ke appelen en peren, bananen en si naasappelen komen uit verre werelden en worden liier betrekkelijk goedkoop verkocht. Ze komen uit de landen van de Tropenzon en den overvloed. We voeren de perziken soms aan de var kens op, zoo lazen we eens in een brief uit Californië, de oogst is soms zoo rijk, dat de perziken te weinig waard zijn, om vervoerd te worden. Hetzelfde geldt ook van de sinaasappelen. Ze kosten in Zuidelijke landen waarschijnlijk niet meer dan een cent, in de duursten tijd moest men hier voor een goeden appel tien cent geven. Den vorigen winter zagen we voor het eerst een Surinaamschen appel. Een beetje vreemd, zwavelgeel van kleur, niet smakelijk van uiterlijk, maar groo- ter dan de gewone sinaasappel en „ho ningzoet", zooals de reclame zonder overdrijving zeide. Een heerlijke appel. Als er in Suriname wat meer durf en handelsgeest komt, zullen we uit dit rijke vruchtenland nog veel meer ont vangen, dan thans het geval is. Mooie Surinaamsche bananen zijn al bij scheepsladingen aangekomen; dezen winter zullen ook meer Surinaamsche sinaasappelen aangeboden worden. Men begint zich in Suriname al meer voor den export ervan in te richten. De re sultaten met proefzendingen naar ons land zijn goed geslaagd. Het artikel is gewild en de prijzen zijn loonend. Als men nu maar aanpakt en zorgt voor goede en uniforme nabehandeling en verpakking. De schil van den appel is wel bijzaak, maar het oog wil ook wat on de schil lijdt door insecten en schim mel, waartegen men afdoende maatre gelen moet nemen. Volgens „De West" is een partijtje Surinaamsche sinaas appelen te Amsterdam met een netto winst van ruim acht cent per stuk ver kocht. Dat is een uitzondering, met een winst van een cent is de handel al goed. Voor de Hollandsche maag en de Suri naamsche beurs is het te hopen, dat deze appelexport grooten omvang krijgt. VISSCHERIJ. Do toestand der Kustvisschenj in October 1923. Naar de Afdeeling Visscherijen van het Departement van Binnenlandsche Zaken en Landbouw mededeelt, was de weergesteldheid in October evenals in de voorafgaande maand over het alge meen ongunstig voor de kustvisscherij. Deze werd zoowel in den Dollart en de Lauwerzee, als in het Noordelijk deel der Zuiderzee als in de Zuidhollandsche stroomen desniettemin drukker uitge oefend, dan in de overeenkomstige maand van het vorige jaar. In de Zui derzee en de Zuidhollandsche stroomen waren de geldelijke uitkomsten ook be ter, in Dollart en Lauwerzee daarente gen slechter dan toenmaals. Hoeveelheid en opbrengst der aange voerde visch bedroegen n.l. volgens voorloopige opgaven respectievelijk in Dollart en Lauwerzee 92.800 K.G. en f 3750 (147.700 K.G. en f 4230.— in Oc tober 1922), in het Noordelijk deel der Zuiderzee 2.255.900 K.G. en f205.380.— (1.994.400 K.G. en f 184.050.— in October 1922), in de Zuidhollandsche stroomen en zeegaten 148.700 K.G. en f 33.360.— (105.400 K.G. en f 24.060.— in October 1922). Uit Zeeland werden verzonden 2.471.000 oesters ter waarde van f194.320 (verleden, jaar October 1.813.300 stuks ter waarde van f 148.470.en 5.240.400 K.G. mosselen ter waarde van f 107.450 (verleden jaar October 5.258.200 stuks ter w-aarde van f 81.500. In de Zuiderzee werd over het alge meen weinig aal gevangen. De botvang sten waren zeer ongelijk; die met de sleepnetten waren bevredigend evenals die met staande netten op het Kamper- zand bezuiden den Ketel; voor het ove rige waren zij niet groot. In den Texel- stroom werden aanvankelijk voldoende garnalen bemachtigd; de visscherij met den garnalenkor onderging daar eenige