ORGAAN VOOR DE Gi
LSEN
4
No. 2T
Zaterdag 2 Februari 1924
9e"Jaargang
IJMUIDER COURANT
PIT nummer bestaat pit twee
Bladen. eerste blad
VAM DEM WACHTTOREN.
Rusland en de andere wereld.
Rusland heeft groote behoefte aan
handelsbetrekkingen met andere lan
den en andere landen zien begeerig
naar de rijke hulpbronnen van Rus
land, die goed geëxploiteerd een vette
winst kunnen afwerpen. Maar de in
ternationale handel heeft de hu£p der
regeering noodig. De koopman moet ze
ker zijn, dat in den vreemde zijn rech
ten door zijn regeering beschermd zul
len worden; de regeeringen kunnen
door allerlei maatregelen den handel
van het eene land met het andere be
gunstigen. Daarom zal de handel met
Rusland niet gaan bloeien, voordat de
andere landen de Sovjet-regeering of
ficieel hebben erkend. De meeste sta
ten, ook Nederland, willen daarvan
nog niet weten. Er zijn drie bezwaren
tegen de erkenning.
Rusland moet eerst de schulden er
kennen, die het aan het buitenland
heeft. Rusland moet ophouden de pro
paganda der communistische beginse
len in andere landen te steunen of te
voeren. Rusland moet zich als een be
schaafde staat gedragen in haar inter
nationale betrekkingen. Het is dus een
kwestie van het geld, van het beginsel
en van het fatsoen.
De fatsoenskwestie heeft weinig of
niets te beteekenen. Zij betreft slechts
uiterlijkheden. Geen staat gedraagt
zich fatsoenlijk, houdt zich aan de re
gels van waarheid en rechtvaardig
heid, maar ieder laat zich alleen door
zijn belang leiden, 't Is kras gezegd,
maar waar. De laatste oorlog en niet
minder de vrede, die daarop volgde,
geven daarvan bewijzen te over. Rus
land heeft alleen niet de gepolijste,
mooie stijl der diplomatie van de an
dere staten, maar de pot moet de ketel
overigens niet verwijten, dat hij zwart
is.
Van meer beteekenis is de eerste
grief: de portemonnaie. De Sovjetrc-
geering heeft de schulden aan het bui
tenland geannuleerd, zich niet aan
sprakelijk willen stellen voor de mil-
liarden, die de regeering van den
Czaar geleend heeft van Frankrijk en
andere landen. Dat de Sovjetregeering
die annuleering nu ook weer geheel zal
annuleeren, is onwaarschijnlijk, maar
wc1 is ze tot tegemoetkoming bereid.
Nu de kans op een wereldrevolutie klei
ner is geworden en de Russische regee
ring zich minder bemoeit met de ver
spreiding der communistische denk
beelden elders, dan wel is geschied,
weegt het tweede bezwaar ook minder
dan kort geleden het geval was.
Vele staten zullen voor en na dan
ook wel tot erkenning der Sovjetregee
ring over gaan. Wat ze de facto, feite
lijk al gedaan hebben, zal ook de jure,
'officieel en naar den vorm geschieden,
ze zullen betrekkingen gaan onderhou
den met de regeering van Lenin.
In Amerika is daartegen nog groot
bezwaar. President Coolidge sprak in
het Congres begin December: „Onze
regeering stelt niet voor eenige verbin
ding aan te gaan met een andere re-
^geering, die de heiligheid van interna
tionale verplichtingen weigert te er
kennen. Maar al is de gunst van Ame
rika niet te koop, ik ben bereid groote
concessies te doen, om het Russische
volk te helpen. Hopelijk is de tijd dicht
bij, waarin wij kunnen handelen."
