INGEZONDEN.
Geachte Redactie!
Beleefd verzoek ik u om plaatsing
van onderstaande, hij voorbaat dank
Aan het Nationaal Comité voor
Vischpropaganda.
Het is mij zeer aangenaam geweest
te zien dat mijn ingezonden stuk van
28 Nov. '23 niet onopgemerkt is geble
ven, niet minder, dan het Nationaal
Comité voor Vischpropaganda heeft
gemeend daarop te moeten reageeren.
In antwoord op hetgeen bedoeld co
mité schrijft, diene het volgende.
In ware belangstelling voor alles wat
het visch-eten en het visscherijbedrijf
betreft, schaar ik mij volkomen aan de
zijde van het comité.
Van „de beste stuurlui emj." is hier
geen sprake, nog veel minder van het
natuurlijk beter willen weten,
Mijn doel was uitsluitend den vinger
te leggen op een paar punten die mij
minder goed geslaagd leken.
U schrijft dat de inzender niet veel
waardeering blijkt te bezitten voor de
poging die hier gedaan is in het belang
van het visscherij-bedrijf, en wat daar
aan vast zit. Ik geef u de verzekering
dat ik Uw streven op de hoogste waarde
schat. Dit neemt echter niet weg dat de
opzet van de „visch-propaganda", m.i,
niet aan haar verwachtingen zal be
antwoorden.
Dat men met beperkte middelen heeft
moeten werken was mij, als buiten
staander, onbekend, en dat u dit mo
tief aanvoert is voor mij wel het duide
lijkste bewijs dat het comité het ook
wel anders zou hebben gewild.
Toen ik schreef, een klein kraampje,
bedoelde ik alleen dat gedeelte van de
stand dat was gereserveerd voor het
vischbakken en vischeten. Over de
Technische afd. schreef ik niets dan
lof.
Over de plaatsing van den stand mag
het comité zeer tevreden zijn, toch
blijkt uit Uw stuk dat U aanvankelijk
toch ook aan een stand beneden in de
zaal de voorkeur zoudt hebben gegeven.
Was het daar dan zoo druk geworden
dat er een verkeersagent voor noodig
zou zijn geweest, zou ik dat ten zeerste
hebben toegejuichd. De visch-reclame
zou er bij hebben gewonnen. Het is mij
hoogst aangenaam van U te vernemen
dat er van 10002000 porties visch per
dag worden uitgereikt. Aangenamer
zou het mij geweest zijn wanneer die
getallen nog VEEL grooter waren ge
weest.
Ik wil aannemen dat de gemiddelde
prijzen in het propaganda-boekje ge
noemd, de juiste MARKT-prijzen zijn.
Maar waarom heeft men dan niet te
gelijker tijd aangegeven hoe die prijzen
zijn ontstaan? Heeft men daar ook bij-
gerekend de minderwaardige visch en
die naar de eendenhouders toegaat
enz.? De goede visch is maar zelden
zoo laag in prijs als in Uw boekje. Het
comité geeft toe dat er bijzondere oor
zaken kunnen zijn waardoor de prijzen
wat hooger worden. Ik geloof niet te
veel te zeggen, wanneer ik beweer dat
die „abnormale" prijzen zijn de NOR
MALE prijzen, de extra lage, de AB
NORMALE. Waarom naast Uw gemid
delde MARKTPRIJZEN niet de ge
middelde VERKOOPPRIJZEN van de
Gem. Amsterdam? Daaraan zou het pu
bliek meer hebben gehad.
Over het moderne Engelsche Visch-
bakkerij-bedrijf, met z'n „groote in
komsten" „bij klein kapitaal" enz
wil ik maar liever zwijgen. Er is nu
eenmaal een groot verschil tusschen
het Engelsche en het Nederlandsche
volk.
Inzender is geen tegenstander, maar
een medestander van het comité voor
de vischpropaganda voor ons
GEHEELE LAND.
Hoogachtend,
J. L. UITZINGER,
(fa. H. Glastra Co.)
IJmuiden, 10 December 1923.
Neutrale Bond van Spoorwegpersoneel.
In „De Telegraaf" van Dinsdagoch
tend 4 Dec. jl. kwam een berichtje voor,
wellicht door Uw blad overgenomen,
bevattende de insinuatie aan onzen
Bond, dat de Directie der Nederland
sche Spoorwegen de faciliteiten w.o.
verlof zonder bezoldiging voor ons
land had ingetrokken bijwijze van straf
omdat er te veel leden zouden zijn op
gegeven.
