de vrouwenverenigingen in den lande, in dezen optredende voor de Algemeene Nederlandsche Vrouwen-Organisatie, de Nederlandsche Unie voor Vrouwen- belangen, de Vereeniging van Staats burgeressen, de Vrouwengroep van den Vrijheidsbond, de Vrijzinnig-Democra tische Vrouwenclub en de Vrije Vrou wenvereniging, wendt zich tot U, Me vrouw, met het verzoek het daarheen te willen leiden, dat het recht der Neder landsche vrouw op arbeid, hetzij zij gehuwd of ongehuwd is, onaangetast blijve. Diensvolgens durft adressante U te vragen, dat de ambtenares bij geen enkel Besluit worde ontslagen, OMDAT zij vrouw is. TOELICHTING. Adressante voelt ten volle de onaf wijsbare noodzakelijkheid tot vermin dering van ambtenaren, dat de daar- uitvolgende ontslagen ook vrouwen zullen treffen, voor adressante onver mijdelijk. Dat zij evenwel de allereer- sten en de eenigsten zijn, lijkt haar niet rechtvaardig. De tot nu toe in de bladen gepubli ceerde Regeeringsplannen vertoonen allen een sterke neiging tot wering uit 's-Rijksdienst, omdat zij vrouw is: Het ontslag der gehuwde ambtena ressen, voor zooverre zij geen kostwin- ster van het gezin zijn; Als argument voor dit ontslag wordt aangevoerd: de dubbele inkomsten van een gezin waar beiden, èn de man èn de vrouw, een inkomen verdienen. Gezien van dit standpunt dat niet is van adressante, wijl het een norm stelt aan de inkomsten van den ambtenaar, dat misschien in het heden tijdelijk dienst kan doen ter verzachting van het leed, dat nu eenmaal verbonden is aan het ontslaan van velen, zou elke ambtenaar die buiten zijn salaris ook nog andere inkomsten geniet: pensioen, vermogensinkomsten van zichzelf of van zijn vrouw: of wel andere revenuën, ergo over dubbel inkomen beschikt, in de termen vallen om ontslagen te wor den, gelijk dit thans alleen voor de ge huwde ambtenaressen wordt voorge steld; daarnevens is in het vooruitzicht ge steld, dat voor de ambtenares in den vervolge het huwelijk zal beteekenen: Eervol ontslag; Geen sprake dus meer van de moge lijkheid, dat de ambtenares mag optre den als kostwinster van het gezin. Wet telijk mag zij dus niet in het huwelijk treden met een man die niet over ge noegzame middelen beschikt om haar te onderhouden in den stand waarin zij gewoon is te leven. Tevens wordt daar mede het huwelijk gedegradeerd tot een kostwinning voor de vrouw, een verdrag tusschen een werkgever en een werkneemster, waarbij ten basis wordt genomen de fictie, dat elke man, die trouwt een gezin kan onderhouden en dit zal kunnen doen zijn geheole le ven lang, ja zelfs nog nd den dood. In de practijk is dit volstrekt niet zoo. Vele gezinnen worden gelukkig gebouwd op de mogelijkheid en waarschijnlijkheid, dat beider arbeidsvermogen is om te zetten in loon of salaris. Deze algeheele verwijdering der gehuwde vrouw uit de betere betrekkingen in 's-Rijks dienst te ingrijpender, wijl zij ten gevolge kan hebben een wettelijke verordening, die ook den particulieren werkgever ver biedt gehuwde vrouwen aan het- werk te stellen op kantoren, ateliers, in werk plaatsen. Dit is wel het ergste verbod dat den mensch kan treffen. Het ver bod om uit zijn kennis en werkkracht zijn bestaan te winnen, wordt wreed heid waar 's lands wetten den gehuwde man en vader volstrekt niet noodzaken het door hem verdiende of op andere wijze verkregen inkomsten voor of aan zijn gezin te besteden. Dit toch wordt geheel en al overgelaten aan zijn meer dere of mindere welwillendheid. Juist voor de goede gezinnen is het in dezen zeker hoogst ontmoedigend, dat niet meer aan de echtelieden wordt overge laten, hoe in gezamenlijk overleg hun leven te regelen ten profijte van hun ge zin, maar van hoogerhand hun een le vensregel wordt opgedrongen, wat ze ker niet overeenkomt met den vrijen Hollandschen geest: