Ónder den naam van „Nórd-ak-
tiengesellschaft für Fischindustrie" is
een Duitsch-Russische maatschappij
gesticht met. een stamkapitaal van vijf
millioen gouden roebel. Het Duitsche
aandeel is hiervan 1 millioen roebel
van de Duitsche firma Boltenhagen.
Het doel van deze onderneming is een
intensieve visscherij op de kust van
Murmansk en Archangelsk, vischhan
del, en bereiding en verkoop van visch-
conserven.
N. VI. Ct.
De schuldvorderingen over het
jaar 1923 ten laste van het Staatsvis-
schershavenbedrijf te IJmuiden, moe
ten zijn ingediend vóór of op den laat
sten Maart 1924. Bij gebreke zijn zij
verjaard en vernietigd. Van de indie
ning kan, op verzoek, een schriftelijk
bewijs worden verkregen.
De laatste dagen worden te Volen-
dam en te Monnikendam talrijke auto-
ladingen sprot en sardijn van IJmui
den aangebracht, meest bestemd voor
eendenhouders.
Zaterdag bedroeg de aanvoer te Vo-
lendam 5 autoladingen. Men besteed
f 1.75 per mand van 90 K.G.
Voor het aanschaffen van booten,
vischtuig en ander materiaal is op de
Zweedsche begrooting voor dit jaar
750.000 kronen uitgetrokken, die vol
gens vastgestelde bepalingen aan de
visschers in leen kunnen gegeven wor
den.
De Raad voor de Scheepvaart
heeft uitspraak gedaan betreffende het
stooten van het stoomvisschersvaar-
tuig „Anna" IJM. 34 op de Zuidpier van
de haven te IJmuiden. De Raad is van
oordeel, dat het ongeval is veroorzaakt
doordien de schipper, terwijl het dik
van mi3t was, tijdens vloedtij de haven
van IJmuiden is binnengeloopen.
De Raad voor de Scheepvaart heeft
uitspraak gedaan betreffende de stran
ding van het stoomvisschersvaartuig
„Maria Alida" IJM. 186. De Raad is
van oordeel, dat de oorzaak van de
ramp is gelegen in slechte en zorgeloo-
ze navigatie. De beide wachtslieden
hebben blijkbaar niet voldoende acht
gegeven; hadden zij goed opgelet, dan
was het ongeval vermoedelijk niet ge
beurd.
De schipper zelf gaat echter ook niet
geheel vrij uit. Aangenomen dat het
schip is gestrand op de Noordkust van
Terschelling, hetgeen wel vrij zeker is,
was kennelijk het gegist bestek niet
juist, doch hoe dit zij, juist waar de
schipper uitging van een gegist bestek f
en den wal naderde, had hij, nu het
mistig weer was, meer geregeld moeten
looden en hadden hetzij hij zelf, hetzij
de stuurman op de brug aanwezig moe
ten zijn.
-Gedurende de week van 7 t/m. 13
Februari 1924, kwamen alhier de na
volgende vaartuigen binnen:
65 Hollandsche-, 2 Duitsche stoom
trawlers, 24 zeilloggers, 11 stoombeu-
gers,. 139 kustvisschers.
De besommingen waren als volgt:
Hollandsche stoomtrawlers van f 445
tot f 6328; Duitsche stoomtrawlers van
f 936 tot f 1907; zeilloggers van f 110 tot
f 1613; stoombeugers van f 1062 tot
f 3808, terwijl de kustvisschers totaal
f 8366 besomden.
De aanvoer bestond uit 738271 K.G.
trawivisch en 46719 K.G. beugvisch.
De totaal opbrengst bedr. f 226.200,87.
Gedurende de week van 14/m. 20
Februari 1924 kwamen alhier de na-
volgende vaartuigen binnen:
J 81 Holandsche-, 2 Duitsche stoom-
j trawlers, 34 zeilloggers, 4 motorloggers,
11 stoombeugers, 2 sloepen en 108 kust
visschers.
De besommingen waren als volgt:
Hollandsche stoomtrawlers van f 989
tot f 5146; Duitsche stoomtrawlers van
f 2937 tot f 3249; zeilloggers van f 77 tot
f 1220; motorloggers van f 879 tot f 1505;
stoombeugers van f 1343 tot f 3998;
sloepen van f 459 tot f 566, terwijl de
kustvisschers totaal f 4850 besomden.
