ORGAAN VOOR Di @1
LSEN
ffo. 3
Zaterdag 10 November 19S3
9s Jaargang
Yerseh^nt Woensdags Zaterdags
IJMUSDER COURANT
Abor nementsprijs: f 1.— per 3 maanden, franco per post f 1.35
Aboi nementen worden aangenomen aan bet Bureau en bij de
Agerten. Tot plaatsen van advertentiën van Buiten de gemeente
VELSEN in dit blad is uitsluitend gerechtigd het Advertentie
bureau P. F. C. ROELSE, 1JMU1DEN. -
Advertentiën uiterlijk In te zenden
WOENSDAG tot B uur v.m, en VRIJDAGS tot 4 uur n.m.
Uitgave van de N. V. UITGEVERS Mij. „IJMUIDEN"
ADRES VOOR REDACTIE EN ADMINISTRATIE
N. V. DRUKKERIJ SINJEWEL
Willemsplein 11 Telefoon 153 IJmulden
Ingcxonde mededeelingen *0 cta. per regel Advertenties van 11. en m 6 reeels
ie,dSre regel meer 20 ct»- Compaet gezette advertenties van 1 t.enm B
regels f 1.25, iedere regel meer 26 ets. - Kleine advertenties cn familieberichten
xoomede vereemglngs advertenties nit de gemeente, nitBluitend bïï voornitbete-
hng, van 1 tot en met 5 regohi f0.76, iedere regel meer 15 ets. Bij niet contants
betaling worden de gewone prijxen borekend Advertenties ,adrea bureau van
dit blad' 10 ets. extra; voor bezorging van op advertenties ingekomen brieven
wordt 10 ets. m rekening gebracht Bovenstaande regelprnzen worden met
5 ets. verhoogd voor advertenties van buiten de gemeente Vehcn
dit nummer bestaat uit twee
bladen. eerste blad
DRINGEND VERZOEK
om bij verhuizing het «rade en
heil nieuwe adres, NIET aan
det? looper, doch aan ons bu
reau WILLEMSPLEIN 11, op te
geven De Administratie.
Kleine Advertenties
en Familieberichten kosten bij
VOORUITBETALING
slechtsl5 Cent per regel.
V AN DEN WACHTTOREN.
Specnlatie op de schandaalzucht.
't Is niet zoo geheel gemakkelijk, om
de aandacht van het publiek te trekken.
Met lawaai alleen komt men er niet.
Ik liep dezer dagen over de markt,
waar voor tafeltjes met sigaren, zak
lantaarns, bananen, pijpen, schoenen,
petten de kooplui zich schor schreeuw
den, om de wandelende massa even
vast te houden. Een jonge Duitsclier
stond er met revolver-parapluies. Of
liever hij stond niet, maar sprong, dans
te, deed uitvallen naar alle kanten,
wond zich op tot een woedende razer
nij, omdat het publiek zijn weldaad niet
waardeerde: een onverwoestbaar ster
ke parapluie met gloria-sanella over
trek, waarin een cycloon zelfs geen
scheurtje zou kunnen krijgen. De man
ging zoo geweldig te keer, dat men wel
moest denken: De man is gek of over
een uur wordt hij het. Van de duizenden
menschen namen er echter maar een
twintig eenige notitie van hem. Hij
brulde, dat er over honderd jaar nog
geen balein kapot zou zijn, dat de kost
prijs wel tien gulden was, hij zwaaide
het ding als een bezetene boven zijn
hoofd, hij beukte ermee op zijn tafeltje
hij noemde als prijs eerst vijf gulden,
daalde daarna met gebaren van de
diepste wanhoop tot twee gulden, vijf
tig, stootte de kreet: Een rijksdaalder!
uit als de laatste wanhoopskreet van
ren zelfmoordenaar, smeet haastig een
rijksdaalder van een kooper op zijn ta
feltje, alsof het hem niet om het geld
te doen was, maar alleen om het pu
bliek gelukkig te maken, tierde en
danse daarna opnieuw, maar het pu
bliek bleef onbewogen. Een afgeram
melde, pieperige, heesche phonograaf,
die een ongeneeslijken lijder aan keel
en stembanden zijn laatste geluiden
deed uitschreeuwen, hij een uitstalling
van veters en gummihakken trok meer
publiek dan de dol geworden parapluie-
man.