dan ligt, volgens de publicaties, aan de beurt het ontslag der ongehuwde ambtenaressen; daarna eerst volgen de ongehuwde mannen: Voor dit hier de vrouwen laten voor gaan is geen enkel redelijk motief aan te geven. Over het algemeen toch zijn het de ongehuwde vrouwen die hebben te zorgen en zorgen voor behoeftige ou ders of wel zich belasten met het on derhoud van het gezin van vader, moe der of andere verwanten, terwijl dit bij ongehuwde mannen slechts uiterst zel den voorkomt. Bovendien kan hij het ontslag voorkomen door te huwen, zoo mogelijk met een vrouw die over eigen inkomen beschikt. Adressante meent, dat uit de geheele manier waarop de vermindering van ambtenaren is opgevat ten duidelijkste blijkt, dat in eerste instantie hierin wordt gezocht een middel om het der vrouw voor goed onmogelijk te maken in "s Rijksdienst een bestaan te vinden. Dit niettegenstaande artikel 5 der Grondwet uitdrukkelijk ieder Ne derlander daarop het recht verleent. Adressante vraagt noch bijzondere gunsten noch bevoorrechting voor de vrouw, alleen maar voor haar als bur ger van den Staat een gelijke behande ling als voor den man. Met verschuldigde eerbied en hoog achting w.g. A. SCHWIER—RUTTERS Frans Halsstraat 27 W. DRUCKER M. M. KOEK—MULDER Amsterdam, Januari 1924. ROND DE GEMEENTEBEGROOTING. II. Wie verwacht dat wij zullen naplei- ten over de gehouden discussies inzake het voorstel van B. en W. 8V2 op pensioenaftrek der salarissen van amb tenaren en werklieden, heeft het mis. Er is veel over gepraat, er was een amendement van den heer Schuiten maker en de heer Vermeulen had ook nog een amendement in den zak. Waar voor dat alles noodig was, begrepen wij niet. In de afdeelingsvergaderingen als die er geweest waren had men tot elkander kunnen komen. Maar ook hier was toch al dat gepraat overbodig, want de zaak was immers vooruit be slist. In de rechtsche fracties was be sloten dat men voor de 3J/2 procent zou stemmen. Daarom meenen wij dat de mededeeling van den heer Vermeulen, dat hij een amendement had, dat f 7400 zq.u opbrengen voor de gemeentekas, mets meer dan een gebaar was. Want deze wist toch wel, dat deze zaak haar beslag al gekregen had. Wij vinden het genomen besluit van de 3V2 het beste, maar de behande ling der zaak geeft toch weer een be wijs voor het zwakke beleid van B. en W. Dat de wethouders liever voor de 3j/2 dan de 8*/2 stemden, wij kunnen het begrijpen, maar de heer Lande- weert had want hier was tijd tot na denken en overleg geweest heel goed kunnen weten, dat Gedep. Staten het vernieuwen van wegen niet tot een ob ject voor het aangaan van geldleenin- gen zullen verklaren. Wij twijfelen zelfs zeer of zij wel zullen toestaan dat voor de meerdere waarde der nieuwe bestrating (door keien inplaats van straatklinkers) geleend zal mogen wor den. Van den wethouder van financiën bevreemdde ons vooral de gemakke lijkheid, waarmede deze van de 8V2 afstand deed en vóór de 3x/2 stemde. Men kon er mee komen, moet de wet houder gezegd hebben, waarom de rechtsche fractie voorui.t besloot tot het meegaan met de 372 Den volgenden dag bleek echter reeds, dat men er niet kon komen en kwamen de rechtsche fracties met hun voorstel om de winst van het gasbe drijf niet te reserveeren dit jaar. (De halve winst dan, want de andere helft komt in den vorm van retributies in de gemeentekas). Wij komen hier nog wel op terug, maar uit alles bleek hoe weinig beleid er in het college was. Ja, te sterker bleek dit, toen de wethouders Dunne- bier- en Handgraaf vóór het voorstel der rechtsche fracties stemden, om de hoofdelijke omslag vast te stellen op f 675000, terwijl in de nota van B. en W. een eindcijfer van f 685000 werd genoemd. Het georganiseerd overleg is nog verre van een ideale instelling. Dat bleek ook nu weer uit de