ORGAAN VOOR DE Gi VELSEN St. if icoiaas Cad mux No. 9 Zaterdag 1 December 1928 9e Jaargang Verschijnt Tfoensdsgs Zaterdags Eau de Colognes en Parfumeriën. Wit celkioid Toilet-artikelen. /ianbcvcicod, S. SMIT. B IJMUIDER COURANT Abor nementsprijïf 1.per 3 maanden, franco per post fl.35 Abor nementen worden aangenomen aan bet Bureau en bij de Ager ten. Tot plaatsen van advertentiën van Buiten de gemeente VELSEN in dit blad is uitsluitend gerechtigd het Advertentie- bureau P. F. C. ROELSE, IJMU1DEN. Advertentiën uiterlijk in te zenden WOFNSDAO tot 0 uur v.m. en VRIjDAOS tot 4 uur n.m. Uitgave van de N, V. UITGEVERS MIJ. „IJMUiDEN" ADRES VOOR REDACTIE EN ADMINISTRATIE N. V. DRUKKERIJ SINJEWEL Wiiiemsplein II Telefoon 153 Ijmulden Ingeionde medodeelinjen 10 et», per regel Adyertentieii ran 11. en m. 5 regela f 1. iedere regel meer 20 et». Compact geaette advertenties van 1 t, en m. 6 rogola (1.26, iedere regel meer 26 eta. Kleine adyertentie» en familieberichten rooniede yereeniglnga adyertentiea uit de gemeente, nitalnitend bij eooruitbeta- ling, ran 1 tot en met E regela f0.76, iedere regel meer 16 cta. Bij niet contante betaling worden de gewone prijaen berekend Adyertentiea yedres bnrean yan dit blad' 10 eta. extra; yoor beiorging yan op adyertentiea ingekomen brieyen wordt 10 eta. in rekening gebracht Borenataandc regeiprijzen worden met E cta. eerhoogd yoor adrertentiee yen buiten de gemeente Veisen DIT NUMMER BESTAAT UIT TWEE BLADEN. EERSTE BLAD DRINGEND VERZOEK om bi] verhuizing het oude en het nieuwe adres, NIET aan den looper, doch aan ons bu reau WILLEMSPLEIN 11, op te geven De Administratie. Kleine Advertenties en Familieberichten kosten bij VOORUITBETALING slechtslS Cent per regeL VAN DEN WACHTTOREN. Poincaré, de onverzoenlijke. Wij zagen laatst in een of andere il lustratie het portret van Poincaré. Wat een bijterige kop! Hard als staal en koud als ijs. Een man, die nooit weer loslaat, wat hij beet heeft. Een man met een wil, die doorzet, hoe vreeselijk ook de gevolgen zijn. Als president ge durende de oorlogsjaren merkte men weinig van Poincaré. De Fransche pre sident houdt zich terecht gewoonlijk buiten en boven den politieleen strijd. Hij is min oi meer een neutrale figuur. Hij is vertegenwoordiger van geheel Frankrijk. Hij leeit min of meer op een Olympus boven het gewoel der hartstochten en van den strijd. Maar als minister kan Poincaré geheel zich zelf zijn, bijten, stompen, haten, vech ten naar hartelust. En dat doet hij. lederen Zondag houdt hij een rede tot het Fransche volk, maar ook bestemd voor de Duitschers en vaak speciaal voor de Engelschen en eindelijk ook voor de heele wereld. Waarschijnlijk stapt Poincaré iederen Zondagmorgen met opzet uit zijn bed met het verkeer de been. Hij laat zijn thee koud worden, om op zijn huisgenooten te kunnen foe teren, hij eet oudbakken brood, om te kunnen brommen op den bakker en zoo zorgt de kwaadaardige stemming, waarin hij daarna in een, soms meer dere redevoeringen brommen en grom men kan. Men moet hem hooren: Wij willen de vruchten van den vrede niet verlie zen. Aan Frankrijk moet volledige vol doening gegeven worden, zopwel wat betreft het herstel van geleden schade als Waarborg van zijn veiligheid. De jongste gebeurtenissen zullen ons ze ker niet tot zwakheid tegenover Duitschland doen neigen. We achten ons gelukkig, dat wij het voornaamste mijngebied en de groote wapenfabrie ken van onze vroegere vijanden, die de gedachte aan weerwraak blijven