De aanvoer bestond uit 639.200 K.G.
trawivisch, 71500 K.G. beugvisch.
De totaal opbrengst bedr. f 279.501,13.
In De Kenn. üd. üwam van „Wiiiy"
uit öeuiaiaiig hei voigeiiue geuichije
voor.
Aan „Speenhoü" oi
„üoe aan ae visch".
Vrienden in aai Kiiie landje
Ver van onze uosi vanaaan,
'K. ötuur van hieruit u n standje
'K Zai op u eens mopp ren gaan.
Is t wera nja nu geen schanue
bchanue voor ons „in eaeriand
jL»at jouie uaar onze visseners
up ae neien nrengt te iandl
Zouuen zij 't niet vertinnen
Uin nog eens naai' zee te gaan,
Als hun iyne maische vischjes
Juine aiuju tegen staan!
Speenkoii, vlugge, rane kerel,
'n nekte lieihenner van visch,
m ant dat jij 'n botje weigert
's Iets wat niet te dennen is.
Jij bent altijd haast de eerste
Die n mensch wijst op z'n fout,
Daarom dat ook iedereen haast
Up je versjes steeds vertrouwt!
Denn niet dat 'n jonge huisvrouw
Zooais ik toevallig ben,
Niet je woorden zeer op prijs stel!
Blij ben in, dat oon ik je nen!
Konden wij maar, beste Speenhof!
Samen eens uit eten gaan,
'k Wed we namen vast 'n portie
Fijne tarbot of zeehaan.
'k Wil je dan ook weieens zeggen
Van die overgroote hoop,
Die hier allen zitten snakken
Naar 'n schelvisch, goed gekookt.
Maar wij arme tropen-woners
Kennen hier geen echte bot,
Willen wij ons eens vergasten
We nemen dan 'n „blikje sprot"!!
En die vrouwen daar bij jullie
Weten zij dan nu. nog niet,
Dat hun lieve echtgenooten
Tuk zijn op 'n tong of griet?
Weten zij niet manlief's buikje
Met de liefde gaat te vrind,
En na '11 „copieus" dineétje
Manlief spreekt van „Liefste kind"!!
Beste, brave, stoere visschers
Gooi je net nog niet aan wal,
Denk er om als ik weer thuis kom,
ik je dan weer loven zal.
Denk er om wij hier steeds bouwen
Op je frissche levenslust,
Die je ondanks schamelwinstje
Toch weer drijft, ver uit de kust.
Ik als jong-Hollandsche huisvrouw
Bid en smeek je en gewis
Vang jij ze, ik wil beloven
Ik zal eten van je visch!
Na de eerste vier Volendammer
botters zijn er nog twee naar IJmuiden
vertrokken. De vangst op de kust
IJmuidenZandvoort schijnt echter
weer afgeloopen te zijn, want de Volen-
dammers hadden in 't geheel slechts
drie tal haring gevangen.
SCHEEPVAART.
In de week van 11 tot 18 Febr. zijn
alhier door de sluizen geschut: uit zee
46 stoomschepen en naar zee 49 stoom
schepen en 1 zeelichter.
INGEZONDEN.
Mijnheer de Redacteur!
Van méér dan eene zijde is ons ge-
bleken, dat niet goed werd begrepen
de bedoeling om arbeiderswoningen te
doen bouwen geschikt voor T. B. C.-
lijders in het le stadium, waarvoor o.m
door ons voorschot is aangevraagd.
Hiervoor de volgende toelichting:
In onze Gemeente bevinden zich
meerdere personen welke lijden aan
T. B. C., hetzij dan bewust of min of
meer onbewust.
Wij hebben in onze Bouwvereeniging
van nabij kennis gemaakt met deze
vreeselijke ziekte. In overleg met de
Plaatselijke Ver. t. bestr. der T. B. C.
werd besloten te trachten woningen te
doen bouwen voor T. B. C.-lijders in
het le stadium. Volgens bekende Me
dici zijn personen, welke hieraan lij
den, nog te redden, wanneer zij kunnen
worden ondergebracht in gezonde wo
ningen, welke dan nog aan bepaalde
eischen voldoen. Met medewerking van
de Inspectrice der Volksgezondheid
werd eer plan opgezet en aan de afd.
T. B. C. der Volksgezondheid ter goed
keuring aangeboden, welke ermede ac-
coord ging.
