ORGAAN ¥OQR DE Gi
LSEN
No. 28
Woensdag 6 Februari 1924
9e Jaargang
IJMUIDER COURANT
Waterstand IJmuiden.
Februari 1924 H.
water
L.
water
Dagen
v.m.
n.m.
v.m.
n.m.
7
4.40
4.53
0.21
2.21
0.43
8
5.21
5.34
1.—
2.55
1.19
9
6.—
6.11
1.34
3.21
1.55
10
6.35
6.49
2.06
2.30
11
7.11
7.29
2.41
3.01
12 E. K.
7.51
8.14
3.12
3.40
13
8.42
9.13
3.53
4.24
OFFICIEEL.
BEKENDMAKING
ELECTRICITEITSWET.
De Burgemeester van Velsen maakt
bekend, dat van den 6en tot den 16en
Februari 1924 op de secretarie dezer
gemeente voor ieder, die het verlangt,
ter lezing ligt een afschrift van het
proces-verbaal der op den 4en Febru
ari 1924 gehouden zitting, als bedoeld
in artikel 2, alinea 4, der wet van 26
April 1918, S. 276, tot opheffing van be
lemmeringen, aan de totstandkoming
en de instandhouding van electrici-
teitswerken in den weg gelegd, tot het
opnemen van bezwaren en het plegen
van overleg met de in de le alinea van
genoemd wetsartikel bedoelde belang
hebbenden, inzake de uitvoering van
het werk, dat door het Provinciaal
Electriciteitsbedrijf van Noordholland
is ontworpen op het perceel kadastraal
bekend gemeente Velsen, sectie H, no. i
1883, gelegen aan den Rijksstraatweg
te Velsen en ten aanzien waarvan geen
overeenstemming is verkregen met de
eigenaren en gebruikers van bedoeld
onbebouwd perceel.
Velsen, 4 Februari 1924.
De burgemeester voornoemd,
RIJKENS.
HINDERWET.
Burgemeester en Wethoudersder gemeente
Velsen, brengen ter openbare kennis dat
ter Gemeentesecretarie ter inzage ligt een
verzoek met bijlagen van
j. G. W. van der Pol Jr., te Schoten,
om vergunning tot het oprichten van een
timmermanswerkplaats, waarin gebezigd zal
•worden een electromotor van 3 P.K. voor
het aandrijven van een lintzaagmachine, op
het perceel kadastraal bekend Gemeente
Velsen, Sectie F No. 2377, gelegen aan
den Bloemendaalsche straatweg
Op Maandag, den 18 Februari 1924,
des voormiddags te elf uren, zal ten Üe-
meentehuize gelegenheid bestaan om be
zwaren tegen dit verzoek in te brengen
en deze mondeling en schriftelijk toe te
lichten.
Zoowel de verzoeker als zij, die bezwaren
hebben, kunnen gedurende drie dagen voor
het bovenvermelde tijdstip op de Secretarie
der Gemeente kennis nemen van de ter
zake ingekomen schrifturen.
Voorts wordt er aan herinnerd, dat vol
gens de bestaande jurisprudentie niet tot
beroep gerechtigd zijn zij, die niet overeen
komstig artikel 7 der Hinderwet voor het
Gemeentebestuur of een of meer zijner leden
zijn verschenen, teneinde hunne bezwaren
mondeling toe te lichten.
Velsen, den 4 Februari 1924.
Burgemeester en wethouders voorn.,
de secretaris, de burgemeester,
J. KOSTELIJK. RIJKENS.
UIT ONS PARLEMENT.
Het is begrijpelijk, dat bij de alge-
meene beschouwingen over de Indi
sche Begrooting, waarmee de Tweede
Kamer tengevolge van de langdurige
ministeriëele crisis eerst thans een be
gin kon maken, de aandacht zich voor
een groot deel bepaalde bij Indië's fi-
nanciëelen toestand en de noodzake
lijkheid van bezuiniging. Er was sinds
1916 met geld gesmeten, meende de
heer Gerritsen, een meening, die minis
ter De Graaff slechts in zooverre recti
ficeerde, dat hij voor „einde 1916" de
jaren 1918, 1919 en 1920 in de plaats
zette, daarmede dus de roekelooze
royaliteit erkennende. Van de 220 mil-
lioen in 1916, waren de uitgaven in
1921 tot 548 millioen gestegen. En waar
de inkomsten gedaald waren, moesten
de belastingen stijgen van II6V2 tot
340 millioen, wat uitbreiding van het
bedrijfsleven bemoeilijkte. De heer
Gerritsen concludeerde dan ook, waar
de Indische gulden reeds gedaald was
en tegenover het kapitaal in staatbe-
drijven gestoken, behalve dat in het
tinbedrijf, van 825 millioen een schuld
stond van 1700 millioen, tot beperking
van de staatstaak en 'de noodzakelijk
heid van algemeene bezuiniging. Zoo
wel regeering als Kamer bleek het met
hem eens. Maar de heer Albarda ver
zette zich toch tegen de niet te ontzien
de bezuiniging op gebied van onder
wijs, volksgezondheid, irrigatie, enz.