voe den, onder onze bewaking hebben. Wij zullen niét dulden, dat verzeker ik u, dat de vrede en de overwinning worden aangetast. Het uur der concessies is voorbij. Het vredesverdrag zal uitge voerd worden goedschiks of kwaad schiks. Aan Duitschland den tijd en de middelen te laten, om een nieuwe aan randing voor te bereiden, zou een mis daad tegen het nageslacht zijn en die misdaad zullen wij niet begaan. Poincaré doet denken aan een vech ter, die zijn tegenpartij eronder heeft en hem bij de strot heeft. De ongeluk kige ziet bont en blauw. Een bijstander waarschuwt, dat de man op het punt van stikken is. Maar de sterkere wil hem niet loslaten, durft hem niet los laten eigenlijk, omdat hij bang is, dat zijn tegenstander zich spoedig herstel len zal en dan hem naar de keel vlie gen. Al Is niet de opzettelijke bedoeling van Poincaré, om Duitschland kapot te maken, het zal toch het gevolg zijn van zijn onmenschelijk harde houding te genover den „vroegeren" vijand. Zal dat het noodlot zijn, dat zijn werk wacht? Zoo luidt het onderschrift van een plaat, waarop men den reuzenge daante van Bismarck ziet tegenover 'n mine staande, de politieke en econo mische chaos, waarin het Duitsche rijk, Bismarcks gr-ootsche schepping vervallen gaat. Op een andere plaat INGEZONDEN MEDEDEELING. ;0ts>r0.;0.:0:0:c>;c>:0t0t<!dc>:^t0t0:0:0:0t0:0:0t EENVOUDIGE EN LUXE VERPAKKING. Manicure etui's en Kapdcozen, Luxe doozen Zeep. Gummi Baby speelpoppen, Gillette bcbeerapparaten, j §1Scbeerriemen, Zeepen, Kwatttn, Poeders enz. ALLE ARTIKELEN LIGOEN GEPRIJSD GEËTALEERD. IJMUIDER DROGISTERIJ. r= KA.NAaL8TRA.AT t. o. het POSTKANTOOR. wordt de aardbol afgebeeld. Duitsch land is een groote krater, waaruit vuur en steenen omhoogvliegen in een dikke rookwolk, een groot gevaar yoor de overige wereld. Als Poincaré en die is in deze het Fransche volk niet gedwon gen wordt Duitschland anders te be handelen, dan zal de voorspelling in deze beide platen wel verwezenlijkt worden. Beroepseenzijdigheid. Men zal zich uit de oorlogsjaren het woord bewustzijnsverenging herinne ren, naar we meenen, afkomstig van Prof. R. Casimir. Hij duidde er het ver schijnsel mee aan, dat de belangstel ling, de gesprekken en de gedachten zich beperkten tot oorlog en oorlogs- nood. Daarvan was ieder vervuld en het was haast onmogelijk, daarvan zijn gedachten af te trekken. In dezen tijd schreef Heyermans zijn dolle klucht: Robert en Bertram, opdat de menschen een paar uur eens alle narigheid finaal zouden vergeten. De beroepseenzijdigheid is ook be wustzijnsverenging. Onderwijzers kun nen met elkaar bijna over niets dan over schoolzaken spreken. Die beroeren hun geest; in allerlei kwesties zijn ze heftig contra of vurig voor. En daar over lezen ze in hun vakbladen en tijd schriften; zoo leven ze altijd in de schoollucht. Ieder beroep zet eeniger- mate zijn stempel op den mensch. In den goeden, ouden tijd, teen er nog vermaak van jong en oud nog schut ters waren, heeft een psycholoog een studie gemaakt van de wijze, waarop de schutters hun geweer droêgen, wan neer ze naar huis gingen. Ook in net gelid was er geen volstrekte eenheid in het hanteeren van de „spuit". Maar de schutter in vrijheid droeg op zeer eigen aardige wijze zijn wapen. Sommigen droegen het als een wandelstok; dat waren de heer en-schutters. De slager liet het als een blaadje met vleesch op zijn schouder balanceeren. De tuinman deed er natuurlijk erg harkerig mee enz. Het is een feit, dat het' beroep ze