RAPPORT
DER RAADSCOMMISSIE INZAKE DE
LOONEN EN WERKTIJDEN
DEB ARBEIDERS IN HET
VISSCHERIJBEDRIJF.
Den 31 October 1922 werd door den ge
meenteraad besloten tot instelling
eerier commissie van 5 leden voor een
onpartijdig en grondig onderzoek naar
de loonen en arbeidstijden van losse ar
beiders in liet visscherijbedrijt
Tot leden dezer commissie werden be
noemd de leden van den gemeenteraad
L. Poortenaar, J. A. Daimeijer, K. H.
Tusenius, J. P. Nijssen en J. E. Sluiters.
De commissie benoemde tot haren
voorzitter den heer L. Poortenaar.
Opgeroepen om mondeling inlichtin
gen te verstrekken werden de besturen
der vier transportarbeidersbonden in
IJmuiden, het bestuur der Reedersver
eeniging, de verschillende kolenwerkge-
vers, een vijftal kolenwerkers (voorlie
den) en het bestuur der IJmuider Visch-
handelverêeniging.
Zij die gevolg gaven aan het verzoek
om mondelinge inlichtingen te ver
strekken, bleken hiertoe, met uitzonde
ring van de Reedersvereeniging, gaarne
bereid. De Reedersvereeniging nam bij
de mondelinge bespreking de grootst
mogelijke reserve in acht bij de beant
woording der gestelde vragen. Zij
wenschte de vragen schriftelijk te zien
gesteld en schriftelijk daarop te ant
woorden.
Puntsgewijze meent de commissie
haar rapport als volgt te moeten indee-
len:
a. Loonovereenkomsten,
Overeenkomsten betreffende de loonen
van losse arbeiders in het visscherijbe-
drijf bestaan niet meer. De bestaande
overeenkomsten zijn door de werkge
vers opgezegd en bij gebrek aan over
eenstemming tusschen de werkgevers
en de werknemers niet door andere ver
vangen.
Wel wordt nog het loon volgens de
vervallen overeenkomsten betaald.
b. Loonen kolenlossers.
liet bestuur der Reedersvereeniging
heeft gemeend groote publiciteit te moe
ten geven van het feit dat arbeiders in
IJmuiden geweigerd hebben een kolen
boot te lossen voor f 0.60 per ton, terwijl
in Rotterdam f 0.521/2 per ton werd be
taald. De arbeiders wilden f 0.70 per ton
hebben, zoodat de lossing van de be
trokken boot niet in IJmuiden plaats
had.
Het feit op zich zelf, dat geweigerd is
voor njinder dan 70 ct. per ton te los
sen, is door niemand ontkend, zoodat
dit als juist moet worden aangenomen.
Enkele andere punten die door de Ree
dersvereeniging niet in het adres naar
voren zijn gebracht, hebben echter de
aandacht getrokken. Het met de hand
lossen van zeekolenbooten in IJmuiden
is geen dagelijks of wekelijks werk,
doch komt zeer weinig, en nog slechts
bij 2 importeurs, voor. In de eerste 11
maanden van 1922 werden in IJmuiden
door deze 2 kolenimporteurs 14 zeeko
lenbooten door handenarbeid gelost. Ge
middeld is dus van deze 2 importeurs
slechts ruim 1 boot per maand met de
hand gelost. Aan loon is met het los
sen van deze 14 booten verdiend ruim
f 11000.—. 10 booten werden gelost door
28 arbeiders, 1 boot door 36 arbeiders en
3 booten door 48 arbeiders. Hieruit ziet
men dus, dat de gemiddelde verdien
sten per persoon zoodanig zijn, dat in
IJmuiden geen arbeiders hun verdien
sten uitsluitend of grootendeels kunnen
vinden in het lossen van zeekolenbooten
Die arbeiders moeten hun loon vinden
in verschillende bedrijven. Bij den
éénen importeur verdienden de arbei
ders gemiddeld f 1.50 per uur en bij den
anderen gemidded f 1.65 per uur. Hier
bij is dan niet gerekend op wachttijd,
waarop speciaal van de zijde der arbei
ders-organisaties de aandacht is geves
tigd. Van deze zijde werd opgemerkt,
dat het gereed maken voor de lossing
zoo vroeg wordt aangezegd, dat de boo
ten eerst geruimen tijd, soms enkele da
gen na het gereed maken, binnen ko
men. De arbeiders hebben dan al dien
tijd moeten wachten en daardoor ander
werk moeten verzuimen.