Het voorgestelde is een gewone ar
beiderswoning, met een aangebouwde
kamer, welke zóó is ingericht, dat de
patient(e) het huiselijk verkeer kan
volgen, zonder méér in aanraking te
komen met de huisgenooten, dan noo-
dig is. Dus geen Sanatorium of zoo
iets.
Om tot een goedkoopere uitvoering
te komen, zijn ze opgenomen in een
complex arbeiderswoningen en wonin
gen voor ouden van dagen en andere
kleine gezinnen.
Het ligt in de bedoeling, wanneer de
bouw mogelijk wordt gemaakt, de wo
ningen toe te wijzen in overleg met de
H.H. Medici der Plaatselijke Vereeni-
ging(en) ter bestr. der T. B. C.
Met beleefden dank voor de plaat
sing,
Hoogachtend,
Het'"Bestuur der R.K. Ver.
Woningbouwvereeniging.
De nood der intellectueelen in Ccn-
traal-Europa roept om vervulling.
In den zomer van het vorig jaar werd
voor dit doel te Amsterdam een Comi
té opgericht, waarvan U de samen- 5
stelling hieronder zult vinden.
Veel arbeid ten bate van Duitsche
intellectueelen, o.a. artsen en advoca-
ten, hoogleeraren en privaat-docenten, j
musici en artisten, predikanten en j
geestelijken enz. is tot hiertoe verricht, j
Op drieërlei wijze werd hulp ge- j
bracht: voor sommigen werd een ver- j
blijf in Nedei'land mogelijk gemaakt; i
anderen werden in een sanatorium in
eigen land verpleegd; onderscheidenen
werden met giften in natura verblijd, j
Roerend zijn de ontvangen bewijzen
van dankbaarheid dergenen, die weer
bemoedigd hun levenstaak voortzet
ten. „Gij kunt niet bevroeden" zoo
schreef de Voorzitter van de Advoca-
tenkamer te Pommeren „hoe door
Uw werk het vertrouwen in God en de
menschheid is versterkt."
Nog roerender evenwel zijn de inge
komen beden om redding uit bitteren
nood. Van Saksen, van Pruisen, van de
Rijnprovincie, van Pommeren, van
Hamburg, van Hannover, van waar-
niet-al, liggen voor ons de brieven van
artsenvereenigingen, van advocaten-
kamers, van academies, van kunste
naarsbonden, alle vol van hartaan-
grijpend wee.
Het is eene sombere opsomming van
buiten praktijk geraakte doctoren en
advocaten, wien het allernoodigste ont
breekt, van kunstenaars, wien schitte
rende toekomst was voorspeld en die
's morgens niet weten, waarvan zij
zich op den dag voeden zullen, van
oud-geworden geleerden wier levens
avond door onzegbare kommer wordt
verdonkerd, van veel-belovende jonge
talenten, die dreigen ten onder te gaan,
van mannen en vrouwen, die ten doo-
de opgeschreven zijn.
Aan al deze intellectueelen, man
nen en vrouwen, onverschillig welke
hunne godsdienstige of politieke over
tuiging zij, biedt het Comité hulp. Hulp
zoo mogelijk om hun wetenschappelij
ker! arbeid te verlichten, om hun ar
tistieke gaven of wetenschappelijke
talenten te ontplooien maar vooral
hulp om in de alleruiterste nooddruft
te voorzien, om hen in het leven te
houden.
Evenwel zijn de middelen van het
Comité uitgeput. Op het Nederland-
sehe volk, evenals ook op de Duit-
schers in Nederland verblijf houdend,
ook op U, wordt daarom een ernstig
beroep gedaan om hier te doen wat
kan. Hulp kan worden verleend door
bereidverklaring om een Duitsche
intellectueel gedurende één of meer
weken te huisvesten. Hulp kan worden
vei 1 eend door spoedig een bedrag aan
geld te zenden.
De bereidverklaring tot huisvesting
worde gericht aan het Secretariaat
van het Steuncomité, Plantage Mid
denlaan 1 te Amsterdam.
Het geld zende men aan: E CABOS
Penningmeester van het Steuncomité
I?or Intellectueel Centraal Europa,
Singel 299 te Amsterdam.
NIEUWE UITGAVEN.