uitbreiding. In den kom der Zuiderzee waren de garnalenvangsten echter ge ring. De spieringsleepers vingen niet veel en de daarmede buitgemaakte spie ring was bijzonder klein van stuk. De wonderkuilvisscherij leverde wel veel spiering op, doch deze bracht weinig op, omdat zij eveneens zeer klein van stuk was. De haringvangsten met den wonderkuil waren daarentegen in ver gelijking met vorige jaren buitenge woon groot. De kwaliteit der haring was goed en er werd een flinke prijs voor gemaakt. Ook met reepnetten be gon men op haring te visschen en wel met zoo'n succes, dat men tegen het einde der maand, toen vangsten van 17 en 22 tal voorkwamen, meer vaartuigen voor dezen bedrijfstak ging gereed ma ken. Van de oesterperceelen werd -weinig gevischt en de oestervisscherij op de publieke banken gaf slechts kleine vangsten; de prijs der oesters was ech ter hoog, terwijl de medegevangep wul ken veel opbrachten. Ook de opbrengst der mosselpercce len was niet van beteekenis; daarente gen nam de verzending van natuur- mosselen sterk toe. De visscherij op mossefen voor Zeeland is vrijwel afge- loopen, daar buiten het voor mecha nisch voortbewogen vaartuigen geslo ten gebied geen groote mosselen meer zijn te vangen. Voor eendenvoeding werden veel meer, voor bemestingsdoel einden daarentegen veel minder mosse len gevischt dan in de overeenkomstige maand van het vorige jaar. De alikrui- kenvisscherij breidde zich in den loop der maand uit en had bevredigende re sultaten. In de Lauwerzee werd de gar- nalenvisscherij met voldoende vang sten voortgezet; er was ook meer vraag naar garnalen. De aalfuikenvisscherij had hier echter geen gunstig verloop. Eenige ladingen mosselen, door motor vaartuigen gevischt, werden over Ilar- lingen naar Engeland verzonden. In den Dollart is de botvisscherij af- geloopen, doch gaf de garnalenvissche- rij nog bevredigende resultaten. Op de Zuidhollandsche stroomen werd met de ankerkuilen des daags voornamelijk op spiering gevischt en daarnaast op zeebliek voor het vannen van schubben ten behoeve van de pa relindustrie, terwijl bij nachtebbe veel al op de aftrekkende paling gevischt werd. Deze laatste visscherij leverde over het algemeen maar matige vang sten op; ook de vangsten vanzeeblièk hadden niet veel te beteekenen. De vangsten van spiering, welke met de ankerkuil werden verkregen, waren in de eerste helft van October vrij gering; daarna echter bevredigend; vooral in de derde week werden beneden Wil lemstad ruime vangsten gedaan, waar schijnlijk doordien de spiering met het vele opperwater daarheen was komen afzakken. Met het spieringdrijfnet waren de vangsten over het grootste gedeelte van de maand gunstig. De aanvoer van spiering was kleiner dan in de overeenkomstige maand van het vorige jaar, in verband echter met de hoogere prijzen, was de opbrengst thans hooger. De aalvisscherij met kubben, korven en lijnen had wegens het vergevorderde seizoen niet veel meer te beduiden. De aanvoer van aal was kleiner dan in Oc tober 1922. De botvisscherij met het schutwant, de botlijnen en de botfuiken leverde in de eerste helft van de maand maar wei nig vangst op, hetgeen voornamelijk moet worden toegeschreven aan de om standigheid, dat die visscherij in dat gedeelte van de maand veel werd be lemmerd en somtijds zelfs geheel onmogelijk werd gemaakt door onstuimig weder en de daramede gepaard gaande hooge ebbe standen. In de derde week waren de vangsten vrij goed, daarna echter weer minder gunstig. Over het geheel geno men vielen dus de uitkomsten van de botvisscherij niet mede. De aanvoer van