de vrouwenverenigingen in den lande,
in dezen optredende voor de Algemeene
Nederlandsche Vrouwen-Organisatie,
de Nederlandsche Unie voor Vrouwen-
belangen, de Vereeniging van Staats
burgeressen, de Vrouwengroep van den
Vrijheidsbond, de Vrijzinnig-Democra
tische Vrouwenclub en de Vrije Vrou
wenvereniging, wendt zich tot U, Me
vrouw, met het verzoek het daarheen te
willen leiden, dat het recht der Neder
landsche vrouw op arbeid, hetzij zij
gehuwd of ongehuwd is, onaangetast
blijve. Diensvolgens durft adressante
U te vragen, dat de ambtenares bij geen
enkel Besluit worde ontslagen, OMDAT
zij vrouw is.
TOELICHTING.
Adressante voelt ten volle de onaf
wijsbare noodzakelijkheid tot vermin
dering van ambtenaren, dat de daar-
uitvolgende ontslagen ook vrouwen
zullen treffen, voor adressante onver
mijdelijk. Dat zij evenwel de allereer-
sten en de eenigsten zijn, lijkt haar niet
rechtvaardig.
De tot nu toe in de bladen gepubli
ceerde Regeeringsplannen vertoonen
allen een sterke neiging tot wering uit
's-Rijksdienst, omdat zij vrouw is:
Het ontslag der gehuwde ambtena
ressen, voor zooverre zij geen kostwin-
ster van het gezin zijn;
Als argument voor dit ontslag wordt
aangevoerd: de dubbele inkomsten van
een gezin waar beiden, èn de man èn de
vrouw, een inkomen verdienen. Gezien
van dit standpunt dat niet is van
adressante, wijl het een norm stelt aan
de inkomsten van den ambtenaar,
dat misschien in het heden tijdelijk
dienst kan doen ter verzachting van
het leed, dat nu eenmaal verbonden is
aan het ontslaan van velen, zou elke
ambtenaar die buiten zijn salaris ook
nog andere inkomsten geniet: pensioen,
vermogensinkomsten van zichzelf of
van zijn vrouw: of wel andere revenuën,
ergo over dubbel inkomen beschikt, in
de termen vallen om ontslagen te wor
den, gelijk dit thans alleen voor de ge
huwde ambtenaressen wordt voorge
steld;
daarnevens is in het vooruitzicht ge
steld, dat voor de ambtenares in den
vervolge het huwelijk zal beteekenen:
Eervol ontslag;
Geen sprake dus meer van de moge
lijkheid, dat de ambtenares mag optre
den als kostwinster van het gezin. Wet
telijk mag zij dus niet in het huwelijk
treden met een man die niet over ge
noegzame middelen beschikt om haar
te onderhouden in den stand waarin zij
gewoon is te leven. Tevens wordt daar
mede het huwelijk gedegradeerd tot
een kostwinning voor de vrouw, een
verdrag tusschen een werkgever en
een werkneemster, waarbij ten basis
wordt genomen de fictie, dat elke man,
die trouwt een gezin kan onderhouden
en dit zal kunnen doen zijn geheole le
ven lang, ja zelfs nog nd den dood. In
de practijk is dit volstrekt niet zoo. Vele
gezinnen worden gelukkig gebouwd op
de mogelijkheid en waarschijnlijkheid,
dat beider arbeidsvermogen is om te
zetten in loon of salaris. Deze algeheele
verwijdering der gehuwde vrouw uit de
betere betrekkingen in 's-Rijks dienst te
ingrijpender, wijl zij ten gevolge kan
hebben een wettelijke verordening, die
ook den particulieren werkgever ver
biedt gehuwde vrouwen aan het- werk
te stellen op kantoren, ateliers, in werk
plaatsen. Dit is wel het ergste verbod
dat den mensch kan treffen. Het ver
bod om uit zijn kennis en werkkracht
zijn bestaan te winnen, wordt wreed
heid waar 's lands wetten den gehuwde
man en vader volstrekt niet noodzaken
het door hem verdiende of op andere