Het Geïll. Gemeenteblad, uitgever
H. C. Pons te 's Gravenhage, heeft in het
Dec.nr. artikelen over Amsterdam, de
Schoolbioscoop, Gorinchem, de Nieuwe
uitleg te Arnhem, Zeeland in de 18e
eeuw, een beschrijving van den Haag,
als het 400.000 inwoners zal hebben, de
Waag te Workum, de brandweer te
Eindhoven en Personalia.
Wij ontvingen het Januari-nr. van
Handels Overzicht NederlandBelgië,
het orgaan der Ned. Kamer van Koop
handel in België. Liet is in een nieuw
gewaad gestoken en in grooter formaat
en zal voortaan iedere maand verschij
nen. Een verheugend feit, dat door Mr.
H. van Romburgh, den handelsattaché
van I-Ir. Ms. Gezantschap te Brussel met
vreugde wordt begroet en natuurlijk
door het bestuur en de redactie, welke
RONDOM DE WERELD.
door M. B. O. Jr.
(Nadruk verboden).
12
Stukken van een granaat hadden hem
in de zijde getroffen. Hij stierf in mijn
armen. Veel weet ik niet meer te her
inneren, daar ik als een wezenlooze
met m'n zoon bij mij bleef zitten. Al
leen weet ik nog, dat mijn jongste zoon
bij mij kwam om afscheid te nemen.
Ze moesten het dorp ontruimen, om te
rug te trekken verder op Leuven. Hij
wist dat z'n broer gevallen was en toch
mocht hij niet bij hem blijven, maar
moest verder z'n plicht doen tegenover
het vaderland. Toen kwamen de eerste
Duitschers na 'n uur ons dorpje binnen.
De eerste, misschien wel duizenden,
trokken ons dorpje door, ons arme sol
daten achtervolgenden. Daarna kwam
het eigenlijke leger. Men vestigde een
„Commandantur", zooals het heete.
Door dit „Commandantur" kregen wij,
de overgebleven mannen, het bericht
dat wij ons op het plein moesten verza
melen. Toen we daaraan gehoor had
den gegeven, moesten wij de dooden,
die in ons dorpje gevallen waren, gaan
begraven, met verscheidene Duitsche
soldaten. Ook mijn zoon kreeg e-m
plaats tusschen zoovele anderen. Het
meerendeel der dooden waren Duit
schers. Onze jongens hadden flink van
zich afgebeten, want ik, mijnheer, heb
14 Belgen van buiten het dorp gehaald
met een kameraad, maar ook 44 Dut-
schen, en zoo ook met de anderen die
de lijken zochten „hier zijt ge
bij den secretaris, wanneer ge naar Tie
nen gaat, mijnheer, vergeet dan niet
om het kerkhof van 't 22e Linieregi
ment te bezoeken, wat ge rechts van
den weg ziet."
Ik bedankte den man, die op z'n hoo-
ge ouderdom, nog een groot verdriet en
smart gekend had.
We gingen de woning van den secre
taris binnen. Deze was niet thuis, maar
z'n dochter wilde onze boeken wel af
stempelen. Nadat zulks gebeurd was,
tracteerde ze ons nog op een glas bier,
waarvoor wij haar hartelijk bedankten.
Daarna vervolgden wij onzen weg
naar Tienen. Na een half uur loopens
passeerden wij het ons aangeduide
kerkhof. Het was op een verhooging
gebouwd met een zware granieten
muur er om heen. We gingen er naar
toe. Op het beneden-kerkhof lagen al
de soldaten van het Belgische 22e Li
nieregiment. We berekenden dat er on
geveer 350 Belgische soldaten lagen.
Achter op een verhooging stonden meer
eenvoudige houten kruizen, dit waren
Duitschers. Hier lagen ongeveer 700
dooden, dus totaal ongeveer 1050 doo
den. Het kerkhof was zeer netjes on
derhouden. Op de twee hoeken aan den
voorkant stonden twee groote veldka
nonnen. Na dit alles bezichtigd te heb
ben. gingen wij weer verder en bereik
ten tegen half vijf Tienen. Bij onze aan
komst zagen wij het links beneden ons
liggen. Langs een sterk dalenden weg
kwamen we in de stad. We liepen naar
het politiebureau op de Groote Markt.