kere eigenaardigheden van manieren en ook van karakter meebrengt. Men zegt van een predikant wel eens, dat hij altijd en overal dominee is. Het is een twijfelachtige lof. Zoo'n predikant is altijd en overal bedacht op zijn waar digheid en wordt daardoor onnatuur lijk stijf en deftig. De schoolmeester komt er licht toe, om ook tot volwasse nen te spreken in den toon tegenover zijn klasse. Hij vraagt telkens: Niet waar? Hij vermaant telkens: Je moet wel weten! Ook de geneesheer heeft zijn eigenaardigheden. Het materialis me heeft onder hen de meeste aanhan gers gevonden en ook nog behouden. De geneesheer richt al zijn aandacht op het lichaam, zijn pijnen en ziekten en zoo komt hij er licht toe, het lichamelij ke te beschouwen als de grondslag, ja als de eenige werkelijkheid van het le ven; het geestelijke is daarvan geheel afhankelijk, het is een nevenverschijn sel. In zijn „Kleine Johannes" teekent „Fr. van Eeden deze, trekking in de me dische studie en opleiding. We hebben hier ook een beroepseenzijdigheid, die j in de leerjaren al ontstaat. Het is echter niet makkelijk zoo een algemeen oordeel te vellen over een ge- heele groep menschen. Er zijn toch zoo veel anderen, natuurlijke predikanten, onderwijzers, die onder de menschen niet voor een klasse gaan staan, ge- neesheeren met volle aandacht en waardeering voor het geestelijke leven. Bovendien men kent maar - enkele le den van een bepaald beroep. Mag men daarnaar oordeelen? Wetenschappe lijk is zeker anders. Is er bewijs voor de veel voorkomende meening, dat de doktets in een klein kringetje van be langstelling yoor zieken en ziekten en genezing leven, dat er onder hen' zoo- velen materialisten zijn? Dr. Annie Wisse heeft een lange lijst met 100 vragen hieromtent voorgelegd aan vierhonderd studenten. Uit de ant woorden maakt zij op, dat de medische studenten geestdrift hebben voor hun studie en idealen koesteren voor hun toekomstig beroep. Hun studie is niet zoozeer beoefening der wetenschap f maar examenstudie. Ruim 80 der studenten volgt trouw de colleges, die aantrekkelijk zijn, omdat vaak aan het leerende woord aanschouwelijk onder- wijs word toegevoegd. Politieke, socia- le en religieuse zin is bij den medischen student maar matig ontwikkeld. Niet minder dan 12% lezen nooit kranten! Slechts 23 lezen tijdschriften over al- gemeene sociale onderwerpen. Geen po litieke meening hebben 28 Een aan tal antwoorden op de vragen van Dr. Wisse is sterk atheistisch getint. Deze meent, dat dit ongeloof bevorderd wordt doordat de medicus voornamelijk zie ken ziet en met ziekten en afwijkingen der. harmonische wereldorde in aanra king komt. Toch is de belangstelling bij den medischen student in religieuse vraagstukken levendiger geworden. Zijn phantasie is weinig ontwikkeld. Groot is zijn belangstelling in eigen studie, maar matig de algemeene be- langsteling. Ontvankelijkheid voor ge moedsaandoeningen is bij den medi schen student weinig aanwezig. Zijn brieven en gesprekken zijn dan ook weinig diepgaand. Zoo ziet Dr. A. Wisse den medischen student uit de antwoorden, die zij op haar vragen kreeg. Ook hier de be roepseenzijdigheid, die veel voorkomt en waartegen degene, die een geheele mensch wil zijn, op zijn hoede zal we zen en voortdurend zal strijden. Een babbeltje over de Tweede Kamer. Men ontmoet niet alle dagen een Ka merlid en als men dat buitenkansje heeft en men krijgt een van ons uitver koren honderdal aan het praten, dan luistert men met tien paar ooien