RAPPORT DER RAADSCOMMISSIE INZAKE DE LOONEN EN WERKTIJDEN DEB ARBEIDERS IN HET VISSCHERIJBEDRIJF. Den 31 October 1922 werd door den ge meenteraad besloten tot instelling eerier commissie van 5 leden voor een onpartijdig en grondig onderzoek naar de loonen en arbeidstijden van losse ar beiders in liet visscherijbedrijt Tot leden dezer commissie werden be noemd de leden van den gemeenteraad L. Poortenaar, J. A. Daimeijer, K. H. Tusenius, J. P. Nijssen en J. E. Sluiters. De commissie benoemde tot haren voorzitter den heer L. Poortenaar. Opgeroepen om mondeling inlichtin gen te verstrekken werden de besturen der vier transportarbeidersbonden in IJmuiden, het bestuur der Reedersver eeniging, de verschillende kolenwerkge- vers, een vijftal kolenwerkers (voorlie den) en het bestuur der IJmuider Visch- handelverêeniging. Zij die gevolg gaven aan het verzoek om mondelinge inlichtingen te ver strekken, bleken hiertoe, met uitzonde ring van de Reedersvereeniging, gaarne bereid. De Reedersvereeniging nam bij de mondelinge bespreking de grootst mogelijke reserve in acht bij de beant woording der gestelde vragen. Zij wenschte de vragen schriftelijk te zien gesteld en schriftelijk daarop te ant woorden. Puntsgewijze meent de commissie haar rapport als volgt te moeten indee- len: a. Loonovereenkomsten, Overeenkomsten betreffende de loonen van losse arbeiders in het visscherijbe- drijf bestaan niet meer. De bestaande overeenkomsten zijn door de werkge vers opgezegd en bij gebrek aan over eenstemming tusschen de werkgevers en de werknemers niet door andere ver vangen. Wel wordt nog het loon volgens de vervallen overeenkomsten betaald. b. Loonen kolenlossers. liet bestuur der Reedersvereeniging heeft gemeend groote publiciteit te moe ten geven van het feit dat arbeiders in IJmuiden geweigerd hebben een kolen boot te lossen voor f 0.60 per ton, terwijl in Rotterdam f 0.521/2 per ton werd be taald. De arbeiders wilden f 0.70 per ton hebben, zoodat de lossing van de be trokken boot niet in IJmuiden plaats had. Het feit op zich zelf, dat geweigerd is voor njinder dan 70 ct. per ton te los sen, is door niemand ontkend, zoodat dit als juist moet worden aangenomen. Enkele andere punten die door de Ree dersvereeniging niet in het adres naar voren zijn gebracht, hebben echter de aandacht getrokken. Het met de hand lossen van zeekolenbooten in IJmuiden is geen dagelijks of wekelijks werk, doch komt zeer weinig, en nog slechts bij 2 importeurs, voor. In de eerste 11 maanden van 1922 werden in IJmuiden door deze 2 kolenimporteurs 14 zeeko lenbooten door handenarbeid gelost. Ge middeld is dus van deze 2 importeurs slechts ruim 1 boot per maand met de hand gelost. Aan loon is met het los sen van deze 14 booten verdiend ruim f 11000.—. 10 booten werden gelost door 28 arbeiders, 1 boot door 36 arbeiders en 3 booten door 48 arbeiders. Hieruit ziet men dus, dat de gemiddelde verdien sten per persoon zoodanig zijn, dat in IJmuiden geen arbeiders hun verdien sten uitsluitend of grootendeels kunnen vinden in het lossen van zeekolenbooten Die arbeiders moeten hun loon vinden in verschillende bedrijven. Bij den éénen importeur verdienden de arbei ders gemiddeld f 1.50 per uur en bij den anderen gemidded f 1.65 per uur. Hier bij is dan niet gerekend op wachttijd, waarop speciaal van de zijde der arbei ders-organisaties de aandacht is geves tigd. Van deze zijde werd opgemerkt, dat het gereed maken voor de lossing zoo vroeg wordt aangezegd, dat de boo ten eerst geruimen tijd, soms enkele da gen na het gereed maken, binnen ko men. De arbeiders hebben dan al