wijze verkregen inkomsten voor of aan
zijn gezin te besteden. Dit toch wordt
geheel en al overgelaten aan zijn meer
dere of mindere welwillendheid. Juist
voor de goede gezinnen is het in dezen
zeker hoogst ontmoedigend, dat niet
meer aan de echtelieden wordt overge
laten, hoe in gezamenlijk overleg hun
leven te regelen ten profijte van hun ge
zin, maar van hoogerhand hun een le
vensregel wordt opgedrongen, wat ze
ker niet overeenkomt met den vrijen
Hollandschen geest:
dan ligt, volgens de publicaties, aan
de beurt het ontslag der ongehuwde
ambtenaressen; daarna eerst volgen de
ongehuwde mannen:
Voor dit hier de vrouwen laten voor
gaan is geen enkel redelijk motief aan
te geven. Over het algemeen toch zijn
het de ongehuwde vrouwen die hebben
te zorgen en zorgen voor behoeftige ou
ders of wel zich belasten met het on
derhoud van het gezin van vader, moe
der of andere verwanten, terwijl dit bij
ongehuwde mannen slechts uiterst zel
den voorkomt. Bovendien kan hij het
ontslag voorkomen door te huwen, zoo
mogelijk met een vrouw die over eigen
inkomen beschikt.
Adressante meent, dat uit de geheele
manier waarop de vermindering van
ambtenaren is opgevat ten duidelijkste
blijkt, dat in eerste instantie hierin
wordt gezocht een middel om het der
vrouw voor goed onmogelijk
te maken in "s Rijksdienst een bestaan
te vinden. Dit niettegenstaande artikel
5 der Grondwet uitdrukkelijk ieder Ne
derlander daarop het recht verleent.
Adressante vraagt noch bijzondere
gunsten noch bevoorrechting voor de
vrouw, alleen maar voor haar als bur
ger van den Staat een gelijke behande
ling als voor den man.
Met verschuldigde eerbied en hoog
achting
w.g. A. SCHWIER—RUTTERS
Frans Halsstraat 27
W. DRUCKER
M. M. KOEK—MULDER
Amsterdam, Januari 1924.
ROND DE GEMEENTEBEGROOTING.
II.
Wie verwacht dat wij zullen naplei-
ten over de gehouden discussies inzake
het voorstel van B. en W. 8V2 op
pensioenaftrek der salarissen van amb
tenaren en werklieden, heeft het mis.
Er is veel over gepraat, er was een
amendement van den heer Schuiten
maker en de heer Vermeulen had ook
nog een amendement in den zak. Waar
voor dat alles noodig was, begrepen
wij niet. In de afdeelingsvergaderingen
als die er geweest waren had men
tot elkander kunnen komen. Maar ook
hier was toch al dat gepraat overbodig,
want de zaak was immers vooruit be
slist. In de rechtsche fracties was be
sloten dat men voor de 3J/2 procent zou
stemmen. Daarom meenen wij dat de
mededeeling van den heer Vermeulen,
dat hij een amendement had, dat f 7400
zq.u opbrengen voor de gemeentekas,
mets meer dan een gebaar was. Want
deze wist toch wel, dat deze zaak haar
beslag al gekregen had.
Wij vinden het genomen besluit van
de 3V2 het beste, maar de behande
ling der zaak geeft toch weer een be
wijs voor het zwakke beleid van B. en
W. Dat de wethouders liever voor de
3j/2 dan de 8*/2 stemden, wij kunnen
het begrijpen, maar de heer Lande-
weert had want hier was tijd tot na
denken en overleg geweest heel goed
kunnen weten, dat Gedep. Staten het
vernieuwen van wegen niet tot een ob
ject voor het aangaan van geldleenin-
gen zullen verklaren. Wij twijfelen
zelfs zeer of zij wel zullen toestaan dat
voor de meerdere waarde der nieuwe
bestrating (door keien inplaats van
straatklinkers) geleend zal mogen wor
den.