Ik had dezer dagen het genoegen een Ka- merlid te ontmoeten. Of het genoegen aan beide kanten was? Ik vroeg maar 1 raak en verdiende de leuke opmerking, I dat een minister wel maar een Kamer- lid niet alle vragen kan beantwoorden. Zal er een nieuw rechtsch ministc- rie komen? Dat hangt er van af, of het 1 lukken zal de coalitie weer te krammen Er wordt hard aan gewerkt. Waar- j schijnlijk zijn de tien afgedwaalde schapen der Katholieke Kamerfractie wel tot de kudde weer te brengen. De anti-revolutionairen pruilen echter, maar waarschijnlijk zijn zij eindelijk toch wel over te halen, om aan een nieuw ministerie mee te werken. Maar al wordt een scheur gekramd, ze blijft. De rechte eenheid komt in de coalitie niet weer en de tegensteling conserva tief en vooruitstrevend zal op den duur de coalitie het leven kosten. Maar het is ook nog wel best mogelijk, dat de po gingen van Mr. Kooien, om een rechtsch kabinet te vormen, mislukken en we plotseling voor nieuwe verkie zingen komen te staan wegens Kamer ontbinding. Daarom grijpt ook een Ka merlid tegenwoordig nieuwsgierig naar de krant, in de hoop onder het laatste nieuws iets te vinden over de ministri- eele crisis. Is Mr. Kooien inderdaad zulk een kranige en groote figuur in de politie ke wereld? Zeker geen man van schit terende genialiteit, geen politiek talent van de erste grootte, maar zulken zijn ook heej zeldzaam, er zijn er niet meer dan twee, drie van in een eeuw. Maar Mr. Kooien is ongetwijfeld een knap man en een harde werker. Een voor treffelijk Kamervoorzitter, die de te be handelen stof van de meest uiteenloo pende aard steeds meester is en de kunst verstaat, om alle Kamerleden aan zijn woord en hamer te doen ge hoorzamen. Een man, die van geen ver moeidheid schijnt te weten en zich nooit laat vervangen en uren aaneen in lange avondzittingen op zijn post blijft en ook dan niets aan zijn aandacht laat ontgaan. Hij kan tegelijk luisteren en praten. Hij volgt de rede van den spre ker en houdt tegelijk een gesprek van een paar woorden met een Kamerlid. Hij is een „droogkomiek". Toen een van onze jongste Kamerleden een rede hield, waar aan geen eind kwam en die ten slotte veel leek op een schip, dat wat heen en weer koerst en de haven niet kan vinden, maakte mr. Kooien met een ernstig gezicht de opmerking, dat het niet noodig was, de twintig mi nuten spreektijd, die was toegestaan, ook vol te praten! En met een gezicht, alsof er geen vuiltje aan de lucht was, vroeg hij na de bespreking der Vloot wet, of ook iemand stemming verlang de. Zal hij zelf ook minister worden, als het hem lukt een kabinet in een te tim meren? Waarschijnlijk wel en dan mi nister van financiën. Ook een sterke man, die geweldig gaat besnoeien meer met een bijl dan met een snoeimes? Mr. Kooien zal wellicht meer recht heb hen een sterke man te heeten dan Co- lijn, die van zijn eigen krachtsinspan ning scheen te schrikken en m zijn voorstellen terugkrabbelde. Colijn, die het vorige jaar bij de algemeene be schouwingen plotseling voor radikale bezuiniging op de militaire uitgaven was, maakte onmiddellijk daarna een zwenking en werd ten slotte de verde diger der Vlootwet. Een sterke man volgt meer een lijn en weet, wat bij wil en blijft daarbij.'Colijn is een kranige organisator, een knappe financier en een man, die bijzonder goed en makke lijk spreekt, zeker.een man van betee- k'enis. Maar zijn tweede optreden als Het Consultatie-Bureau van de Ver» eeniging tot bestrijding der tuberculose