dien tijd moeten wachten en daardoor ander werk moeten verzuimen. De commissie kwam het vreemd voor, dat bij langen wachttijd door de arbei ders geen ander werk zou zijn gedaan. Door de organisaties is toen toegegeven, dat niet met juistheid kan worden ge zegd. dat in dien langen wachttijd niets anders verdiend was. Wel moest wor den aangenomen, dat bij een wachttijd van één dag of minder, allicht werk wordt verzuimd, omdat de betrokken arbeiders dan nog niet dadelijk naar ander werk uitzien. De commissie is echter van oordeel, dat dan ook niet uit het oog mag wor den verloren, dat bij de lossing gedu rende een beperkten tijdsduur een loon wordt verdiend waarover anders drie of meer dagen wordt gedaan. Een der twee bedoelde importeurs deelde aan de commissie mede, dat bij hem in het algemeen nooit van een be duidenden wachttijd kan worden ge sproken. Op een paar uur af kon wor den medegedeeld wanneer het schip binnenkwam. Hij is van oordeel, dat het vroeg genoeg is de gereedschappen klaar te maken als het schip voor de pieren is. De andere bedoelde importeur, alsme de de importeurs welke machinaal los sen, hebben geen gevolg gegeven aan het verzoek der commissie tot het ver strekken van inlichtingen. Inlichtingen van kolenwerkers zijn niet bekomen. De werknemers die wa ren uitgenoodigd mondeling inlichtin gen te verstrekken, hieven, zonder eeni- ge kennisgeving, weg. Eenigen tijd voordat het door de Ree dersvereeniging bedoelde geval zich voordeed, had die vereeniging een nieu we loonregeling ontworpen waarbij o.a. de loonen voor het lossen van een zee boot van f 0.70 werden teruggebracht op f 0.40 per ton. Dit loon werd voorge steld door de Reedersvereeniging, zon der voorkennis der betrokken kolen- werkgevers. Een dier werkgevers ver klaarde aan de commissie, dat een loon van f 0.40 per ton onbehoorlijk laag was. Dat was geen belooning. De arbei ders wenschten op het aanbod der Ree dersvereeniging niet in te gaan, omdat de voorgestelde loonsverlagingen in het algemeen van dien aard waren, dat van overleg geen resultaat mocht worden verwacht. De voorgestelde groote loons verlaging wekte ontevredenheid. Het betrof hier dus een gewone loon strijd zooals die zich in elk bedrijf voor doet. Aan de commissie is medegedeeld, dat door de werkgevers werd besloten, om dat de arbeiders niet bereid waren met een loonsverlaging accoord te gaan, het eerste het beste, dat zich zou voordoen waarbij geweigerd werd voor minder dan f 0.70 per ton te lossen, algemeen bekend te maken. Bij de mondelinge toelichting deelde bet bestuur der Reedersvereeniging mede, dat de vereeniging heeft willen vastleggen, dat de arbeiders in een be paald geval, in iets meer dan één dag, f 20.konden verdienen en dit hebben geweigerd. Het bestuur heeft niet wil len zeggen, dat een arbeider eiken dag f 20.verdient, doch alleen, dat, door buitensporige eischen, werk buiten de gemeente gaat. De commissie meent te mogen opmer ken. dat het wenschelijk ware geweest, dat de Reedersvereeniging in plaats van „iets meer dan één dag" had genoemd het aantal werkuren. De zaak, die op zich zelf van ondergeschikt belang is, zou dan allicht in een ander daglicht zijn komen te staan. Geenszins overbo dig zou het ook geweest zijn er op te wij zen hoe sporadisch het lossen van zee kolenbooten in IJmuiden voorkomt. c. Loonen der vischlossers en pak kers. Opgemerkt dient te worden, dat het lossen der booten veelal geschiedt door vaste ploegen, bij groote maatschappij en le ploeg, 2e ploeg, enz. Een bepaald aantal daarvoor aangewezen personen lossen de booten van bepaalde maat