Van den wethouder van financiën
bevreemdde ons vooral de gemakke
lijkheid, waarmede deze van de 8V2
afstand deed en vóór de 3x/2 stemde.
Men kon er mee komen, moet de wet
houder gezegd hebben, waarom de
rechtsche fractie voorui.t besloot tot
het meegaan met de 372
Den volgenden dag bleek echter
reeds, dat men er niet kon komen en
kwamen de rechtsche fracties met hun
voorstel om de winst van het gasbe
drijf niet te reserveeren dit jaar. (De
halve winst dan, want de andere helft
komt in den vorm van retributies in
de gemeentekas).
Wij komen hier nog wel op terug,
maar uit alles bleek hoe weinig beleid
er in het college was. Ja, te sterker
bleek dit, toen de wethouders Dunne-
bier- en Handgraaf vóór het voorstel
der rechtsche fracties stemden, om de
hoofdelijke omslag vast te stellen op
f 675000, terwijl in de nota van B. en
W. een eindcijfer van f 685000 werd
genoemd.
Het georganiseerd overleg is nog
verre van een ideale instelling. Dat
bleek ook nu weer uit de algemeene
beschouwingen. Maar hoe kan het
overleg heeten, als de voorzitter en
vertegenwoordiger van het college van
B. en W. geen carte blanche heeft,
maar een bindende opdracht om de
8V2 te verdedigen, als zijnde noodza
kelijk. Begrijpelijk was de klacht, van
den heer Nijssen, dat het zóó geen pret
tig werken is voor de raadsleden, afge
vaardigden in het overleg, wijl zij dan
de niet prettige taak hebben van de
twee onverzoenlijke partijen bemidde
lend tot elkander te brengen.
Dit nu ziende, herhalen we dat al dat
gepraat verloren tijd is geweest, want
in het georganiseerd overleg was men
al overeen gekomen. Temeer bevreemdt
dan de houding der wethouders, die
aan den heer Dunnebier als hun ver
tegenwoordiger de opdracht van de
8lf2 hadden gegeven.
De heer Dalmeijer heeft een aantal
urgente zaken opgesomd: een openbare
bewaarschool voor IJmuiden, een open
bare leeszaal, een werk- en leerschool
voor meisjes, een ziekenhuis enz. De
heer Vermeulen wilde dat men van
particuliere zijde een bewaarschool te
IJmuiden zou stichten. Dat is natuur
lijk gemakkelijk gezegd, maar van
Prot. zijde wil men te Velseroord graag
een Chr. Bewaarschool stichten en
daartoe blijkt men ook niet in staat.
Zoo is er veel, dat we graag zouden
willen, maar dat niet mogelijk blijkt.
Een openbare leeszaal zouden we zoo
gaarne in IJmuiden zien, maar 't zal
nog wel wat duren. Toch meenen we
te mogen vlagen, of de Vereeniging
Openbare Leeszaal niet meer kon doen.
Zij is na de oprichting dadelijk inge
slapen nadat er een groot bestuur
was gekozen en is nu dood. Dat had
toch wel anders gekund.
De heer Tusenius zeide bereid te zijn
mc-de te werken aan het streven van B.
en W. naar bezuiniging. Dat is gauw
gezegd, want dadelijk daarop vroeg de
lieer Tusenius enkele dingen, die aar
dig wat gidd zuï'.en kosten. Ton eerste
verbetering van de brandweer te IJmui
den, die zeker noodzakelijk is. Een flin
ke stoomspuit zal o.i. toch minstons te
IJmuiden gestationneerd moeten wor
den.
