Zeestad-Yerhalen
zelfs geen sprietje, vrees ik. Ik ben geen
dwarskop. Giraffes gun Ik ook het
recht, om te eten, zelfs de geiten heb
ben het, denk ik. Maar er zijn een paar
dingen, die we niet vergeten moeten.
Er zijn ten eerste veel meer schapen
dan giraffes in de kudde van God. Gi
raffes kunnen verder het voedsel van
den grond eten, wellicht niet zoo mak
kelijk als uit een ruif, die tien voet
hoog hangt, maar ze kunnen het toch
doen. Maar als alle voedsel in de hooge
ruif wordt gebracht, zullen de giraffes
het best hebben, maar de schapen om
komen van den honger. Maar boven
alles vraag ik mijzelf af, of er wel gi
raffes in de kudde van God zijn. Want
de wijsten en grootsten en rijksten der
kinderen Gods zijn nederig en weten,
dat tegenover God hun wijsheid dwaas
heid, hun kracht zwakheid en hun
rechtvaardigheid maar vuile lorren
zijn.
Gij voedt ons heel goed, de kudde in
onze kerk behoeft geen honger te lij
den. Maar het kan toch geen kwaad,
om u te herinneren aan het woord, wat
de oude dame met haar scherpe stem
zei: Jezus zeide: Voed mijne schapen!
en niet: Voed mijne giraffes."
Dit is alleraardigst gezegd; het is
voor de giraffes wel goed, dat zij hun
lange, stijve nekken eens buigen en
naar den grond wenden maar de scha
pen kunnen nu eenmaal niet tot de
hooge ruif zich rekken.
nierde heiden, maar toen hij op andere
menschen lette, werd hij getroost, want
zij wisten van de etikette niet veel meer
dan hij.
Volgens hoofdstuk 6 van het werk
over de Etikette behooren heeren, die
met hun rotting of wandelstok langs
den weg gaan, daarmee niet in de strui
ken aan den weg te slaan. Die regel be
schaamde Will Rogers niet. Hij ver
klaart niet lam te zijn en geen stok bij
het loopen noodig te hebben en er groei
en in zijn woonplaats ook geen strui
ken aan den weg.
Wanneer men aankondigingen leest
van vaak dikke en dure werken over
etikette of brievencorrespondentie, ver
wondert men zich over een ding: Wie
koopen en gebruiken deze werken?
PLAATSELIJK NIEUWS.
Goede manieren.
Goede manieren zijn wel eens de pas
munt der liefde genoemd. Immers met
goede manieren tracht men zijn naas
ten aangenaam te wezen, hun welle
vend en hoffelijk te behandelen. Een
lomperd kwetst zijn medemenschen, al
meent hij het zoo kwaad niet, maar
een voorkomend mensch doet zijn me
demenschen voortdurend een klein ge
noegen, al meent hij het zoo goed
niet.
Maar goede manieren worden tot een
last en een dwaasheid, wanneer ze den
mensch in de kleinste kleinigheden
gaan voorschrijven, hoe hij zich te ge
dragen heeft, waarbij alle natuurlijk
heid verloren raakt. De etikette is de
wet der goede manieren of beter nog
het is een dik wetboek daarvan.
De Amerikaansche humorist Will
Rogers neemt er leuk een loopje mee.
Hij besloot zich door zelfonderricht
goede manieren eigen te maken en be
studeerde daarvoor het dikke boek van
Emile Post over de etikette. Hij leerde
de zinnetjes, die men spreekt bij een
begroeting en den toon, waarop zij uit
gesproken moeten worden. Zoo zei hij
minzaam, toen twee dames op bezoek
kwamen: Hoe gaat het u? Regent het
nog?, hoewel het in geen half jaar ge
regend had of zou regenen. Het viel
hem ook erg moeilijk, om deze begroe
ting met de noodige deftigheid af te
steken, want toen hij de dames binnen
liet, maakten zijn vier katten en twee
honden van de gelegenheid gebruik,
om tusschen de beenen der dames door,
naar binnen te sluipen.