bot verschilde maar weinig van dien van verleden jaar October. De visscherij met den garnalenkor in de zeegaten werd op ongeveer dezelfde schaal uitgeoefend als in dezelfde maand van het vorige jaar. Aanvoer en opbrengst waren intusschen evenals de laatst voorafgaande maand weer be langrijk grooter. Aanvoer van kleine z.g. nestgarnalen, had ook nu niet plaats. Hollandsche haring en Fransche tariefplannen. Men schrijft aan de N. Rott. Ct. Verleden jaar Mei werd de Neder- landsche haring-exporthandel in groo te ongerustheid gebracht door een voorgestelde verhooging van het tarief van invoerrecht op gezouten haring in de Vereenigde Staten, welke verhoo ging zou bedragen, voor verpakkingen van meer dan 30 Amerikaansche pon den, van V2 tot 1 dollarcent per pond terwijl voor verpakkingen van niet meer dan 30 ponden een geheel nieuw tarief zou worden ingevoerd, namelijk van 25 pet. ad valorem. Dit laatste tarief nu was zeer drei gend, juist voor den Nederlandschen haringhandel, daar er onder zou vallen de speciale Nederlandsche verpakking van haring in kleine witbandvaatjes (whitehoop kegs), met een netto visch gewicht van pl.m. 4*/2 K.G., en een bru togewicht van omstreeks 15 Ameri kaansche ponden. Een invoerrecht van 25 pet. ad valorem beteekende gemid deld het dubbele van dat voor grootere verpakkingen, en het is gemakkelijk in te zien, dat hierdoor de export va^i whi tehoop kegs vrijwel onmogelijk zou worden gemaakt. Gemiddeld bedroeg het aantal van deze naar de Vereenig de Staten geëxporteerde vaatjes jaar lijks ongeveer 1 millioen. De actie, tegen dit speciale tarief des tijds gevoerd, heeft weten te bereiken, dat de grens er van niet bij 30, maar bij 15 Amerikaansche ponden is gesteld. Sedert dien heeft echter de ervaring al i bewezen, dat deze grens nog te hoog is, en in sommige gevallen is dan ook voor onze kegs het hooge tarief verschuldigd geweest. Deze zaak blijft dus aan de orde, en vooral nu onze regeering met de Ver eenigde Staten is overeengekomen, dat op den voet van meest begunstigde na tie zal worden onderhandeld, wordt ge hoopt dat dit, speciaal voor den Neder landschen haringhandel dreigende ta rief alsnog ingetrokken zal worden. Intusschen is een nieuw gevaar opge komen. Naar verluidt bereidt de Fran sche regeering een verhooging van het invoerrecht op haring voor, dat reeds lang fr. 18.per 100 K.G. bedraagt. Na door de vermindering van afzet gebied als gevolg van de. economische inzinking van Centraal- en Oost-Euro pa de.Nederlandsche haringexport toch reeds deerlijk getroffen is, ziet men in betrokken kringen niet zonder zorg naar deze Fransche plannen. Frankrijk toch is juist de laatste jaren .als afzet gebied voor haring in beteekenis toege nomen, doordat Elzas-Lotharingen weer Fransch geworden is, en dit land vanouds veel Hollandsche haring heeft betrokken, welke daar wordt geprefe reerd boven de Fransche, ondanks het prijsverschil ten gevolge van het gehe ven invoerrecht. Volgens de Nederlandsche statistiek bedroeg de verzending naar Frankrijk in de laatste jaren: in 1919 2,723,200 K.G., of ongev. 19.060 tonnen haring, in 1920 2,725,400 K.G., of ongev. 19.080 tonnen haring, in 1921 2.077.500 K.G., of ongev. 18.700 tonnen haring, in 1922 5,194,500 K.G., of ongev. 