schappijen of vertegenwoordigers. Het aannemen van het personeel geschiedt door een daartoe door de reederij aan gewezen perso.on. Heeft een arbeider het geluk daardoor een flink aantal booten te kunnen lossen dan komt hij aan een behoorlijk weekgeld. Dit aantal moet echter uiterst gering worden geacht. De vischlossers en pakkers zijn veelal ook op alle andere werkzaamheden in het bedrijf aangewezen. d. Loonen der losse vischknechts. Aan de losse vischknechts wordt nog als loon uitbetaald f 1.per uur. In de laatste jaren heeft, door de malaise, de vischhandel in 't algemeen weinig losse arbeiders noodig. Men behelpt zich zoo veel mogelijk met het vaste personeel. Loonsverlaging heeft bij de IJmuider Vischhandelvereeniging een punt van overweging uitgemaakt, doch men wenschte daartoe voorloopig niet over te gaan. Men achtte het tegenwoordig inkomen van een lossen arbeider, door dat er een tekort aantal uren gewerkt is, van dien aard, dat aan verlaging niet kan worden gedacht. De vischhan del brengt mede, dat er den eenen dag zeer weinig te doen is en het den ande ren dag weer verbazend druk is. Is het zoo druk, dat men ziet voor 12 uur 's middags met zijn vaste knechten het werk niet klaar te kunnen krijgen, dan neemt men losse arbeiders. Over de werkprestaties is men tevre den en wanneer men ziet, dat de arbei ders zich buitengewoon inspannen en medehelpen om alles zoo vlug mogelijk voor de verzending gereed te krijgen, geeft men gaarne iets extra. Het bestuur der vischhandelvereeni ging merkte op, dat wanneer een visch- handelaar eerst om half negen des morgens een losse arbeider noodig heeit, die arbeider er reeds geruimen lijd ook voor hem heeft geloopen. Dat mag hij niet vergeten. Het ongeregelde van het bedrijf brengt mede, dat wan neer er gewerkt wordt, er ook een be hoorlijk uurloon dient te worden be taald. Zeer weinig heeft de arbeider bij overgroote drukte misbruik gemaakt van gebrek aan werkkrachten. Indien dit zich voordoet is dat in 't geheel geen reden om dit dadelijk aan de groote Klok te hangen. Dergelijke excessen doen zich overal voor. Het bestuur was evenwel van mee ning, dat zoodra een losse arbeider weer geregeld werk zou kunnen krijgen, uooraat het bedrijf weer meer normaal wordt, en daardoor dus weer een nor maal aantal uren per week gewerkt wordt, tot loonsverlaging zou moeten worden overgegaan. e. Loonen der overige losse arbeiders Er kan eigenlijk niet worden gespro- Ken van de overige losse arbeiders. De tijden in het visscherijhedrijf zijn van uien aard, dat eike arbeider die niet in vaste ploegen zit en geregeld werK heeft, alles aanpakt om een weekloon te Kunnen halen. De arbeiders werkzaam in het vis scherijhedrijf verrichten, in het alge meen gesproken, voor zoover zij daar toe in de gelegenheid komen, alle voor- Komende werKzaainheden. f. Hoeveel bedraagt het gemiddelde weekïnkomen der losse arbeiders. Deze vraag is uiterst moeilijk te be antwoorden. Gegevens waarop met ze- icerheid kan worden gebouwd bestaan niet. Aan de commissie werd in over weging gegeven zich hieromtrent te wenden tot het C. A. B. De commissie heeft na ampele overweging gemeend dit niet te moeten doen. Bij het G. A. B. zijn n.l. veel werkgevers niet aangeslo ten. Ook wordt hij aanneming van werk door 1 persoon, welk werk dan door meerdere personen wordt verricht, veelal het loon ten bate van dien éénen arbeider, aan het C. A. B. opgegeven. Een inzage van de administratie van het C. A. B. zou de commissie dus geen juist beeld kunnen geven. De Reedersvereeniging heeft hij de beantwoording der haar door de com