De heer Van Dijk achtte het niet steu
nen door regeering en ambtenaren aan
hen, die landbouwondernemingen wil
den uitbreiden, een avereehtsche be
zuiniging en de heer Faber kwam op
voor het doorzetten van werken, die
spoedige rentabiliteit beloofden. Daar
entegen noemde de heer Marchant de
marine-uitgaven nog te hoog, in ver
band waarmee de heer Albarda meen
de te kunnen wijzen op het vervallen
van iedere reden voor de Vlootwet, nu
de nieuwe Engelsche regeering het
Singapore-plan had opgegeven. Het
onvermijdelijke verschil van inzicht
omtrent de wijze der bezuiniging, open
baarde zich dus ook hier. En daar
kwam nog bij, dat ook omtrent de
middelen ter vermeerdering der in
komsten, geen algemeene eenstemmig
heid bleek te bestaan. De heer Wijn
koop althans sprak van het uitbuiten
van het volk inplaats van de lasten
voor het kapitaal te verzwaren. Maar
zelfs omtrent de finantiëele toestand
bleek men het nog niet zoo algemeen
eens. De heer Lovink achtte hen lang
niet ongunstig en zag al een sluitende
begrooting in zicht. Een der afgevaar
digden noemde zelfs de begrooting
voor 1924 feitelijk al in evenwicht. Zoo
optimistisch bleek de minister echter
niet, want hij sprak van de noodzake
lijkheid van versobering gedurende de
eerste 10 jaren, nog afgescheiden van
het vlootplan.
De finantiëele toestand was echter
niet het eenige onderwerp der debatten.
De algemeene politiek der regeering
moest ook menige zeer laken. Men
sprak van reactie, wat o.a. blijken kon
uit de ingediende regeling voor be-
stuurshervorming en die zoowel van
het bommenwerpen als de spoorweg
staking de oorzaak zou zijn, over de
gebleken corruptie, waarbij volgens
den heer Kleerekoper de hoogere amb
tenaren ongestraft bleven, de minach
ting voor de inlandsche bevolking, die
zich in het geschrijf van sommige
journalisten openbaarde, van wie de
heer Wybrandts nog wel gedecoreerd
was. En de heer Albarda memoreerde
het toenemen van drukpers en spreek-
delicten.
Over de spoorwegstaking handelde
deze afgevaardigde in een afzonderlij
ke interpellatie, die in een aantal vra
gen eindigde. Hij laakte de houding,
die de regeering daartegenover aange
nomen had en de arrestatie van den
leider, die hij uit politieke oorzaken
meende te moeten verklaren en meen
de, dat. de regeering haar belofte van
salarisverbetering niet gehouden had
en zelfs de duurte-b ij slagen ingetrok
ken en dat de strafbepaling tegen
spoorwegstaking ten hate van de ex
ploitanten tegen de moderne vakbe
weging inging, iets waarmee de heer
Marchant het eens bleek, terwijl de
heer Wijnkoop de gelegenheid der in-
terpellatie waarnam om de commu
nistische beweging tot de grootste
bloeiende van Indië te verklaren. De
minister sprak dit laatste niet tegen
maar vond het blijkbaar geen vooruit
gang. De houding der regeering inzake
de spoorwegstaking achtte Zijne Ex
cellentie daarentegen tegemoet ko
mend genoeg. Had zij die 70 millioen
gulden 's jaars aan duurte-bijslagen
betaald?
Over de ontreddering van den post-
chèque en girodienst hebben de heeren
ook nog een enkel woord gesproken.
De heer Marchant achtte haar een ge
volg van de desorganisatie in het be
drijf van Posterijen en Telegrafie,
waarin maar eventjes 2000 a 3000 amb
tenaren voor afvloeiing in aanmerking
zouden komen en diende een motie in,
waarin dit geconstateerd werd en op
een doelmatiger organisatie aange
drongen. Dat de schuld bij de leiding
lag, bleek wel het algemeen gevoelen.