Dat is zoo'n beetje ja en nee. Offici-
1 is het een afwijzing maar inderdaad
is er eenige toenadering. Dat heeft de
invloedrijke minister van buitenland-
sche zaken der Sovjetrepubliek begre
pen. Tchitcherin heeft spoedig daarna
•een nota tot Coolidge gericht, waarin
hij o.a. schrijft:
„Van haar kant is de Sovjetregeering
bereid, om alles te doen, wat in haar
macht is, zoover als de waardigheid
en het belang van haar land het veroor-
/jpoft, om een hernieuwde vriendschap
met de Ver. Staten van Amerika tot
'stand te brengen."
Een klein beetje koelheid, maar
niet beslist een afwijzing, oen vriende
lijk knipoogje, een noodigend gebaar,
om een arm te geven; zal een verloving
^aarvan het gevolg zijn!
De Amerikaansche staatssecretaris
Hughes heeft het antwoord gegeven in
deze verklaring: Er schijnt thans nog
geen reden te zijn, om te onderhande-
bij
len. Als de Sovjetregeering bereid is
het eigendom van Amerikaansche bur
gers, door haar in beslaggenomen, te
erkennen of voldoende vergoeding er
voor te geven, kan zij het doen. Het
ernstigst is de voortdurende propagan
da, om de staatsinstellingen van dit
land omver te werpen. De regeering
kan niet in onderhandelingen treden,
totdat deze pogingen, die van Moskou
uitgaan, worden opgegeven."
Amerika wijst dus voorloopig alle
toenadering af. Voorloopig! Want op
den duur zal de handel, gelijk ook in
ons land het geval is, er bij de regee
ringen op aandringen, om de Sovjet
regeering te gaan erkennen. Rusland
beslaat een oppervlakte bijna zoo groot
als half Europa en is rijk aan bronnen,
mijnen en vruchtbare gronden. Zoo'n
rijk kan op den duur niet behandeld
worden als een onbereikbaar eiland
ergens in de stille Zuidzee.
Lenin.
Lenin is gestorven, maar was eigen
lijk al een paar jaar dood. Van staats
hoofden geeft men nu eenmaal altoos
gunstige berichten, als ze hopeloos ziek
zijn. Zoo hebben de doktoren ook wel
geweten, dat Lenin na den eersten aan
val van beroerte een verloren man was,
verloren althans voor het ontzaglijk
zware werk, waartoe Lenin zich geroe
pen gevoelde. Hij heeft in korten tijd
van Rusland een communistischen
staat willen maken en daarbij ge
droomd van een wereldrevolutie, die
den dam van Polen verbreken zou, een
vrijen loop krijgen in Duitsöhland en
zich dan zegevierend verder zou ver
spreiden. Hij is een groot bouwmeester
geweest, maar heeft hetzelfde verdriet
gehad als de torenbouwers van Babel.
Er kwam verdeeldheid ook onder de
communisten in Rusland. Er kwamen
ernstige tegenslagen, een. algeheele
economische ontreddering, die dwong
tot een gedeeltelijken terugkeer tot de
oude toestanden. Lenin moet gestorvc-n
zijn met de vrees, dat zijn toren halfvol-
tooid zal ineenstorten. Een geweldig en
groot man is hij zeker geweest, sterk
door zijn eenzijdigheid en zijn vasten
wil om ondanks allen tegenstand op
zijn doel af te gaan. Door zeeën van
bloed hoopte hij naar een nieuwe orde
te komen. Hij is daarbij verstrikt ge
raakt in de ergste tegenstrijdigheden.
Dat was reeds in den beginne: een nieu
wen staat van vrijheid wilde hij stich
ten en hij begon met een dictatuur en
paste daarbij alle geweldmiddelen van
het oude Czarisme toe.
Maar de man was zelf ook een tegen
strijdigheid. Een wil van staal, een
geest helder als kristal maar een hart
koud als ijs. zoo denkt men zich hem.
Een man, die op geen menschenleven
zag, als iemand hem tegenstond. De fa
natieke kop met de Slavische trekken
doet denken aan de zielkundige ontle
ding door Gorki gegeven van het Rus
sische volk; immers deze groote schrij
ver heeft diep in de ziel van zijn volk
ontdekt een duivelsche wreedheid, een
lust, om te folteren en te pijnigen.