Belangrijk was wat de heer Tusenius
opmerkte over de verbinding tusschen
IJmuidenVelseroord en het Noorde
lijke deel der gemeente, speciaal de
Breesaap. Wij hebben vroeger al opge
merkt dat wanneer niet tijdig voor een
goede verbinding zou worden gezorgd,
de bewoners van de Noordzijde zich
zouden oriënteeren naar Beverwijk. Dit
is nu al het geval en wordt nog erger,
nu de mcnschen daar ook hun belasting
moeten betalen enz. Straks vragen ze
wat voor zin het heeft aldus tot de ge
meente Velsen te behooren. Het Bever-
wijksche blad Kennemerland heeft het
Hoogovenbedrijf al lang bij Beverwijk
geannexeerd en plaatst de berichten be
treffende dit bedrijf onder Beverwijk, 't
Is natuurlijk wel belachelijk, maar
waar is wat de heer Tusenius opmerk
te, dat er een trek is naar Beverwijk te
onzen koste. Daarom mag gevraagd, of
een goede verbinding over het kanaal
moet wachten op het gereedkomen van
de nieuwe schutsluis, want dat zal wel
minstens 1930 worden.
Alle goede dingen bestaan in drieën,
dacht de heer Tusenius en daarom be
pleitte hij nog een goede zaak: een meer
menschwaardiger vervoer van uit zee
aangebrachte gewonden en zieken. Al
lemaal dus dingen, die geld kosten,
maar wij ondersteunen ze zeer, als zijn
de zeer noodig.
De heer Vermeulen bepleitte voor de
tweede maal uitbreiding van het col
lege van B. en W. en deed een beroep
daartoe op links. Als men dit van par
tij-standpunt beziet hetgeen de heer
Vermeulen zeker deed, want hij wilde
door de uitbreiding een andere stem
menverhouding in het college brengen
was dit beroep een beetje vreemd.
Want met een rechtsche meerderheid,
als de raad heeft, zouden de rechtsche
fracties dezen nieuwen zetel zeker voor
zich opeischen, daar de verhouding dan
32 zou worden. Gelukkig heeft de
voorzitter den raad gerustgesteld: als
burgemeester weet hij zich boven het
partijstandpunt te verheffen.
Wij hopen dat B. en W. één zaak, door
den heer Dalmeijer genoemd: een be
lastingspaarfonds, nu eens met kracht
aanpakken. Want al is de inning der in
komstenbelasting aan het Rijk, er is
toch best een middel op te vinden, dat
voor de ingezetenen, die er aan willen
deelnemen, de belastingen uit het
spaarfonds worden voldaan. Laat men
nu eens een ernstig onderzoek instellen
in de plaatsen, waar zulk een spaar
fonds is, in Zwolle en naar wij meenen
ook in het nabije Bloemendaal. Het zal
voor tal van arbeidersgezinnen heel wat
verkieslijker zijn om één, twee of drie
gulden per week te betalen, dan 50, 100
of 150 gulden in eens.
Tenslotte nog iets over een zeer be
langrijke zaak: die der werkloosheid en
hare bestrijding. In ons vorig art. heb
ben wij al opgemerkt hoe voorbarig B.
en W. zijn geweest met de opheffing der
steunverleening voor de arbeiders in
het visscherijbedrijf. Thans was er weer
een verzoek van den Chr. Zeelieden-
bond om wederinvoering der steunrege
ling. Wij vonden het pijnlijk dat B. en i
W. dit adres naast zich wilden neerleg- i
gen met de verklaring: niets aan te
doen. Gelukkig is dit niet gebeurd. Wij
zouden zoo heel graag zien dat zoo
als de heer ten Broeke al een paar maal
vroeg het college nieuwe objecten
zocht voor werkverschaffing. Er zijn
nu zeker een 500 werklooze mannen in
onze gemeente, het gaat niet dezen
steeds te verwijzen naar de armbestu
ren. Waarom de rioleering van eenige
wegen op Wijkeroog maar niet spoedig
aangepakt en een aantal mannen daar
aan 't werk gezet? En waar nu in den
omtrek van den watertoren reeds ge
bouwd wordt, waarom niet een deel van
het wegenplan daar in orde gemaakt?