36.360 tonnen haring, en in 1923 tot einde October 2,328,430 K.G., of ongeveer 16.280 tonnen haring. Dit zijn, vooral in de tegenwoordige omstandigheden nogal hoeveelheden van beteekenis. Reeds lang is er in Frankrijk krachtig streven op gericht geweest om de eigen visscherij te bevorderen en te beschermen, niet slechts door een hoog invoertarief, maar ook b.v. door speci aal ingericht snel en goedkoop vervoer van de visscherijproducten. Dit alles heeft echter den Nederlandschen invoer niet kunnen weren, vooral dien van ge zouten haring in Elzas-Lotharingen. Vermoedelijk wordt thans beoogd door een scherper tarièf den invoer daar eens voor goed onmogelijk te ma ken, waarin een scherpe bedreiging van het. Nederlandsche haringbedrijf zou zijn gelegen. Misschien ook wel moet men dit voor nemen zien als een onderdeel van de serie van dreigende maatregelen, wel ken den laatsfen tijd tegen de Neder landsche handels- en verkeersbelangen werden getroffen, waarbij gedacht kan worden aan het. streven om het spoor wegverkeer van het Riinland door Frankrijk en België te leiden en indi rect onze verbindingen met Engeland via Hoek van Holland en Vlissingen te henadeelen, de heffing van het. bezet tingstarief on den Riin van schenen be stemd voor Nederland, met schending van de Rijnvaart-akte, de afstand door Frankriik van heffing der surtaxe d'en trepöt et d'origine voor via Antwerpen naar den Elzas doorgevoerde goederen terwiil die heffing van ongeveer Fr. 3( per 1000 K.G. voor goederen via Rotter dam wel wordt geheven, de vrijstelling van sluisgeld langs het Rijn-Herneka- naal voor schepen, welke ten bate van Frankrijk en België varen, enz. Hop het. zii. de belanghebbenden hij het Nederlandsche haringbedrijf zullen niet nalaten te trachten het dreigende gevaar af te wenden, terwijl ze hierbij op de krachtdadige medewerking van onze regeering meenen te mogen en kunnen rekenen. van den motorvrachtlogger „Leeuwe rik" op 8 Februari 1923. De loodsschipper, de heer T. Bakker, verklaarde, dat hij zich den 8en Febru- •i aan boord van de loodsschoener 106 onder den wal van Vlieland bevond. Het weer was stormachtig, waardoor er geen sleepdienst verricht kon wor den. Aan boord waren een drietal lood sen en een drietal schepen waren dien morgen door het Stortemelk geloodst. Toen het laatste schip geloodst was, kwam de „Leeuwerik" in zicht. In de groote mast was de Nederlandsche vlag geheschen, ten teeken, dat er een loods gewenscht werd. Daar het weer te stormachtig was om op die plaats een sloep uit te zen den, gaf de loodsboot aanwijzing om naar een gaston te manoeuvreeren, de eenige plaats, waar een loods gegeven kon worden. De loodsboot manoeuvreerde ook. De manoeuvre's werden op de „Leeuwerik" verkeerd begrepen en het schip liep aan den grond tussehen de zwarte ton No. 7 en No. 8. Uit de verklaringen van den schipper van de „Leeuwerik", die niet versche nen was, bleek, dat deze geklaagd had, dat de loodsboot de „Leeuwerik" ge hinderd had bij manoeuvreeren, terwijl hij later geen loods meer wenschte. De Inspecteur voor de Scheepvaart merkte op, dat hier niet gebleken is, dat critiek op het loodswezen gerechtvaar digd is, of dat de loodsschipper in zijn plichten te kort geschoten is. Spr. advi seerde den Raad alsnog den schipper van de „Leeuwerik" te hooren, teneinde meer licht in de zaak te krijgen. De Raad zal later uitspi'aak doen. De sleepboot Hector vertrok Za terdag van hier naar Vlaardingen met op sleeptouw de Britsche stoomtraw lers Falcon en Plymouth. Deze trawlers zijn aan een IJmuidensche firma ver kocht en zullen op de werf van de firma A, de Jong te Vlaardingen worden inge richt volgens de Nederlandsche sche penwet. De Reedersvereeniging voor de Ne derlandsche Haringvisscherij en de Vereeniging van Haringhandelaren hebben den minister van buitenland- sche zaken verzocht, bij de Fransche regeering er op aan te