Will Rogers voelde zich een ongema-
IJMUIDEN.
Het benoodigde betonijzer voor
het maken der schutkolkmuren van de
nieuwe schutsluis alhier, zijnde een
kwantum van c.a. 6000 ton, zal gele
verd worden door de N.V. Walter Hoe-
ne te 's Gravenhage.
Openbare Protestvergadering van
Overheidspersoneel.
Door het Comité van Neutraal Over
heidspersoneel (C. N. O. P.) was Don
derdagavond een openbare protestver
gadering uitgeschreven waar de heer
B. de Boer en J. G. van der Jagt spra
ken over het onderwerp: Salarisver-
slechtering.
Deze vergadering was vrij druk be
zocht door het overheidspersoneel en
hunne vrouwen, zoodat de zaal van de
Willem Barendsz bijna geheel bezet
was, toen de voorzitter de vergadering
opende met een korte uiteenzetting van
den huidigen toestand in het ambte
narenkorps.
De eerste spreker sprak van de ver
ontwaardiging die onder de ambtena
ren opging toen bleek hoe de huidige
regeering aan de salarissen ging tor
nen. Hij vond het geen wonder dat die
verontwaardiging losbarste tegen die
plannen die worden aangediend om het
tekort op de begrooting weg te werken,
terwijl de regeering gelijktijdig een du
re vlootwet tracht te doen vaststellen.
Uit verschillende bladen citeerde hij
hoe men in alle kringen deze houding
afkeurd. Men keurt ook onder hooge
invloedrijke juristen de poging der re
geering af om art. 40 in te trekken.
Maar nog meer was het den spreker
een gruwel omdat hij uit statistieken
uit de belastingdienst aan kan wijzen,
dat het gemiddelde salaris van de amb
tenaren lager is dan dat van de overige
Nederlanders. Hij noemde dergelijke
beweringen eenvoudig ingegeven door
eigenbelang.
Trouwens invloedrijke menschen uit
kapitalisten-kringen geven toe dat al
les gedreven wordt door eigenbelang,
zooals de heer Simon Maas en prof.
Treub. Slechts een enkele idealist als
de heer Regout Jr. uit Maastricht dur
ven daartegen in te gaan.
Algemeen wil men daar terug naar
de tijden van 1914 of liefst nog vroeger.
Maar daartegen is de vakbeweging er,
om hun de voet op dien weg dwars te
zetten. Daarom wekte hij allen op mee
te werken in die vakorganisatie, opdat
de ambtenaren ook in dezen toonen
eensgezind te zijn.
Vervolgens sprak de heer Van der
Jagt, die begon met af te keuren, de
uitlating van een blad uit Gelderland
die het werk van den spreker afkeurde,
om de ambtenaren op te hitsen tegen
de natuurlijke pijnlijke vermindering
van hunne salarissen. In den breede
ging hij na, hoe de ministers zich heb
ben uitgelaten over de noodzakelijk
heid van die vermindering. Hij meent
dat ze zich er slechts met een motief
afmaken dat dienen kan op het oogen-
blik.
De spreker wees op het immoreele
van de houding der regeering die een
voudig eens gegeven beloften intrekt,
hoewel dat in het kerkelijk leven onge
oorloofd is. En dat intrekken van een
belofte is dan ook niet geoorloofd te
genover de geldschieters om de rente
voet of de aflossingen te veranderen.
Als een der voornaamste oorzaken
der tekorten op de staatsbegrooting
noemde hij de uitgaven voor militaire
doeleinden die sinds 1910 meer dan
2000 millioen gulden hebben version
den. En die uitgaven denkt men te
dekken door te bezuinigen op de uitga
ven voor onderwijs, de volksgezond
heid en de sociale voorzieningen. Maai'
vooral op de salarissen der landsdie
naren zal en moet bezuinigd worden.