Maar het publiek is dadelijk oen en
al oor, als er een of ander schandaalge
schiedenis op te vangen is, als het mag
neuzen in de vuiligheid der wereld van
ontucht en misdaad, als het kan gluren
in de wereld van bordeelen en speelho
len. Wie zich abonneert op „Het Leven'
ontvangt daarbij gratis het geïllustreer
de boekwerk: „Amsterdam bij nacht'
en de roman: „Het Geheim van den
Grooten Driehoek". Een paar plaatjes,
die hij deze boeken hooren, zullen het
publiek wel trekken. Op het eene ziet
men boven de woorden misdaad en lief
de twee handen omhoog gestoken, in
het midden een schoone, die wel geen
reine zal zijn, beneden een zak met geld
en een gemaskerde hoef. De figuren
vormen samen een driehoek.
Op het andere plaatje ziet men een
speelhol met een kring ongure kerels
om de tafel, die in spanning het spel
volgen, verder publiek, dat een nacht
kroeg binnengaat en een bezoeker voor
een huis, waar een juffie om een hoekje
van de deur kijkt, een plaatje, dat lee-
lijke dingen te denken geeft.
Het Leven weet, hoe 't het publiek
moet winnen. Het brengt de nieuwsgie
rigen in het gezelschap van verdachte
individuen en op verdachte plaatsen.
Het speculeert met succes op de schan
daalzucht on de smaak in viezigheden.
Waarschijnlijk zijn de beide premiewer
ken, waarmee abonnees gelokt moeten
worden, niet zoo erg, als de plaatjes
doen vermoeden. In elk geval brengt
,Het Leven" op een deel van het levens
terrein, dat men zeker niet met een lee-
lijke nieuwsgierigheid moet zoeken en
betreden.
Te veel leerlingen op de H. B. S.
Het aantal kinderen, die na de lagere
school inrichtingen van voortgezet on
derwijs bezoeken, in het bijzonder de
hoogerburgerscholen en de M.U.L.O.-
scholen, is in de laatste jaren sterk toe
genomen. Het valt echter op, dat de
hoogere klassen van deze onderwijsin
richtingen veel minder bevolkt zijn dan
de lager en. Velen vallen af, kunnen bet
onderwijs niet volgen en de keuze der
school is van de ouders een vergissing
gebleken, waardoor hun kinderen lee-
lijk achterop geraken. Volgens het Han
delsblad blijft in de eerste klasse een
aantal van 16 tot 40% der hoogerbur-
gerscholieren zitten. Tal van directeu
ren verzekeren, dat er onder de leerlin
gen der eerste klasse 20 a 30% nonva-
lurs, ongeschikten dus, zich bevinden.
De malaise krijgt ook van dit kwaad
de schuld. De ouders weten niet. wat zij
met hun kinderen zullen beginnen en
probeeren het dan maar met hen op de
burgerschool. Een tweede oorzaak is de
afschaffing van het toelatingsexamen,
dat als een zeef werkte, waardoor de
geschikten van de ongeschikten ge
scheiden werden. Er moeten thans pa
rallelklassen gevormd worden; er zijn
hoogerburgerscholen met 4, 5 en zelfs 6
eerste klassen, wat veel geld kost. Daar
om stelt een directeur voor om de poort
der hoogere burgerschool op een smal
le kier te zetten, opdat niet meer „de in-
tellectueele Jan Rap met zijn maat" er
binnen kan komen.
Wij achten het waarschijnlijk, dat de
malaise eerder het aantal leerlingen
der hoogerburgerscholen beperkt dan
vermeerdert. Immers met het dalen der
inkomsten valt het menigen ouders
thans te moeilijk, hun kinderen te la
ten studeeren. Men zoekt thans liever
een postje of baantje, waar ze onmid
dellijk reeds iets verdienen, al thans
spoediger „te plaats" zijn. De verlaging
van het leergeld, de mogelijkheid, om
gratis het onderwijs te kunnen volgen,
de verstrekking ook van gratis leerboe
ken heeft het gevolg gehad, dat ook
meerdere kinderen van mingegoeden
als leerlingen de hoogerburgerschool
gingen bezoeken. Daar zijn hijzonder
begaafde kinderen onder en we hopen,
dat met hen niet het intellectueele Jan
Rap en zijn maat wordt bedoeld. De
uitdrukking is in elk geval heel leelijk.
Kinderen, die te weinig capaciteiten be
zitten, om het moeilijke onderwijs der
hoogerburgerscholen te volgen, moet
men op beschaafder en minder kren
kende wijze aanduiden. Een feit is het,
dat te veel leerlingen het onderwijs
der hoogerburgerscholen aanvankelijk
volgen, maar daarvoor ongeschikt blij
ken te zijn.
Is de schuld aan te hooge eischen? Ook
die kant van het vraagstuk mag wel
eens bekeken worden. Of achten vele
ouders hun uil een valk te zijn?