De commissie kwam het vreemd voor,
dat bij langen wachttijd door de arbei
ders geen ander werk zou zijn gedaan.
Door de organisaties is toen toegegeven,
dat niet met juistheid kan worden ge
zegd. dat in dien langen wachttijd niets
anders verdiend was. Wel moest wor
den aangenomen, dat bij een wachttijd
van één dag of minder, allicht werk
wordt verzuimd, omdat de betrokken
arbeiders dan nog niet dadelijk naar
ander werk uitzien.
De commissie is echter van oordeel,
dat dan ook niet uit het oog mag wor
den verloren, dat bij de lossing gedu
rende een beperkten tijdsduur een loon
wordt verdiend waarover anders drie
of meer dagen wordt gedaan.
Een der twee bedoelde importeurs
deelde aan de commissie mede, dat bij
hem in het algemeen nooit van een be
duidenden wachttijd kan worden ge
sproken. Op een paar uur af kon wor
den medegedeeld wanneer het schip
binnenkwam. Hij is van oordeel, dat
het vroeg genoeg is de gereedschappen
klaar te maken als het schip voor de
pieren is.
De andere bedoelde importeur, alsme
de de importeurs welke machinaal los
sen, hebben geen gevolg gegeven aan
het verzoek der commissie tot het ver
strekken van inlichtingen.
Inlichtingen van kolenwerkers zijn
niet bekomen. De werknemers die wa
ren uitgenoodigd mondeling inlichtin
gen te verstrekken, hieven, zonder eeni-
ge kennisgeving, weg.
Eenigen tijd voordat het door de Ree
dersvereeniging bedoelde geval zich
voordeed, had die vereeniging een nieu
we loonregeling ontworpen waarbij o.a.
de loonen voor het lossen van een zee
boot van f 0.70 werden teruggebracht
op f 0.40 per ton. Dit loon werd voorge
steld door de Reedersvereeniging, zon
der voorkennis der betrokken kolen-
werkgevers. Een dier werkgevers ver
klaarde aan de commissie, dat een loon
van f 0.40 per ton onbehoorlijk laag
was. Dat was geen belooning. De arbei
ders wenschten op het aanbod der Ree
dersvereeniging niet in te gaan, omdat
de voorgestelde loonsverlagingen in het
algemeen van dien aard waren, dat van
overleg geen resultaat mocht worden
verwacht. De voorgestelde groote loons
verlaging wekte ontevredenheid.
Het betrof hier dus een gewone loon
strijd zooals die zich in elk bedrijf voor
doet.
Aan de commissie is medegedeeld, dat
door de werkgevers werd besloten, om
dat de arbeiders niet bereid waren met
een loonsverlaging accoord te gaan, het
eerste het beste, dat zich zou voordoen
waarbij geweigerd werd voor minder
dan f 0.70 per ton te lossen, algemeen
bekend te maken.
Bij de mondelinge toelichting deelde
bet bestuur der Reedersvereeniging
mede, dat de vereeniging heeft willen
vastleggen, dat de arbeiders in een be
paald geval, in iets meer dan één dag,
f 20.konden verdienen en dit hebben
geweigerd. Het bestuur heeft niet wil
len zeggen, dat een arbeider eiken dag
f 20.verdient, doch alleen, dat, door
buitensporige eischen, werk buiten de
gemeente gaat.
De commissie meent te mogen opmer
ken. dat het wenschelijk ware geweest,
dat de Reedersvereeniging in plaats van
„iets meer dan één dag" had genoemd
het aantal werkuren. De zaak, die op
zich zelf van ondergeschikt belang is,
zou dan allicht in een ander daglicht
zijn komen te staan. Geenszins overbo
dig zou het ook geweest zijn er op te wij
zen hoe sporadisch het lossen van zee
kolenbooten in IJmuiden voorkomt.
c. Loonen der vischlossers en pak
kers.
Opgemerkt dient te worden, dat het
lossen der booten veelal geschiedt door
vaste ploegen, bij groote maatschappij
en le ploeg, 2e ploeg, enz. Een bepaald
aantal daarvoor aangewezen personen
lossen de booten van bepaalde maat
schappijen of vertegenwoordigers. Het
aannemen van het personeel geschiedt
door een daartoe door de reederij aan
gewezen perso.on. Heeft een arbeider het
geluk daardoor een flink aantal booten
te kunnen lossen dan komt hij aan een
behoorlijk weekgeld. Dit aantal moet
echter uiterst gering worden geacht.