Dit sénsationeele bericht heette van
uit Rotterdam te komen, maar kwam
natuurlijk van de zijde der felle be-
kampers van de Neutrale Vakbewe
ging, namelijk uit het kamp/'der mo
dernen.
Denzelfden dag nog werd aan „De
Telegraaf" een tegenspraak gezonden,
waarvan opname echter tot 7 Dec. al
thans, nog achterwege bleef ondanks
telefonische herinnering.
Het spreekt vanzelf, dat het Tele-
graafbericht oogenblikkelijk door het
soc. dem. blad „Het Volk" werd overge
nomen, niettegenstaande men daar
steeds zooveel op „De Telegraaf" heeft
Als het tegen de neutrale vakbewe
ging gaat, is daar blijkbaar alles geoor
loofd.
Ter rechtzetting van de zaak zij me
degedeeld, dat het liep over verschil
van opvatting of op wachtgeldgesteld
personeel, dat dadelijk weer op ar
beidscontract werd werkzaam gesteld,
dus eenvoudig lid was gebleven, als lid
ook aangemerkt mocht worden, even
eens lid gebleven gepensionneerd per
soneel. ilfiallilj
De meening van ons en meerdere or
ganisaties was aldus en bleven dezul
ken in de telling begrepen.
Nu wordt voor elk 250-tal leden aan
één persoon de faciliteit verleend om
verlof zonder behoud van loon te ge
nieten ten behoeve van vereenigings-
werk.
Bij de deeling door 250 op ons leden
tal was ons aantal 14 en bleef er een
overschot van 36.
Door het buiten rekening brengen
van wachtgelders en enkele gepension-
neerden, kwam het overschot te ver
dwijnen en werd de deeling door 250 nu
13 inplaats van 14, zoodat er een per
soon moest afvallen.
De Directie vroeg nu heel eenvoudig
om even op te geven, wie geschrapt
moest worden.
Ziedaar de geheele wereldschokken
de gebeurtenis.
Precies als met ons, is het ook met
den ambtenarenbond B. A. N. S.
gesteld.
Men heeft de klok hooren luiden en
alras werd in het kamp onzer bestrij
ders het Telegraaf bericht je gefanta
seerd.
Wij zullen in uw blad, ook al om niet te
wijdloopig te worden* op de bestrij
dingswijze der modernen niet ingaan.
Als U deze korte zakelijke uiteenzet
ting plaatst, is dat ons al voldoende.
Dankend voor plaatsing,
Het Hoofdbestuur van den
Neutralen Bond van Spoor
wegpersoneel.
VISSCHERIJ.
De Scheveningsche Treilvisscherij.
De corr. van de Tel. meldt het vol
gende aan zijn blad:
Naar aanleiding van het besluit van
de reedersvereeniging „Scheveilingen",
om in het aanstaande seizoen de trei-
lervisscherij niet uit te oefenen, omdat
de hulpverleening door de gemeenten
Den Haag van f 1500 op f 1250 per schip
is gebracht, hebben we bij het hoofdbe
stuur van den Christ. Zeelipdenbond
geïnformeerd naar den indruk die dit
bericht in zeeliedenkringen heeft ge
maakt.
Volgens de ons verstrekte mededee-
lingen wordt de bedreiging der reeders
met stopzetting der treilervisscherij
nogal kalm opgenomen. Want men ge
looft niet dat zij de daad bij het woord
zullen voegen. Eerst midden Januari
zal worden uigevaren, en voor dien be
staat er nog alle mogelijkheid dat de
reeders en het gemeentebestuur tot
overeenstemming komen. De zeelieden
zijn er echter maar matig bij geïnte
resseerd, want verleden jaar was de re
geling voor de treilervisschers zoo
slecht, dat de meesten meer inkomsten
trokken als zij thuis bleven en van de
steunregeling genoten, dan wanneer zij
gingen varen. Aan boord kregen zij f 9
per week benevens een gedeelte van de
besomming en een toeslag per kind, ter
wijl de steunregeling per gezin f 13.50
per week gaf en f 1.50 per kind. Naar
onzen zegsman meende, was de subsi
dieverlaging door de gemeente van
f 1500 op f 1250 niet zoo ongemotiveerd.
De reeders konden z.i. beter nu met
f 1250 per schip varen, dan f 1500 per
schip in het vorig jaar. De toestanden
zijn er in de visscherij blijkens de jong
ste resultaten beter op geworden. Zal
het door de betrokken visschers dus
nogal kalm worden opgenomen als de
reeders inderdaad niet uit mochten va
ren, voor nevenbedrijven zou het even
wel een niet onbelangrijke schadepost
zijn. De winkeliers en leveranciers der
scheepsbenoodigdheden zouden er meer
onder te lijden hebben.