algemeene beschouwingen. Maar hoe kan het overleg heeten, als de voorzitter en vertegenwoordiger van het college van B. en W. geen carte blanche heeft, maar een bindende opdracht om de 8V2 te verdedigen, als zijnde noodza kelijk. Begrijpelijk was de klacht, van den heer Nijssen, dat het zóó geen pret tig werken is voor de raadsleden, afge vaardigden in het overleg, wijl zij dan de niet prettige taak hebben van de twee onverzoenlijke partijen bemidde lend tot elkander te brengen. Dit nu ziende, herhalen we dat al dat gepraat verloren tijd is geweest, want in het georganiseerd overleg was men al overeen gekomen. Temeer bevreemdt dan de houding der wethouders, die aan den heer Dunnebier als hun ver tegenwoordiger de opdracht van de 8lf2 hadden gegeven. De heer Dalmeijer heeft een aantal urgente zaken opgesomd: een openbare bewaarschool voor IJmuiden, een open bare leeszaal, een werk- en leerschool voor meisjes, een ziekenhuis enz. De heer Vermeulen wilde dat men van particuliere zijde een bewaarschool te IJmuiden zou stichten. Dat is natuur lijk gemakkelijk gezegd, maar van Prot. zijde wil men te Velseroord graag een Chr. Bewaarschool stichten en daartoe blijkt men ook niet in staat. Zoo is er veel, dat we graag zouden willen, maar dat niet mogelijk blijkt. Een openbare leeszaal zouden we zoo gaarne in IJmuiden zien, maar 't zal nog wel wat duren. Toch meenen we te mogen vlagen, of de Vereeniging Openbare Leeszaal niet meer kon doen. Zij is na de oprichting dadelijk inge slapen nadat er een groot bestuur was gekozen en is nu dood. Dat had toch wel anders gekund. De heer Tusenius zeide bereid te zijn mc-de te werken aan het streven van B. en W. naar bezuiniging. Dat is gauw gezegd, want dadelijk daarop vroeg de lieer Tusenius enkele dingen, die aar dig wat gidd zuï'.en kosten. Ton eerste verbetering van de brandweer te IJmui den, die zeker noodzakelijk is. Een flin ke stoomspuit zal o.i. toch minstons te IJmuiden gestationneerd moeten wor den. Belangrijk was wat de heer Tusenius opmerkte over de verbinding tusschen IJmuidenVelseroord en het Noorde lijke deel der gemeente, speciaal de Breesaap. Wij hebben vroeger al opge merkt dat wanneer niet tijdig voor een goede verbinding zou worden gezorgd, de bewoners van de Noordzijde zich zouden oriënteeren naar Beverwijk. Dit is nu al het geval en wordt nog erger, nu de mcnschen daar ook hun belasting moeten betalen enz. Straks vragen ze wat voor zin het heeft aldus tot de ge meente Velsen te behooren. Het Bever- wijksche blad Kennemerland heeft het Hoogovenbedrijf al lang bij Beverwijk geannexeerd en plaatst de berichten be treffende dit bedrijf onder Beverwijk, 't Is natuurlijk wel belachelijk, maar waar is wat de heer Tusenius opmerk te, dat er een trek is naar Beverwijk te onzen koste. Daarom mag gevraagd, of een goede verbinding over het kanaal moet wachten op het gereedkomen van de nieuwe schutsluis, want dat zal wel minstens 1930 worden. Alle goede dingen bestaan in drieën, dacht de heer Tusenius en daarom be pleitte hij nog een goede zaak: een meer menschwaardiger vervoer van uit zee aangebrachte gewonden en zieken. Al lemaal dus dingen, die geld kosten, maar wij ondersteunen ze zeer, als zijn de zeer noodig. De heer Vermeulen bepleitte voor de tweede maal uitbreiding van het col lege van B. en W. en deed een beroep daartoe op links. Als men dit van par tij-standpunt beziet hetgeen de heer Vermeulen zeker deed, want hij wilde door de uitbreiding een andere stem menverhouding in het college brengen was dit beroep een beetje vreemd. Want met een rechtsche meerderheid, als de raad heeft, zouden de rechtsche fracties dezen nieuwen zetel zeker voor zich opeischen, daar de verhouding dan 32 zou worden. Gelukkig heeft de voorzitter den raad gerustgesteld: als