De vischlossers en pakkers zijn veelal
ook op alle andere werkzaamheden in
het bedrijf aangewezen.
d. Loonen der losse vischknechts.
Aan de losse vischknechts wordt nog
als loon uitbetaald f 1.per uur. In de
laatste jaren heeft, door de malaise, de
vischhandel in 't algemeen weinig losse
arbeiders noodig. Men behelpt zich zoo
veel mogelijk met het vaste personeel.
Loonsverlaging heeft bij de IJmuider
Vischhandelvereeniging een punt van
overweging uitgemaakt, doch men
wenschte daartoe voorloopig niet over
te gaan. Men achtte het tegenwoordig
inkomen van een lossen arbeider, door
dat er een tekort aantal uren gewerkt
is, van dien aard, dat aan verlaging
niet kan worden gedacht. De vischhan
del brengt mede, dat er den eenen dag
zeer weinig te doen is en het den ande
ren dag weer verbazend druk is. Is het
zoo druk, dat men ziet voor 12 uur
's middags met zijn vaste knechten het
werk niet klaar te kunnen krijgen, dan
neemt men losse arbeiders.
Over de werkprestaties is men tevre
den en wanneer men ziet, dat de arbei
ders zich buitengewoon inspannen en
medehelpen om alles zoo vlug mogelijk
voor de verzending gereed te krijgen,
geeft men gaarne iets extra.
Het bestuur der vischhandelvereeni
ging merkte op, dat wanneer een visch-
handelaar eerst om half negen des
morgens een losse arbeider noodig
heeit, die arbeider er reeds geruimen
lijd ook voor hem heeft geloopen. Dat
mag hij niet vergeten. Het ongeregelde
van het bedrijf brengt mede, dat wan
neer er gewerkt wordt, er ook een be
hoorlijk uurloon dient te worden be
taald. Zeer weinig heeft de arbeider bij
overgroote drukte misbruik gemaakt
van gebrek aan werkkrachten. Indien
dit zich voordoet is dat in 't geheel geen
reden om dit dadelijk aan de groote
Klok te hangen. Dergelijke excessen
doen zich overal voor.
Het bestuur was evenwel van mee
ning, dat zoodra een losse arbeider weer
geregeld werk zou kunnen krijgen,
uooraat het bedrijf weer meer normaal
wordt, en daardoor dus weer een nor
maal aantal uren per week gewerkt
wordt, tot loonsverlaging zou moeten
worden overgegaan.
e. Loonen der overige losse arbeiders
Er kan eigenlijk niet worden gespro-
Ken van de overige losse arbeiders. De
tijden in het visscherijhedrijf zijn van
uien aard, dat eike arbeider die niet in
vaste ploegen zit en geregeld werK
heeft, alles aanpakt om een weekloon
te Kunnen halen.
De arbeiders werkzaam in het vis
scherijhedrijf verrichten, in het alge
meen gesproken, voor zoover zij daar
toe in de gelegenheid komen, alle voor-
Komende werKzaainheden.
f. Hoeveel bedraagt het gemiddelde
weekïnkomen der losse arbeiders.
Deze vraag is uiterst moeilijk te be
antwoorden. Gegevens waarop met ze-
icerheid kan worden gebouwd bestaan
niet. Aan de commissie werd in over
weging gegeven zich hieromtrent te
wenden tot het C. A. B. De commissie
heeft na ampele overweging gemeend
dit niet te moeten doen. Bij het G. A. B.
zijn n.l. veel werkgevers niet aangeslo
ten. Ook wordt hij aanneming van werk
door 1 persoon, welk werk dan door
meerdere personen wordt verricht,
veelal het loon ten bate van dien éénen
arbeider, aan het C. A. B. opgegeven.
Een inzage van de administratie van
het C. A. B. zou de commissie dus geen
juist beeld kunnen geven.
De Reedersvereeniging heeft hij de
beantwoording der haar door de com
missie gestelde vragen een lijstje ge
voegd van 26 arbeiders waarvan vol
gens hare meening kan worden aange
nomen, dat zij een normaal aantal uren
arbeid hebben verricht. De vereeniging
kwam zoodoende bij een normaal aan
tal arbeidsuren tot een gemiddeld loon
van f 31.per week.