Het totaal aantal loggers dat verle
den jaar met gemeentelijken steun ter
treilervisFfrherij trok bedroeg 85, waar
op bijna 600 Scheveningsche visschers
werkzaam waren.
SCHEEPVAART.
In de week van 3 tot 10 Dec. zijn
alhier door de Noordzeesluizen geschut:
uit zee 63 stoomschepen en naar zee 75
stoomschepen en 3 zeelichters.
PLAATSELIJK NIEUWS.
IJMUIDEN.
Maandagmiddag had alhier de
begrafenis plaats van den omgekomen
machinist van de Junior den heer H.
Mangel, onder zeer groote deelneming.
Een groote schat van bloemen werd
in den stoet meegevoerd. Wat maar
even uit den dienst vrijgemaakt kon
worden, had zich achter den stoet aan
gesloten, ook het loodspersoneel was
in de grootst mogelijke getale aanwezig,
terwijl op het kerkhof een groote schare
aan de groeve had geschaard. Een der
vertegenwoordigers van het bureau
Wijsmuller, de heer P. W. Mets, sprak
eenige diep meegaande woorden van
waardeering aan de nagedachtenis van
den overledene, terwijl de heer D. F. G.
Schilling allen hartelijk dank zegde
voor de betoonde belangstelling. Zeer
onder den indruk van deze eenvoudige
maar niettemin zeer plechtige begra
fenis verlieten allen de begraafplaats,
Uitvoering IJmuidens a Capellakoor.
We erkennen gaarne, dat wijlen Ph,
Loots een talentvol, diep voelend en
veelzijdig toonkunstenaar .is geweest
en de sympathie, die de heer Pielage
voor zijn werken heeft is daarom zeer
begrijpelijk. Toch lijkt het ons niet zon
der eenige bedenking een koor, dat een
uitvoering geeft bijna uitsluitend liede
ren van een en denzelfden componist
ten gehoore te doen brengen.
De veelzijdigheid van den componist
en de muzikale opvatting van den di
recteur van het zangkoor zijn wel even-
vele waarborgen tegen monotoniteit,
doch wat meer afwisseling zou dunkt
ons niet geschaad hebben. Bovendien
stellen de werken van Loots dikwerf
hooge eischen, waaraan een koor en een
directeur wel altijd gaarne willen vol
doen, doch wat dikwijls moeilijk kan
door bijzondere omstandigheden. Zoo'n
bijzondere omstandigheid merken wij
op in de samenstelling van IJmuidens
Capellakoor. De klankverhouding kan
niet aan hoogste eischen voldoen als
tegenover sterke, volumineuse sopraan-
en altpartijen slechts 4 of 5 tenoren en
niet meer bassen staan. Of ook hier de
voetbalmanie parten speelt of dat in
derdaad dames meer liefde voor de
kunst gevoelen dan de heeren of dat
het simpele feit, dat er zooveel meer
vrouwen op de wereld zijn dan man
nen de naaste oorzaken zijn, het feit is
niet te loochenen, dat bij gemengde ko
ren het dameselement altijd veel ster
ker is dan dat der heeren.
Even verklaarbaar daardoor is het
feit, dat bij zoodanig saamgestelde ko
ren de pianissimo's altijd veel mooier
zijn, dan de forto's en fortissimo's en
dat was ook Maandagavond het geval
met de uitvoering van bovengenoemd
koor in het gebouw voor Christelijke
belangen. Schitterend mooi, bijna vol
maakt waren de pianopartijen in Mijn
Hof, de fijne compositie van wijlen
Loots en zoo'n innig dankbaar lied voor
kwartetten. Heel mooi gezongen vonden
we verder Die Hirte Israels en het wer
kelijk eenig mooie forto hebben we
aangetroffen bij „Heil Bergen, heil het
dorpje klein". De uitspraak van het
Duitsch was lang niet altijd onberis
pelijk en in Abendlied bepaald verre
van mooi. Ook was de inzet soms niet
gelijk. Overigens refereeren we ons
aan hetgeen we vroeger over dit. koor
hebben geschreven.
Wat de solisten betreft vallen deze
gedeeltelijk buiten onze beoordeeling.