Daarbij passeerden wij het monument
van 1830, daar onthuld ter nagedach
tenis van de afscheiding van Zuid- en
Noord-Nederland, toen het Koninkrijk
België werd gesticht. We gingen het
Koffiehuis „De Beurs" binnen om een
verfrissching te gebruiken. We waren
i toen besloten om 't Vlaamsche Huis op
j te zoeken, doch toen we daar aankwa
men, bleek dat Huis in Tienen niet veel
te zijn. De Madame vertelde mij dat de
Vlaamsche Partij in Tienen niet groot
was, daar men hier te dicht tegen de
taalgrens aan was. Een 10 minuten
zuidelijker van Tienen spreekt alles
Fransch (Waalsch). Ik voor mij had er
nog een andere gedachte over. Wanneer
er een Vereeniging bestaat, zooals de
Vlaamsche, is een harer grootste be-
hoeften een goed vereenigingslokaal en
volgens de volksaard een goed café
daarbij. De gezellige inrichting van het
lokaal moet de partijgangers samen-
trekken. Dat kon nu juist niet van het
Vaamsch Huis in Tienen gezegd wor-
den. Het was er ongezellig, kaal en be-
dompt, terwijl een norsche vrouw het
bewind voerde.
We verlieten dan ook zoo gauw mo
gelijk dit café en richtten onze schre
den naar de „Cercle Katholiek", daar
we daar de „Baden PowelT'-padvin-
l ders zouden aantreffen. De eerste die
we daar ontmoetten was de Aalmoe-
zenier van den troep, die ons zeer har-
telijk begroette. Ook de master en de
vaandrig kwamen binnen. Na het
avondeten gebruikt te hebben bezoch
ten wij het troeplokaal der padvinders,
alwaar ik een klein verhaal deed van
onze reis. Daarna zouden wij een ge
deelte vr.n den avond paseeren bij den
Aalmoe:- i er. Tegen half tien, het was
reeds <k ker, namen wij afscheid en
zouden niet den master een kampeer-
plaats zoeken, welke wij spoedig von-
i den even buiten de stad. In 't donker
sloegen wij onze tent op. Deze stond
spoedig overeind. De vaandrig noodig-
j de ons uit nog even de verdere avond-
j uren bij hem te verpoozen, wat wij aan-
namen. Zoo verstreek het laatste ge
deelte van den avond onder gelach en
gepraat en zochten wij tegen 12 uur ons
strooleger op.
j 27 Juli 1923.
Dezen morgen stonden wij om 8 uur
op. Het voorspelde weer een mooien
dag, daar ik een strakke blauwe hemel
boven mij zag. Nadat wij ons gewas-
schen hadden, genoten wij ons ontbijt
bij den master thuis. Daarna gingen wij
met laatstgenoemde de stad in om en
kele inkoopen te doen, o.a. kochten wij
een kampdeken en enkele kampbenoo-
digdheden. We bezochten nog verschil
lende kennissen. Tegen 12 uur liepen
wij naar het „Familie Pension", waar
een goed klaargemaakt middagmaal
ons wachtte, hetwelk wij ons goed lie
ten smaken. Vervolgens namen wij af
scheid van den aalmoezenier en den
master en gingen onze bagage halen.
Spoedig bevonden wij ons buiten de
stad. Na een wandeling van een uur
dwars door de korenvelden, bereikten
wij het kleine dorpje Oirbeek. We moes
ten den steenweg verlaten om naar den
secretaris te gaan. R. bleef bij een ka
pel welke langs den weg stond op ons
wachten, terwijl G. en ik naar het ei
genlijke dorpje gingen. De secretaris
was niet thuis, maar wel de Gemeente
veldwachter. Deze was reeds een be
jaarde man. Hij keek ons met eenigs-
zins ontzag aan en vroeg of we Ame
er steeds op uit zijn de handelsrelaties
tusschen Nederland en België uit te
breiden.
Voor wie het adres der administratie
niet weet, schrijven wij dit hier even af:
Rue de Laeken 35 B, Brussel.
Het Vegetarisch Hotel-Restaurant
Pomona te 's Gravenhage bestaat dit
jaar 25 jaar. Ter gelegenheid hiervan
verspreidt het bestuur een keurig uit
gevoerd boekje, onder den titel „25 jaar
in dienst van het vegetarisme."
Bescheiden begonnen, beschikt men
nu over het prachtige, eerste klasse ho
tel aan de Molenstraat. En ook in ande
re plaatsen als Utrecht, zijn gelijke Ho
tels gekomen.
Het mooie boekje geeft prachtige kie
ken van de interieurs van het hotel, dat
geen aanbeveling meer behoeft.