De markt voor geestelijke arbeiders
is wat overvoerd geraakt. De dokters
klagen, dat ze wel op de hei maar in een
fatsoenlijke plaats moeilijk een prak
tijk kunnen krijgen.
Advocaten zijn er zooveel en het valt
hun zoo moeilijk, om een „baantje" te
krijgen, dat onlangs een meester in de
rechten onder sollicitanten als arm-
meester was. Ingenieurs zijn blij met
een postje als opzichter. Wie er in Delft
na moeilijke studie gekomen is, komt
dan nog voor het moeilijkste examen te
staan: het zoeken naar een betrekking.
Door den Dag is aan den dag gekomen,
dat er journalisten te over zijn. Zij zijn
door Broekhuis weggesnoept van ande
re bladen, maar daar ook onmiddellijk
vervangen. Velen zoeken met een eind
diploma handelsschool of burgerschool
naar een betrekking op een kantoor en
zijn erg blij, als ze ergens tegen een
klein salaris in een zeer ondergeschikte
betrekking plaatsing vinden.
Gelet op de markt, kan men dus ze
ker zeggen, dat de hoogerburgerschool
te veel jongelui aflevert. Daarin moet
men echter geen verandering trachten
te brengen, door de eischen aldaar hoo-
ger te stellen en dus den stroom naar de
hoogerburgerscholen kunstmatig te be
perken. Dat regelt zich vanzelf wel.
Daar komt zeker weer hersteld even
wicht tusschen vraag en aanbod van in-
tellektueele werkers. De vraag is thans
abnormaal gering; vermindert de .ma
laise, dan wordt de vraag weer grooter.
De ouders houden wel degelijk reke
ning met de vraag.
Het Groene en het Roode Kruis.
Ons volk verstaat de kunst van sa
menwerken al heel slecht. Geen land
is zoo door slooten en hekken in stuk
jes gesneden als Nederland. De enkele
stukken wilde, vrije en ruime hei ver
dwijnen almeer. Ook op allerlei ander
gebied volgen wij het stelsel van af
scheiding en plaatsen we hekjes. Twee
tennisbanen zagen we onlangs buiten
een onzer steden: de eene was voor een
Christelijke club, de andere speelde
tennis neutraal. Er zijn Roomsche,
Joodsche en allemansvoctbalclubs.
clubs voor onvermogenden met oen bij-
eengebedelden bal, clubs voor minver
mogenden en deftige clubs enz.
Op een vergadering van Het Groene
Kruis in Rotterdam deelde de voorzit
ter Dr. Elias mee, dat er in ons land 757
Groene Kruisafdeelingen zijn, waarvan
416 af deelingen wijkverpleging hebben
ingevoerd. De leden meest kleine lui
brengen ieder jaar meer dan een milli-
oen uit eigen beweging voor de Groenc-
Kruiszaak op.
In het Groene Kruis werken de ver
schillende richtingen samen. Maar nu
begint het Roode Kruis zich als een
concurrent van het Groene Kruis te ont
wikkelen. Daartegen kwam Dr. Elias
vrij heftig op. Het Roode Kruis heeft
oorspronkelijk tot taak in oorlogstijd
het oorlogslijden te lenigen. Bij andere
groote volksrampen pleegt het even
zeer hulp te bieden. Het Groene Kruis
beoogt gezinsverpleging te helpen en
dient de hygiënische cultuur. Nu gaat
men tegenwoordig van het Roode
Kruis ook half en half een Groen Kruis
maken; het gaat zich bewegen op het
terrein van het laatste. Het Roode
Kruis, zeide Dr. Elias zeer juist, is in
hoogere en hoogste maatschappelijke
kringen gecultiveerd; nu wil men het
in den volksbodem overplanten. Hef
Groene Kruis vergeleek hij bij een wil
de plant, die in het volksleven gewor
teld is en gedijt. Het Roode Kruis is een
met zorg gekweekte plant. Het gevaar
bestaat, dat de gekweekte plant de na
tuurplant gaat verdringen. Het Roode
Kruis houdt inzameling en wil een deel
van de opbrengst daarvan aan hetGroe-
ne Tvruis schenken. Maar Dr. Elias zei-
de terecht, dat de arbeiderseer van het
Groene Kruis geëerbiedigd moet wor
den en de grenzen van arbeidsveld der
beide vereenigingen nauwkeurig afge
bakend moeten worden, voordat Het
Groene Kruis van het Roode geschen
ken aanneemt.