De bas-bariton, de heer C. Stentrop zal
ons dat zeker niet euvel duiden en de
heer Liefferink zal er weinig aan hech
ten aan zijn geduchte verzameling van
recensies van de meest uiteenloopcnde
groote en kleine bladen en nog een van
de IJmuider Courant, die in zoo'n uit
hoekje van de wereld verschijnt, aan
toe te voegen. Wij hebben verbluft ge
staan van zijn sterk ontwikkelde tech
niek, waarvoor geen moeilijkheden
meer bestaan op dit wondere instru
ment, dat kan snijden door de ziel en
kan opvoeren tot hoogere regionen.
Doch juist dat wegvoeren uit het alle-
daagsche, dat meesleepen naar hooge
re gewresten, dat in verrukking luiste
ren naar die bovenaardsc.he stemmen,
daarvan heeft de heer Liefferink ons
helaas te weinig doen genieten door de
keuze van zijn voordrachten, die bijna
alle in hoofdzaak ons zijn machtig be-
heerschen van zijn subtiel instrument
hebben doen bewonderen. Deze zijne
kunst gaat boven onze niet-vakkundi-
ge beoordeeling verre uit.
De pianobegeleiding zoo ontzettend
veel eischend bij zoo'n kunstenaar, was
in één woord subliem en meesterlijk,
zoowel wat het medeleven als wat de
technische vaardigheid betreft.
De heer Stentrop, die wel een zeer
dévoot programma zong, was zeker niet
het minst goed in zijn toegiftje: „Houdt
het roer recht", dat zeer verdienstelijk
gezongen werd. Overigens wisselt zijn
voordracht af tusschen heel mooie en
minder mooie wedergaven.
Summa Summarum, ook wat de op
komst betreft een goed geslaagde uit
voering, rekening houdende met in den
aanhef genoemde omstandigheden.
Men verzoekt ons plaatsing van
het volgende:
Wij vestigen de aandacht van belang
stellenden op de openbare samenkomst,
die door de afdeeling IJmuiden van de
Evang. Maatschappij wordt gehouden
op Vrijdag 19 Dec. a.s., .des avonds
half acht in de Ned. Herv. Kerk alhier.
Spreker voor dien avond is de bekende
Utrechtsche predikant Dr. J. T. Bee-
rens, die zal spreken over „Uw Kroon".
Wij vertrouwen dat er voor dezen avond
zeer® veel belangstelling zal zijn.
de R.K. paters Dominicanen propagan-
dalezingen gehouden om protestanten
de Roomsch-Katholieke leer uiteen te
zetten en hen natuurlijk voor de R.-K.
Kerk te winnen. Daartegenover stelt
de Evang. Maatschappij zich ten doel
de verspreiding van zuiver Prot. begin
selen, de instandhouding van den
vrijen Prot. geest en het Prot. bewust-
ziJ'n- -rjTïüt
VELSEROORD.
R.-K. Volksbond, afd. Velseroord.
Uit bovengehoemden Bond is een
commisse gevormd om op 26 Decern
ber a.s., 2den Kerstdag, de kinderen
der leden een aangenaam Kerstfeest
te geven, waarbij de ouders in de ge
legenheid worden gesteld dit feest bij
te wonen.
Als er soms leden zijn die geen be
zoek van een der commissie-leden
hebben gehad, en zoodoende vergeten
kunnen zijn, gelieven zij zich bij Th.
Abel, Lagersstraat 4, Velseroord, te
vervoegen.
Naar we vernemen, zal a.s. Zon
dagmorgen voor de afdeeling van „de
Dageraad" alhier optreden de heer H.
Ivolthek, van Amsterdam oud-
Kamerlid die zal behandelen hét on
derwerp: Lessing- „Nathan de Wijze'
en de Vrije Gedachte.
Burgerlijke Stand Velsen.
Bevallen: M. WittebroodVree
ken, d.; A. v. Kaamde Feber, z.; M.
G. v. Sommerenfietsen, d.; A. v.
AlphenZandbergen, d.; M. Spiers
Noordzij, d.; W. SpaansVerschoor,
z.; A. Blom-Roschar, d.; G. E. D. Lang
broekBaak, z.; J. C. M. van Kaam
Koks, d.
Overleden: Arie Mangel, oud 38
jaar, echtgenoot v. A. Vliegop.
VELSEN
Financiëele verhouding tusschen het
rijk en de gemeenten.
