w Manufacturen Magazijn Uitbreiding „DE FAAM' Willemsplein 14 Firma Gebroeders Darphorn, W. MARCUSSE. VV Tolman en Zoon. Joh. v. d. Horst Gebr. Broersen N. Wildschut. MAX NABARRO Fa. Piet Boeree Jr. Sik- en Arnoldkade 20rood IJmniden. „DE FJS L AH M" Allen de beste wenschen voor 1924. N V. Motcrbootdiersgt „IJMUIDEN". Rijwiel- en Motorhandel Dir. Bioscoop FLORA - Velseroord. - WENSCHT G. Breekvelcft en Echtgenoot^ 0. Vreeswijk's Boekhandel WENSCHEN Bruijfizeef'g 0. Jongkees, Orairjestr. f8, IJmuiden j Eerstdaags bijtrekfciiig vsn 't perceel HUIJGENSSTRA AT 64 W. A, Verweerd, Brandstoffenhandel. Firma Wed. F. M. Brandwijk Zoon Firma Cupido en Balmeijar. A Bleeker Zn. Htftuutr. 64 PTHnPMA HöJ'f* M DRIE ZUSTERS TH. DIEPEN 6 AOENT DER SPAARKAS Velseroord, Veleerduinerbuurtweg 240. IJmuiden. Garage Viechetraat 3. WENSCHEN HUN CLIENTÈLE BIJ DE INTREDE VAN 1024 EEN OELUKKIO NIEUWJAAR. Behandeling van alle roorkoinende Verhuizingen en Transporten door geheel ederland SPECIAAL ADRES VOOR VERVOER VAN GEZELSCHAPPEN' p. f. !*r IJMUIDEN—ROTTERDAM. Agent W. TROMP, Breesaapstraat 27. Timmerlieden en Wagenmakers, wenscht allen een gelukkig Nieuwjaar- in oude metalen, louwwerk enz., wenschen allen een gelukkig Nieuwjaar. wenscht begunstigers en vrienden een gelukkig Nieuwjaar. p.f. CONFISEUR PATISSIER. KENNEMERLAAN 5. wenschen hun geachle Cliënlèle, Vrienden en bekenden een gelukkig NIEUWJAAR. wenscht zijn geachte CJiëntèle een gelukkig Nieuwjaar. IEDEEEEN HET ZELEDE WAT ZE ÜEM JANUARI 1924. SIGARENMAGAZIJN KANAALSTRAAT 57. p.f. f""" PRINS HENDRIKSTRAAT 105. 1 ONZE GEACHTE CLIENTÈLE GELUKKIO NIEUWJAAR. SALON VOOR SCHEREN EN HAARSNIJDEN. HANDEL IN TABAK EN SIGAREN. DE BESTE WENSCHEN VOOR 1924. p.fWillebrordstraat hoek Ratelstraat. p. f. TIMMERLIEDEN, METSELAARS EN AANNEMERS. P-f- Bouwmaterialen Velseroord. I Nu Januari „DE MAAND DER UITVERKOOPEN" nadert raden wij U aan, onze adverlentie en Etalage's in de komende dagen goed in het oog te houden, want wij zullen in deze maand niet achter blijven, maar elkeen 'n mooie inkoopgelegen- j beid geven. TELEPH. 480 i si© I i©f §L$ ItJiiss li'iJN» TELEPH. 480 Slltl TM IA1L ROIXBS. Geautoriseerd® vertaling van Merr. NUIJM-POSTEUKUS. 56 Martin Dat was het eenige wat zij in het hoofd had. Doch nu kwamen van alle kanten de gedachten opzetten Dat was het geweest Zijn voet stappen had zij gehoord zonder te weten, dat hij het was Hij was in huis geweest en had voor haar deur gestaan En zij had gemeend, dat het een bedelaar was Wat wil hij toch van mij? dacht zij. Waarom gunt hij mij mijn armzalige rust niet? Wie geeft hem het recht, mij weer op te jagen? Wij hebben elkander immers niets, niets meer te zeggen Haar handen omklemden het taschje in machteloozen toorn tegen den man, die haar zoo diep had vernederd, en die hu als een spook haar vrede kwam ver storen Wat wil hij hier in Berlijn? vroeg zij zich af. Kolonel Haszlingen zeide im mers toen tegen vader, dat hij in Mün- chen woonde en hier heeft hij nie mand geen familie of vrienden niemand meer Eindelijk was zij bij de straat waar zij woonden. Juist wilde zij den hoek omslaan en greep opeens met de hand naar haar hart Daarginds half verscholen achter den steiger v$,n een in aanbouw zijnd huis, vlak tegen den muur gedrukt, stond iemand, groot en slank, een wei nig voorover gebogen en staarde haar over de straat heen aan Hij deed een stap bleef weer staan, alsof hij dadelijk verder zou loopen. Hij stak de handen vooruit, als om te grijpen, de oogen in het magere, bleeke gelaat O, die oogen! Martin Opeens was alle leed en smart in haar weer ontwaakt en klaagde hem aan. Geen heldere gedachte was in haar hoofd, alleen de herinnering aan het zwaarste uur van haar leven toen zij hem voor het laatst had gezien aan zijn ontrouw, aan zijn hardheid. Alleen dit weten, dat als een vloed op- steeg en haar overstroomde: Die man die heeft mijn leven arm gemaakt Zij liep alsof iemand haar ver volgde. En toch had zij het nog gezien in al haar angst en schrik hoe hij, die reeds naar haar toe had willen komen, als verstijfd was 'blijven staan en hoe hij de uitgestoken handen langzaam had laten zakken. Dagen en weken lang kon Sibylle i dit voorval, en den schok daardoor ver- oorzaakt, niet van zich zetten. Telkens hoorde zij weer zijn voetstappen, zijn strakken, smeekenden blik, en dan re zen weer alle herinneringen bij haar op en vroegen haar aandacht. Sinds