missie gestelde vragen een lijstje ge voegd van 26 arbeiders waarvan vol gens hare meening kan worden aange nomen, dat zij een normaal aantal uren arbeid hebben verricht. De vereeniging kwam zoodoende bij een normaal aan tal arbeidsuren tot een gemiddeld loon van f 31.per week. Wat betreft de loonen der kolenwer kers is door de Reedersvereeniging een lijstje overgelegd van 7 personen die dienst doen in een eigen kolenploeg van een bepaalde reederij, de eenlge die zoo'n ploeg heeft. Door deze 7 menschen is gemiddeld verdiend in 1922 f 45. per week. Opgemerkt werd, dat niet steeds een normale arbeidsweek werd gewerkt. De commissie merkt op, dat het hier betreft een kolenploeg voor het laden van trawlers. Deze arbeiders zijn feite lijk in vasten dienst en dus niet te be schouwen als losse arbeiders. De transportarbeidersbonden zijn van oordeel, dat door de losse arbeiders ge middeld niet meer wordt verdiend dan f 20.a f 25.— per week. Met eenige juistheid kan dit natuurlijk niet wor den verklaard. In het algemeen is moei lijk te zeggen hoe hoog het gemiddelde loon is. De bedragen loopen ver uit el kaar. De commissie is echter van oordeel, dat het door de tranSportarbeidersbon- den opgegeven bedrag te laag moet worden geacht. Zij wensebt er speciaal de aandacht op te vestigen, dat de losse arbeiders vrijwel altijd nachtarbeid verrichten. De meeste arbeiders zijn vanaf 12 uur 's nachts aan de haven om uit te' zien naar werk. Meermalen gebeurt het, dat een dag weinig of niets wordt ver diend. g. Aantal losse arbeiders. Is er een teveel aan losse arbeiders, zoo ja, hoe is dit te verklaren? Op den voorgrond moet gesteld wor den, dat er altijd, in verband met de on regelmatigheid van het bedrijf, waar door het den eenen dag overmatig druk is en er den anderen dag weinig te doen valt, een zekere reserve aan arbeids krachten dient te zijn. Dat er thans een teveel is,meent de commissie als voldoende bekend te mo gen beschouwen. Dit teveel vindt zijn oorzaak in het bedrijf zelf. In een tijd perk van bloei, enkele jaren terug, zijn van alle plaatsen arbeiders naar IJmui den gestroomd. Bij den terugslag in het bedrijf is er een overcompleet gekomen. Ook zij die in nevenbedrijven werkzaam waren en werkoos werden, hebben ge tracht aan den kant een weekloon te verdienen. De haringvisscherij is het af- geloopen seizoen weinig uitgeoefend en ook daardoor kwamen arbeiders, die anders op de haringvloot en bij winter dag in de schuur hun kost verdienen, werkloos. Ook deze arbeiders zochten veelal hun heil aan den kant. Doordat tot machinale lossing van kolen en ma chinaal hunkeren van trawlers werd overgegaan, werden vele kolenwerkers werkloos. Wel heeft er een afvloeiing plaats gehad naar andere bedrijven in de gemeente, niet in verhand met het visscherijhedrijf, doch die afvloeiing is te gering geweest in verhouding tot het aantal beschikbare arbeiders. Het over compleet aantal arbeiders drukt het ge middelde loon der eigenlijke kantwer kers. h. Werktijden. Het aantal uren waarop een losse ar beider dagelijks of wekelijks werkt is niet op te geven. Den eenen dag wordt een zeer groot aantal uren gewerkt, ter wijl op andere dagen er zeer weinig ol in 't geheel geen werk is te krijgen. Toch is de arbeider verplicht eiken werkdag, /veelal vanaf 12 uur des nachts, aan den kant te zijn om te pro- heeren werk te hekomen. Dikwijls is hij dan tot diep in den voormiddag aanwe zig, zonder dat het hem geluKt iets te verdienen. Deze ongeregelde toestanden houden verhand met ae onregelmatig heid van het bedrijf. Verandering is daarin niet te bren