Het volgende schrijven is door de Ge
meente Velsen aan den Minister van
Financiën gezonden:
Wij hebben de eer Uwe Excellentie
mede te deelen, dat ons college kennis
nam van de circulaire van Gedeputeer
de Staten dezer provincie dd. 29 Augus
tus 1923 no. 130, inhoudende het bericht,
dat in verband met den zorgwekkenden
toestand van 's lands financiën de Re
geering er niet toe heeft kunnen over
gaan, voorstellen te doen, teneinde aan
de gemeenten, boven de uitkeering op
grond van de wet van 24 Mei 1897
(Staatsblad no. 156), sedert gewijzigd,
over 1923 en volgende jaren eene zoo
genaamde nooduitkeering te verzeke
ren.
Begrijpelijkerwijze wekte deze missive
bij ons groote teleui'stelling, omdat bij
de samenstelling der begrooting voor
1923 op de ontvangst der nooduitkee
ring was gerekend. Voor die raming
bestonden ook goede gronden; immers
de Regeering had in de Memorie van
Antwoord tot Hoofdstuk I der Staats-
begroóting voor dit jaar in extenso doen
opnemen het voorloopig advies der be
trokken Staatscommissie, dat juist was
uitgebracht met de bedoeling om de
gemeentebesturen bij de vaststelling
der plaatselijke begrootingen eenige
zekerheid omtrent het al of niet ont
vangen dezer uitkeering te verschaf
fen.
Het bovenaangehaalde, gewijzigde
standpunt der Regeering, heeft mo
menteel een leemte in de loopende ge-
meentebegrootingen tot gevolg, in zoo
verre de post terzake van nooduitkee
ring die begrootingen beïnvloedde. Moet
alsnu er daadwerkelijk naar worden
gestreefd, herhaling van dit euvel in de
volgende begrootingsperiode te voorko
men, dan ligt het voor de hand, de ge
nomen beslissing als onherroepelijk te
aanvaarden.
Zal dus in dezen gedachtengang,
voorloopig alleen de bovenaangehaal
de wet de finantiëele verhouding tus
schen het Rijk en de gemeenten be-
heerschen ongeacht natuurlijk de
verschillende subsidieregelingen
zoo is o.i. het tijdstip gekomen om de
zerzijds, nu de Vereeniging van Neder
landsche Gemeenten alleen aan eene
algeheele voorziening aandacht kan
schenken, er Uwe Excellentie met na
druk op te wijzen, dat de vigeerende
wettelijke regeling, speciaal voor de ge
meente Velsen en wellicht ook voor
eenige andere gemeenten, die in dezelf
de positie verkeeren, onbillijk werkt.
Onze gemeente toch bestond op 1 Ja
nuari 1896, de datum genoemd in arti
kel 2 2 der wet, uit 8536 inwoners en
ontving over 1896 zuiver aan hoofdelij-
ken omslag even f 13000.Zij had dus
toen als gemeente met een platte-
landsch karakter slechts weinig be
hoeften. Sindsdien evenwel is Velsen
gegroeid tot een plaats met bijkans
30.000 zielen en geworden een centrum
van industrie, terwijl de grootste vis-
schershaven van het continent
IJmuiden binnen haar territoir tot
opkomst kwam. Het spreekt vanzelf
dat deze omstandigheden hooge
eischen aan het gemeentelijk beheer
hebben gesteld en tal van nieuwe be
hoeften hebben geschapen met de daar
aan verbonden kosten. Wel werd het
J...-*-.. 1A nn« l.i+lr A/\«in n" t\Qf
woner in verhouding tot het accres der
bevolking telkens verhoogd, niaa.
steeds klemmender gold het bezwaar
dat de gefixeerde som van f 1.541/ ]J'
rekend aan de hand van de artikelen i
tot en met 9 der bovenbedoelde wet tc
laag is bepaald, in aanmerking nemen 1
de, hetgeen andere gemeenten van ee~
hjke beteekenis ontvingen. Waren de
hierbedoelde gemeenten reeds in 1898
steden van beteekenis, Velsen klom
eerst later op tot die hoogte. Had on
het beslissende tijdstip onze gemeente
haar nu-jgewijzigd-karakter kunnen
doen demonstreeren, ongetwijfeld ware
dit op de fixatie van invloed geweest
Om slechts een paar punten te noemen
zou het grondbedrag niet op f l._ zjjn'
gebracht maar op f 1.25; dit aan de
hand van art. 2 2, tweede alinea der
wet. Dat er thans aan plaatselijke in-
komstenbelasting ruim f 700.000 moet
worden geheven, geeft een haast onge
ëvenaard beeld van de hierdoor tot
uiting komende toename van belasting
druk op de bevolking. Daar mede de
mate van dien druk bij de berekening 1
van 1898 een gewichtige factor vorm
de, laat het zich verstaan, dat voor het
tegenwoordige eenige redelijke verhou
ding wordt gemist.