Er zijn in de geschiedenis meer voor
beelden van mannen, die als publieke
personen niets en niemand ontzien en
als particulieren zacht en verlegen zijn.
In het klein zien we hetzelfde in het po
litieke leven in ons land; daar zijn pok
echte houwdegens onder, bijters en
vechters, die in kleinen, intiemen kring
de gemoedelijkheid zelve zijn.
Zoo lazen we van Lenin, dat hij vol
strekt geen monster was maar in wezen
een zacht mensch, een dierenvriend en
verwoed bestrijder van de vivisectie, een
man, die hield van planten en bloemen
en zelf tuinierde. Ook al weer een vat
vol tegenstrijdigheden, waarin tusschen
groote en gewone, kleine menschon
geen verschil is.
Hebben wij nog een leger en vloot
noodig?
De zaak der ontwapening heeft een
j flinken voorvechter gekregen uit de
j wereld der militairen. Wij bedoelen den
j gepensioneerden luitenant-generaal G.
i J. W. Koolemans Beynen, die eerst
in „Het Vaderland" en later in „Demo-
cratie", het orgaan der Dem. Partij
kalm en klaar uiteenzette, waarom wij
j er geen leger en vloot, op na behoeven te
houden. Juist, omdat hij als hoogere
militair bij uitnemendheid een deskun-
dige is, heeft zijn woord groote beteeke-
nis.
In No. 34 van „Democratie" toont hij
aan, dat wij niet verplicht zijn, er voor I
onze neutraliteit een leger en vloot op
na te houden. Minister Colijn heeft in
verband met de Vlootwet verzekerd,
dat-wij bij tractaat gebonden zijn, in ge
val van oorlog te zorgen, dat de vijand
buiten ons gebied blijft en zulks met de
middelen, waarover wij beschikken.
Die laatste beperking, zoo merkt Kool
Beynen op, brengt die verplichting vrij
wel tot nul terug. Wanneer wij slechts
een soldaat hebben, die niet loopen kan
van de rheumatiek en een geweer bezit,
dat heelemaal is vastgeroest en een
oude kanonneerboot, die zelfs niet eens
Zuiderzeewaardig meer is, komen wij
niet in strijd met. de bepalingen van het
tractaat.
Dit tractaat is vastgesteld door de
Vredesconferentie van 1907 en gebiedt
aan een neutrale mogendheid, om toe
te laten, dat oorlogvoerenden troepen
of convooien van krijgsvoorraad of van
levensmiddelen over haar grondgebied
doen trekken.
Voorschriften over de grootte der
krijgsmacht, om deze bepaling na te
leven, bevat het bedoelde tractaat ech
ter niet. De staat, die neutraal wil blij
ven, heeft slechts aan te wénden de
middelen, waarover hij beschikt. Men
kan dus niet zeggen, dat wij door dit
tractaat verplicht zouden zijn, een
nieuwe vloot te bouwen, om eventueel
de strijdende partijen buiten de Indi
sche wateren te kunnen houden.
Maar Kool. Beynen wijst er verder op,
dat door het Volkcnbondsverdrag de
toepassing' van het neutraliteitsrecht;
tot een enkel uitzonderingsgeval is te
ruggebracht. Immers volgens dit ver
drag is elke oorlog en bedreiging met.
oorlog een zaak, die den geh'éélen Vol
kenbond aangaat en moet de boncl ge
schikte maatregelen nemen, om den
vrede tusschen de volkeren te bewaren.
In aanstaande oorlogen zullen er dus
geen neutrale staten meer zijn. Wie een
oorlog begint, staat tegenover alle leden
van den bond.
Maar die bond van 23 staten betee-
kent nog zoo weinig, allicht zal een
staat, als het in zijn belang is en het er
op aan komt, toch zijn woord breken.