gen. i. Invoering arbeidsverdeeling. In de commissie heeft ook een punt van bespreking uitgemaakt de vraag of invoering van een arbeidsverdeeling mogelijk is. Herhaaldelijk immers is beweerd, dat sommige losse arbeiders zooveel geld verdienen. Geen der door de com missie gehoorden heeft echter een be paalden arbeider kunnen aanwijzen. De arbeidersorganisaties waren een stemmig voor invoering van een ar beidsverdeeling, teneinde te komen tot normalise er ing der loonen. Zij wezen hierbij op de door hen den 12 Augustus 1919 ontworpen regeling. Een volledige invoering daarvan werd thans echter onmogelijk geacht. De werkgevers staan hier anders te genover. De Vischhandelvereeniging wenscht in geen geval daarmede acccoord te gaan. De handelaren willen vrij blijven in het aannemen van het werkvolk en zullen zich zeker niet voegen naar de aanwijzingen van uit een centraal punt. De arbeiders hebben, bij invoering van een arbeidsverdeeling, geen belang meer bij flink doorwerken; zij komen immers toch automatisch weer aan de beurt De Reedersvereeniging verklaarde zicb bereid hare medewerking t verlee- nen om tot eene „behoorlijke" arbeids verdeeling te geraken, mits onder „be hoorlijk" wordt verstaan een arbeids verdeeling, die zich in alle deelen aan past aan een goede functionneering van het bedrijf. Op een vraag of het C. A. B. daarvoor dienstbaar zou kunnen wor den gemaakt werd verwezen naar arti kel 2e der statuten van het C. A. B., lui dende als volgt: „De vereeniging tracht haar doel te bereiken door: e. het onderzoek der arbeidsverdee ling en bet eventueel medewerken tot de stichting van een arbeidsbeurs, een en ander in overleg met de vakorganisa ties en onder goedkeuring van de be trokken werkgeversorganisaties". Enkele arbeidersorganisaties ver klaarden in het C. A. B. geen vertrou wen te hebben. De Commissie: (get.) J. E. Sluiters. (get.) J. P. Nijssen. (get.) L. Poortenaar. (get.) J. A. Daimeijer. (get.) K. H. Tusenius. Voor eensluidend afschrift, de secretaris van Velsen, J. KOSTELIJK. INGEZONDEN. Buiten verantwoordelijkheid der Redactie Geachte Redactie! Vergun mij eenige ruimte in Uw veel gelezen blad. De maand Juli zijn wij reeds in en op heden is de aangekondigde loonsverla ging nog niet doorgevoerd. Daar zijn wij blij mede, want het kan er niet af. Wij komen nog steèds te kort om ons te voorzien van het meest noodige. Maar er zijn wel dingen gebeurd in het bedrijf die er op wijzen dat de Reeders hun plan niet laten varen. Het staat op heden nn zoo, dat elk oogenblik benut kan worden om de loonsverlaging in te voeren, want wij staan zonder contract. Dat is nu wel niet zoo erg, maar de arbeider staat nu kans van ieder oogenblik voor het feit gezet te worden: „zooveel is je arbeids kracht mij waard en anders moet ik je niet hebben" en dat is hier, omdat de saamhorigheid bij de arbeiders vl 'CT zoeken is (v.n.m. bij de besturen) ze gevaarlijk. Maar laat ik mij niet begev.ee op het terrein der vakbeweging, alle hoop ik dat bet zal veranderen. Wat de loonsverlaging aangaat, kf-n ik mij niet begrijpen, dat de Reeders daarmede het bedrijf denken te redd' n van den ondergang. Neen, dan zullen er. andere dingen van meer ingrijpend jr aard moeten gebeuren en die werkelijk hoog noodig zijn. Want wat zich nu heeft voorgedaan, met twee trawlers van de V. E. M., is meer dan erg. J.l. Zaterdag werd teg<n den schipper en machinist van de Dei i- ka 5 gezegd: „Je kunt op de volgen» te- voorwaarden naar zee, en anders wordt het schip opgelegd." l)e schipper 8 en de machinist 5 en van de Derika J2 kon de schipper 7 en de