Wat betreft de loonen der kolenwer
kers is door de Reedersvereeniging een
lijstje overgelegd van 7 personen die
dienst doen in een eigen kolenploeg van
een bepaalde reederij, de eenlge die
zoo'n ploeg heeft. Door deze 7 menschen
is gemiddeld verdiend in 1922 f 45.
per week. Opgemerkt werd, dat niet
steeds een normale arbeidsweek werd
gewerkt.
De commissie merkt op, dat het hier
betreft een kolenploeg voor het laden
van trawlers. Deze arbeiders zijn feite
lijk in vasten dienst en dus niet te be
schouwen als losse arbeiders.
De transportarbeidersbonden zijn van
oordeel, dat door de losse arbeiders ge
middeld niet meer wordt verdiend dan
f 20.a f 25.— per week. Met eenige
juistheid kan dit natuurlijk niet wor
den verklaard. In het algemeen is moei
lijk te zeggen hoe hoog het gemiddelde
loon is. De bedragen loopen ver uit el
kaar.
De commissie is echter van oordeel,
dat het door de tranSportarbeidersbon-
den opgegeven bedrag te laag moet
worden geacht.
Zij wensebt er speciaal de aandacht
op te vestigen, dat de losse arbeiders
vrijwel altijd nachtarbeid verrichten.
De meeste arbeiders zijn vanaf 12 uur
's nachts aan de haven om uit te' zien
naar werk. Meermalen gebeurt het,
dat een dag weinig of niets wordt ver
diend.
g. Aantal losse arbeiders.
Is er een teveel aan losse arbeiders,
zoo ja, hoe is dit te verklaren?
Op den voorgrond moet gesteld wor
den, dat er altijd, in verband met de on
regelmatigheid van het bedrijf, waar
door het den eenen dag overmatig druk
is en er den anderen dag weinig te doen
valt, een zekere reserve aan arbeids
krachten dient te zijn.
Dat er thans een teveel is,meent de
commissie als voldoende bekend te mo
gen beschouwen. Dit teveel vindt zijn
oorzaak in het bedrijf zelf. In een tijd
perk van bloei, enkele jaren terug, zijn
van alle plaatsen arbeiders naar IJmui
den gestroomd. Bij den terugslag in het
bedrijf is er een overcompleet gekomen.
Ook zij die in nevenbedrijven werkzaam
waren en werkoos werden, hebben ge
tracht aan den kant een weekloon te
verdienen. De haringvisscherij is het af-
geloopen seizoen weinig uitgeoefend en
ook daardoor kwamen arbeiders, die
anders op de haringvloot en bij winter
dag in de schuur hun kost verdienen,
werkloos. Ook deze arbeiders zochten
veelal hun heil aan den kant. Doordat
tot machinale lossing van kolen en ma
chinaal hunkeren van trawlers werd
overgegaan, werden vele kolenwerkers
werkloos. Wel heeft er een afvloeiing
plaats gehad naar andere bedrijven in
de gemeente, niet in verhand met het
visscherijhedrijf, doch die afvloeiing is
te gering geweest in verhouding tot het
aantal beschikbare arbeiders. Het over
compleet aantal arbeiders drukt het ge
middelde loon der eigenlijke kantwer
kers.
h. Werktijden.
Het aantal uren waarop een losse ar
beider dagelijks of wekelijks werkt is
niet op te geven. Den eenen dag wordt
een zeer groot aantal uren gewerkt, ter
wijl op andere dagen er zeer weinig ol
in 't geheel geen werk is te krijgen.
Toch is de arbeider verplicht eiken
werkdag, /veelal vanaf 12 uur des
nachts, aan den kant te zijn om te pro-
heeren werk te hekomen. Dikwijls is hij
dan tot diep in den voormiddag aanwe
zig, zonder dat het hem geluKt iets te
verdienen. Deze ongeregelde toestanden
houden verhand met ae onregelmatig
heid van het bedrijf.
Verandering is daarin niet te bren
gen.
i. Invoering arbeidsverdeeling.
In de commissie heeft ook een punt
van bespreking uitgemaakt de vraag of
invoering van een arbeidsverdeeling
mogelijk is.