En daarvoor ontvangt ons volk dan
staatscommissie voor de vlootwet met
de troost dat het daardoor ontstane na
deel later wel weer in orde komt. Te
gen deze uitdrukking wilde de spreker
protesteeren, want niet de regeering,
maar de vrouwen onder ons zorgen
steeds dat het finantiëele tekort in de
gezinnen in orde komt. Tenzij een ster
ke vakbeweging de regeering dwingt
de zaak in orde te maken.
En daarvooro ntvangt ons volk dan
nog een te kleine vloot om voor speel
goed te dienen.
In dit verband besprak hij in afkeu
rende zin het door het comité voor
christelijke politiek verspreidde ma
nifest getiteld „De waarheid omtrent
de vlootwet."
De spreker vond het noodzakelijk een
bekend woord om te zetten in: wie den
vrede wil vernield alle wapentuig.
Ook hij eindigde zijn rede met nog
maals allen op te wekken meer dan tot
heden trouw te zijn in hun vakorgani
satie.
Daarna werd met algemeene stem
men een motie aangenomen, waarin de
voornemens der regeering worden af
gekeurd en sloot de voorzitter de verga
dering met een kort opwekkend woord.
De aangenomen motie luidde aldus:
MOTIE.
De vergadering, uitgeschreven door
het Comité van Neutraal Overheids
personeel te IJmuiden,
bijeen op 25 October 1923,
gehoord de besprekingen over de
voornemens der Regeering inzake sa
laris-vermindering der Rijksambtena
ren en verhooging van de uitgaven voor
leger en vloot;
is van meening, dat het budgetair
evenwicht dient te worden hersteld
door bezuiniging op de uitgaven van
alle departementen en het instellen
van belastingen naar draagkracht voor
alle Nederlanders, doch niet door
heffing van een vijfde penning uitslui
tend van de ambtenaren;
brengt in herinnering dat, terwijl de
salarissen in het Bezoldigingsbesluit
genoemd, gebaseerd zijn op premie-
vrij-pensioen, door de Rijksambtenaren
reeds sedert 1 Januari 1923 8V2 we
gens pensioenstorting wordt betaald;
protesteert met klem tegen elke nieu
we salarisvermindering;
eischt van de Regeering, dat zij haar
eenmaal gegeven woord (artikel 40) ge
stand zal doen;
spreekt de stellige verwachting uit,
dat H. M. de Koningin geen besluit tot
het plegen van woordbreuk jegens de
ambtenaren, zal onderteekenen,
en gaat over tot de orde van den dag
Woensdagavond werd door P. J.,
wonende in de Melklaan te Velsen,
aangifte gedaan van de vermissing
van zijn rijwiel, staande in de Rijks-
vischhallen. De politie stelt een onder
zoek in,
Gevonden voorwerpen.
Een kinderhalskettinkje, een jasje
met zwart en witte kragen, een man
telceintuur, een dobberman-pincher
met lederen- halsband, een kerkboekje,
een gele hond, een poesje.
VELSEROORD.
Schaakwedstrijd.
Dinsdagavond werd de 4e ronde ge
speeld. Ook deze ronde bracht weer
eenige verrassingen. Ook nu weer zoo-
als meermalen gebeurd als sterkere en
zwakkere spelers tegenover elkaar
staan, bij enkele partijen verlies voor
de sterkere en winst voor de zwakkere
broeders. Een sterk staaltje dienaan
gaande in groep I waar de heer H. Sant
bekend als een der sterkste spelers,
met 1 winstpunt in de 4 partijen, nog
steeds in de achterhoede blijft benge
len. In groep II trekt de partij Verhoog-
v. d. Weele de aandacht, terwijl in
groep III de heer Raadman zijn eerste
winstpunt in den wacht sleepte.
De uitslag der uitgestelde partijen in
de 3e ronde is:
Ten Vaarwerk 1I2\4 Woudenberg.
M. A. Post 10 W. C. Post,
terwijl de partij C. Post Jr.H. Sant de
vorige week afgebroken, thans door
den heer Sant gewonnen werd gegeven.