Of het plantsoen rondom den waterto
ren gemaakt. Het duurt alles veel te
lang. Op 8 Januari is dit besproken en
nu na drie weken hebben we nog niets
gehoord.
De armbesturen hebben nu een bui
tengewoon zware taak en de leden
daarvan verdienen ons groote respect
en onzen dank voor dit zeker moeilijke
liefdewerk.
Maar hulp is voor hen onontbeerlijk
en de heer Vermeulen zei terecht dat
voor dezen buitengewonen tijd buiten
gewone maatregelen moeten worden
genomen.
Nu willen de raadsléden geen ambte
naar. Maar 't zij tijdelijk of niet, er zal
toch iemand moeten komen, die een
behoorlijke bezoldiging ontvangt. Na
tuurlijk blijft de leiding bij de besturen.
Is men hier echter niet al te bang voor
een naam? De heer Tusenius merkte
op, dat we nu eigenlijk beter konden
spreken van maatschappelijk hulpbe
toon. Wij weten niet, of hij 't zoo be
doelde, maar indien wel, dan heeft het
onze hartelijke sympathie. Want de
meeste der werkloozen zijn arm buiten
hun schuld. En is het niet de taak der
gemeenschap, dat wij voor hen zorgen?
Is dat een noodzakelijk kwaad of is het
onze menschenplicht?
Laat men bedenken dat bij den groei
onzer gemeente wij straks niet buiten
zulk een ambtenaar zullen kunnen. Wij
hebben een vriend, die in Amsterdam
huisbezoeker is bij het Burgerlijk Arm
bestuur en wij hebben groote waardee
ring voor zijn moeilijk, maar mooi werk.
Bedroevend vinden wij dat het R.K.
Burg. Armbestuur blijkbaar niet de
zelfde hulp wil, die het Schaalarmbe-
stuur zich zal assumeeren. Dit doet ons
vragen of deze wel historisch geworden
toestand, die echter uit den tijd is, moet
blijven voortduren? Waarom is er niet
één van de raadsleden, die ijvert voor
één Burgerlijk Armbestuur? Stel, dat
men van socialistische zijde 'n armbe
stuur vroeg, samengesteld enkel uit so
ciaal-democraten. Men zou dit absurd
vinden en terecht. Maar waarom dan
dezen toestand bestendigd, die even
min meer zin heeft? Eén burgerlijk
armbestuur moest er zijn met leden van
alle gezindten en alle partijen en deze
moesten de armen verzorgen zonder te
vragen naar relegie of partij. Durft geen
der raadsleden dit aan? In andere
plaatsen is het toch zoo!
De algemeene beschouwingen wer
den gesloten met een kostele grap van
den heer Schuitenmaker, die daartoe
uitgelokt door den heer Schilling
een woordspeling op dezen maakte in
verband met een stukje Bijbelsche ge
schiedenis, dat de raad en de verslagge
vers deed schateren van het lachen. En
de heer Schilling kon niet beter doen
dan meelaehen. Want rè&k was het.
G. V.
VISSCHERIJ.
Gedurende de maand December
van het jaar 1923 zijn te IJmuiden aan
den rijksvischafslag aangekomen 261
stoomtrawlers met f 598.083 besom
ming tegen in December van het jaar
tevoren 211 stoomtrawlers met f 513.461
besomming en in het geheele jaar 1923
kwamen binnen 2420 stoomtrawlers,
die f 5.563.472 besomden, tegen in het
jaar 1922 2724 stoomtrawlers met
f 6.288.868 besomming.