Daarom moeten wij wel gewapend blij
ven. Maar stelt Kool. Beynen daarte
genover: Wat beteekent onze weer
macht een leger van 250000 zonder vol
doende krijgsuitrusting en een vloot,
die hopeloos in verval is en zelfs met,
een uitgaaf van 400 millioen voor krui
sers, onderzeeërs, vlootbasissen enz.
nog onvoldoende zal zijn, een weer
macht, die ons jaarlijks meer dan 100
millioen kost en toch geen afdoende af
weer biedt?
Kan een ernstig geschil tusschen
twee staten niet door feen uitspraak
met algemeene stemmen in den Vol
kenbondsraad tot oplossing gebracht
worden, dan behouden die staten het
recht, „om te handelen zooals zij zullen
noodig oordeelen voor de handhaving
van het recht en de gerechtigheid". Dan
mogen zij dus den oorlog beginnen.
Maar eerst heeft de bond recht op zes
maanden, om het geschil te onderzoe
ken en de oorlog mag niet begonnen
worden, voordat drie maanden na de
uitspraak verstreken zijn. Dan hebben
de partijen echter negen maanden be
denktijd, voordat ze den „geoorloofden"
oorlog kunnen beginnen. In negen
maanden zullen de heete hoofden ech
ter wel bekoeld zijn en de volkeren, tus
schen welke het geschil bestaat, alles
liever willen dan een oorlog. Is dat
echter niet het geval en breekt nochtans
de oorlog uit, dan zullen wij tegen
schending van ons grondgebied moeten
waken, indien ten minste de oorlog
dicht bij onze grenzen gevoerd wordt.
Om die zeer kleine mogelijkheid ieder
jaar de som van ruim 100 millioen voor
leger en vloot uit te geven, is toch wel
wat al te dwaas.
De voorstanders van de Vlootwet, die
in gewijzigde vorm wel terug zal ko
men en van een beter bewapend leger,
redeneeren, alsof er geen Volkenbond
bestaat. Kool. Beynen gaat echter uit
van de erkenning van dien bond en het
vertrouwen, dat deze zal toenemen in
macht en beteekenis. Het is niet ge
heel onmogelijk, dat wij nog eens ge
roepen zullen zijn, om onze neutraliteit
te handhaven in een oorlog, die volgens
het Volkenbondsverdrag geoorloofd is.
Daarvoor hebben we echter geen leger
en vloot noodig. Om kleine troepenaf-
f
deelingen, die verdwaald zijn of ver-crisis langer geduurd heeft dan dit
slagen troepen, die op ons grondgebied z.g.n. derde kabinet-Ruys.
uitwijken, te ontwapenen of te inter-
neeren, is een legertje van 10000 man Maakt Duitschland zich klaar voor een
meer dan genoeg. Men zou dat ëen po- nieuwen oorlog?
litieleger kunnen noemen, dat tegen-Een deel der Fransche natie is daar
over vreemde soldaten bij onze grens van overtuigd; er gaan allerlei geruch-
als verkeersagenten moet optreden. ten over de heimelijke voorbereiding
Maar als een der strijdende partijen van het Duitsche volk, van nieuwe
ons land eens binnenviel, als Duitsch
land in België heeft gedaan? Dan gaat
het, verklaart Kool. Beynen terecht, j
niet. meer om het 'hooghouden onzer
neutraliteit maar dan is het oorlog.
Zou dan de eer van ons land niet
eischen, van ons af te slaan en moeten
wij daartoe ons niet zoo sterk mogelijk
wapenen?
Kool. Beynen antwoordt op deze be
denking het volgende. Wij moéten die
begrippen voor den oorlog afzweren en
onze eer wordt er niet door gediend, als
wij nutteloos eenige duizenden onzer
landgenooten laten slachten en ver
minken, terwijl zij, die er de oorzaak
van zijn, kalm achter hun schrijftafel
op hun bureau zitten. Eervoller is het,
dan onze onmacht te bekennen en dit
zullen we te gemakkelijker kunnen
doen, naar mate ons leger dan zjyakker
is.
