werkkrach
ten te veel, maar werkgelegenheid te
weinig in onzen tijd, zoo werd weer door
een ander opgemerkt. Prof. Bruins acht
verdere ontwikkeling der techniek
waarsehijnlijw, waardoor een talrijker
bevolking op kleiner gebied zal kunnen
leven. Ook waarschuwde hij voor het
gevaar de goeden door de landverhui
zing te verliezen.
Dat zijn allen overwegingen, die in
aanmerking genomen moeten worden,
wil men oordeelen over de vraag, over
bevolking, en landverhuizing en dan
ziet men één ding pas recht goed in, hoe
moeilijk het is zich ook hier een posi
tief oordeel te vormen.
UIT DE GEMEENTE.
Voor den Raad.
Ambachts-onderwijs. De vereoniging
voor ambachts-onderwijs in Kcnnemer-
land heeft op de begrooting harer'
school een bedrag uitgetrokken voor de
aanstelling van een leeraar in de vak
ken „plaatwerkerij en vuurwerkerij",
welk bedrag bereids door den Inspec
teur van het Nijverheids-onderwijs is
goedgekeurd. Zij kan echter nog niet
tot aanstelling overgaan, omdat de noo-
dige ruimte voor het geven van dat on
derwijs ontbreekt.
Het bestuur heeft zich daarom tot B.
en W. gewend met verzoek wel te willen
bevorderen, dat het gebouw voor prac-
tisch onderwijs op het gemeente-terrein
wordt uitgebreid. Het verklaarde ajtch
daarbij bereid, eenzelfde jaarlijksche
vergoeding voor het gebruik te betalen
als een vorige maal is vastgesteld, n.l.
10 procent van de totale kosten, hoewel
zij gaarne zou zien, dat dit percentage
iets lager werd gesteld. Verder werd
medegedeeld, dat vanwege de vereeni-
ging voor deuren, ramen en kozijnen
zal worden gezorgd, welke door de leer
lingen van de school zullen worden ge
maakt.
Aangezien B. en W. is gebleken, dat
het leerlingenaantal voortdurend toe
neemt en de school dus in een groote
behoefte voorziet, alsmede, dat van het
onderhavige gebouw nog wel ?enige ja
ren gebruik zal worden gemaakt, achten
zij termen aanwezig om het verzoek in
te willigen en tot uitbreiding van het
gebouw over te gaan. De kosten hiervan
worden geraamd op f 13.475.
Tegen verlaging van het percentage
als vergoeding voor het gebruik, be
staat bij hun college echter bezwaar,
aangezien er op mag/worden gerekend,
dat dit gebruik toch in ieder geval voor
een beperkt aantal jaren zal zijn.
Op grond van het bovenstaande, stel
len B. en W. den gemeenteraad voor:
HET CONSULTATIEBUREAU
zal geopend zijn Woensdagmiddag van
23 uur, Willemsbeekweg 42, Velser-
oord.
Het onderzoek is kosteloos en ge
schiedt door Dr. Anema uit Haarlem.
Voorzitter van het Consultatiehureau
aldaar.
a. voor het bovenaangegeven doel
een crediet van f 13.475 toe te staan;
b. de jaarlijks door de vereeniging
te betalen vergoeding voor het gebruik
te bepalen op 10 procent van de totale
kosten.
De commissiën van bijstand in het
beheer der openbare werken en voor de
financiën adviseeren gunstig.
Wegverbetering. Door F. J. Kochx, W.
F. J. Meijer, C. Franke en J. J. Pirovano,
wonende in deze gemeente, cn G. Ape-
krom te Apeldoorn, is der gemeente ter
overname aangeboden, de hun toebe-
hoorende gedeelten van de Schoolstraat
te Velseroord.
Ten aanzien van de bovenbedoelde
gronden is door B. cn W. het standpunt
ingenomen, dat deze slechts door de ge
meente in eigendom kunnen worden
aanvaard, als door de betrokken eige
naren tevens een bijdrage wordt gestort
in de kosten van beharding en riolee-
ring van het onderhavige weggedeelte.
Aan deze voorwaarde is door de hee-
ren Kochx en Meijer, voldaan.
Tegen de overname van dit gedeelte
bestaat geen bezwaar.
De terzake met de overige, drie, per
sonen gevoerde onderhandelingen heb
ben echter tot geen resultaat geleid, zoo
dat naar de meening van B. en W. op
het door hen gedane aanbod niet kan
worden ingegaan.
B. cn W. stellen den gemeenteraad
mitsdien voor:
I. van F. J. Kochx te Velseroord en
W. F. J. Meijer te Wijkeroog, in eigen
dom te aanvaarden, om niet, ten be
hoeve van den openharen dienst, de per-
ceelen ter gezamenlijke grootte van on
geveer 246.50 M2, als aangegeven op de
hij de stukken gevoegde teekening met
grijze kleur, zulks onder voorwaarde:
dat de grond aanvaard zal worden vrij
van hypothecair verband, in don staat
waarin deze zich thans bevindt, met alle
daaraan verhonden heerschende en lij
dende erfdienstbaarheden en in 't alge
meen met alle rechten, lasten en bezwa
ren, als aan den eigendom verbonden
zijn;
dat de grond blijvend voor den open
baren dienst zal worden bestemd;
dat door de overdragers in de gemeen
tekas zal worden gestort een bedrag
van f 896, zijnde een bijdrage tot de helft
der kosten van bestrating en rioleering
van het geheele weggedeelte dat door
de bovengenoemde perceelen wordt ge
vormd, welke kosten worden geraamd
op f 80 per M., alsmede een bedrag van
f 89.60 voor het voor rekening van de
gemeente blijvend onderhoud van dat
weggedeelte, makende alzoo tezamen
een som van f 896 -f- f 89.60 f 985.60;
dat de grond vanwege de gemeente en
voor hare rekening zal worden bestraat
en gerioleerd;
dat de gemeente, zoolang nog niet met
de bestrating en rioleering is aangevan
gen, aan de overdragers, van het door
hen gestorte bedrag van f 985.60 een ren
te zal vergoeden van 5 per jaar;
dat, indien de werkelijke kosten van
bestrating en rioleering, alles inbegre
pen (ook administratiekosten, teeken
en opzichtersloon, enz.), minder zullen
bedragen dan f 80 per M., de gemeente
aan de overdragers het teveel betaalde
zal restitueeren;
dat de op deze overdracht en de leve
ring vallende kosten door de gemeente
zullen worden gedragen en betaald.
II. Op de overige aanbiedingen niet
in te gaan.
Waar beide zaken in de laatste
raadsvergadering werden aangehou
den, nemen wij ze thans nog in ons blad
op.