Verder kwamen in de maand Decem
ber van 1923 van de trawlvisscherij
binnen:
89 zeilloggers met f 42.366 besomming
tegen in December van het jaar daar
voor 84 dier vaartuigen met f 40.382 be
somming on in het geheele jaar 1923
1755 zeilloggers met. f 783.466 besom
ming tegen in 1922 1848 zeilloggers, die
f 768.893 besomden:
sleepboottrawlers kwamen er in De
cember van 1923 niet aan de markt te
gen in December van het jaar daar voor
5 sleepboottrawlers met f 4868 besom
ming en in 1923 kwamen binnen 41
sleepboottrawlers met f 28.035 besom
ming, tegen in het jaar tevoren 96 dier
schepen, die f 86.426 besomden;
176 motorkustvisschers met f 6766
besomming, tegen in December van het
iaar tevoren 48 dier vaartuigen met
f 1253 besomming en in het geheele jaar
1923 kwamen binnen 3417 motorkust
visschers, die f 200.878 besomden, tegen
in het jaar daar voor 1543 dier schepen
'v.et f 127.837 besomming;
29 zeilkustvisschers met f 698 besom
ming, tegen in December van het jaar
1922 16 dier vaartuigen met f 328 be
somming en in het geheele jaar 1923
464 zeilkustvisschers, die f 8398 besom
den, tegen in 1922 246 dier vaartuigen
met f 7074 besomming;
31 open booten met f 290 besomming,
tegen in December van het jaar tevoren
25 open booten met f 397 besomming en
in 1923 331 open booten met f 2995 be
somming. tegen in het jaar daar voor
157 open booten met f 1533 besomming;
6 motorloggers met f 3807 besom
ming, tegen in December 1922 4 motor-
loggers met f 2770 besomming en in het
jaar 1923 111 motorloggers met f 65.987
besomming, tegen in 1922 74 dier vaar
tuigen, die f 41.771 besomden.
Van vreemde nationaliteit kwamen
in December van 1923 hier binnen 92
Duitsche stoomtrawlers met f 229.268
besomming, tegen in December van het
jaar daar voor 124 stoomtrawlers met
f 284.059 besomming en in het jaar
1923 869 Duitsche stoomtrawlers met
f 2.195.606 besomming, tegen in het jaar
daar voor 1109 Duitsche stoomtrawlers,
die f 2.325.101 besomden;
Verder kwamen in December van
1923 nog binnen1 Duitsche motortraw
ler met f 1055 besomming, tegen in De
cember van het vorige jaar 5 Duitsche
motortrawlers met f 1505 besomming
en 3 Engelsche stoomtrawlers met
f 14.702 besomming en in 12 maanden
van 1923 7 Engelsche stoomtrawlers
met f 4895 besomming; 20 Duitsche mo
tortrawlers met f 16.456 besomming en
75 Deensche motorschepen met f 90.621
besomming, tegen in het jaar 1922 13
Engelsche stoomtrawlers met f 44.744
besomming, 1 Engelsche zeilkotter met
f 232 besomming, 15 Duitsche motor
trawlers met f 8175 en 73 Deensche mo
tortrawlers met f 77.399 besomming.
Van de beugvischerij kwamen in De
cember van 1923 hier binnen: 10 zeil-
beugers (sloepen) met f 10.521 besom
ming tegen in December van het jaar
daar voor 12 zeilbeugers met f 16.368
besomming en 1 stoombeuger met f 1695
besomming en in het jaar 1923 188
stoombeugers met f 380.972 besom
ming, 189 zeilbeugers met f 217.202 en
16 motorbeugers met f 16.083 besom
ming tegen in het jaar 1922 97 stoom
beugers met f 223.738 en 161 zeilbeugers
met f 256.759 besomming.
Van de haringvisscherij kwamen in
December van 1923 binnen: 3 zeillog
gers met f 2451 besomming, 2 motor
loggers met f 3085 besomming, 5 stoom-
loggers met f 6943 en 29 Engelsche
stoomdrifters met f 129.934 besomming
tegen in December van het jaar daar
voor 3 zeilloggers met f 10.223 besom
ming, 1 motorlogger met f 1613 en 17
Engelsche drifters met f 29.988 besom
ming en in 12 maanden van 1923 97
zeilloggers met f 237.524 besomming,
14 motorloggers met f 24.023 besom--
ming, 29 stoomloggers met f 45.709 en
214 Engelsche drifters met f 519.927 be
somming tegen in 12 maanden van het
jaar tevoren: 57 zeilloggers met
f 137.179 besomming, 12 motorloggers
met f 45.247 besomming, 2 stoomlog
gers met f 1959 en 258 Engelsche drif
ters met f 281.486 besomming.