Ook meende men, dat de minister te
laat had ingegrepen. Maar de motie
van den heer Marchant werd, nadat de
andere moties ingetrokken waren, ver
worpen.
De minister deelde nog mee, dat van
de 12.000 rekeningen, het eerst ter ve-
ificatie ingezonden, nadat 117 als niet
in orde waren teruggehouden, 9278
waren terugontvangen, waarvan 8433
in orde waren bevonden, 514 niet in
orde en 294 accoord, behoudens kleine
aanmerkingen en dat in totaal 87 mil
lioen was uitbetaald. De oorzaak was
volgens hem gelegen in een zuinig
heid, die de wijsheid bedrogen had.
Immers om. de kosten uit te sparen,
had men de overgang niet geleidelijk
doen plaats hebben, wat voorzichtiger
was geweest. Intusschen had men nu,
becijferde mej. Van Dorp, alleen voor
de stopzetting 2 millioen weggegooid.
PLAATSELIJK NIEUWS.
IJMUIDEN.
De Minister van Waterstaat heeft
benoemd tot buitengewoon opzichter
bij het onderhoud, herstel en verbete
ring van de Rijkszee- en oeverwerken
in Noord-Holland, K. Lanser alhier.
Door den rijwielhandelaar Em-
melot is aangeschaft een flinke perso
nenauto, die ingericht zal worden voor
ziekenvervoer. De inrichting geschiedt
onder deskundige leiding, zoodat wij
vertrouwen, dat IJmuiden eindelijk in
het bezit zal komen van een behoor
lijk vervoermiddel voor zieken, het
geen ook dringend noodig is.
Waarschijnlijk kan de auto naar Hl
Dbl. meldt, reeds deze week dienst
doen. Het tarief zal zoo laag mogelijk
worden gesteld, vermoedelijk 40 en 35
ets. per K.M., respectievelijk voor par
ticulieren en fondsleden. Een trans
port naar Haarlem zou dus op circa 8
a 10 gulden komen.
De heer J. Feddema, onderwijzer
aan de R.K. Jongensschool alhier, is
als zoodanig benoemd te Hillegom. Dit
beteekent. een verlies voor de R.K.
drankbestrijding in onze gemeente.
De afdeeling IJmuidenVelsen
der Evangelische Maatschappij houdt
a.s. Maandagavond 11 Februari een
openbare vergadering in de Doopsge
zinde Kerk, waarin de secretaris der
afdeeling, de heer G. Voet te Velser-
oord zal spreken over „Roomsche nei
gingen en Roomsche leeringen".
Men zie voor verdere bijzonderhe
den de annonce a.s. Zaterdag in dit
blad.
Vioolavond „Sörmus".
De Russische vioolspeler Sörmus
heeft Zaterdagavond in het kerkge
bouw van de Doopsgezinde gemeente
een aantal muzikale voordrachten ge
geven, die - met groote belangstelling
zijn aangehoord.
In de Duitsche taal verklaarde de
vioolvirtuoos de door hem te spelen
composities van Fransche, Duitsche
en Russische meesters, die alle een po
litieke tendenz hadden en voor de tal
rijke aanwezigen op zeer duidelijke
wijze door den heer J. Kooi vertaald
werden.
Wat we van het concert gehoord
hebben heeft ons den indruk gegeven
dat de heer Sörmus inderdaad een zeer
begaafd vioolspeler is, die zijn voor
drachten meesterlijk weet weer te ge
ven op zijn subtiel instrument. Het
gebouw was uitverkocht en een aantal
belangstellenden, die enkele minuten
over tijd waren vonden de deuren
hermetisch gesloten en moesten te
leurgesteld terugkeeren.
Een collecte ten bate van de noodlij
dende kinderen in Duitschland bracht
f 86.75 op.
VELSEROORD.
Zaterdagmiddag kwam een wiel
rijder het nieuwe rijwielpad langs
school II in wilde vaart afrijden. Een
meisje, dat van school huiswaarts
keerde, werd naar we in Hl. Dbl. le
zen, door den woesteling tegen den
grond gereden.
H t heldenfeit gebeurde toen ech
ter: De wielrijder liet het kind liggen
en reed snel weg. Met een bloedende
wond en pijnlijke armen en beenen
werd het kind door een meer mensch-
lievend fietser naar huis gebracht.
Zaterdagmiddag reed zekere V.
van hier per rijwiel op den Hoogeberg,
toen tegelijkertijd twee autobussen
passeerden, waarbij een dezer hem
aanreed. V. kwam daarbij te vallen,
doch liep slechts eenige schrammen
op. Zijn fiets werd echter geheel ver
nield. De chauffeur zal de schade moe
ten vergoeden.