dringen, dat in Frankriik geen invoerrecht op haring zal worden ingevoerd. SCHEEPVAART. INGEZONDEN. HONGERENDE HOLLANDERS. Nog eens komen wij hulp vragen voor onze noodlijdende Hollanders Duitschland. De nood dezer menschon wordt inderdaad onrustbarend. Van uit Zevenaar als centraal punt trachten wij geregeld kleeding en voedingsmid delen naar alle contra van Hollanders Duitschland te zenden. Alle gege-1 vens voor een doelmatige hulpverlee-1 ning zijn daar aanwezig, omdat via de hulp-comité's in de verschillende con- sulaatsgebieden de opgaven van de meest noodlijdende gezinnen binnenko men. In Zevenaar zetelt de centrale lei ding van de steunverleening, die van wege de Ned. Regeering onder de lei ding van den Grenscommissaris, den heer C. de Jongh, wordt toegepast Deze steun gaat tot. een maximum van f 5.— per week. Wij zien uit naar hulp van particulieren, omdat er zoo groote be- j hoefte is aan kleeding en beddegoed. Er is inderdaad aan alles gebrek. En tel ken wanneer wij op onze tochten langs de verschillende noodlijdende gezinnen zien de groote ellende, waarin duizen den onzer landgenootcn verkeeren, moet ons de opmerking van 't hart, als ons Ned. volk slechts iets had gezien i den schreienden nood, zou er een spontane hulpverleening komen, zóó groot, dat wij in Zevenaar geen handen genoeg zouden hebben om de zendingen kleeding en voedingsmiddelen te distri- bueeren. En daarom: helpt ons! De win ter komt en voor onze noodlijdende Hollanders in Duitschland is alles zwarte ellende! Als Holland nu maar in de eerste plaats helpt de eigen landge- nooten in den vreemde! G. VAN ROEKEL. Secretaris van den Armenraad te Arnhem. De Italiaansch-Nederlandsche Ka mer verspreidt 2 maandelijksche mede- deelingen, betreffende beslissingen in de bestuursvergaderingen dier Kamer genomen en aangaande de werkzaam heden, gedurende die periode verricht. Zij, die in deze publicaties belangstel len, kunnen hiervan kennis nemen op het secretariaat der Kamer van Koop handel en Fabrieken voor Haarlem en Omstreken, Kruisweg 70, Haarlem. De intrekking van Zilverbons. Men vestigt er de aandacht op dat op 31 dezer de gelegenheid vervalt tot in wisseling van de ingetrokken zilver bons van f 1.model 1916 en van f 2.50, model 1915. Tot dezen datum kunnen de bedeolde zilverbons nog ten kantore van het Agentschap van het ministerie van Financiën te Amsterdam, Iieeren- gracht 344-346, worden aangeboden. Uit het bovenstaande blijkt, dat op het oogenblik nog alleen in omloop zijn de zilverbons van f 1.en van f 2.50 van het nieuwste type. Het bericht dat zoo nu en dan opduikt, als zouden met ingang van 1 Januari a.s. de zilverbons van f 1. - niet meer geldig zijn, m'.st dan ook allen grond. Van de zilverbons welke niethoeven te worden ingewisseld, dr- -n de bons van f 1.de dagteeicening van 1 Fe bruari 1920, terwijl de bons van f 2.50 zijn gedagteekend 1 Juli 1918 of later. Het ontslag aan 500 kazernewerklieden. De Bijzondere Commissie van Georga niseerd Overleg voor het burgerperso neel van het departement van Oorlog hield op 19 December een vegadering. Besproken is de ontwerpregeling be treffende de wijze, waarop aan 500 ka zernewerklieden met ingang van 1 Fe bruari 1924 ontslag zal worden ver leend. N.V. Hanzebank in het bisdom Haarlem. Het Centraal Hanze-Bureau verzoekt mede te deelen, dat, terwijl op 1 Januari 1923 het gestort kapitaal van de boven genoemde Hanzebank f 816.000 bedroeg, dit bedrag op 1 December j.l. was geste gen tot f 1.600.000, terwijl nog wekelijks een aanzienlijk aantal aandeelen wor den volgestort, zoodat