Dit klemt, dunkt ons te meer, omdat
weerloosheid in dit geval volstrekt geen
ondergang en verzet geen overwinning
beteekent.
De welvaart noodlottig voor Amerika.
Er gaat tegenwoordig een ware golf
van welvaart door Amerika heen. De
belastingen zullen er worden verlaagd;
men denkt, over een gratificatie, een bo
nus aan de oud-soldaten, de zaken
bloeien er, er worden hooge loonen ver
diend, van de 17 millioen auto's, die er
in de wereld zijn, bezitten de Amerika
nen er 14 millioen en het bezit van een
auto is zeker nog wel een teeken van
welstand. Maar Prof. Treub wijst erop,
dat men van 't goede, ook van het goud
te veel kan krijgen. Amerika heeft zich
met beschermende rechten verdedigd
tegen een stroom van Europeesche goe
deren en gaat den invoer uit Ie oude
wereld zooveel mogelijk tegen. Europa,
zit diep in de schuld bij oom Jonathan
en deze ontvangt aan rente alleen vol
gens de Frt. Ze.it. een millioen dollar
per dag; straks komen er nog kapitalen
aan aflossing bij. Amerika eet zich, zoo
verklaart mr. Treub, een financieele
indigestie. Die enorme goudvoorraden
zullen op het economische leven een ge
weldigen invloed hebben. Er bestaat
zelfs gevaar voor een „Krach". Kon
men het stelsel der communicieerende
vaten,maar toepassen, dan zou de te
genstelling van een geweldig tekort in
de eene en een kolossaal teveel in de
andere wereld voor een gezond evenveel
plaats maken.
Het kabinet, dat geen ontslag kon
krijgen.
We zullen ons niet verdiepen in
staatsrechtelijke kwesties in verband
met de oplossing van de ministerieele
crisis, noch ons wagen aan politieke
beschouwingen over de oneenigheden
bij de coalitie, die eigenlijk geen coali
tie meer is. Maar alleen wijzen we op
oorlogsmaterialen, van geheime ammu
nitie- en wapendepots enz. Geruchten
zijn als een sneeuwbal, die van een
hoogte rolt; ze worden steeds grooter.
Daarom is het wellicht goed, dat na
twee jaar rust de militaire controle
commissie uit de geallieerden in
Duitschland weer aan het werk gaat.
Duitschland heeft er zich tegen verzet
en daardoor aan de geruchten over zijn
booze plannen voedsel gegeven. Maar
de tegenwoordige regeering heeft erin
berust, dat de geallieerden weer eens
gaan onderzoeken, of Duitschland in
derdaad wel ontwapend is.
Groote massa's jonge mannen heeten
heimelijk afgericht te worden voor den
militairen dienst. De politie heet hier
en daar met het leger oefeningen te
houden. Er zijn vooral in Beieren
corpsen vrijwilligers, die niets liever
zouden willen, dan wraak nemen op
den erfvijand. Rusland zou Duitsch
land wel aan de groote voorraden van
alles en nog wat willen helpen voor den
komenden oorlog. Er zijn in Duitsch
land nog 2 millioen geweren en 20000
machinegeweren. Krupp maakt land
bouwmachines, die gemakkelijk zoo
veranderd kunnen worden, dat zij een
land vernielen en niet bewerken.
Duitschland heeft nieuwe gifgassen
gevonden en een nieuw middel, om uit
een vliegtuig brand te stichten enz.
enz. Genoeg, om zenuwachtige Fran-
schcn razend te maken.