VELSEN.
Zaterdagavond, kwart over acht,
kwam de groote autobus van Gebrs.
Oudshoorn van den Driehuizerkerk-
weg en reed den Rijksstraatweg op.
Van den anderen kant kwam op het
zelfde oogenblik de stoomtram aan,
wat voor den chauffeur der bus reden
was direct te stoppen. Voor den winkel
van Scheeres staan evenwel nog altijd
de boomen midden op de
straat, zoodat de bus niet genoeg op
zij kon om de rails vrij te maken. De
tram reed door, met gevolg dat de bus
van terzijde aangereden werd en
eenigszins beschadigd. Of de machi
nist van de tram tijdig genoeg geremd
heeft is door ons niet uit te maken,
maar zoo schrijft H. Dbl., wij willen er
nog eens de aandacht op vestigen, dat
het onverantwoordelijk is, die boomen
daar langer te laten staan. Hoe druk
het verkeer hier is bleek duidelijk,
eenige minuten na de aanrijding ston
den vier of vijf autobussen stil, die
niet verder konden omdat de weg ver
sperd was, verder nog een aa7ital wa
gens on auto's. Het Rijk, waar do. weg
van is, schijnt zich dezen straattrech
ter niet aan te trekken, on de gemeen
te schijnt niet in staat er verandering
in te brengen.
Wat er in den a.s. zomer wel kan ge
beuren als niet spoedig de boomen op
geruimd worden, is niet. te voorzien.
Wij dringen echter ten spoedigste op
verbetering aan.
Donderdagavond werd door de
politie op Wijkeroog een wielrijder
aangehouden, die reed zonder licht cn
die een naam opgaf die den verbali
seerenden agent wat verdacht voor
kwam. Bij nader onderzoek bleek dan
ook, dat door hem een verkeerden
naam was opgegeven en hij was de
zoon van den heer P. van Beverwijk
Arbeidsbemiddeling Velsen.
Als werkloos ingeschreven op 2 Fe
bruari 1924:
17 timmerlieden; 8 schilders; 1 wa
genmaker; 1 mach. houtbewerker;
kuipers; 5 mandenmakers; 3 machi
nisten; 10 stokers; 5 bankwerkers; 2
smeden; 1 loodgieter; 2 metaaldraai
ers; 1 electricien; 1 modelmaker;
zeilmakers; 4 bakkers; 7 visschers;
kantoorbedienden; 174 diversen.
UIT DE GEMEENTE.
Emigratie naar Canada.
Naar aanleiding van een adres van
J. J. Pirovano e.a. om gelden beschik
baar te stellen voor emigratie naar Ca
nada, stellen B. en W. voor geen gel
den voor genoemd doel te voteeren,
De kosten zijn voor het overbrengen
van een gezin, bestaande uit man,
vrouw en twee kinderen beneden 10
jaar f 1050, daarbij komen f 180 voor
premiën van levensverzekeringen
welke de gemeente eerst voor haar re
kening moet nemen. Deze levensverze
kering dient om waarborg te geven
voor het terugbetalen in 10 jaar door
de emigranten van de door de gemeen
te voorgeschoten gelden. De bemidde-
lingskosten zijn f 10.50.
Gesteld dat de gemeente op deze wij
ze tien gezinnen gelegenheid wilde ge
ven naar Canada te gaan, dan zou
daarmee al meer dan f 10.000 heen
gaan. B. en W. vinden dan ook de kos
ten tc hoog voor de resultaten, terwijl
zij het ongewenscht, vinden de gezin
nen uit elkaar te halen door eerst den
man gelegenheid te geven alleen te
gaan.
Indien de geëmigreerden later nala
tig blijven terug te betalen is nat.uur-
i lijk al het geld weg. De allerbeste ar-
beiders kunnen alleen plaats in Cana-
I da vinden, wat ook een bezwaar ge-
noemd mag worden.
j VISSCHERIJ.
i De toestand der Zeevisscherij in
December 1923.
Volgens voorloopige opgaven be
droegen hoeveelheid en opbrengst dei-
aangevoerde visch respectievelijk
5.710.400 K.G. en f 1.649.050.— tegen
5.758.500 K.G. en f 1.388.800.— in De
cember 1922.
Evenals November kenmerkte De
cember zich althans voor de stoom
trawlers door kleine vangsten. Niette
genstaande de prijzen der visch hoog
waren maakte onze stoomtrawlei'9
dientengevolge geen bevredigende be
sommingen. Gemiddeld per reisdag
waren hoeveelheid en opbrengst dezer
vaartuigen, in zooverre zij hier te lan
de aanvoerden, respectiev. 533 K.G. en
266.(646 K.G. en f 274.in Dec.