Dit is niet kleintjes en naijverig,
maar er is alle reden, om te waken, dat
het mooie werk der verpleging en ver
strekking van verplegingsartikelen en
de verdere zorg voor de volksgezond
heid, door Het Groene Kruis steeds
vollediger verricht, niet verbrokkeld en
versplinterd wordt. Eendracht maakt
macht en verdeeldheid verzwakt. Laat
het Roode Kruis zich bepalen tot hulp
aan de oorlogsslachtoffers en de on ge
lukkigen bij andere groote rampen, het
Groene Kruis meer een vredestaak ver
richten en in de gewone, alledaagsche
gevallen van ziekte hulp schenken.
Wat het voethallen slecht maakt.
Voor flinke, gezonde jongens is het
voetbalspel een gezonde ontspanning.
Het vraagt veel van de krachten en is
niet voor ieder geschikt, maar dat geldt
ook van zwemmen, schaatsrijden enz.
Maar het woeste spelen, vechten zou
den we haast neerschrijven, dat een ge
volg is van het wedstrijdwezen, heeft
het voetbalspel bedorven. Wij lezen in
de Sportrubriek der N. R. Crt., dat spe
lers telkens wegens ongevallen eenige
weken of langer rust moeten nemen.
Ongevallen komen bij do wedstrijden
zoo vaak voor, dat een elftal zelden vol
tallig is. Telkens moet oen ot' ander
speler door een mindere kracht vervan
gen worden.
De hartstocht in het spel wordt niet
weinig aangevuurd door het publiek.
Zijn opwinding is lang niet altijd „zui
vere koffie". Het publiek heeft, zoo
oordeelt een der Spartaspelers, Roem
genaamd, niet alleen sportieve maar
ook geldelijke interessen bij den afloop
van den strijd. Men moet daarom maat
regelen tegen het gokken nemen. De
scheidsrechter heeft meermalen cm
deel van het publiek tegen zich .m moet
zelfs tegen mishandeling door de poli
tie beschermd worden. De oorzaak
daarvan is, dat hij een beslissing nam,
waardoor het wedden voor sommigen
een teleurstelling werd. De werkman,
schrijft Roem, die een twintig gulden
gezet heeft op een bepaalde club en
door een beslissing van den scheids
rechter zijn kans, om te winnen, ziet
vervliegen, vraagt niet in de eerste
plaats, of deze rechter inderdaad trouw
en eerlijk recht deed, maar of hij hem
al dan niet helpt, om te winnen. Is dit
laatste het geval en verliest hij bijna
zijn geheele weekloon, dan richt zich
zijn woede op den scheidsrechter en
moet deze tegen zijn en andere vuisten
door de politie beschermd worden of
hij krijgt een ongemakkelijk pak slaag.
De post van scheidsrechter hij een voet
balwedstrijd is bijna levensgevaarlijk.
Dit alles heeft het voethalspel bij velen
in miscrediet gebracht.
WITTE KRUI 8.
Stel niet uit lid te worden van het
Witte Kruis tot dit noodig is. Ziekt
komt onverwachts, het noodlidiuaat-
schap kost u dan f 4.
Voor f 1.50 Contributie per jaar dus
cent per week is meri lid en heeft dan
?.cbt. op kostelooze hulp van een der
ijkzusters en tevens gebruik van vei-
pleegmateriaal.
Opgave van lidmaatschap gelieve
ien te richten aan den Administrated"
den heer J. F. de Liefde, Lagerstraat 1
te Vf-Igeroord.
VISSCHEN OP DE NOORDZEE.
Hierbij geven wij het slot van het
verhaal in De Standaard.
Weten onze lezers wat zeeziekte is?
Zeeziekte is volgens Van Dale's groot
woordenboek der Nederlandscbe taal
„een onaangename gewaarwording,
in duizeligheid, misselijkheid en bra
ken bestaande, aan boord, bij iemand,
die voor het eerst op zee is, of niet ge
woon is, zeereizen te doen, en het ge
volg is van de schommelende en slin
gerende beweging van 't schip. We heb
ben ervaren, dat er in deze definitie
veel waars ligt, maar we zouden er nog
iets aan willen toevoegen, namelijk:
zeeziekte is het meedeinen van de maag
met de schommelingen van het schip
en het groote, neen, het hevig verlan
gen, om vasten grond onder de voeten
te hebben. Vooral voor dit laatste zou
de patiënt z'n kostbaarste bezit over
hebben. Zoo liggend in de kooi, de
oogen gesloten, dachten we met groote
afgunst aan alle menschen, die we
kennen, en van wie we met niet falen
de zekerheid wisten, dat zij de geluk
kigen niet slingerden en niet
schommelden.