is voortaan gevestigd Briniostraat, Vel- seroord, vlak bij het station Velsen, Eiken Woensdag van 23 wordi hier spreekuur gehouden. Het onder zoek ls kosteloos en geschiedt door Dr. Anema van Haarlem. Ouders laat vooral uw kindéren on derzoeken! Kamerlid en minister is niet gelukkig geweest. Welke indruk maakt Mr. Schaik, die eigenlijk het kabinet-Ruijs ten val heeft gebracht? Het tegendeel van een omverwerper: een bescheiden en zacht man, die zeker nooit gedroomd heeft, eens een ministerie en nog wel van zijn eigen kleur ten val te zullen brengen. Êen man met den moed zijner overtui ging, die zijn eigen Partij en ministerie niet spaarde, daar bij de Vlootwet" in strijd achtte met het belang van ons land. Hebben niet vele Kamerleden erg het land aan Duys om zijn hatelijke inter rupties en vaak ruwe manieren? Het publiek vergist zich heel e'-g, als het denkt, dat Duys in de Kamer vele vij anden heeft. Hij is enfant terrible en ook enfant chéri voor de meeste Ka merleden. Zijn slagvaardigheid is bui tengewoon groot en zijn geestigheden zijn wel eens grof maar toch daarbij ook bijna steeds geestig. Toen hij eens erg verkouden en heesch in de Kamer kwam, verzocht hij Mr. Kooien de Ka mer mee te deelen, dat hij bij gemis aan stem niet zou kunnen interrumpeeren, een mop, waarover de voorzitter zelf veel schik had, al kon hij niet aan het verzoek voldoen. De soc.-demokrati- sche Kamerfractie telt meerdere stu denten. Ter Laan heeft voor een paar jaren nog een middelbare acte behaald. Van der Tempel, een arbeider, die zich zelf geheel gevormd en geleerd heeft, verwierf de middelbare acte Staat huishoudkunde en studeert thans rech ten. En Duys, die altijd studenticoos is, gaat thans bewijzen, dat hij ook een enstige student kan zijn. Hij hoopt na eenigen tijd Mr. Duys te kunnen heeten. Daartoe heeft hij -het Staatsexamen tot toelating tot de universiteit moeten doen. In bijzondere gevallen kan voor dit examen vrijstelling van sommige vakken verleend worden. Duys heeft gemeend op dit voorrecht aanspraak t.e mogen maken, omdat hij zelf een bij zonder geval is en ook van zijn geboor te af altijd geweest is. Maar mag een man als Troelstra niet gerekend worden tot de politieke ster ren der eerste grootte? Een fijne poli tieke neus heeft hij ongetwijfeld. Hij is een voortreffelijk politiek strateeg, die zich nu eens door zijn temperament laat meesleepen maar dan weer de man is van uiterst voorzichtige berekening. De vele jaren van strijd zijn niet zon der sporen aan hem voorbijgegaan. Hij is nog niet strijdensmoe, maar wel gauw moe van den strijd. En hij vervalt telkens in de fout der breedsprakig heid, des te erger fout, daar hij zijn re devoeringen voorleest, wat tot gezet luisteren niet. uitlokt. Nu n dan komt hij weer in zijn oude, volle kracht en dan voelt men den gloed, die een be ginsel en ideaal in dit leven ontstoken hebben en begrijpt men, dat hij de aan voerder geworden is van tienduizen den arbeiders. Zoo lukte het ons al vragende ons Kamerlid aan het praten te krijgen en te houden en we vonden het wel de moeite waard eenige indrukken weer te geven, die we over vooraanstaande figuren der Kamer van een insider mochten ontvangen. Treub over den toestand. Buiten het politieke leven moet Treub zich voelen als een zeeman aan land. En al is hij thans geen Kamerlid en behoort hij, naar we meenen, tot geen enkele politieke partij of is hij al-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1923 | | pagina 1