Herhaaldelijk immers is beweerd,
dat sommige losse arbeiders zooveel
geld verdienen. Geen der door de com
missie gehoorden heeft echter een be
paalden arbeider kunnen aanwijzen.
De arbeidersorganisaties waren een
stemmig voor invoering van een ar
beidsverdeeling, teneinde te komen tot
normalise er ing der loonen. Zij wezen
hierbij op de door hen den 12 Augustus
1919 ontworpen regeling.
Een volledige invoering daarvan werd
thans echter onmogelijk geacht.
De werkgevers staan hier anders te
genover.
De Vischhandelvereeniging wenscht
in geen geval daarmede acccoord te
gaan. De handelaren willen vrij blijven
in het aannemen van het werkvolk en
zullen zich zeker niet voegen naar de
aanwijzingen van uit een centraal punt.
De arbeiders hebben, bij invoering van
een arbeidsverdeeling, geen belang
meer bij flink doorwerken; zij komen
immers toch automatisch weer aan de
beurt
De Reedersvereeniging verklaarde
zicb bereid hare medewerking t verlee-
nen om tot eene „behoorlijke" arbeids
verdeeling te geraken, mits onder „be
hoorlijk" wordt verstaan een arbeids
verdeeling, die zich in alle deelen aan
past aan een goede functionneering van
het bedrijf. Op een vraag of het C. A. B.
daarvoor dienstbaar zou kunnen wor
den gemaakt werd verwezen naar arti
kel 2e der statuten van het C. A. B., lui
dende als volgt:
„De vereeniging tracht haar doel te
bereiken door:
e. het onderzoek der arbeidsverdee
ling en bet eventueel medewerken tot de
stichting van een arbeidsbeurs, een en
ander in overleg met de vakorganisa
ties en onder goedkeuring van de be
trokken werkgeversorganisaties".
Enkele arbeidersorganisaties ver
klaarden in het C. A. B. geen vertrou
wen te hebben.
De Commissie:
(get.) J. E. Sluiters.
(get.) J. P. Nijssen.
(get.) L. Poortenaar.
(get.) J. A. Daimeijer.
(get.) K. H. Tusenius.
Voor eensluidend afschrift,
de secretaris van Velsen,
J. KOSTELIJK.
INGEZONDEN.
Buiten verantwoordelijkheid der Redactie
Geachte Redactie!
Vergun mij eenige ruimte in Uw veel
gelezen blad.
De maand Juli zijn wij reeds in en op
heden is de aangekondigde loonsverla
ging nog niet doorgevoerd. Daar zijn wij
blij mede, want het kan er niet af. Wij
komen nog steèds te kort om ons te
voorzien van het meest noodige. Maar
er zijn wel dingen gebeurd in het bedrijf
die er op wijzen dat de Reeders hun
plan niet laten varen.
Het staat op heden nn zoo, dat elk
oogenblik benut kan worden om de
loonsverlaging in te voeren, want wij
staan zonder contract. Dat is nu wel
niet zoo erg, maar de arbeider staat nu
kans van ieder oogenblik voor het feit
gezet te worden: „zooveel is je arbeids
kracht mij waard en anders moet ik je
niet hebben" en dat is hier, omdat de
saamhorigheid bij de arbeiders vl 'CT
zoeken is (v.n.m. bij de besturen) ze
gevaarlijk. Maar laat ik mij niet begev.ee
op het terrein der vakbeweging, alle
hoop ik dat bet zal veranderen.
Wat de loonsverlaging aangaat, kf-n
ik mij niet begrijpen, dat de Reeders
daarmede het bedrijf denken te redd' n
van den ondergang. Neen, dan zullen er.
andere dingen van meer ingrijpend jr
aard moeten gebeuren en die werkelijk
hoog noodig zijn.