Wij ontvingen een keurig uitge
voerde prospectus van de Union Rij
wielen Fabriek te Dedemsvaart, waar
van vertegenwoordiger is de heer A. B.
v. d. Wint te IJmuiden.
De Lachapelle Parketvloerenfa-
briek te Breda zond ons een prospectus,
dat alleraardigst van uitvoering is en
waarin ons de vervaardiging van een
parketvloer wordt verteld bij leuke
plaatjes.
Wij ontvingen het prospectus voor
de Internationale Tentoonstelling voor
Handel en Industrie, die van 18 Juli tot
18 Augustus te Tilburg zal worden ge
houden.
Onder vrouwen-heerschappij.
Het kleine Hebriden-eilandje Sint
Kilda heeft een gemeenteraad die se-<
dert 1700 uitsluitend uit vrouwen be
staat. De mannen zijn allen op zee, het
zij bij de visscherij, hetzij ter koopvaar
dij. Zij hebben daarom met een gerust
hart de vrouwen in den gemeenteraad
gekozen, en wel vrijwel uitsluitend da
mes, die de vijf kruisjes reeds een eind
achter den rug hadden. „De Raad dei-
grootmoe ders" is de populaire naam
van St. Kilda's vroedschap. Typisch is
het echter dat zich geen politieke harts
tochten in den Raad laten gelden. Er is
slechts een partij: die van Sint Kilda.
En als in iedere gemeente de geestelijke
en stoffelijke belangen zoo goed behar
tigd werden, als op dit Hebrideneiland-
je, zou gelooven wij, er niet zooveel
slechtheid in de wereld zijn.
Sint Kilda heeft ook een vrouwelijke
burgemeester.
BURGELRÏJKE STAND.
Egmond aan Zee.
Getrouwd: Cornelis Blok, 20 jaar
en Jobje Zwart, 17 jaar.
Geboren: Thriphon, z. van Hen
drik Jan Pauw en Anna Maria Ver
mast; Marinus, z. van Albertus Glas en
Hendrika Helena van Duyn.
Overleden: Cornelis Visser, 50 jJ
echtgenoot van Kniertje Dekker.
Het Consultatie-Bureau van do Ver
eeniging tot bestrijding der tuberculosa
Is voortaan gevestigd Rriniostraat, YqÏ-
scroord, vlak bij het station Velsen.
Eiken Woensdag van 23 wordt
hier spreekuur gehouden. Het onder
soek is kosteloos en geschiedt door Br,'
Ar-ema van Haarlem.
Ouders Iaat vooral uw kinderen oa-
dvsrEesken"
rikaansche officieren waren. We licht
ten hem in dat we maar gewone pad
vinders waren en vroegen hem onze
passageboeken af te teekenen, waaraan
hij onmiddellijk gevolg gaf.
Als de afstempeling was geschied,
liepen G. en ik door het echt landelijke
dorp, waar de kippen en varkens ovei
straat hun voedsel zochten, terug naai
de plaats waar R. op ons wachtte. Ver
volgens gingen we gedrieën weer of
weg. De weg was stoffig en bij de grooti
warmte, transpireerden wij geweldig
zoodat we spoedig zwart waren van
stof. Steeds langs uitgestrekte koren
velden gaande, kwamen wij na andei
half uur loopen bij het dorp Meldert
Langs den steenweg stond op een hoel
van 't kruispunt aan den zijweg naa:
't dorp een café, alwaar wij binnen gin
gen om onze groote dorst te lesschen
Toen wij binnen kwamen vluchtten e:
twee jonge vrouwen de kamer in. Wi
begonnen te lachen, zagen wij er zot
afschrikwekkend uit. Even daarn.
kwam de eigenaar, zeker van 't cak
zelf, een norsch uitziend persoon. H?
vroeg wat wij moesten. We bestelder
een „bock". Ik vroeg hem of de meisje!
of vrouwen hier zoo bang uitgevallei
waren.
„Ja, mijnheer," was z'n antwoord
„dat is sinds den oorlog, zoo gauw d
vrouwlui een uniform zien, dan het
hen ze schrik."
We informeerden naar een kampeer
plaats verder. Hij raadde ons naar he
kasteel te gaan, waar de burgemeeste
woonde. We besloten allereerst den se
cretaris op te zoeken om onze boeken t
laten afteekenen. Ik betaalde en dede;
wij onze ransels om. R. slingerde z'i