Doch waarom meer verteld van een
ziekte, die den lijder, wanneer hij cr
mededeeling van doet, nooit medelij
den, doch slechts 'n vroolijken lach be
zorgt? Laat ons dus alleen nog maar
verzekeren, dat een van de schoonste
woorden, die de schipper tot ons ge
sproken heeft, ook dit. was: „met'n
kwartier hebben we I Jmui.de n!"
Het liep tegen den nacht toen we tus
schen de pieren voeren, scherp besche
nen door de stralenbundels uit de vuur
toren. We voelden ons weer best, en lie
ten ons eens flink uitwaaien. De schip
per zag aan den afslag heel wat scheep-
kens liggen, uic reed* met. vangst van
zee waren gekomen, en daarom besloot
hij naar Amsterdam op te varen ei. aan
den afslag op de De Ruytcrkade z'n
vangst te verkoopen. „Kijk," legde h»j
ons uit, „hoe meer schuiten, hoe meer
visch waarschijnlijk, en hoe lager de
prijzen; liggen d'r hier veel, dan heb je
kans, dat er weinig in Amsterdam zijn
cn dan ioop-m de prijzen hooger. Ir
waag het erop." En zoo voen n we naai
de hoofdstad.
Wc krijg.-n gasten aan boord. Dat
komt nogal eens voor, wanneer
's avonds laat een visscherscliuit nog
doorvaart. Mmsch-.m, die in ïJnuiidcn
lang zijn opgehouden, zeevolk veelal,
en die daardoor den laatsten trein heb
ben gemist, kijken vaak, „of er niet wat
in de sluis ligt." En voor een fooitje va
ren ze dan mee.
Zoo zit ons vooronder dan omtivnt
vol. Want het is een veel te koude
nacht om aan dek te blijven. Straks
stroomt zeits de stortregen neer. De
schipper en z'n twee mannen losser, el
kaar met korte poozen af aan het roer.
Ze krijgen 't dus zelfs in 't kanaal: „uit
de eerste hand".
Voor zoover ze niet. slapen, praten de
zeelui over hun werk en, ntogen we ze
gelooven, dan is er geen meer verhon
den en ongeregeld leven dan dat van
den zeeman. Werken, als anderen sla
pen; slapen, als anderen werken; vaak
heelemaal niet slapen, en toch werken,
„en je huishouden heeft letterlijk niks
an je".
„Kom", zegt de schipper, als hij weer
eens heneden komt, „ik ga een bakkie
zetten; drinken jullie allemaal mee?"
En de slapers ontwaken, cn we drin
ken onze koffie diep in den nacht.
o
Men staat er van versteld voor hoe-
velen ook in de groote stad de dag al
vroeg begint. Honderden menschen lie
pen in dien morgen om 'n uur of half
vijf al bij den vischafslag rond, wach
tend, op wat de markt brengen zou. Het
plasregende uit grauwe wolken; wie er
niet wezen moest, zal dien ochtend ze
ker niet voor z'n plezier aan den afslag
gekomen zijn.
De schipper had goed gezien; de aan
voer was hier niet zoo bijzonder groot.
Onze schuit kon met twintig mandjes
visch aan de markt komen. „Dat is niet
onbevredigend", werd ons verzekerd.
In karretjes op rails ging het met de
vangst de afslagloods in.
Nu werd de visch nog eens nauwkeu
rig gesorteerd: Groot, minder groot,
gewoon, kleiner, klein en heel klein
kwam in verschillende manden te
recht, en we hadden er schik in hoe
met groote zekerheid iedere visch en
vischsoort in de juiste mand werd ge
mikt.
Vooraan lag de tong, de dure visch en
daarom ook niet in mandjes. En in 't
midden de tarbot van tien pond als
aantrekkingspunt.
De kooplustigen verdrongen zich om
„onze stand" zullen we maar zeggen.
Rustig zat de schipper in 't midden van
z'n op zee gewonnen buit.
„Mooie vangst, ouwe man, mooi zood-
je," prezen sommige aanstaande koo
per s.
De schipper gaf er niet veel antwoord
op. Misschien heeft hij gedacht: jullie
moest eens weten met hoeveel zorg en
ontbering, met hoeveel arbeid en moei
te zulk een vangst wordt betaald.
Toen de afslager kwam, werd 't be
paald dringend om de vischmanden. De
afslager stond te prevelen als een pas
toor die de mis leest: acht-en-dert-, zes-
en-dert, vier-en-dert, twee-on-dert, om
dan met 'n „ja" of „mijn" door soms