Want wat zich nu heeft voorgedaan,
met twee trawlers van de V. E. M., is
meer dan erg. J.l. Zaterdag werd teg<n
den schipper en machinist van de Dei i-
ka 5 gezegd: „Je kunt op de volgen» te-
voorwaarden naar zee, en anders wordt
het schip opgelegd." l)e schipper 8 en
de machinist 5 en van de Derika J2
kon de schipper 7 en de machinist
4 ontvangen. Maar dat ontvangen ze
van de besomming, na aftrek van de
uitgaven voor de verbruikte kolen. Zulk;
een manier van doen is onverantwoo)-I
delij'k, om op twee van de opvarenden,'
die dan wel tot de best-betaalden bc-
hooren, zulk een middel toe te passen,
zonder eenige garantie, dat het huisge
zin even goed gedekt is, als er oen tekoi fc
is. Het gaat toch niet aan om op de ar
beiders de geheele risico te leggen. De
reeders probeeren dan ook alles, maar
dergelijke handelingen zullen het be*
drijf toch niet kunnen redden. Neen, ■er
zullen dingen moeten gebeuren van in
grijpender aard en dan in het hart van
het bedrijf en dat is bij de reeders zelf.
Er moet gerekend worden dat de tijd
voorbij is, dat het er niet op aan kwam
of méér als één directeur was en er nog
meer, die best gemist kunnen worden,
aan de ruif zaten. De bewering is toch
van uzelven, dat het bedrijf zoo econo-<
misch mogelijk beheerd moet worden
en denkt u dan dat de arbeider nog is
gelijk vroeger, dat hij niet ziet wat in
het bedrijf wel anders kan.
Zeker, ik neem aan dat het de ernsti:
ge wil van u is om het bedrijf voor den
ondergang te behoeden Maar dan zult u"
ook de fouten moeten zien, die door u
zelf worden gemaakt en die zoo spoedig
mogelijk weg nemen en wilt u dat niet,
roept dan den arbeider niet langer toe,
dat zij niet mede willen helpen, terwijl
ze steeds nog klaar staan om voor een^
loon, dat lang niet genoeg is, om men
hun gezin rond te komen, te willen wer
ken.
Het zou dan ook niet overbodig zijn
(om méér vertrouwen in het beheer te
krijgen) als de Reeders eens bereid wor
den gevonden om de exploitatie-reke
ningen over de verschenen 5 jaar na te
laten gaan, of het nu werkelijk wel zoo
is als gezegd wordt. Nu weet men alge
meen dat de hooge kolenprijzen er ook
geen goed aan doen, maar dit neemt
niet weg, dat het andere van groot be
lang zou zijn.
Dankend voor de plaatsing,
XXX.
POSTERIJEN.
Postkantoor IJmuiden.
Lijst van onbestelbare brieven en brief*
kaarten, van welke de afzenders onbekend
zijn.
Terugontvangen in de 2e helft der maand
Juni 1923.
Brieven binnenland
1. Gemeentelijke Woningbeurs, den Haag.
2. Nederl. Indische Mij., Amsterdam.
Briefkaarten binnenland
3. Mej. Wed. de Oraaf, Rotterdam.
4. Jb. Visser, Charlois bij Rotterdam.
5. A. Kers, Schipper, Rotterdam.
Brieven buitenland
6. M. Voets, Bruxelles.
7. Manuel Vivini, New Orleans.
RIJKSPOSTSPAARBANK.
Aan het postkantoor Santpoort(Station)
en het daaronder ressorteerende hulppost
kantoor Santpoort-dorp, werd gedurende
de maand Juni 1923 ingelegd f 7.000,82.
Terugbetaald f 7.493.13.
Het laatste door dat kantoor uitgegeven
boekje draagt het nummer 3319.
POSTCHEQUE- EN GIRODIENST.
Verkeerscijfers van het postkantoor
Santpoort (Station) met het ressort over de
maand Juni 1923.
Gestort op postrekeningen f32.407.555,
vorige maand f36 184,175. Uitbetaald wegens
cheques f 17.842.51vorige maand f19.007,355^
Op de postrekeningen van dit kantoor wer®
bijgeschreven wegens stortingen f 15.386.1<$(
vorige maand f 20,077.20, bijgeschreven
wee ens overschrijvingen f 22.855.795 vorige
maand f 21,036.37, afgeschreven wegens
overschrijvingen f 25,496 31s, vorige maand
f 17.131,51s afgeschreven wegens cheques
f14 93.7915, vorige maand 18.227,395.
Aantal rekeninghouders op dit kantoor op
het einde der maand Juni 94, vorige maand 90.
SCHEEPVAART.1
In de week van 2 tot 9 Juli zijnf
alhier door de sluizen geschut: uit zee'
68 stoomschepen, 2 zeilschepen en 4
zeelichters en naar zee 66 stoomschepen,
en 1 zeelichter.