de ontmoeting met Martin was zij voortdurend in spanning en angst gebleven. Toen zij 's middags thuis kwam, had Andrea dadelijk opgemerkt, hoe bleek zij was. Sibylle had haar gezegd, dat zij hoofdpijn had, en onder dat voorwen- sel was zij ook na het eten in huis ge bleven. Zij kon er niet toe komen, om weer naar het atelier te gaan; de angst, dat Martin misschien nogmaals een po ging zou aanwenden, om haar op straat aan te spreken, weerhield haar. Marianne en Andrea zouden dadelijk na het eten samen naar stad gaan om boodschappen te doen. Sibylle bleef eerst nog een beetje bij vader zitten, om niet voortdurend Andrea's vragenden blik te voelen. Zij wilde wachten, tot dat haar zusters weg waren en zij had het gevoel, alsof haar onrust en haar behoefte om alleen te zijn steeds toenamen. Zij kon nauwelijks haar op winding verbergen. De heer Von Wildenberg zat op de ge makkelijke kanapee in zijn studeerka mer, en had het kussen met het tulpen patroon van tante Fransje achter zich. Hij legde een spelletje patience. Het ge- heele tafelblad lag vol met de kleine kaarten, die de oude heer met een ern stig gezicht op rijen legde. Het wilde echter niet uitkomen, en de generaal werd een beetje moe. Dat gebeurde te genwoordig dikwijls na het eten. Toen nam Sibylle hem het spel uit de handen, schoof het kussen met het tul penpatroon goed, legde den lichten reisdeken over zijn voeten, en ging met goedigen glimlach naar haar slaapka mer. Daar was het heel stil het alleen zijn was een ware weldaad voor haar. Zij had nu eenige uren voor zich, dat Andrea niet met bezorgde oogen naar haar hoofdpijp zou vragen, dat Mari- annetje niet zachtjes zou fluisteren, om haar niet te hinderen Uren, dat hier geen voetstap zou weerklinken, geen kastdeur zou kraken, geen kam op den grond zou vallen. Rust Zij maakte haar rijke blonde haren los, en stak het in een lossen knoop op; zij bevochtigde voorhoofd en slapen met eau de Cologne. In de kleine studeerkamer naast de slaapkamer schoof zij de gordijnen voor de ramen dicht. Het was er nu sche merdonker en bijna koel, ondanks de hitte buiten. Zij ging op den ruststoel liggen en sloot de oogen. Zij wilde niets zien, niets hooren. Doch als in koorts 'woel den haar gedachten rond telkens moest zij het gebeurde weer doorle ven. En als zij zich voor enkele oogen- blikken daarvan had losgerukt, be stormde haar bij elke nieuwe gedachte de vloed van vragen opnieuw. Niets, niets kon zij zich voorstellen, dat niet reeds na enkele oogenblikken in be trekking stond met Martin von Ung- nad. Elk bellen deed haar opschrik ken. O God zou hij soms hierheen komen Angstig dacht zij aan vader, aan het gevaar dat ontstaan kon uit een ont moeting met Martin, uit de daaruit voortkomende opwinding. In spanning luisterde zij naar het meisje, dat het portaal doorliep om open te doen. En zij was niet gerust, eer zij wist, dat zij zich noodeloos bezorgd had ge maakt. Dan lag zij weer stil te denken over dezelfde vragen, die bij haar waren op gerezen bij de woorden van den klei nen portiers jongen en nadat zij Martin gezien had. Langzamerhand werd zij wat kalmer, en kwam er meer hei heid in haar gedachten. Zij doorleefde opnieuw alle aan ningen, die haar voor enkele urer troffen hadden. Martin dacht zij wat wild aan mijn deur wat kwam hij hij zoeken? Zij zag zijn bleek, smartelijk ge dat zooveel van zijn jeugd verl had zijn gebogen, vermagerde stalte, daar in de schaduw di handen uitstak, als om iets te gri zij zag zijn trillende, halfgeop. lippen En nu wist zij het. Die man k\ niet als overwinnaar In die bla oogen, die zij goed kende, lag geer luk Daarin was slechts teleur ling, en bitterheid, en berouw En zonder smart of blijdschap d zijMartin, die mij heeft verstoc die mij verliet om naar die an vrouw te gaan, stond als smeeke voor mijn deur en hij heeft het niet gewaagd, te bellen of m roepen En toen heeft hij mij o wacht, en heeft in den zonnegloei handen opgeheven: Hoor mij aai laat mij met u spreken laat mi Als door een plotselinge pijn s Sibylle de oogen en schudde het ho Niets niets meer hooren van verledene vrij zijn! geen -nie strijd! Rust vinden Zij keek om zich heen. Stilte en s mering vullen het vertrek, waar worstelde met haar herinneringer haar smart. Zij smachtte naar rust liggen en niets meer denken! Rust lichaam en ziel Wordt vervoV

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1923 | | pagina 4