De in consignatie aangevoerde
vischzendingen brachten in December
van 1923 f 37.544 op; die in December
van het jaar daar voor f 9484 en die
van het geheele jaar 1923 f 435.473 te
gen die van het jaar 1922 f 286.907.
De opbrengst van de in December v.
1923 aangevoerde visch is f 1.072.81*7;
die van December van het jaar 1922
f 933.104, terwijl de totaalopbrengst van
alle gedurende het jaar 1923 aangevoer
de visch bedraagt f 10.837.732 tegen
een totaalopbrengst in het jaar 1922
van f 11.012.351.
Ansjovis-, Bokking- en Haringexport
naar Dnitschland.
Men schrijft aan de N. R. Ct.:
Nadat reeds eenigen tijd geled;en een
ruimere verzending van versche zee-
visch en haring uit enkele Noordzee-
visscherijplaatsen naar Duitschland
was begonnen, hebben thans ook de an
sjovishandelaars uit het Zuiderzeege
bied en de bokkingrookerijen der kust
plaatsen zich op dezen vischexport toe
gelegd. Van Amsterdam uit per anker
en door de zouterijen per kist met
fleschpotten, is een belangrijk kwantum
aan het bezet gebied afgeleverd; zoo
werden in December door de Coöp. An-
sjovis-verkoop-Vereeniging in onze
hoofdstad 4240 ankers uitgeklaard,
<2Tootendeels voor Duitschland. Vergele
ken met de vroegere maandomzetten is
dit een verblijdend cijfer. Ook in de eer
ste helft van Januari werd vrij druk in
de ansjovis gedaan, tegen sterk oploo-
pende prijzen. Dat er eenige opleving in
Rijnland is waar te nemen, bewijst ook
het vertrek van kaas- en vischventers
uit Huizen (de z.g. „buitenlandsche
kruiers"), die een 4-tal jaren in het
Gooi gestrand, nu weer het oude af
zetgebied gaan opzoeken. Er waren
jaren, dat honderd dezer tusschenhan-
delaren, voorzien van een „Schein"
voor een bepaald „Bezirk", in West- en
Noord-Duitschland rondreisden en al
leen aan kaas 200.000 KG. 's jaars om
zetten. Wel zullen de jaren, dat de Hui-
zer ansjovis-inleggers voor 4 500.000
gld. in dezen handel staken, niet spoe
dig terugkeeren, maar een afzet, als
Amsterdam in December j.l. had van
60 a 75.000 gld., is toch een begin. Naast
de bovengenoemde artikelen zijn de
Gooische rookerijen sedert Kerstmis
begonnen met den export van bokking
en haring naar Aken,, Keulen en enke
le Rijnsteden. De meeste Huizer firma's
hebben weer baar vertegenwoordiger in
de Rijnprovincie. De invoering van de
stabiele rt nttmark heeft op dezen han
del gunstig gewerkt en de bokking
vindt aftrek. De thans begonnen bok
king-campagne voor Duitschland
overeenstemmende met het vroegere
seizo-n, dat geleidelijk in de voorina-s-
Zuiderzeeharingvangst hechten steun
vond werd in het najaar van 1923
bevorderd door een ruime vangst van
herfstharing in de Zuiderzee en wordt
thans gaande gehouden door Noordzce-
en Engelsche haring. Waar Huizon ja
ren heeft gehad van 2 3 millioen gld.
Duitschen omzet, is het te hopen, dat
de exporteurs hun vroeger afzetgebied
weer terugkrijgen.