binnen korten tijd de algeheele volstorting van het ge plaatste kapitaal ten bedrage van f 2.159.400 een voldongen feit zal ijn. Op initiatief van een aantal r laties der bank heeft het bestuur geineend, nog een extra-waarborgfonds te stich ten voor spaarders, deposanten en cre diteuren, die de voortzetting van het be drijf helpen bevorderen. Dit waarborg fonds is een vrijwillige inschrijving, waarbij ieder'inteekenaar tot een door hem zelf bepaald maximum zich borg- stelt tegenover genoemde crediteuren voor hetgeen bij buiten gerechtelijke li quidatie na het te gelde maken van alle bezittingen der vennootschap mocht ontbreken om spaarders, rekening-cou ranthouders en deposanten volledig te voldoen. Een aantal bestuurderen èn vertrou wensmannen van de Hanzebank heb ben, volgens het ons toegezonden be richt, onmiddellijk voor belangrijke be dragen ingeteekend. Tentoonstelling voor Volksvoeding. De Zondagavond gesloten tentoonstelling I voor Volkvoeding in het Paleis voor Volks- I vlijt is in totaal door 72.200 personen bezocht. De concurrenti e.^ In de grensplaats EIten had de burgerij POSTERIJEN. Postkantoor IJmniden. Lijst van onbestelbare brieven en brief kaarten, van welke de afzenders onbekend zijn. Terugontvangen inde le helft der maand December 1923. Brieven Binnenland. Ilaarlemsch Dagblad, Haarlem. M. C. (Poste Restante), Haarlem, j Briefkaarten Binnenland. Blok, mej. B., Haag. Koster, wed., Amsterdam, o. Schilling, jongejuffr A., Helder. 6 en 7. Zonder adres. Briefkaarten Buitenland. 8. Dubois Edward, Petersburg. 9. Just Hans, Hamburg. 1. 2. 3. 4. BINNENLAND. In de week van 10 tot 17 December zijn alhier uit zee binnen gekomen 74 stoomschepen en 1 zeelichter en naar zee vertrokken 66 stoomschepen en 1 zeelichter. Raad voor de Scheepvaart. De Raad voor de Scheepvaart stelde een onderzoek in naar de oorzaak van het omhoog varen in het Stortemelk Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Haarlem en Omstreken, Op het Bureau der Kamer van Koop handel en Fabrieken voor Haarlem en Omstreken, Kruisweg 70 Haarlem ligt ter inzage een lijst van de tentoonstel lingen, te houden in de eerste helft van 1924, samengesteld door de Internatio nale Kamer van Koophandel. telkens moeite om brood te krijgen. De bakkers weigerden afgifte tegen papier- marken. Thans hebben zich aldaar twee Hollandsche bakkers gevestigd, die met een bakkerswagen langs de huizen gaan en veel succes daarmede hebben. Treindief ontmaskerd. Dezer dagen werd zekere H., uit Slie- drecht bij het verlaten van den Parij- schen trein te Dordrecht in het gedrang aan het station beroofd van een porte feuille met f 80. Van een persoon dien hij verdacht kon hij aan de politie een vrij nauw keurig signalement geven. Als bijzon der kenteeken zou dienen, dat de beide handen van den gesignaleerde ver minkt waren. Zaterdagavond te 11 uur, aldus de „Msb." ontstond aan het Beursstation te Rotterdam een soortge lijk gedrang, waarbij de politie een Poolsch koopman H. W., wonende Pe likaanstraat te Antwerpen, arresteerde. Deze beantwoordde aan het opgege ven signalement en werd naar het hoofdbureau vervoerd. Er bleek tevens, dat hij in gezelschap was van een be kend Rotterdamsch zakkenroller en deel uitmaakte van een bende zakken rollers, gevormd door Belgen, Fran- schen, Duitschers en Hollanders, die geruimen tijd het traject Rotterdam—- Brussel onveilig maakten. De Pool is inmiddels naar Dordrecht overge bracht waar hij door den beroofden H. uit Sliedrecht is herkend,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1923 | | pagina 2