De partij KruitenKufhus in groep
III werd remise.
Hier volgen de uitslagen der 4e ronde:
Groep I.
Ten Vaarwerk 01 Baarda.
M. A. Post 01 Koene.
Woudenberg 10 H. Sant.
C. Post Jr. 01 C. E. Post.
S. Bos xx W. C. Post.
Groep II.
Oderkerk 10 Baljet.
Verhoog 01 v. d. Weele.
v. d. Vlerk xx Dorsman.
J. Stals 10 J. Bontenbal.
P. Muntenkamp 10 v. d. Berg.
Groep IIL
P. v. d. Bos 1I2—1I, K. Ruijs.
Rolloos 01 J. Kaaij.
Raadman 10 Brugmans,
C. C. Post 1I2Ch. Duin.
P. Bontenbal 0—1 Kruiten.
Kufhus vrij.
De stand is thans: Groep I.:
Woudenberg 3'/i, Bos 3, Koene 3,
Post 2, Baarda 2, M. A. Post l'L
Vaarwerk 1, W. C. Post 1, C. Post j
H. Sant 1.
Groep II: Muntenkamp 4, v.
Berg 3, Stals 3, Oderkerk 3, Bonteil
2, Baljet 1, Verhoog 1, v, d, Weele]
d. Vlerk 0, Dorsman 0.
Groep III: v. d. Bos 31/., Kaaij 3,0
Post 21/,, Ch. Duin 21/,, Kruitec
Brugmans 2, Raadman 1, Rolle'
Bontenbal 1, Ruijs 1/2, Kufhus Vs.
x Deze partijen zijn uitgesteld,
VELSEN.
Hoogheemraadschap Noordhollai
N oorderkwartier.
Wegens stopzetting van den
cheque- en Girodienst verwijzen
voor de betaling van den omslag
het Hoogheemraadschap Noord
lands Noorderkwartier naar de ij
blad voorkomende advertentie.
SANTPOORT.
Examen krankzlnnlgenverpleglj.
Het examen, afgenomen door dj:
derlandsche vereeniging voor Psyt:
trie en Neurologie voor het Provini
Ziekenhuis te Santpoort, is voor hel
wintersemester vastgesteld op
en 28 November.
VISSCHERRIJ.
De Chr. Zeelleden-Bond.
Het gaat den Chr. Zeeliedent»
blijkens het laatste jaarverslag
voor den wind. Wel hebben alle o(
nisaties door de tijdsomstandighi
teruggang van leden te boeken, n
zeer sterk is die bij dezen bond,,
van 3245 tot 2440. Verschillende af»
lingen verdwenen geheel, n.I. Terhi
met 162, Urk met 47, Elburg met
Eemnes met 12 en Vlissingen me
leden.
De afd, Scheveningen vermindi
met 225 leden, Vlaardingen met
Katwijk met 49, Maassluis met 41,
kenbrug kwam van 158 op 64, He
van 55 op 29, Hindeloopen van 25 o
Harderwijk van 17 op 4, Goeden
van 63 op 39 enz.
Te Egmond aan Zee werd een afd
ling opgericht met 37 leden. Het ster)
in ledental ging de afd. IJmuiden w
uit, die van 74 op 163 leden kwam.
De algemeene vergadering zal opll
3 Januari 1924 worden gehouden.
door
CAREL BRENSA.
I.
„De Dansmeester!".