burgemeester weet hij zich boven het partijstandpunt te verheffen. Wij hopen dat B. en W. één zaak, door den heer Dalmeijer genoemd: een be lastingspaarfonds, nu eens met kracht aanpakken. Want al is de inning der in komstenbelasting aan het Rijk, er is toch best een middel op te vinden, dat voor de ingezetenen, die er aan willen deelnemen, de belastingen uit het spaarfonds worden voldaan. Laat men nu eens een ernstig onderzoek instellen in de plaatsen, waar zulk een spaar fonds is, in Zwolle en naar wij meenen ook in het nabije Bloemendaal. Het zal voor tal van arbeidersgezinnen heel wat verkieslijker zijn om één, twee of drie gulden per week te betalen, dan 50, 100 of 150 gulden in eens. Tenslotte nog iets over een zeer be langrijke zaak: die der werkloosheid en hare bestrijding. In ons vorig art. heb ben wij al opgemerkt hoe voorbarig B. en W. zijn geweest met de opheffing der steunverleening voor de arbeiders in het visscherijbedrijf. Thans was er weer een verzoek van den Chr. Zeelieden- bond om wederinvoering der steunrege ling. Wij vonden het pijnlijk dat B. en i W. dit adres naast zich wilden neerleg- i gen met de verklaring: niets aan te doen. Gelukkig is dit niet gebeurd. Wij zouden zoo heel graag zien dat zoo als de heer ten Broeke al een paar maal vroeg het college nieuwe objecten zocht voor werkverschaffing. Er zijn nu zeker een 500 werklooze mannen in onze gemeente, het gaat niet dezen steeds te verwijzen naar de armbestu ren. Waarom de rioleering van eenige wegen op Wijkeroog maar niet spoedig aangepakt en een aantal mannen daar aan 't werk gezet? En waar nu in den omtrek van den watertoren reeds ge bouwd wordt, waarom niet een deel van het wegenplan daar in orde gemaakt? Of het plantsoen rondom den waterto ren gemaakt. Het duurt alles veel te lang. Op 8 Januari is dit besproken en nu na drie weken hebben we nog niets gehoord. De armbesturen hebben nu een bui tengewoon zware taak en de leden daarvan verdienen ons groote respect en onzen dank voor dit zeker moeilijke liefdewerk. Maar hulp is voor hen onontbeerlijk en de heer Vermeulen zei terecht dat voor dezen buitengewonen tijd buiten gewone maatregelen moeten worden genomen. Nu willen de raadsléden geen ambte naar. Maar 't zij tijdelijk of niet, er zal toch iemand moeten komen, die een behoorlijke bezoldiging ontvangt. Na tuurlijk blijft de leiding bij de besturen. Is men hier echter niet al te bang voor een naam? De heer Tusenius merkte op, dat we nu eigenlijk beter konden spreken van maatschappelijk hulpbe toon. Wij weten niet, of hij 't zoo be doelde, maar indien wel, dan heeft het onze hartelijke sympathie. Want de meeste der werkloozen zijn arm buiten hun schuld. En is het niet de taak der gemeenschap, dat wij voor hen zorgen? Is dat een noodzakelijk kwaad of is het onze menschenplicht? Laat men bedenken dat bij den groei onzer gemeente wij straks niet buiten zulk een ambtenaar zullen kunnen. Wij hebben een vriend, die in Amsterdam huisbezoeker is bij het Burgerlijk Arm bestuur en wij hebben groote waardee ring voor zijn moeilijk, maar mooi werk. Bedroevend vinden wij dat het R.K. Burg. Armbestuur blijkbaar niet de zelfde hulp wil, die het Schaalarmbe- stuur zich zal assumeeren. Dit doet ons vragen of deze wel historisch geworden toestand, die echter uit den tijd is, moet blijven voortduren? Waarom is er niet één van de raadsleden, die ijvert voor één Burgerlijk Armbestuur? Stel, dat men van socialistische zijde 'n armbe stuur vroeg, samengesteld enkel uit so ciaal-democraten. Men zou dit absurd vinden en terecht. Maar waarom dan dezen toestand bestendigd, die even min meer zin heeft? Eén burgerlijk armbestuur moest er zijn met leden van alle gezindten en alle partijen en deze moesten de armen verzorgen zonder te vragen naar relegie of