De militaire deskundigen in Enge
land lachen om die vrees en verzeke
ren, dat Duitschland door gebrek aan
artillerie en tanks gewoon zelfmoord
zou plegen, als het Frankrijk durfde
aanvallen. Men wijst er op, dat
Duitschland geen enkel eerste klasse
oorlogsvliegtuig heeft en Frankrijk
heeft er 10000. De staal en chemische
industrie van Duitschland bevinden
zich voornamelijk in Fransche han
den. I-Iet jongere geslacht in Duitsch
land is in het geheel niet militair ge
oefend. Rusland zal Duitschland niet
helpen, omdat het woedend is om de
vervolgingen der communisten daar en
bovendien zijn Polen en Czecho-Slowa-
kije op de hand van Frankrijk. Zelfs
een Hindenburg heeft openlijk erkend,
dat Duitschland wel graag een oorlog
uit wraak zou beginnen maar daartoe
niet in staat is. We behoeven dus voor
een Fr.-Duitseh. oorlog niet te vreezen.
ingezonden.
Buiten verantwoordelijkheid der Redactie.
De Landverhuizing naar Canada
en de kansen om daar te slagen.
De Directeur van het Bupeau van de
Nederlandsche Vereeniging „Landver
huizing" heeft een publicatie aan de
pers verstrekt, waarin de volgende
zinnen voorkomen:
„Dat het niet juist is, dat Canada
het zonderlinge feit, dat een minister, kansen van slagen zou bieden voor
die ontslagen wil worden, geen ontslag iedereen, die flink is en wil aanpak-
kan krijgen. De Tweede Kamer heeft i ken, zooals ten onrechte wordt vermeld
thans tegenover zich een ministerie ge- in een bericht over emigratie naar Ca-
had, dat ze liever niet zag en het mi- nada, dat onlangs werd gepubliceerd",
nisterie zat tegenover de Kamer cn had en verder:
daar liever niet willen zitten. Het was „Als finantieele steun verleend
door den 1 langen duur toch ook ver- wordt, zal dat voorloopig en alleen uit-
zwakt. Een ministerie wordt spoedig
oud. Mannen als de Visser en Aalberse,
die zeker ontzaggelijk hard gewerkt
hebben, wilden thans liever rust heb-
sluitend zijn voor emigraie naar Cana
da, waar feitelijk alleen kansen van
slagen worden geboden voor sterke, ge
zonde menschen, die goed met land-
ben dan opnieuw te moeten regeeren, bouwwerk op de hoogte zijn, of met
hun werk voort te zetten of eigenlijk 1 eenig onderdeel daarvan of uit de land-
hun werk voor een deel af te breken bouw afkomstig en nog voldoende
van wege de bezuiniging. Het heele ka-1 daarmee bekend zijn",
binet stond of viel met de Vlootwet en Deze verklaring noopt ons tot de
het viel. Toen bood het zijn ontslag aan volgende uiteenzetting en bestrijding,
de koningin aan. Maar deze heeft ge- Het in de eerste zin bedoelde bericht
weigerd het te verleenen. In diit opzicht
staat een minister ten achter bij den
laagsten beambte, die zeker is. zijn ont
slag te krijgen, als hij er om vraagt. Nu
hebben we ministers tegen will en dank
en een Kamer, die deze excellenties lie
ver niet had weergezien. Door -deze ver
houding kunnen we aan het voortge
zette bewind-Ruys geen langen duur
toekennen en wellicht zittel a we over
eenige maanden midden in een nieu-
wen verkiezingsstrijd, door kameront
binding noodzakelijk gemaaktHet kan
is afkomstig van ons Bemiddelingsbu
reau voor Transatlantische Emigratie
en niettegenstaande de tegenspraak
van Jhr. Sandberg houden wij de juist
heid ervan vol.
Wij gaan zelfs verder, en keeren zijn
stelling om. De omstandigheid, dat
iemand kennis van de landbouw of van
eenig onderdeel daarvan heeft, of er
uit afkomstig is, moge een groot voor
deel zijn, wanneer hij naar Canada
emigreert, maar een kenmerk van mo
gelijk welslagen is er naar onze eerlij-
wel eens blijken, dat de mir üsterieele ke overtuiging niet van te maken. Niet