Want omdat er een allerafschuwe-
lijkste storm uit den Zuid-Westen tegen
de hoeken van mijn hut stond te bla
zen en regendruppels als halve Cul-
linan-diamanten gestadig tegen de
brooze ruiten kletterden, was ik nou,
laat ik het maar ruiterlijk zeggen:
op 'n holletje van het Zeestrand wegge
vlucht
Jawel Ik weet het wel: Je kunt
vaak als je thuis bij het electrische
haardje zit, met de krant en 'n doos si
garetten, je hond en je vrouw en kin
deren, met een moedig gezicht beweren,
dat het je gruwelijk verveeld in zoo
een groote stad! Je kunt zeggen, dat je
langzamerhand genoeg hebt van al die
café's en bioscopen en theaters en bu-
renvisites. En dat je nou eens de bee
nen onder den arm zult nemen en eens
een wintertje zult gaan bivakkeer en
pal aan de zee met het rulle zand
aan lij en de Semaphore te loever en
het heele brok zoute water vlak voor
den boeg
Jonge Jonge, wat 'n idylle
Maar ik verzeker u in gemoede als
je het dan eindelijk zoover hebt, dat je
veilig en wel aan de zee zit, met je wal
mende petroleumstelletje en het duin
zand tot op je boterhammenbordje
nou, dan wil je zoo af en toe wel eens
eventjes terugkrabbelen!
Zoo is het mij dan ook gegaan. Toen
ik kwam en de vletterman tegen me
zei: „Nou, meneer dat zal je niet
meevallen!" Toen heb ik met 'n breed
gebaar en in de IJmuider tongval ge
antwoord: Niks hoor! 't Zal
best losloopen!
Maar na twee dagen was m'n gezicht
rauw als een biefstuk van de zandre-
gen, m'n haar was klam en vet van de
schuimvlokken, die ik op de Zuiderpier
had getrotseerd alles proefde zout
de boel hing bij me te waaien als de
vlaggen tijdens de jubileumfeesten, de
vloer leek precies 'n filiaal van de Sa
hara, af en toe siste er een regendrup
pel van den zolder af net op m'n bran
dende sigaar Op een nacht zelfs
was ik voornemens naar buiten te gaan
in den eeuwigen storm en regendamp
en met 'n baaltje duingras die loeiende
zeekoe te gaan sussen, die z'n gezicht
maar niet houen wou
Totdat ik eindelijk op een avond
terwijl de storm tegen de hoeken van
mijn hut blies van heimwee bevan-
gen werd naar wat licht en wat leven
en pardoes de zee en het strand en de
weg waaiende duinen en de schichtige
lichtflits van de achterste vuurtoren
in den steek liet
En me als een Urker botter voor den
wind liet weg waaien om de visschers-
havens heen tot ik eindelijk bij het
station te land kwam.
Ik haalde verlicht adem, stak voor
het eerst sinds vele dagen met een zoet
gevoel van genot een sigaret aan en
stapte voort in de richting van het
Plein
Opeens bleef ik staan! In mijn onmid
dellijke nabijheid was een hevig tu
mult. Er schreeuwde iemand. Het leek
mij een hooggaande ruzie. En aange
zien ik lid ben van de Reddingsbriga
de en van de Vereeniging voor mensch-
lievend hulpbetoon, zamelde ik al m'n
moed bij elkaar, knoopte m'n jas hoog
dicht, voelde of ik m'n revolvertje nog
op de bekende plek had zitten en keer
de mij om in de richting van het ge
vaar
Ik zag een rij ramen van een zaal
van binnen blijkbaar helder verlicht,
maar met gestreepte gordijnen afge
sloten. Ik hoorde sterker het rumoer
het was schuiven, het was heen en weer
geloop Er was zelfs muziek bij
i 'n Rare ruzie!
f Voor iedere open gelaten spleet van
1 de gordijnen verdrongen zich mannen
en vrouwen om in hevige nieuwsgierig
heid naar binnen te gluren
Ilc schoot er een aan.
Wat is hier te doen,? vroeg ik.
Dansen zei 'n opgeschoten
jongen, zonder zich tijd te gunnen van
zijn gluurspleet op te zien.
Dansen? Ik dacht dat het ruzie
was over 'n besomming of zoo
Welnee zei de jongen 't Is
hier danscursus
En wie schreeuwt er dan zoo?.
Dat is meneer Van Dijk! zei-die!
O! antwoordde ik Is dat de
dansmeester?.