partij. Durft geen der raadsleden dit aan? In andere plaatsen is het toch zoo! De algemeene beschouwingen wer den gesloten met een kostele grap van den heer Schuitenmaker, die daartoe uitgelokt door den heer Schilling een woordspeling op dezen maakte in verband met een stukje Bijbelsche ge schiedenis, dat de raad en de verslagge vers deed schateren van het lachen. En de heer Schilling kon niet beter doen dan meelaehen. Want rè&k was het. G. V. VISSCHERIJ. Gedurende de maand December van het jaar 1923 zijn te IJmuiden aan den rijksvischafslag aangekomen 261 stoomtrawlers met f 598.083 besom ming tegen in December van het jaar tevoren 211 stoomtrawlers met f 513.461 besomming en in het geheele jaar 1923 kwamen binnen 2420 stoomtrawlers, die f 5.563.472 besomden, tegen in het jaar 1922 2724 stoomtrawlers met f 6.288.868 besomming. Verder kwamen in de maand Decem ber van 1923 van de trawlvisscherij binnen: 89 zeilloggers met f 42.366 besomming tegen in December van het jaar daar voor 84 dier vaartuigen met f 40.382 be somming on in het geheele jaar 1923 1755 zeilloggers met. f 783.466 besom ming tegen in 1922 1848 zeilloggers, die f 768.893 besomden: sleepboottrawlers kwamen er in De cember van 1923 niet aan de markt te gen in December van het jaar daar voor 5 sleepboottrawlers met f 4868 besom ming en in 1923 kwamen binnen 41 sleepboottrawlers met f 28.035 besom ming, tegen in het jaar tevoren 96 dier schepen, die f 86.426 besomden; 176 motorkustvisschers met f 6766 besomming, tegen in December van het iaar tevoren 48 dier vaartuigen met f 1253 besomming en in het geheele jaar 1923 kwamen binnen 3417 motorkust visschers, die f 200.878 besomden, tegen in het jaar daar voor 1543 dier schepen 'v.et f 127.837 besomming; 29 zeilkustvisschers met f 698 besom ming, tegen in December van het jaar 1922 16 dier vaartuigen met f 328 be somming en in het geheele jaar 1923 464 zeilkustvisschers, die f 8398 besom den, tegen in 1922 246 dier vaartuigen met f 7074 besomming; 31 open booten met f 290 besomming, tegen in December van het jaar tevoren 25 open booten met f 397 besomming en in 1923 331 open booten met f 2995 be somming. tegen in het jaar daar voor 157 open booten met f 1533 besomming; 6 motorloggers met f 3807 besom ming, tegen in December 1922 4 motor- loggers met f 2770 besomming en in het jaar 1923 111 motorloggers met f 65.987 besomming, tegen in 1922 74 dier vaar tuigen, die f 41.771 besomden. Van vreemde nationaliteit kwamen in December van 1923 hier binnen 92 Duitsche stoomtrawlers met f 229.268 besomming, tegen in December van het jaar daar voor 124 stoomtrawlers met f 284.059 besomming en in het jaar 1923 869 Duitsche stoomtrawlers met f 2.195.606 besomming, tegen in het jaar daar voor 1109 Duitsche stoomtrawlers, die f 2.325.101 besomden; Verder kwamen in December van 1923 nog binnen1 Duitsche motortraw ler met f 1055 besomming, tegen in De cember van het vorige jaar 5 Duitsche motortrawlers met f 1505 besomming en 3 Engelsche stoomtrawlers met f 14.702 besomming en in 12 maanden van 1923 7 Engelsche stoomtrawlers met f 4895 besomming; 20 Duitsche mo tortrawlers met f 16.456 besomming en 75 Deensche motorschepen met f 90.621 besomming, tegen in het jaar 1922 13 Engelsche stoomtrawlers met f 44.744 besomming, 1 Engelsche zeilkotter met f 232 besomming, 15 Duitsche motor trawlers met f 8175 en 73 Deensche mo tortrawlers met f 77.399 besomming. Van de beugvischerij kwamen in De cember van 1923 hier binnen: 10 zeil- beugers (sloepen) met f 10.521 besom ming tegen in December van het jaar daar voor 12 zeilbeugers met f 16.368 besomming en 1 stoombeuger met f 1695 besomming en in het jaar 1923 188 stoombeugers met f 380.972 besom ming, 189 zeilbeugers met f 217.202 en 16 motorbeugers met f 16.083 besom