machinist 4 ontvangen. Maar dat ontvangen ze van de besomming, na aftrek van de uitgaven voor de verbruikte kolen. Zulk; een manier van doen is onverantwoo)-I delij'k, om op twee van de opvarenden,' die dan wel tot de best-betaalden bc- hooren, zulk een middel toe te passen, zonder eenige garantie, dat het huisge zin even goed gedekt is, als er oen tekoi fc is. Het gaat toch niet aan om op de ar beiders de geheele risico te leggen. De reeders probeeren dan ook alles, maar dergelijke handelingen zullen het be* drijf toch niet kunnen redden. Neen, ■er zullen dingen moeten gebeuren van in grijpender aard en dan in het hart van het bedrijf en dat is bij de reeders zelf. Er moet gerekend worden dat de tijd voorbij is, dat het er niet op aan kwam of méér als één directeur was en er nog meer, die best gemist kunnen worden, aan de ruif zaten. De bewering is toch van uzelven, dat het bedrijf zoo econo-< misch mogelijk beheerd moet worden en denkt u dan dat de arbeider nog is gelijk vroeger, dat hij niet ziet wat in het bedrijf wel anders kan. Zeker, ik neem aan dat het de ernsti: ge wil van u is om het bedrijf voor den ondergang te behoeden Maar dan zult u" ook de fouten moeten zien, die door u zelf worden gemaakt en die zoo spoedig mogelijk weg nemen en wilt u dat niet, roept dan den arbeider niet langer toe, dat zij niet mede willen helpen, terwijl ze steeds nog klaar staan om voor een^ loon, dat lang niet genoeg is, om men hun gezin rond te komen, te willen wer ken. Het zou dan ook niet overbodig zijn (om méér vertrouwen in het beheer te krijgen) als de Reeders eens bereid wor den gevonden om de exploitatie-reke ningen over de verschenen 5 jaar na te laten gaan, of het nu werkelijk wel zoo is als gezegd wordt. Nu weet men alge meen dat de hooge kolenprijzen er ook geen goed aan doen, maar dit neemt niet weg, dat het andere van groot be lang zou zijn. Dankend voor de plaatsing, XXX. POSTERIJEN. Postkantoor IJmuiden. Lijst van onbestelbare brieven en brief* kaarten, van welke de afzenders onbekend zijn. Terugontvangen in de 2e helft der maand Juni 1923. Brieven binnenland 1. Gemeentelijke Woningbeurs, den Haag. 2. Nederl. Indische Mij., Amsterdam. Briefkaarten binnenland 3. Mej. Wed. de Oraaf, Rotterdam. 4. Jb. Visser, Charlois bij Rotterdam. 5. A. Kers, Schipper, Rotterdam. Brieven buitenland 6. M. Voets, Bruxelles. 7. Manuel Vivini, New Orleans. RIJKSPOSTSPAARBANK. Aan het postkantoor Santpoort(Station) en het daaronder ressorteerende hulppost kantoor Santpoort-dorp, werd gedurende de maand Juni 1923 ingelegd f 7.000,82. Terugbetaald f 7.493.13. Het laatste door dat kantoor uitgegeven boekje draagt het nummer 3319. POSTCHEQUE- EN GIRODIENST. Verkeerscijfers van het postkantoor Santpoort (Station) met het ressort over de maand Juni 1923. Gestort op postrekeningen f32.407.555, vorige maand f36 184,175. Uitbetaald wegens cheques f 17.842.51vorige maand f19.007,355^ Op de postrekeningen van dit kantoor wer® bijgeschreven wegens stortingen f 15.386.1<$( vorige maand f 20,077.20, bijgeschreven wee ens overschrijvingen f 22.855.795 vorige maand f 21,036.37, afgeschreven wegens overschrijvingen f 25,496 31s, vorige maand f 17.131,51s afgeschreven wegens cheques f14 93.7915, vorige maand 18.227,395. Aantal rekeninghouders op dit kantoor op het einde der maand Juni 94, vorige maand 90. SCHEEPVAART.1 In de week van 2 tot 9 Juli zijnf alhier door de sluizen geschut: uit zee' 68 stoomschepen, 2 zeilschepen en 4 zeelichters en naar zee 66 stoomschepen, en 1 zeelichter.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1923 | | pagina 2