Ja, meneer gaf de gluurder toe...
Dat is de dansmeester!
Ik was opgelucht stak m'n revol
vertje weer in de rust, knoopte m'n jas
los en ging naar binnen!
Het was heel wat anders dan 'n ru
zie Het was inderdaad het licht en
het leven waarnaar ik gezocht had!
Toen ik de achterdeur gevonden had en
het lokaal ingestevend was, zag ik een
gezellige zaal in moderne architectuur
en met veel licht uit een aantal electri
sche lampen. En over de glimmende
parketvloer zweefde, draaide, schoof,
stepte, danste en foxtrotte heel de aan
vallige jeugd van IJmuiden Het
was een lol van geweld, begeleid van de
muziek van een violist en pianist
De eerste die ik al dadelijk herkende
was het meisje uit den boekwinkel, die
me dienzelfden middag „Amsterdam bij
Nacht" had laten zien (In boekvorm,
wel te verstaan!)
Twee stepjes vooruit da
mes en heeren Een rond Zoo!
nou walsen prachtig Weer
twéé vooruit al maar vooruit!
hoorde ik nu de stem van dichtbij da
veren De heeren met het gezicht
naar de dansrichting en de dames met
den rug naar de dansrichting goed
zoo prachtig! Eéne twéé-e...
driè-e
Meteen stapte er een heer uit de war
relende groepen en trad op mij toe. Het
was een heer in correct smoking en
met witte handschoenen aan. Hij keek
naar mij door de groote glazen van een
geweldige pince nes.
Mijn naam is Van Dijk zei hij.
Aangenaam! antwoordde ik
Brensa Ik dacht werkelijk dat u in
levensgevaar verkeerde U schreeuw
de zoo!
O, nee zei mijnheer Van Dijk
Ik geef hier dansles! En met ware
doodsverachting sprong hij alweer te
rug in de mengeling van draaiende en
schuivende paren. Ieder oogenblik
greep hij een van de jonge vrouwen of
een van de mannen beet en liet zich
met deze op de maat van de dansmu
ziek over de glimmende planken gaan...
Dan praatte hij en lachte en instrueer
de de moderne danspassen. Ieder
lachte en ieder probeerde in een vol
gende ronde zijn geroutineerde bewe
gingen na te bootsen! Nu was het een
step dan een wals dan weer een
tango en ter afwisseling een foxtrot
Niemand dacht aan den storm nie
mand dacht aan de regen of aan
schaarsche licht in de zeehavensl
Geen mensch bekommerde zich
mijn volgewaaide haren of om ii
natten jekker! Ver buiten de hJ
loeide de zee en woei het duinzand
een huizenhoogte Ieder koest»
zich in het helle licht van deze zaal
schoof heen en weer over de glimmc
zaalvloer. Hier luisterde niemand
de bijzonderheden van de have
dacht aan de visch Hier luiste
ieder naar den vervaarlijken stem
den Dansmeester Van Dijk, als n
den stem van een weldoener, die h»
zijn vermogen had een avond van
heugend genoegen te brengen aan
stoere werkers en werksters van
zeeleven
En ik dacht bij mezelf Als IJl
den één weldoener had, dan was
meneer Van Dijk, die daar in die
tende zaal met zijn moderne kleure:
gezellige atmosfeer alle zwarigheid
alle zwoegerij alle gevaar van
zeeleven en alle inspanning van
vischvangen op de wijde en onbetro
bare zee kon doen vergeten, in
avond van zwijmelend dansen en
vroolijke muziek een avond van
op de glimmende planken van de 9
lia-zaal
Ik was tevreden Oogenblikk»
heb ik een abonnement genomen
de dansavonden en als ik nu weer t
ontevreden ben of onder den ind
van een gierenden storm aan het
strand, dan hoef ik niet anders te d(
dan de Visschershaven om te lod
en een rondje te gaan zweven met
meisje uit den boekwinkel
En al het leed zal vergeten zijn!