ming tegen in het jaar 1922 97 stoom beugers met f 223.738 en 161 zeilbeugers met f 256.759 besomming. Van de haringvisscherij kwamen in December van 1923 binnen: 3 zeillog gers met f 2451 besomming, 2 motor loggers met f 3085 besomming, 5 stoom- loggers met f 6943 en 29 Engelsche stoomdrifters met f 129.934 besomming tegen in December van het jaar daar voor 3 zeilloggers met f 10.223 besom ming, 1 motorlogger met f 1613 en 17 Engelsche drifters met f 29.988 besom ming en in 12 maanden van 1923 97 zeilloggers met f 237.524 besomming, 14 motorloggers met f 24.023 besom-- ming, 29 stoomloggers met f 45.709 en 214 Engelsche drifters met f 519.927 be somming tegen in 12 maanden van het jaar tevoren: 57 zeilloggers met f 137.179 besomming, 12 motorloggers met f 45.247 besomming, 2 stoomlog gers met f 1959 en 258 Engelsche drif ters met f 281.486 besomming. De in consignatie aangevoerde vischzendingen brachten in December van 1923 f 37.544 op; die in December van het jaar daar voor f 9484 en die van het geheele jaar 1923 f 435.473 te gen die van het jaar 1922 f 286.907. De opbrengst van de in December v. 1923 aangevoerde visch is f 1.072.81*7; die van December van het jaar 1922 f 933.104, terwijl de totaalopbrengst van alle gedurende het jaar 1923 aangevoer de visch bedraagt f 10.837.732 tegen een totaalopbrengst in het jaar 1922 van f 11.012.351. Ansjovis-, Bokking- en Haringexport naar Dnitschland. Men schrijft aan de N. R. Ct.: Nadat reeds eenigen tijd geled;en een ruimere verzending van versche zee- visch en haring uit enkele Noordzee- visscherijplaatsen naar Duitschland was begonnen, hebben thans ook de an sjovishandelaars uit het Zuiderzeege bied en de bokkingrookerijen der kust plaatsen zich op dezen vischexport toe gelegd. Van Amsterdam uit per anker en door de zouterijen per kist met fleschpotten, is een belangrijk kwantum aan het bezet gebied afgeleverd; zoo werden in December door de Coöp. An- sjovis-verkoop-Vereeniging in onze hoofdstad 4240 ankers uitgeklaard, <2Tootendeels voor Duitschland. Vergele ken met de vroegere maandomzetten is dit een verblijdend cijfer. Ook in de eer ste helft van Januari werd vrij druk in de ansjovis gedaan, tegen sterk oploo- pende prijzen. Dat er eenige opleving in Rijnland is waar te nemen, bewijst ook het vertrek van kaas- en vischventers uit Huizen (de z.g. „buitenlandsche kruiers"), die een 4-tal jaren in het Gooi gestrand, nu weer het oude af zetgebied gaan opzoeken. Er waren jaren, dat honderd dezer tusschenhan- delaren, voorzien van een „Schein" voor een bepaald „Bezirk", in West- en Noord-Duitschland rondreisden en al leen aan kaas 200.000 KG. 's jaars om zetten. Wel zullen de jaren, dat de Hui- zer ansjovis-inleggers voor 4 500.000 gld. in dezen handel staken, niet spoe dig terugkeeren, maar een afzet, als Amsterdam in December j.l. had van 60 a 75.000 gld., is toch een begin. Naast de bovengenoemde artikelen zijn de Gooische rookerijen sedert Kerstmis begonnen met den export van bokking en haring naar Aken,, Keulen en enke le Rijnsteden. De meeste Huizer firma's hebben weer baar vertegenwoordiger in de Rijnprovincie. De invoering van de stabiele rt nttmark heeft op dezen han del gunstig gewerkt en de bokking vindt aftrek. De thans begonnen bok king-campagne voor Duitschland overeenstemmende met het vroegere seizo-n, dat geleidelijk in de voorina-s- Zuiderzeeharingvangst hechten steun vond werd in het najaar van 1923 bevorderd door een ruime vangst van herfstharing in de Zuiderzee en wordt thans gaande gehouden door Noordzce- en Engelsche haring. Waar Huizon ja ren heeft gehad van 2 3 millioen gld. Duitschen omzet, is het te hopen, dat de exporteurs hun vroeger afzetgebied weer terugkrijgen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1924 | | pagina 2