Wij hebben geconstateerd, dat de ge-
meente Velsen, wat de populatie be
treft, onder de zustergemeenten de 28ste«
plaats inneemt. Doch ook hebben wij
moeten vaststellen, dat met uitzonde
ring van Velsen, Eindhoven, Hilver
sum, Apeldoorn, Heerlen en Emmen,
alle gemeenten met een hooger be
volkingscijfer een beduidend grooter
bedrag per inwoner van het Rijk ont
vangen.
.De uitkeeringen aan de laatstbedoel-
de gemeenten vertoonen een dalende
reeks, aanvangende bij f 4.591/,,, voorde
hoofdstad des lands, tot ruim f 2.—
Voor de gemeenten, zooeven bij wijze
van uitzondering genoemd, bedraagt
de uitkeering echter ongeveer f 1.50 per
inwoner, alzoo plus minus f 1.min-,
der dan gemiddeld per hoofd over het
geheele Rijk, ofschoon zij hetzelfde zie
lental hebben en vrijwel in dezelfde po
sitie verkeeren als steden, voor welke
de som op meer dan f 3.is vastge
steld.
Deze cijfers geven te denken en men
zou daaruit bewijs willen putten voor,
de stelling, dat'de bestaande regeling
van de financiëeele verhouding tus
schen het Rijk en de gemeenten herzie
ning behoeft, ware het niet, dat de al-
gemeene opinie reeds lang in dezen zin
is gevormd en er een Staatscommissie
werkzaam is om een goede oplossing te
vinden. Het vorenstaande kan noch-,
thans voor Uwe Excellentie aanleiding
zijn, om een wijziging, met betrekking
tot gemeenten als Velsen, zóó urgent te
achten, dat deze mede met het oog
op de niet-toekenning der nooduikee-
ring moet voorafgaan aan eene de
finitieve afdoende regeling.
Naar onze bescheiden meening zou
die wijziging kunnen gaan in de rich
ting van eene herberekening. Al wor
den ook de grondslagen van de wet van,
24 Mei 1897 (Staatsblad no. 156) ver*,
ouderd geacht, de onderscheidene offi-'
ciëele lichamen, geroepen om terzake
te adviseeren, zijn er tot nu toe niet in
eslaagd een deugdelijk stelsel te ont
werpen. Daarom zouden wij het ge-
vvenscht achten, voorloopig het oog ge
richt te houden op de bestaande wet,^
maar ontdaan van de beletselen, diet
haar thans voor opkomende industrie
gemeenten zoo nadeelig maken.
Aan ons college is overgelegd eenl
herberekening naar de gegevens op li
Januari 1921, respect. 1 Januari 1922,1
en ingericht volgens de modellen no. ij-
en no. 2, vastgesteld op grond van art,|
14 van het Koninklijk Besluit van 29
December 1897 (Staatsblad no. 269). Die-
herberekening nu geeft, zonder verhoo
ging op grond van art. 3 der wet, voor
de gemeente Velsen als eindbedrag aan
f 3.63V2; wanneer echter een tweetal als,
dubieus aan te nemen posten met'
name de ontvangen nooduitkeering en]
de onderwijsvergoeding daarvaii
wordt afgevoerd, dan nog zou de som|
per inwoner over 1923 op ruim f 3.-
zijn te stellen.
Deze becijfering heeft ons gesterkt in
de overtuiging, dat, al moge één der
grondslagen van de tegenwoordige re
geling, bestaande in de huurwaarde der1
bij de personeele belasting betrokken
perceelen veel van zijn beteekenis heb-'
ben verloren, omdat de woningtoestand
den zeezeer verbeterd zijn en het huur
waarde-peil verhoogd is, anderzijds dei
woningnood, in verband met de vast
stelling van het totaal aantal percee
len op 1li van het bevolkingscijfer, eene^
niet te onderschatten compensati'
geeft.
Zonder nu verder het geldende syj
steem van berekening als zoodanig
verdedigen, verzoeken wij Uwe Exce
lentie beleefd, te willen bevordere
dat, in afwachting van eene algehoe
herziening, aan de wet van 24 Mei 18f
(Staatsblad no. 156) reeds voor het jaal
1923 het noodige aanpassingsvermoge:
wordt gegeven om gemeenten als de om
ze eene hoogere uitkeering te verzeke-