1922). Ofschoon er drukker gevischt.
werd. was de aanvoer door onze stoom
trawlers dan ook geringer dan verle
den jaar December. Bedroegen toen
maals hoeveelheid en opbrengst dei-
aangevoerde visch respectievelijk
1.212.410 K.G. en f 513.510.thans wa
ren zij 1.197.000 K.G. en f 598.000.—.
Ook de aanvoer door Duitsche stoom
trawlers verminderde. Hij bedroeg n.l.
934.700 K.G., aangevoerd in 92 reizen,
tegen 1.021.000 K.G. aangebracht in
124 reizen, in December van het vori
ge jaar.
Ondanks de minder gunstige uit
komsten der visscherij werd daaraan
door een grooter aantal stoomtrawlers
deelgenomen, dan in December 1922.
Waren toentertijd n.l. slechts 109
stoomtrawlers in de vaart, waarvan
12 uitsluitend cn 25 gedeeltelijk hun
vangsten in Engeland losten, thans
waren er 131 in bedrijf, waarvan 10
uitsluitend en 49 ten deele daar te lan
de aanvoerden.
De zeilloggers namen in kleiner, de
motor- en zeilkustvisschers in grooter
aantal aan de trawlvisscherij deel dan
in December 1922. Zoowel hun vang
sten als hun besommingen waren
thans grooter. Gemiddeld per reisdag
vingen de zeilloggers 109 K.G. (vorig
jaar December 108 K.G.) en gemiddeld
per reis de motor- en zeilkustvisschers
respectievelijk 246 en 124 K.G. (168 en
100 K.G. in December 1922).
De beugvisscherij was nog van ge
ringe beteekenis. Er namen 1 stoom
schip en 6 zeilschepen (in December
van het vorige jaar 3 stoom- en 7 zeil-
vaartuigen) aan deel en de aanvoer
was onbeduidend, n.l. 18.800 K.G., op
brengende f 13.900.— (40.700 K.G., op
brengende f 27.500.in Dec. 1922).
De drijf net visscherij op haring was
in December nog niet beëindigd door
40 stoom-, 14 motor- en 96 zeilloggers,
(in December 1922 door 20 stoom-, 9
motor- en 100 zeilloggers).
De zeilloggers kwamen van hun
laatste reis binnen. De vangsten, wel
ke zij daarbij aanbrachten, waren over
het algemeen gering. Gemiddeld per
reisdag bedroegen zij niet meer dan
220 K.G. tegen 457 K.G. in Dec. 1923.
Ook de motorloggers vingen dit jaar
minder n.l. per reisdag 602 K.G. tegen
761 K.G. in 1922. Veel gunstiger uit
komsten gaf de visscherij van de
stoomschepen. Daartoe droeg zeer veel
bij, dat er in het Engelsche Kanaal dit
jaar bijzonder veel haring te vangen
was. In verband hiermede bleven de
stoomloggers de geheele maand nog
druk in bedrijf en hadden 5 hunner
de visscherij zelfs einde December nog
niet gestaakt.
Gemiddeld per reisdag vingen zij
1377 K.G. tegen 1345 K.G. in December
van het vorige jaar.
De betrekkelijk geringe aanvoeren
en voorraden en de goede vraag, welke
er naar haring bestond, waren oor
zaak, dat de prijzen bijzonder hoog
waren. Voor de zeilloggers kon dit de
slechte vangst niet goedmaken. Zij be-
somden gemiddeld per reisdag f 46.
tegen f 69.in December 1922. De
stoomloggers besomden echter bedui
dend meer n.l. per reisdag f 300.te
gen toenmaals f 203.en ook de be
sommingen der motorloggers waren
beter n.l. gemiddeld per reisdag f 122.-
tegon f 114.in December van het vo
rige jaar.
De totale hoeveelheid en waarde der
aangevoerde visch bedroegen respect.
2.771.000 K.G. (waarvan 27.217 kantjes
Naar de afdeeling Visscherijen van gezouten haring) en f 595.900.tegen
het Departement van Binnenlandsche 3.006.500 K.G. (waarvan 30.025 kantjes
Zaken en Landbouw mededeelt, gezouten haring) en f 452.100.in De-
was de zeevisscherij ook in December cember 1922.
van grooteren omvang dan in de over- Door Engelsche stoomdrifters werd
eenkomstige maand van het vorige nog een hoeveelheid versche haring
jaar. J aangevoerd.